Ruth
Het Bijbelboek Ruth is vermoedelijk tijdens de regeerperiode van David of kort daarna geschreven. Het geslachtsregister in Ruth 4:18-22 vermeldt de naam David. De geschiedenis speelt zich af in de richterentijd (Ruth 1:1), waarschijnlijk aan het einde van de richterentijd (de twaalfde eeuw voor Christus). Dat is te herleiden uit het geslachtsregister in Ruth 4 (zie 4), Daaruit blijkt dat Obed, de zoon van Ruth en Boaz, de grootvader is van de latere koning David (Ruth 4:22).
Uit het bijbelboek Ruth blijkt Gods trouw aan Israël. Ondanks de ongehoorzaamheid van Israël voert de HEERE Zijn raad met dit volk uit. Ruth de Moabitische staat in de geslachtslijn van David, de drager van Gods belofte van de komende Messias.
Ruth is een heidense vrouw uit Moab. Ze krijgt een plaats in de geslachtslijn van David en van Yeshua. Dat is opvallend en onverwacht. Het is indrukwekkend hoe Ruth de God van Israël belijdt als haar God en Zijn volk als haar volk (Ruth 1:15). Uit heel het Bijbelboek blijkt haar oprechte toewijding aan haar schoonmoeder Naomi en aan de God van Naomi.
Het Bijbelboek Ruth beschrijft Gods heilsgeschiedenis. De geschiedenis van Ruth is een belangrijke schakel in de komst van de Messias. Boaz is op sommige momenten duidelijk een beeld van Christus. Hij is de losser die Ruth aanvaardt als vrouw. Zoals Boaz zich ontfermt over Ruth, handelt Christus met Zijn bruidsgemeente. Ruth is tenslotte het beeld van de gelovigen uit de heidenvolken die door Yeshua geënt worden op Israël en samen met hen Gods gemeente, Zijn bruid vormen.
Het Bijbelboek Ruth is één van de vijf feestrollen (Megillat Ruth), waaruit voorgelezen wordt tijdens verschillende Joodse/Bijbelse feesten. Het boek van Ruth wordt tijdens het Wekenfeest/Pinksterfeest in de synagoge voorgedragen