English & other languages: click here!

Jeremia 9 - Rouwklacht om Toraloosheid

Het land is vol van diepgeworteld onrecht en bedrog. Daarom zal het volk worden verstrooid tot in verre landen. Klaagvrouwen worden opgeroepen liederen in te studeren. Er moet rouwgeklag opgaan alsof het oordeel al is voltrokken. Het oordeel zal komen over zowel Jood als heiden. Jeremia weent over zondaars. De profeet werd verscheurd tussen medelijden met zondaars en walging over hun zonden die niet vergeven konden worden.


Ga naar hoofdstuk:  inleiding/index -  1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23(1) - 23(2) - 24 - 25 - 2627 - 28 - 29 - 30 - 31(1) - 31(2) - 3233 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48(A) - 48(B) - 49(A) - 49(B) - 50(A) - 50(B) - 51(A) - 51(B) - 52 - Safan


Jeremia 9:1-2 Och, was mijn hoofd maar water en mijn oog een bron van tranen, ik zou dag en nacht wenen over de gesneuvelden bij de dochter van mijn volk. 2. Och, had ik in de woestijn maar een kamp voor reizigers! Ik zou mijn volk verlaten, ik zou bij hen weggaan, want zij zijn allen overspelers, een trouweloos gezelschap.


Och, was mijn hoofd maar water en mijn oog een bron van tranen.......Hier zien we Jeremia opnieuw in groot verdriet gedompeld. Hij weet niet hoe hij daar uiting aan moet geven. Als hij maar genoeg water in zijn hoofd had, om tot tranen te worden en de druk van het verdriet te verlichten. Ook David kende het verdriet en wist dat het aan God niet voorbij ging. "Vang mijn tranen op in uw kruik. Staat het niet alles in uw boek?" Psalm 56:9  Eénmaal zal God alle tranen van de ogen afwissen... Openbaring 21:10

Had ik in de woestijn maar een kamp voor reizigers.... bij ons hebben we het wel eens over je terugtrekken in een "hutje op de hei", nu, zoiets wilde Jeremia in de woestijn. Weg van alle ellende, het komende oordeel, het overspelige en trouweloze volk dat er geen weet van heeft wat er boven hun hoofd hangt. 


Jeremia 9:3-6 Zij spannen hun tong als hun boog. Met leugen en niet met betrouwbaarheid zijn zij in het land sterk geworden,want zij gaan voort van slechtheid tot slechtheid, en Mij kennen ze niet, spreekt de HEERE. 4. Laat eenieder voor zijn naaste op zijn hoede zijn, en vertrouw op geen enkele broeder, want elke broeder doet niet anders dan bedriegen, en elke vriend gaat rond met lasterpraat. 5. Eenieder bedriegt zijn naaste, zij spreken niet de waarheid. Zij leren hun tong leugens te spreken, zij vermoeien zich met onrecht doen. 6. U woont te midden van bedrog, door bedrog weigeren zij Mij te kennen, spreekt de HEERE.


Hier spreekt YHWH weer tot Jeremia.

Zij spannen hun tong als hun boog..... ook dat ervoer David in zijn onstandigheden ..... die een bitter woord aanleggen als een pijl. (Psalm 64:4) Als je de boog aanspant dan doe je het bewust, opzettelijk. Het is een poëtische manier om een groot kwaad te beschrijven. De mond en tong worden als een boog aangespannen, zodat de leugens als pijlen worden afgeschoten. Pijlen  van leugens en bitterheid. 

Met leugen en niet met betrouwbaarheid zijn zij in het land sterk geworden..... Sterk worden, succes hebben... het zijn niet altijd de zegeningen van de HEERE. Leugen en bedrog kan ook veel voordeel opleveren ten koste van anderen en satan zal je daarin aanmoedigen. Ook wij leven in een cultuur waarin de Waarheid geweld wordt aangedaan. Men zegt: "dat is jouw waarheid, maar mijn waarheid is anders".  

Zij gaan voort van slechtheid tot slechtheid.... dat is wat anders dan:  Zij gaan voort van kracht tot kracht. Psalm 84:8

De slechtheid maakt dat ze Sion moeten verlaten en de kracht heeft als bekroning dat men in Sion voor God mag verschijnen. 

Mij kennen ze niet, spreekt de HEERE..... De gevolgen van het niet kennen van de HEERE zijn duidelijk in Juda. Iedereen is op zijn hoede voor de ander. Wantrouwen, bedrog, laster, misleiding en onrecht zijn aan de orde van de dag. Door zo te leven gaat men zelfs weigeren om God te kennen. 


Jeremia 9:7-11 Daarom, zo zegt de HEERE van de legermachten: Zie, Ik ga hen louteren en hen beproeven, want hoe zou Ik anders handelen ten aanzien van de dochter van Mijn volk? 8. Hun tong is een moordende pijl, bedrog spreekt hij. Met zijn mond spreekt men van vrede met zijn naaste, maar in zijn binnenste legt men hem een hinderlaag. 9. Zou Ik hun deze dingen niet vergelden? spreekt de HEERE, of zou Mijn ziel zich op een volk als dit niet wreken? 10. Ik zal een geween en een rouwklacht aanheffen over de bergen, een klaaglied over de weiden van de woestijn, want zij zijn afgebrand zodat niemand erdoorheen trekt, en men hoort nergens het blaten van het vee. Van de vogels in de lucht tot de dieren op het land toe zijn zij gevlucht, zijn zij weggegaan. 11. Ik zal van Jeruzalem steenhopen maken, een verblijfplaats van jakhalzen, Ik zal van de steden van Juda een woestenij maken, zodat niemand er meer woont.


Ik ga hen louteren en hen beproeven..... het Hebreeuwse woord  צָרַף tsaraf  waar tzurph.m van is afgeleid, laat zien dat het hier het beeld van smelten gebruikt wordt, wat een edelsmit doet om het goud of zilver te zuiveren. Hetzelfde woord wordt ook in Daniël 11:35 en Zacharia 13:9 gebruikt, op welke manier, in de eindtijd, het overgebleven derde deel van Israël gelouterd wordt. Het is nodig om hen (en ons) dit proces te laten ondergaan, want YHWH wil zijn zo geliefde kinderen niet verliezen, het gaat immers om de dochter van Gods volk.  

Hun tong is een moordende pijl, bedrog spreekt hij......het bedrog is diepgeworteld, zo zelfs dat de mens het niet eens meer als bedrog ziet. Niet alleen de valse profeten spreken over "vrede", (Jeremia 6:14 en Jeremia 8:11), maar iedereen spreekt misleidend. Men wenst elkaar vrede, maar onderwijl probeert men elkaar onderuit te halen. Ook Jakobus ziet de tong als een moordend instrument: Jakobus 3:8 Maar de tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.

Zou Mijn ziel zich op een volk als dit niet wreken?...... "een volk als dit". De Here God gebruikt voor "volk" niet het gangbare woord "am" , maar "goy" גוֹי dat betrekking heeft op de volkeren buiten het Verbond. Dat is wel veelzeggend!

Zij zijn afgebrand zodat niemand erdoorheen trekt..... God liet Jeremia de verwoeste en verbrande steden en dorpen van Juda zien, waar Zijn oordeel overheen was gegaan. Vuur is in de Bijbel meestal het beeld van oordeel. Het is Zijn gerechtigheid, die oordelend, maar tegelijk louterend werkt. 

Ik zal van Jeruzalem steenhopen maken, een verblijfplaats van jakhalzen.....

Verwoeste gebieden, steenhopen, troosteloze desolate streken zijn in de Bijbel de plekken waar jakhalzen verblijven. Jakhalzen zijn hondachtige dieren, die ook wel wat weg hebben van wolven en vossen. In februari 2016 werd volgens de krant de eerste jakhals gesignaleerd op de Veluwe. Het lijkt moeilijk vast te stellen waarin de jakhals zich onderscheidt van de andere genoemde dieren. 


Jeremia 9:12-16 Wie is de wijze man die dit begrijpt, tot wie de mond van de HEERE heeft gesproken, dat hij het bekend kan maken? Waarom is het land vergaan, verwoest als de woestijn, zodat niemand erdoorheen trekt? 13. De HEERE zegt: Omdat zij Mijn wet verlaten hebben die Ik hun had voorgehouden, en niet geluisterd hebben naar Mijn stem en daarnaar niet hebben gewandeld, 14. maar achter hun verharde hart aan gegaan zijn en achter de Baäls aan, zoals hun vaderen hun dat geleerd hadden, 15. daarom, zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Zie, Ik geef hun, dit volk, alsem te eten en galwater te drinken. 16. Ik zal hen verspreiden onder de heidenvolken, die zij en hun vaderen niet gekend hebben. Ik zal het zwaard achter hen aan zenden, tot Ik aan hen een einde zal gemaakt hebben.


Wie is de wijze man die dit begrijpt...... Tot welke wijze kan YHWH spreken opdat Hij het bekend kan maken? God zoekt een wijze waaraan Hij het bekend kan maken… Waarom wordt Juda verwoest?

Omdat zij Mijn Tora verlaten hebben die Ik hun had voorgehouden (In het Hebreeuws staat er Tora) .... en niet geluisterd hebben naar Mijn stem...dat was en is altijd de grote fout waardoor het oordeel komt. Ook in onze tijd! God vertelde Israël in Zijn woord wat ze moesten geloven en hoe ze moesten leven. Toch verwierpen de leiders en het volk van Juda Zijn woord en negeerden Gods Tora.

Maar achter hun verharde hart aan gegaan zijn en achter de Baäls aan..... ze luisterden naar hun eigen hart. Dat advies krijgen we in onze tijd ook zo vaak. "Doe wat je hart je ingeeft!" Maar Gods Woord zegt:

Spreuken 3:5-6 Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en STEUN OP JE EIGEN INZICHT NIET. 6. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken.

Het volgen van het eigen hart was niet het enige, ze gingen bovendien achter de Baäls aan, die in feite demonen zijn uit het rijk van satan. Zij zijn het die je influisteren zelf het beheer over je leven te nemen en je eigen hart te volgen. Het gevolg is dat satan de leiding krijgt, ook al is men zich daarvan niet bewust. Maar dan is er geen plaats meer voor de God van Israël, hoewel men nog wel de lofprijzingen zingt en de offers brengt. 

Ik geef dit volk, alsem te eten en galwater te drinken en zal hen verspreiden onder de heidenvolken..... alsem, bitter van smaak, walgelijk en schadelijk, en galwater, ook een giftige drank waar ze behoorlijk last van zullen krijgen. Dit is een beeld, dat aangeeft welke moeiten het oordeel zal teweegbrengen. Dat kan betrekking hebben op eten en drinken, maar ook op allerlei andere zaken. Hiermee wordt Maleachi 2:2 werkelijkheid, waarbij zegeningen veranderen in vloek.


Jeremia 9:17-21 Zo zegt de HEERE van de legermachten: Let op en roep de klaagvrouwen, dat ze komen, stuur boden naar de kundige vrouwen, dat zij komen, 18. en laten zij zich haasten en over ons een rouwklacht aanheffen, zodat de tranen uit onze ogen naar beneden stromen, en onze oogleden van water vloeien. 19. Want uit Sion wordt het geluid van een rouwklacht gehoord: Hoe zijn wij verwoest! Wij schamen ons diep, omdat wij het land hebben moeten verlaten, omdat zij onze woningen omvergeworpen hebben. 20. Hoor dan het woord van de HEERE, vrouwen, laat uw oor het woord uit Zijn mond vernemen. Leer uw dochters een rouwklacht, elke vrouw haar vriendin een klaaglied, 21. want de dood is onze vensters binnengeklommen, onze paleizen binnengekomen, om de kleine kinderen van de straat uit te roeien, de jongemannen van de pleinen.


Roep de klaagvrouwen, dat ze komen, stuur boden naar de kundige vrouwen, dat zij komen....

Jeremia krijgt de oproep om klaagvrouwen bijeen te halen. Het moeten "kundige" vrouwen zijn: "professionals". Het waren inderdaad beroepsvrouwen die bedreven waren in het verwoorden van het verdriet, die op die manier emoties los maakten, waardoor men uiting kon geven aan dat verdriet. Ze begeleidden ook de gebruiken rondom de rouw. Ze moesten rouwen alsof het oordeel al heeft plaatsgevonden en de ballingen al zijn weggevoerd. Ze moesten rouwen om de huizen en om alles wat is verwoest. God geeft zelf aan waarover er gerouwd moet worden. Omdat er te weinig klaagvrouwen zijn, moesten zij hun dochters en vriendinnen de liederen leren.

Net zo als Jeremia ernaar verlangde om te kunnen huilen (Jeremia 9:1) moeten ook bij het volk de tranen uit de ogen naar beneden vloeien.  

Want uit Sion wordt het geluid van een rouwklacht gehoord................. dit was de rouwklacht:Wij schamen ons diep, omdat wij het land hebben moeten verlaten.... ze zeggenniet: omdat zij God hebben verlaten en  God zijn oordeel over hen deed komen, maar: omdat ze gedwongen werden door de vijand.

Omdat zij onze woningen omvergeworpen hebben..... niet omdat God hen omvergeworpen heeft. Het is goed om te weten dat er ook een tegengestelde boodschap (uit Sion → in Sion)  in Gods Woord staat:
Jesaja 51:11 Zo zullen wie door de HEERE zijn vrijgekocht, terugkeren en met gejuich in Sion komen. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten.


Jeremia 9:22 Spreek: Zo spreekt de HEERE: De dode lichamen van de mensen liggen als mest op het open veld, als een graanschoof achter de maaier, die niemand verzamelt.


Wat een vernederend einde. Geen waardige begrafenis, maar de doden zijn niet meer dan mest op het land. Hier gaat het in de vertaling om het beeld een "schoof", maar het zouden ook bosjes losse graanstengels kunnen zijn, die achter een maaier kunnen blijven liggen en verrotten op het land. Niemand die er belang bij had. In ieder geval is het een heel verdrietige voorstelling van zaken. Het geeft de ernst aan van het afwijzen van God. Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God! (Hebreeën 10:31)


Jeremia 9:23-24 Zo zegt de HEERE: Laat een wijze zich niet beroemen op zijn wijsheid, laat de held zich niet beroemen op zijn sterkte, laat een rijke zich niet beroemen op zijn rijkdom. 24. Maar laat wie zich beroemt, zich daarop beroemen dat hij begrijpt en Mij kent dat Ik de HEERE ben, Die goedertierenheid bewijs, recht en gerechtigheid op de aarde doe, want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE.


Laat een wijze zich niet beroemen op zijn wijsheid..... Als we dit alles uit de hoofdstukken van Jeremia op ons in laten werken, waar blijft dan al ons roemen in aardse zaken; alles wat zo belangrijk lijkt in dit aardse leven....  Het was geen gebrek aan religie in Juda. De offers gingen gewoon door, maar het hart stond er niet achter. Tijdens het offeren gingen de gedachten uit naar winst en voordeel. Het ging zo goed, ze waren welvarend, maar ten koste van anderen. Ze waren trots op hun rijkdom, zw waren trots op dat mooie gebouw: de tempel. Ze vonden zichzelf veel wijzer dan die "zwartkijker" met zijn negatieve voorzeggingen. En waar zijn wij trots op? opleiding van onze kinderen en kleinkinderen, hun en onze carrIëre, aanzien, rijkdom, huis? Noem maar op. Daarover roem je dan. Maar het roemen in God verbleekt. Het klinkt "veel te geestelijk" om zoiets uit te spreken. Zo ging het ook in Juda. De woorden van Waarheid zouden de mens terug moeten brengen naar het roemen in God. Maar men raakt gebonden aan al die dingen waarin men roemt. De woorden van Jeremia pasten niet in hun cultuur.  Ze negeerden hem gewoon en verboden hem in de tempel te komen. Ze dienden de afgoden. Ze gingen naar de hoogten om hun goden te eren, bakten koeken voor "de koningin van de hemel"  (Ishtar) en er stonden zelfs afgodsbeelden in de tempel. Ze hadden zelf hun eigen profeten, die hen met vleitaal gunstige profetieën voorspiegelden.

Maar laat wie zich beroemt, zich daarop beroemen ........Hier zegt YHWH hoe het wel moet. Dat is ook voor ons belangrijk om ter harte te nemen. Laten we ons erop toeleggen om Hem te kennen en lief te hebben. Hij is het waard. Hij wil niets liever dan het goede voor ons, want Hij is goed.  Door de zondeval liggen we al onder het oordeel voordat we geboren werden. YHWH wil ons uit die dodelijke positie loodsen door Zijn Tora, door Zijn levende Tora: Yeshua de Messias. Omdat Hij de wereld zo liefheeft. Hij bewijst goedetierenheid, recht en gerechtigheid en vindt vreugde daarin. 

Laten we ons vanuit ons hart beroemen in Hem, YAHWEH, die ons liefheeft en in Yeshua naar ons toe gekomen is. Laat ons van harte uitroepen: U bent mijn vrede, U bent mijn wijsheid, U bent mijn krachtbron, U bewijst goedertierenheid, recht en gerechtigheid, U bent mijn doel en mijn geluk, dankzij het offer van Yeshua! Want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE.


Jeremia 9:25-26 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik elke besnedene en die de voorhuid heeft, zal straffen, namelijk 26. Egypte en Juda, Edom en de Ammonieten, Moab en allen die kaalgeschoren zijn aan hun slapen, die in de woestijn wonen. Want alle heidenvolken zijn onbesneden, maar heel het huis van Israël is onbesneden van hart.


dat Ik elke besnedene en die de voorhuid heeft, zal straffen...... Als Gods oordeel plaatsvindt maakt het niet uit of je besneden bent of niet. Het ijkpunt is wat in Jeremia 9:24 staat:
dat hij begrijpt en Mij kent dat Ik de HEERE ben, Die goedertierenheid bewijs, recht en gerechtigheid op de aarde doe, want in die dingen vind Ik vreugde, spreekt de HEERE.

als we dit betrekken op het vernieuwde testament dan mondt deze houding onloochenbaar uit in het feit dat de Vader Zijn Zoon Yeshua de Messias, de levende Tora, in ons herkent. Het houdt ook in dat we, om YHWH te kennen, Zijn Tora overdenken en ons daardoor laten vormen.  Dat dit nodig is bewijst wat Yeshua tegen de farizeeën sprak: "Gij onderzoekt de Schriften (Tora) in de mening daarin eeuwig leven te vinden, maar juist deze getuigen over Mij. En toch wilt gij niet tot Mij komen om het leven te vinden. Ik zoek niet door der mensen geëerd te worden, maar Ik weet dat gij in uw hart geen liefde tot God hebt." (Joh. 6:39) Je ziet hier dat het ontbreken van liefde tot God, zoals Jeremia 9:24 het omschrijft, maakt dat iemand ook Yeshua niet erkent. 

Egypte en Juda, Edom en de Ammonieten, Moab..... de meesten van deze vijandige volken waren onbesneden. Juda zag zichzelf als voortreffelijk in vergelijking met die onbesnedenen. Maar voor God's oordeel maakt dit niet uit, want het hart van Juda was onbesneden (Jeremia 4:4 en Jeremia 6:10) en daarvan zou het lichamelijke teken een beeld moeten zijn.  

die kaalgeschoren zijn aan hun slapen...... Bepaalde Arabische stammen schoren het haar van hun slapen ter ere van Bacchus, de god van de wijn. Een afgodisch ritueel. 

Zo besluiten we dit droevige hoofdstuk. Juda had dit oordeel verdiend. Toch weten we dat er altijd een overblijfsel is waarmee God verder gaat en tot Zijn doel komt. 

 

Ida