English & other languages: click here!
HEL - de hel zoals beschreven in de Bijbel
Helaas merken we dat Gods Woord aanvallen uit de duisternis ondervindt. Dat is niet nieuw, dat gebeurt al sinds de zondeval. Satan komt met suggestieve vragen van "is het wel zo..... " en probeert ons door God geopenbaarde waarheden te ontfutselen. Dat zien we o.m. met het onderwerp 'hel'. Behalve de alverzoeningsleer is er ook de opvatting, die heel dicht daarbij komt, dat er geen mensen naar de hel gaan. Satan speelt met de emotionele gevoelens van mensen die medelijden hebben met hen die satan gehoorzamen en de eeuwige straf moeten ondergaan. Zij zijn bereid om Gods Woord aan te passen aan wat ze voelen. Ze vinden het zo zielig. Nou, God heeft geen enkel medelijden met hen die Hem verwerpen en het kwade liefhebben. Het komt er op neer dat degenen die zogenaamd liefde hebben voor hen die God afwijzen, zich schuldig maken aan een kwalijke verdraaiing van Gods Woord: het is dwaalleer. De heilige God die het kwaad niet kan verdragen, heeft niet voor niets 'alles uit de kast gehaald' om Zijn kinderen voor het hellevuur te behoeden. Het aanbod van genade was er voor de hele wereld en is er nog voor hen die zich een zondaar weten. Het woord 'zondaar' is in onze tijd ouderwets. Maar we moeten ons er wel van bewust zijn dat we dat van oorsprong allemaal zijn en dat we dat blijven als we ons niet radicaal omdraaien (bekeren!) en God liefhebben met ons hele hart. Omdat we beweren 'vrij te zijn van Gods Tora' voelen we ons geen zondaar. We maken zelf wel uit wat we wel uit Gods Woord toepassen en wat niet. Onze ongehoorzaamheid en het willen leven naar eigen inzicht was de reden dat Yeshua voor ons aan het kruis ging. Anders zouden ook wij delen in de verschrikking van de hel.
We willen beginnen met de verzen uit de Bijbel te vermelden, die betrekking hebben op het begrip 'hel'. Ga ze, voordat we er meer van zeggen, zelf eerst lezen en vraag God om Zijn waarheid erover te openbaren. De Bijbelteksten staan in aparte gekleurde vlakken. Het merendeel van de teksten bevat uitspraken van Yeshua/Jezus zelf. Het hoorde bij Zijn prediking het ook over de hel te hebben. Juist om ons daarvan te redden!!!
Deuteronomium 32:22 Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, het zal branden tot onder in de hel (sheol), het zal het land met zijn opbrengst verteren en de fundamenten van de bergen in vlam zetten.
Psalm 18:5 Banden van de dood hadden mij omvangen, beken van verderf (sheol) joegen mij angst aan. 6. Banden van het graf omringden mij, valstrikken van de dood bedreigden mij.
Psalm 116:3 De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel (sheol) hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
Jesaja 66:24 En zij zullen de stad uit gaan en zien de dode lichamen van de mannen die tegen Mij in opstand zijn gekomen; want hun worm zal niet sterven en hun vuur zal niet uitgeblust worden, en zij zullen voor alle vlees een afgrijzen zijn.
Daniël 12:2 En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.
Mattheüs 5:22 Maar Ik zeg u: Al wie ten onrechte boos is op zijn broeder, zal schuldig bevonden worden door de rechtbank. En al wie tegen zijn broeder zegt: Raka! zal schuldig bevonden worden door de Raad; maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse vuur (Gehenna).
Mattheüs 7:13 Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; 14. maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.
Mattheüs 10:28 En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel (Gehenna).
Mattheüs 16:18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel (Grieks: hades) zullen haar niet overweldigen.
Mattheüs 25:30 En werp de onnutte dienaar uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
Mattheüs 25:41 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is.
Mattheüs 25:45 Dan zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan. 46. En dezen zullen gaan in de eeuwige straf , maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
Markus 9:43 En als uw hand u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u verminkt het leven in te gaan dan met twee handen heen te gaan in de hel, in het onuitblusbare vuur, 44. waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. 45. En als uw voet u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan dan met twee voeten geworpen te worden in de hel, in het ONUITBLUSBARE VUUR, 46. waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. 47. En als uw oog u doet struikelen, werp het dan uit; het is beter voor u met één oog het Koninkrijk van God in te gaan dan met twee ogen in het HELSE VUUR geworpen te worden, 48. waar hun worm niet sterft en HET VUUR NIET UITGEBLUST wordt.
Lukas 12:5 Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel (Gehenna) te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!
Lukas 16:19 Nu was er een zeker rijk mens, die gekleed ging in purper en zeer fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde. 20. En er was een zekere bedelaar, van wie de naam Lazarus was, die voor zijn poort neergelegd was, en die onder de zweren zat. 21. En hij verlangde ernaar verzadigd te worden met de kruimeltjes die van de tafel van de rijke man vielen; maar ook de honden kwamen en likten zijn zweren. 22. Het gebeurde nu dat de bedelaar stierf en door de engelen in de schoot van Abraham gedragen werd. 23. En ook de rijke man stierf en werd begraven. En toen hij in de hel (hades) zijn ogen opsloeg, waar hij in pijn verkeerde, zag hij Abraham van ver en Lazarus in zijn schoot. 24. En hij riep en zei: Vader Abraham, ontferm u over mij en stuur Lazarus naar mij toe en laat hem de top van zijn vinger in het water dopen en mijn tong verkoelen, want ik lijd vreselijk pijn in deze vlam.25. Abraham echter zei: Kind, herinner u dat u het goede deel ontvangen hebt in uw leven en Lazarus evenzo het kwade. En nu wordt hij vertroost en u lijdt pijn. 26. En bovendien is er tussen ons en u een grote kloof aangebracht, zodat zij die van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook zij niet die vandaar naar ons zouden willen gaan. 27. En hij zei: Ik vraag u dan, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28. want ik heb vijf broers. Laat hij dan tegenover hen getuigenis afleggen, opdat ook zij niet komen in deze plaats van pijniging. 29. Abraham zei tegen hem: Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. 30. Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. 31. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.
In de volgende tekst gaat het wel over vuur, maar het vuur van loutering van de werken van een gelovige. Dit is niet het vuur van de hel:
1 Korinthe 3:11 Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus. 12. Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi of stro, 13. ieders werk zal openbaar worden. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat die in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. 14. Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen. 15. Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.
2 Petrus 2:4 Want als God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel (Grieks: tartarus-speciaal voor engelen) geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden;
Openbaring 20:10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel (Grieks: limnE tou puros kai theiou) geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. 11. En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. 12. En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. 13. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood (hades) gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken.14. En de dood en het rijk van de dood (hades) werden in de poel van vuur (Grieks: limnE tou puros) geworpen. Dit is de tweede dood. 15. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur (Grieks: limnEn tou puros) geworpen.
Mensen die zonder Christus zijn gestorven worden geoordeeld aan de hand van hun werken. Zij die hun van God gegeven geweten volgen en tonen dat het werk van Gods wet in hun hart geschreven is, zullen alsnog in het 'boek des levens' worden geschreven. Wanr zo simpel is het: wie geschreven is in 'het boek des levens' die wordt behouden, en wie er niet in staat wordt in 'de poel van vuur en zwavel' geworpen. Het hele dodenrijk komt daarin terecht. In vers 10: En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. Het is duidelijk dat er pijn wordt geleden in de hel. Dat zien we ook in Lukas 16:24. Er zijn mensen die denken dat dit maar tijdelijk is. Maar in Openbaring20:10 staat 'in alle eeuwigheid' en dat staat ook zo in Hebreeën 1:88.
Romeinen 2:14-16 Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. 15. Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar. 16. Zo zal het gaan op de dag wanneer God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen door Jezus Christus, overeenkomstig mijn Evangelie.
In Hebr. 1:8 wordt deze zelfde uitdrukking gebruikt voor de tijdsduur van de heerschappij en heerlijkheid van Gods Zoon: 'Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid'. Grieks: 'Eis tous aiOnos tOn aiOnOn'. Er staat dus letterlijk: 'tot in de eeuwen der eeuwen'. Dat begreep satan ook toen hij in het Paradijs Eva verleidde. Hij zei 'je zult niet sterven'. Hij wist dat degenen die hem volgden in eeuwigheid bij hem zouden zijn. De mens heeft een onsterfelijke ziel. (Daniël 12:2-3)
De Hel is door God geschapen
De hel bestaat echt! Er is een plaats waar die hel is. Waar dat precies is weten we niet. Er is nog veel aan ons begrip onttrokken. We kennen ten dele en zien nog in een spiegel als in raadselen. (1 Korinthe 13:9 en 11).
satan heeft geen macht over de hel, maar het is God die deze plaats bereid heeft voor de duivel en zijn engelen (Mattheüs 25:41). Het Griekse woord 'hetoimazó' wat in die tekst gebruikt wordt, betekent volgens Strong G2090: 'klaarmaken' of 'bereiden'. Mensen die hun ziel aan satan hebben verkocht, zijn één met hem en worden dus meegesleept door hun meester. God stuurt ze weg, ze zijn vervloekt. Ze zijn verbonden aan satan en zijn engelen, en delen in hun lot. Dit past niet in de moderne humanistische of New Age denkwereld.
Waar hun worm niet sterft
Markus 9:43-48
44 waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.
46. waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.
48. waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.
Als Yeshua het heeft over de "poel van vuur", "de hel" dan heeft hij het over 'hun worm'.
De hel is ook de plaats waar de worm niet sterft. Uit vergelijking met passages zoals Jesaja 66:24 en Handelingen 12:23 blijkt dat hier gedoeld wordt op het verteringsproces van lijken in het graf. Bij koning Herodes begon dit proces – als een oordeel van God vanwege Herodes’ hoogmoed – reeds bij zijn leven. Door wormen gegeten stierf hij.
In de hel sterft hun worm (enkelvoud!) niet en wordt het vuur niet uitgeblust (Markus 9:48). Veelal wordt hieraan een geestelijke betekenis toegekend. Men denkt dan bijvoorbeeld aan de nimmer eindigende wroeging van de verlorenen. Het knagen van de worm zou dan zien op het verteerd worden door gewetenswroeging en/of angst in de pijnen die men lijdt. Het feit dat de uitdrukking ’hun worm’ in het enkelvoud staat, maakt het inderdaad gemakkelijk om de worm hier te vereenzelvigen met het individuele geweten.
Zo vergeleek de ‘vrome’ geest die door Bildad sprak ‘de sterveling met een made en het mensenkind met een worm’ (Job 25:6). David tekende het lijden en de onwaardigheid van de Messias met de uitroep: ‘Maar ik ben een worm en geen man’ (Ps.22:7). Het onuitblusbare vuur laat geen enkel aanzien en geen enkele grootheid over. Iedere eigenschap die nog enigszins doet denken aan de verhevenheid en kracht van een vorige staat, wordt dan weggenomen. Hun worm blijft over, dat is het verschrompelde, het naakte, het ontledigde, het restant, zoals in het laatste vers van Jesaja gezegd wordt: ‘Want hun worm zal niet sterven en hun vuur zal niet uitdoven en zij zullen voor alles wat leeft een afgrijzen zijn.’ (de uitleg over 'worm' overgenomen uit oudere documenten)
Benamingen van de hel
Vaak wordt er gediscusseerd over de benamingen die in de Bijbel voor de hel worden gebruikt. Onderstaand schema geeft daar wat duidelijkheid in. Degenen die niet in een hel willen geloven zeggen al gauw dat er in het Nieuwe Testament het woord Gehenna wordt gebruikt, Het woord verwijst naar de ‘vallei van Hinnom’, een dal aan de zuidkant van Jeruzalem. De Joden hadden daar hun kinderen aan het vuur prijsgegeven als offer aan de heidense God Moloch (2 Kon.23:10). In latere tijden diende dit dal als een soort vuilnisbelt, waar de afval die Jeruzalem verontreinigen zou, werd gestort. Zo werd het dal van Hinnom vanwege de altijd brandende vuilnishopen als beeld gebruikt van ‘de plaats’ van eeuwige straf. Yeshua en de apostelen gebruikten deze vergelijking om het onuitblusbare vuur in de geestelijke wereld aan te duiden. De teksten waarin het woord ‘Gehenna’ voorkomt, tonen duidelijk aan dat dit woord hetzelfde begrip uitdrukt als het woord hel.
Ieder mens die sterft, komt voor Gods rechterstoel. Er zijn twee zekere bestemmingen: opstanding en oordeel. Het oordeel betreft ‘de dingen’ die de mens ‘door middel van zijn lichaam’ gedaan heeft, toen hij op aarde was. Het gaat om de dingen die de mens in zijn lichaam gedaan heeft, waarover hij zich moet verantwoorden. Bij de gelovige gaat het niet om zijn behoud, want 'de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem' (Jesaja 53: 5).
2 Korinthe 5:10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
Eigenlijk is er een heel eenvoudig antwoord zoals deze Jeremiah in dit korte filmpje het verwoordt. Een filmpje dat je alleen op Facebook kunt downloaden. https://www.facebook.com/reel/261127245674964
Jur & Ida