English & other languages: click here!

Woorden ter BEMOEDIGING

A. Voor hen, die nog niet bekeerd zijn, die nooit de blijdschap

gekend hebben dat hun zonden zijn vergeven èn de reiniging,

door het bloed van Jezus: volg het plan van redding dat

gegeven wordt. "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus tot vergeving van zonden en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen."

{Handelingen 2:38 }

B. Voor hen die de Here Jezus van harte liefhebben, die op Hem

vertrouwen als hun persoonlijke Redder, en een geheiligd

leven willen leiden, maar toch nooit de macht over de zonden

ervaren hebben: Laat je dopen, begraaf de oude mens. (Laat

Christus de demonische kracht in je leven vernietigen.)

C. Voor hen die gedoopt zijn, maar niet op de Bijbelse wijze,

laat u dopen zoals de Bijbel het gebiedt. Zij die zich niet

bewust waren dat de oude mens begraven werd  —  omdat de

waarheid niet geleerd werd  —  maak het met God in orde.

D. Voor hen die gedoopt zijn op geloof in de naam van Jezus,

die de oude mens begraven hebben, maar ontmoedigd zijn,

omdat bleek dat die oude mens weer probeerde op te leven,

Herinner je dat je de oude mens begraven hèbt. Paulus zegt

dan ook: ‘hem voor dood te houden’. ‘Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.’. {Jak 4:7 }

E. Voor hen die leraar of prediker zijn. Laten wij niet spreken

van zielen die gered worden, als we bedoelen dat mensen zich

bekeerd hebben of een beslissing nemen voor Jezus. Laten we

in waarheid zeggen dat de waterdoop in de Naam van Jezus een noodzaak is voor persoonlijke redding en heiliging zonder

welke niemand God zal zien’. {Heb 12:14 }

F. En ten slotte voor hen die uit ‘de synagoge’ gebannen zullen

worden of ‘ … als men zal menen Gode een dienst te bewijzen

als men u doodt’: {Joh 16:2 } ‘Gedenk het woord dat ik

tot u gesproken heb. Een slaaf staat niet boven zijn heer.

Indien zij mij vervolgd hebben zij zullen ook u vervolgen.

Maar dit alles zullen zij u aandoen om Mijn naam, want zij

kennen Hem niet die Mij gezonden heeft’. {Joh 15:20,21 }