English: click here
Psalm 10 - de antichrist
Psalm 10 is een geweldige profetie, die ons¸ meer dan de andere psalmen, veel vertelt over het karakter en de tactiek van de antichrist,.
Er zijn vier onderwerpen in deze psalm:
- Het roepen van het gelovige overblijfsel (vers 1)
- Het karakter van de antichrist (vers 2-11)
- Opnieuw de roep van het overblijfsel (vers 12 en 13)
- Het vertrouwen van het overblijfsel (vers 14 tot 18)
De psalm begint met twee “waarom-vragen”. Vragen die gesteld worden in de “grote verdrukking”. Waarom bent u zo ver weg in deze benauwde tijd? Over die tijd van grote verdrukking lezen we ook in de profetieën van Jeremia:
Jeremia 30:7 Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden.
Maar laten we nu eens letten op wat God zegt over de satan….
Wie verdrukt hij: in de psalm wordt er driemaal over “de ellendige” gesproken in vers 2 en 9, in vers 8,10 en 14 worden de verdrukten “armen” genoemd. Hier worden bedoeld degenen die het merkteken van het beest hebben geweigerd en daardoor niet kunnen kopen of verkopen (Openbaring 13:17).
Psalm 10:3 Want de goddeloze (de antichrist) beroemt zich over zijn hartenwens; en hij zegent de hebzuchtige, hij lastert (na’atz נָאַץ) YHWH.
Psalm 10:13 Waarom lastert (na’atz נָאַץ) de goddeloze (de antichrist) God? Waarom zegt hij in zijn hart: U zult geen rekenschap eisen?
Het woord na’atz נָאַץ (Strong 5006), heeft als betekenis: misbruiken, beschimpen, beledigen ; minachten; lasteren. We zien hierin de karaktertrekken van de antichrist. Hij zegent zelfs de hebzuchtige en dat kan een hebzucht naar aardse goederen zijn maar ook de hoogmoedige begeerte naar eer en aanzien…..
Psalm 10:4 De goddeloze, met zijn neus trots omhoog, onderzoekt niet. Al zijn gedachten zijn: Er is geen God!
Zo zal het gaan met de goddelozen. Ze onderzoeken niets, zijn trots en gaan achter deze leider aan en zijn ervan overtuigd dat God niet bestaat. Ze verafschuwen hen die op God vertrouwen. Alles wijst erop dat deze houding van satanische oorsprong is. Zijn egoïstische zelfvertrouwen komt ook heel duidelijk naar voren in vers 6:
Psalm 10:6 Hij zegt in zijn hart: Ik zal niet wankelen, (uitglijden) want van generatie op generatie zal mij geen onheil treffen.
Het is verschrikkelijk wat de gelovige te wachten staat onder de dictatuur van dat heerschap:
Psalm 10:7 Zijn mond is vol vervloeking, bedrog en list, onder zijn tong is kwaad en onrecht. 8. Hij ligt in een hinderlaag in de dorpen, op verborgen plaatsen doodt hij de onschuldige, zijn ogen loeren op de arme. 9. Hij ligt in een hinderlaag op een verborgen plaats, zoals een leeuw in zijn schuilplaats; hij ligt in een hinderlaag om de ellendige te overvallen, hij overvalt de ellendige als hij hem in zijn net trekt. 10. Hij duikt neer, hij bukt zich, en de arme valt in zijn sterke poten.
Hier worden we gewaarschuwd voor de sluwheid van de antichrist. Hij lokt de mensen naar plekken waar hij ze kan overmeesteren. Als Yeshua zijn rede houdt op de Olijfberg waarschuwt Hij ook voor deze tactiek:
Mattheüs 24:26 Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet opuit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet…..
Pas op, zegt Yeshua, ga er niet naar toe, want daar ben Ik niet. Daar zit de tegenstander om je te pakken te nemen. Als Ik kom zal iedereen het zien, zo duidelijk als je de bliksem ziet aan de hemel.
Deze psalm eindigt met het uitspreken van vertrouwen van de gelovige die zichzelf helemaal aan God toevertrouwt in die ontzettend moeilijke periode. In de loop van de psalm klonk de vertwijfelende roep “waarom?”.
Waarom bent u zo ver weg? (1)
Waarom verbergt U zich? (1)
Waarom lasteren ze U o God? (13)
Waarom zeggen ze dat U ze niet ter verantwoording zult roepen? (13)
Nu hervindt de gelovige zijn vertrouwen in God, in het komende Koninkrijk van Yeshua dat hun positie zal herstellen:
U hebt onze moeite en verdriet, die we in Uw hand hebben gelegd, gezien
Op u kunnen we rekenen, U helpt de wees en de arme verdrukte
U zult de arm van de antichrist verbreken
U rekent met hem af tot er niets meer van hem te vinden is
U bent Koning voor eeuwig en altijd
De ongelovigen zijn uit Uw Koninkrijk verdreven
U hoorde de wens van de nederige en versterkte hun hart
Als Uw Koninkrijk baanbreekt zal er geen geweld meer plaatsvinden.
Ida