English & other languages: click here!

Jeremia 19 - de gebroken kruik

Opnieuw een neerslachtig relaas, zoals in voorgaande hoofdstukken, over de naderende ondergang van Juda en Jeruzalem vanwege hun afgoderij. Jeremia moet hun de zonden duidelijk voor ogen stellen (vers 4, 5) Hij moet de bijzondere oordelen, die nu spoedig over hen zouden komen, beschrijven. (vers 6, 9). Hij moet dat met grote plechtigheid doen in het dal Tofet (Ben Hinnon) (vers 2 en 3). Een aantal oudsten wordt erbij geroepen als getuigen (vers 1).

Het breken van een aarden kruik dient ter bevestiging, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat zij in stukken worden geslagen als een kruik van de pottenbakker. (vers 10-13) Toen hij dit in het dal Tofeth gedaan had, bekrachtigde hij het in de voorhof van de tempel. (vers 14 en 15)


Ga naar hoofdstuk:  inleiding/index -  1 - 2 - 3 - 4 - 5 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23(1) - 23(2) - 24 - 25 - 26 -  27 - 28 - 29 - 30 - 31(1) - 31(2) - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48(A) - 48(B) - 49(A) - 49(B) - 50(A) - 50(B) - 51(A) - 51(B) - 52 - Safan


Jeremia 19:1-2 Zo zegt de HEERE: Ga een aarden pottenbakkerskruik kopen, en neem enkelen van de oudsten van het volk en van de oudsten van de priesters mee. 2. Ga uit naar het dal Ben-Hinnom, dat bij de ingang van de Schervenpoort ligt, en predik daar de woorden die Ik tot u spreek....

Jeremia moet weer naar de pottenbakker bij wie hij op bezoek is geweest. Hij moet een kruik kopen. Die waren toen vrij duur. Het was erg jammer als je die brak. Toch moet Jeremia die kruik juist kopen om ‘m stuk te gooien. Nu gaat het niet meer om klei wat kneedbaar is, maar om een kant en klaar product. Ook zo'n kant en klaar product heeft een geestelijke betekenis. De bewerking is ten einde gekomen en er is niets meer aan te veranderen. Zo is het ook met het volk van Juda en Jeruzalem. Het product mocht dan wel klaar zijn, maar het was niet bruikbaar voor de opdrachtgever, in dit beeld: de God van Israël.  

Ga uit naar het dal Ben-Hinnom..... De HERE zegt precies waar dat gebeuren moet: in het dal Ben-Hinnom (= zoon van Hinnom), en wat Jeremia daarbij moet zeggen. Jeremia moet dan een aantal oudsten, zowel van de priesters als van het volk meenemen.  Het werd zowel gebruikt als vuilnisbelt (met voortdurend smeulende vuren) en er waren in dit dal kinderoffers gebracht in de dienst aan de Moloch. Jeremia 7:30-31; 1 Kon. 11:7-8. Deze plaats herinnert dus aan de verschrikkelijkste gruwelijkheden waarmee de dienst aan afgoden gepaard kon gaan (v. 5). Dat gebeurde dan met name op een plek die Tofet heette. ‘Vuurplaats’ betekent dat.

Het dal van Hinnom liep aan de westelijke en zuidelijke zijde van het oude Jeruzalem tot aan het dal Kidron. Het dal wordt in de Bijbel verbonden aan de Moloch dienst  (zie 1 Kon. 11:7-8). Bij opgravingen zijn as en resten gevonden van de beenderen van kinderen en dieren.

dat bij de ingang van de Schervenpoort ligt.........

De naam 'Schervenpoort' die waarschijnlijk wordt geïdentificeerd met de Mestpoort (Nehemia 2:13, enz.), is mogelijk zo genoemd omdat de vallei als vuilnisbelt werd gebruikt.

Jeremia 19:3 en zeg: Hoor het woord van de HEERE, koningen van Juda en inwoners van Jeruzalem. Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Zie, Ik ga onheil brengen over deze plaats, zodat bij ieder die het hoort, zijn oren zullen tuiten..

Hoor het woord van de HEER, koningen van Juda: De koningen van Juda, die daar niet aanwezig waren, werden officieel in staat van beschuldigigng gesteld, en de aanwezigen moesten horen over Gods komende oordeel over de vallei van Hinnom. Zelfs enkele koningen van Juda hadden daar hun kinderen geofferd. De koningen waarvan dit beschreven is in de Bijbel zijn: Ahaz, koning van Israël, die zijn eigen zoon offerde in het vuur (2 Koningen 16:3). Kennelijk werd de gewoonte onder Jojakim nieuw leven ingeblazen. Hetzelfde gebeurde in de dagen van Manasse, toen kinderen werden geofferd aan de goden van Kanaän (2 Koningen 21:6).

Ik ga onheil brengen over deze plaats......zo'n oordeel dat ieders oren zullen tuiten. Daar moet Jeremia nu het oordeel aankondigen (v. 3). 

Jeremia 19:4-5 omdat zij Mij verlaten hebben, deze plaats van Mij vervreemd hebben, en reukoffers gebracht hebben aan andere goden, die zij niet gekend hebben, zij, hun vaderen en de koningen van Juda. Zij hebben deze plaats gevuld met bloed van onschuldigen. 5. Zij hebben de hoogten van de Baäl gebouwd om hun kinderen met vuur te verbranden als brandoffers voor de Baäl, wat Ik niet geboden en niet gesproken heb, en in Mijn hart niet is opgekomen.

omdat zij Mij verlaten hebben, deze plaats van Mij vervreemd hebben.......    Juist op deze plaats zal duidelijk zijn waarom het gericht zal komen (v.4,5). 

omdat zij Mij verlaten hebben, deze plaats van Mij vervreemd hebben..... Het feit van het offeren  van kinderen -  was zo beledigend voor God,  dat Hij  de plaats waar het werd beoefend een vreemde plaats noemde. Dit was niet meer de heilige grond, het vergoten bloed roept om Gods wraak. Juda was ver, heel ver van Jahweh vervreemd. Dit is in Mijn hart niet is opgekomen, zegt YHWH.

Jeremia 19:6-9 Daarom, zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat deze plaats niet meer genoemd zal worden Tofet en het dal Ben-Hinnom, maar Moorddal. 7. Ik zal de plannen van Juda en Jeruzalem in deze plaats verijdelen. Ik zal hen doen vallen door het zwaard vóór hun vijanden en door de hand van hen die hen naar het leven staan. Ik zal hun dode lichamen als voedsel geven aan de vogels in de lucht en aan de dieren op de aarde. 8. Ik zal deze stad maken tot een verschrikking en tot een aanfluiting. Ieder die er voorbijtrekt, zal zich ontzetten en van afschuw sissen over al haar wonden. 9. Ik zal hun het vlees van hun zonen en het vlees van hun dochters te eten geven. Zij zullen ieder het vlees eten van zijn naaste tijdens de belegering en in de nood waarin hun vijanden en zij die hen naar het leven staan, hen doen verkeren.

dat deze plaats niet meer genoemd zal worden Tofet en het dal Ben-Hinnom, maar Moorddal..... De HEERE zal het dal van de “zoon van Hinnom”, ook wel Tofet genoemd, definitief een andere naam geven: “Moorddal”. Deze naam verwijst naar de vele lijken van de inwoners van Jeruzalem die door het vijandelijk zwaard zijn gedood (v. 6,7) en op deze plek komen te liggen. Velen zullen niet worden begraven (Jer. 7:32-33; Jer. 15:3 en Jer. 16:4). De plannen van de bevolking van Juda zal God doen mislukken. (v. 6,7).

Ik zal hen doen vallen door het zwaard vóór hun vijanden en door de hand van hen die hen naar het leven staan......... Jeruzalem zal worden belegerd. Er zullen doden vallen en hun lijken zullen dienen als voer voor vogels en dieren.

Ik zal hun het vlees van hun zonen en het vlees van hun dochters te eten geven......de honger wordt door de belegering zo groot dat inwoners zelfs het vlees van hun zonen en dochters eten (2 Kon. 6:26-29). Dat is het oordeel van God, omdat ze eerder hun kinderen vrijwillig hadden geofferd aan de afgoden. Het eten van het vlees van bloedverwanten is een van de gruwelijke gevolgen van verbondsbreuk (Lev.26:20 en Deut. 28:53-57)

Jeremia 19:10-11 Dan moet u de kruik stukbreken voor de ogen van de mannen die met u waren meegegaan, 11. en tegen hen zeggen: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Zo zal Ik dit volk en deze stad stukbreken, zoals men een pot van een pottenbakker stukbreekt, zodat die niet meer hersteld kan worden. Men zal hen in Tofet begraven, omdat er geen andere plaats om te begraven is.

Dan moet u de kruik stukbreken voor de ogen van de mannen....... Het aantal leidende figuren die Jeremia mee moest nemen naar het dal Ben-Hinnom zien nu met eigen ogen dat hij de kostbare
kruik stukgooit. Er resten alleen maar wat scherven. De kruik is onherstelbaar kapot.

Zo zal Ik dit volk en deze stad stukbreken......Dit was een illustratie van de komende vernietiging. Zo zal het ook met Jeruzalem gaan (v. 11). Zo snel als de kruik kapot viel, zo snel en volledig zal het oordeel zich voltrekken. 

Men zal hen in Tofet begraven, omdat er geen andere plaats om te begraven is..... wegens het grote aantal slachtoffers is er ruimtegebrek en moet men ze in Tofet begraven. Normaal gesproken worden er nooit lijken op een offerplaats begraven, ook niet onder de heidenen. Zo'n plaats zou dan onrein worden. Maar hier was de plaats al onrein. 

Jeremia 19:12-13 Zo zal Ik doen met deze plaats, spreekt de HEERE, en met zijn inwoners, om deze stad te maken als een Tofet. 13. De huizen van Jeruzalem en de huizen van de koningen van Juda zullen even onrein worden als de plaats van Tofet, met alle huizen waar zij op de daken ervan reukoffers hebben gebracht aan heel het leger aan de hemel en plengoffers hebben uitgegoten voor andere goden.

om deze stad te maken als een Tofet.........straks zal de hele stad zijn als Tofet na de verontreiniging door koning Josia: onrein (v. 13a). De vallei van Hinnom was al een walgelijke vuilnisbelt en plaats van vuilverbranding; heel Jeruzalem zou dat soort vernietiging zien. Ze zouden worden vernietigd als de gebroken fles.

op de daken ervan reukoffers hebben gebracht aan heel het leger aan de hemel ......... Op de platte daken van de huizen van de stad vereerde men de zon, maan en sterren (v. 13b). (2 Kon. 23:5).

Jeremia 19:14-15 Toen Jeremia van Tofet kwam, waarheen de HEERE hem had gezonden om te profeteren, ging hij in de voorhof van het huis van de HEERE staan en zei tegen heel het volk: 15. Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Zie, Ik ga over deze stad, en over al haar steden, al het onheil brengen dat Ik tegen haar uitgesproken heb, omdat zij halsstarrig waren door niet te luisteren naar Mijn woorden.

hij ging in de voorhof van het huis van de HEERE staan........ Als Jeremia in de stad terug is, moet hij daar op het tempelplein de oordeelsaankondiging herhalen (v. 14,15). Zo zal niemand kunnen zeggen: ‘We hebben het niet geweten.’

Ik ga over deze stad, en over al haar steden, al het onheil brengen...... het oordeel komt niet alleen over Jeruzalem, maar over alle steden van Juda.

omdat zij halsstarrig waren door niet te luisteren naar Mijn woorden....... De grootste zonde van Juda en Jeruzalem waren niet hun specifieke zonden zelf, het was hun rebellie en weigering om naar God te luisteren en Zijn woord en correctie te ontvangen.

Een stad, een tempel, een kerk, een traditie die eens instrumenten zijn geweest van Gods aanwezigheid, blijven dat niet automatisch. Als wij in ons leven de HERE Zelf ontlopen, blaast Hij die instrumenten weg … 
God wil wonen bij mensen die zich tot Hem bekeren.

------------

Laten we eraan denken hoeveel moed ervoor nodig was om het doen van het volk openlijk te veroordelen en dat wat God onherroepelijk over deze generatie heeft besloten, aan te kondigen! Het kan ons ook gebeuren, dat we ons alleen in een vijandige omgeving bevinden en door ons handelen en onze woorden getuigenis hebben af te leggen. Laten we de Here dan vragen ons dezelfde onverschrokkenheid te schenken!

Jur & Ida