English & other languages: click here!

Jeremia 51 (A) De eeuwige ondergang van Babel

De verzen 1-5 Godsspraak over Babel. Babel zou worden neergemaaid en gewand als graan, een algemeen dorssymbool dat een gericht aanduidt. (Jesaja 21:10)

Verzen 6-10: toespraak tot het overblijfsel. Het hele hoofdstuk is een profetie van de vernietiging van het satanische wereldsysteem in de eindtijd, voordat het Koninkrijk van de Messias komt. 

Verzen 11-19: Aanval door de Meden. Medië lag ten noordoosten van Babel. 

Verzen 20-32: Babels volledige ondergang. Babel was als een strijdhamer, 20-23 Gods instrument om Juda en omliggende volken te straffen. Maar Babel zou vallen, net als Assyrië, (24-26).

De profetie tegen Babel is ongeveer net zo lang als alle profetieën tegen de andere volken samen (Jeremia 46 - 49).  Het beschrijft nauwkeurig de gebeurtenissen als profetie, alsof het een verslag is van wat op dat moment plaatsvindt. De vervulling vindt later werkelijk dienovereenkomstig plaats. 


Ga naar hoofdstuk:  inleiding/index -  1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23(1) - 23(2) - 24 - 25 - 2627 - 28 - 29 - 30 - 31(1) - 31(2) - 3233 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48(A) - 48(B) - 49(A) - 49(B) - 50(A) - 50(B) - 51(A) - 51(B) - 52 - Safan


Jeremia 51:1-5 Zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga een stormwind opwekken die te gronde richt, tegen Babel en tegen de inwoners van Leb-Kamai. 2. Ik zal op Babel wanners afsturen, zodat zij het zullen wannen en zijn land leeghalen, want zij zullen er van alle kanten vijandig tegenover staan op de dag van het onheil. 3. Laat de boogschutter zijn boog spannen tegen wie de boog spant, en tegen wie zich in zijn pantser verheft. Spaar zijn jongemannen niet, sla heel zijn leger met de ban. 4. De gesneuvelden liggen in het land van de Chaldeeën, wie doorstoken zijn in zijn straten. 5. Want Israël noch Juda wordt als weduwe achtergelaten door zijn God, door de HEERE van de legermachten, al is hun land vol van schuld tegenover de Heilige van Israël.


Zie, Ik ga een stormwind opwekken die te gronde richt, tegen Babel........ we vervolgen de gebeurtenissen uit hoofdstuk 50. Hier zou een vijandelijk leger kunnen zijn bedoeld dat wordt vergeleken met een woestijnwind die alles vernietigt en het leven onmogelijk maakt. (Jer. 4:11-12; Jer. 18:17; Jer. 49:36) Het is  duidelijk dat hierdoor het rijk te gronde wordt gericht. Het is bedoeld voor Babel en Leb-Kamai. Uit het Hebreeuws vertaald betekent Leb-Kamai letterlijk zoiets als "hart van mijn tegenstanders". Je verwacht in Babel geen Hebreeuwse namen. Het wordt dan ook wel uitgelegd als een geheimtaal die de inwoners van Babel niet zouden begrijpen. 
Ik zal op Babel wanners afsturen, zodat zij het zullen wannen en zijn land leeghalen......   God gebruikte het beeld van een vernietigende wind die Babylon zou wannen, terwijl het graan wordt verwerkt, met een wind die het nutteloze kaf   wegblaast. Met een stormwind zou alles worden weggeblazen en ook het hele leger volledig worden vernietigd.

Laat de boogschutter zijn boog spannen tegen wie de boog spant....spaar zijn jongemannen niet...... dit is een regelrechte oproep aan de Meden en de Perzen om een vernietigende oorlog te voeren tegen Babel. Ze moeten niet bang zijn voor de mooie professionele pantsers die de Chaldeeën dragen. (Jeremia 46:4) Het leger "met de ban slaan" betekent dat ze het leger moeten doden. Op de straten liggen de lijken van de gesneuvelde Chaldeeërs. 

Want Israël noch Juda wordt als weduwe achtergelaten door zijn God, door de HEERE van de legermachten...... al had God Zijn volk zwaar laten tuchtigen, Israël door Assyrië en Juda door Babel, toch hadden ze voor God niet afgedaan. Ze hadden gezondigd, maar Hij dacht altijd weer aan de beloften aan de aartsvaders en de hulpeloosheid van Israël toen het trappelend in het bloed van zijn geboorte in het open veld lag:
Ezechiël 16:8 Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u, en zie, uw tijd was de tijd van de liefde. Zo spreidde Ik Mijn vleugel over u uit en bedekte uw naaktheid. Daarop zwoer Ik u een eed en ging een verbond met u aan, spreekt de Heere HEERE, en zo werd u van Mij.

Al is het volk van God in zonde uiteengevallen in twee rijken, en gaat het in Jeremia's dagen om het rijk Juda, voor God ziijn ze samen het volk dat in Gods toekomst weer één volk zal zijn. Daarom betrekt Hij ook het 10-stammenrijk in de liefdevolle uitspraak, dat Zijn gunstgenoten niet als weduwe worden achtergelaten.  


Jeremia 51:6-8 Vlucht weg uit het midden van Babel, laat ieder zijn leven redden, word in zijn ongerechtigheid niet verdelgd. Want dit is de tijd van de wraak van de HEERE, Hij vergeldt het wat het verdient. 7. Babel was in de hand van de HEERE een gouden beker, die heel de aarde dronken maakte. Van zijn wijn hebben de volken gedronken, daarom gedragen de volken zich als een waanzinnige. 8. Plotseling is Babel gevallen en stukgebroken. Weeklaag erover. Haal balsem tegen zijn pijn, misschien zal het genezen.


Vlucht weg uit Babel, laat ieder zijn leven redden......... Ook hier weer de oproep om weg te vluchten uit Babel. Eén zijn met Babel, je daar nestelen, zal je dood betekenen. Dat geldt zowel fysiek destijds in het midden-oosten als geestelijk in onze tijd. Babel is overal om ons heen en meer in ons dan we zelf beseffen. Als ons denken politieke, religieuze oplossingen en ambities zoekt, gericht is op het verkrijgen van geld en goed, een goede baan en aanzien in deze wereld, we ons niet bekommeren om de naaste in nood, zijn dat de dingen die de omgang met God verhinderen en wat in Gods ogen ongerechtigheid is. Redt je LEVEN, vertrouw alleen op God en Zijn Woord en niet op het systeem Babel! De HEERE gaat Babel straffen: Jeremia 50:8-10; Zach. 12:17).
Babel was in de hand van de HEERE een gouden beker, die heel de aarde dronken maakte........

Babel wordt vergeleken met een gouden beker, maar deze beker heeft  twee betekenissen:

  1. De gouden beker vertegenwoordigt de rijkdom en welvaart van Babel, waarvan vele volken hebben gedronken (geprofiteerd).  Deze beker krijgt nog meer betekenis in Openbaring 17 dat hiermee duidelijk verband houdt en voor onze tijd belangrijke informatie heeft. In die tekst heeft de hoer de naam Babylon en zit “aan vele wateren” en die aanwijzing staat ook in vers 13 van ons hoofdstuk. We horen vanwege de ontwikkelingen vaak zeggen "wat leven we in een rare wereld..." Veel kerkgangers zijn dan ook verdwaasd, omdat de afval van het Woord van God zo geleidelijk gaat. Zij merken het niet. Dronken geworden en verdwaasd door leringen en geboden van mensen. Zij hebben de zuivere woorden van God verkracht. De Bijbel geeft antwoord hierop: "van zijn (Babels) wijn hebben de volken gedronken, daarom gedragen de volken zich als een waanzinnige."
  2. De gouden beker in Gods hand is een beeld van het oordeel. (Jer. 25:15-26) Het drinken uit een oordeelsbeker komen we vaker tegen in de Bijbel. Hiermee wordt Babylon voorgesteld als Gods oordeelsinstrument tegen de volken. Dit wordt beschreven in Jeremia 46-49 - Openbaring 16:10)  .

Openbaring 17:1b, 4-6 Kom, ik zal u het oordeel over de grote hoer laten zien, die aan vele wateren zit. 4.En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels, en zij had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij. 5. En op haar voorhoofd stond een naam geschreven: Geheimenis, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde. 6. En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen, en van het bloed van de getuigen van Jezus. En ik was bovenmate verwonderd toen ik haar zag.

Jeremia 51:13 U die woont aan grote wateren, die rijk bent aan schatten, uw einde is gekomen, de maat van uw winstbejag.

Plotseling is Babel gevallen en stukgebroken......... de overval van de Meden en Perzen kwam ook totaal onverwacht. Zie deze geschiedenis.  De oordelen van de Zondvloed en over Sodom en Gomorra kwamen eveneens onverwachts. Het oordeel over deze aarde zal ook onverwachts zijn:

1 Thessalonicenzen 5:2 Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. 3. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. 4. Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.

Een beetje ironisch zegt de profeet: huil maar, haal maar balsem, misschien helpt het wel. Maar het zal niet helpen. 

Jeremia 51:9-14 Wij hebben getracht Babel te genezen, maar het is niet genezen. Verlaat het, en laten wij gaan, ieder naar zijn land, want het oordeel erover reikt tot aan de hemel, het is verheven tot aan de wolken. 10. De HEERE heeft onze rechtvaardige daden naar voren gebracht. Kom, laten wij in Sion vertellen de daden van de HEERE, onze God. 11. Slijp de pijlen scherp, vul de kokers! De HEERE heeft de geest van de koningen van Medië opgewekt, want Zijn plan met Babel is om het te gronde te richten, want dit is de wraak van de HEERE, de wraak voor Zijn tempel. 12. Hef een banier omhoog tegen de muren van Babel, versterk de bewaking, stel wachters op, leg hinderlagen! Wat de HEERE Zich immers voorgenomen heeft, zal Hij ook doen: wat Hij gesproken heeft over de inwoners van Babel. 13. U die woont aan grote wateren, die rijk bent aan schatten, uw einde is gekomen, de maat van uw winstbejag. 14. De HEERE van de legermachten heeft gezworen bij Zichzelf: Al heb Ik u met mensen gevuld als met treksprinkhanen, toch zal men over u de vreugderoep aanheffen.

Wij hebben getracht Babel te genezen, maar het is niet genezen....... sommigen van de ballingen hebben verdriet om Babels ondergang en proberen Babels pijn te genezen met balsem. (Jeremia 46:11) Er zijn teveel doden en gewonden en hoe krijg je balsem uit Gilead om gewonden te verzorgen in Babel? Het is maar het beste dat iedereen vlucht naar zijn land van herkomst. In Openbaring worden de gelovigen opgeroepen uit de geestelijke stad weg te vluchten. Openbaring 18:4,5. Het oordeel erover reikt tot aan de hemel, het is verheven tot aan de wolken Jer. 51:9. Israël is het volk dat begrijpt waarom dit allemaal gebeurt. Ze gaan dit nieuws in Jeruzalem vertellen. 
De HEERE heeft onze rechtvaardige daden naar voren gebracht. Kom, laten wij in Sion vertellen de daden van de HEERE, onze God........  De Judese ballingen waren in Babel vanwege hun zonden, maar dit doet denken aan een voorvervulling van eerdere profetieën van Jeremia, die duidelijk op het Vrederijk betrekking hebben:

Jeremia 50:20 In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zal gezocht worden naar de ongerechtigheid van Israël, maar die zal er niet zijn, en naar de zonden van Juda, maar ze zullen niet gevonden worden, want Ik zal vergeving schenken aan wie Ik laat overblijven.

Jeremia 31:21 Richt u merktekens op, zet u wegwijzers neer. Richt uw hart op de gebaande weg, de weg die u bent gegaan. Keer terug, maagd Israël, keer terug naar deze steden van u.

Slijp de pijlen scherp, vul de kokers....... ! De oproep klinkt om de pijlen scherp te slijpen en de pijlkokers klaar te maken. Want God heeft de legers van de Meden aangespoord om Babel te vergelden voor wat ze met de tempel van YHWH hebben gedaan. De Judese ballingen zien nu dat God wraak neemt op de Babyloniërs voor de verwoesting van Zijn tempel in Jeruzalem en dat willen ze verkondigen in Sion! Dat versterkt de ballingen uit Juda in hun geloof. 

Voordat de Meden het bolwerk Babel aanvallen geeft God door middel van Jeremia al instructies die uitgaan van de zekerheid op overwinning. Ze moeten de banier omhoog heffen en in vertrouwen hun taak uitvoeren. Ze moeten de bewaking versterken en wachters aanstellen voor de te leggen hinderlagen. Bij God is dat niet een wishful prophecy, maar de goddelijke zekerheid dat hetgeen Hij uitspreekt gezag heeft. 

Deze zekerheid kunnen we dan ook toepassen als de eindstrijd tegen Babel plaatsvindt: God handelt met gezag!

U die woont aan grote wateren, die rijk bent aan schatten, uw einde is gekomen, de maat van uw winstbejag....... Babel dat ligt aan de Eufraat, het land der Chaldeeën waar de rivieren Eufraat en Tigris stromen. Dezelfde rivieren die stroomden in Eden. (Genesis 2:14) 

In Openbaring 17 waar het eindoordeel over Babel beschreven wordt, lezen we ook dat de hoer "gezeten is aan vele wateren" Openb. 17:1 en Openb. 17:15. Hier staat dan bij vermeld dat die vele wateren de vele volken en naties uitbeelden. Babel is niet beperkt gebleven tot het gebied in Azië, Babel heeft de hele wereld overwoekerd. 

De wereld is een stad geworden. Babel is in Openbaring, en dus in onze tijd, geen te lokaliseren stad meer, maar een uitgebreid politiek en satanisch godsdienstig systeem! Een bedriegelijke godsdienst die zal uitlopen op het verheerlijken van de antichrist in plaats van Yeshua/Jezus. 

Al heb Ik u met mensen gevuld als met treksprinkhanen.......
Treksprinkhanen dalen altijd in grote getalen neer op het gewas. Zo werd Babel gevuld met enorm veel mensen, ballingen, indringers, profiteurs en veroveraars. Nebukadnezar was door God aangesteld tot het "gouden hoofd" van dit wereldrijk. De bloei van zijn rijk had hij dan ook aan YHWH te danken. Maar men gaf God de eer niet. Het was een land vol van afgodsbeelden en de koningen zagen zichzelf als goden. Daarom is Babel ten onder gegaan. Ten tijde van de inname zat koning Belzasar zich met zijn gezelschap te bedrinken met wijn uit de geroofde bekers, afkomstig van Gods tempel.


Jeremia 51:15-19 Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid en spande de hemel uit door Zijn inzicht. 16. Als Hij Zijn stem laat klinken, is er gedruis van wateren aan de hemel. Hij doet dampen opstijgen van het einde van de aarde. Hij heeft bliksemflitsen bij de regen gemaakt. De wind brengt Hij uit Zijn schatkamers tevoorschijn. 17. Ieder mens is dom geworden, zonder kennis, elke edelsmid is beschaamd over zijn beeld. Zijn gegoten beeld is immers bedrog: er zit in hen geen adem. 18. Nietig zijn zij, bespottelijk werk, ten tijde van hun vergelding zullen zij vergaan. 19. Maar het Deel van Jakob is niet als zij, want Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de stam die Zijn eigendom is, HEERE van de legermachten is Zijn Naam.


Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid....... Hier wordt Gods grootheid en wijsheid tegenover het geloof in andere krachten, zoals de Babylonische afgoden, gesteld. Hij, YHWH is de Enige die de wereld en de mensheid schiep door Zijn wijsheid en inzicht. Dat kan van geen andere macht of god gezegd worden. YHWH is de Schepper van de wereld en haar inwoners, daarom is Hij ook Degene die het recht heeft om de bewoners van deze aardbol te oordelen.
Als Hij Zijn stem laat klinken, is er gedruis van wateren aan de hemel....... Ezechiël getuigt ook hiervan. Hij hoorde dat gedruis toen YHWH sprak:

Ezechiël 43:2 En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit de richting van het oosten, en Zijn geluid was als het bruisen van machtige wateren, en de aarde werd verlicht vanwege Zijn heerlijkheid.
Elke edelsmid is beschaamd over zijn beeld. Zijn gegoten beeld is immers bedrog: er zit in hen geen adem........
een edelsmid moet toch beseffen dat het gewoon dood materiaal is waarvan hij een afgod maakt..... wat is een mens dan dom, als hij hieraan zoveel waarde hecht en erop vertrouuwt. Als hij goed erover nadenkt zou hij zich moeten schamen. 

Dat is wel heel bijzonder, want wat
het Deel van Jakob is niet als zij, want Hij is de Formeerder van alles.........  vergeleken met de macht die Babel had stelt Israël  helemaal niets voor. Het volk van God is op allerlei manieren vernederd en in ballingschap gegaan. Jeruzalem en de tempel zijn verwoest. Maar het Deel, de Erfenis van Israël is onvergelijkelijk groter. Ze behoren de Formeerder van deze wereld toe. 

Zacharia 2:12 De HEERE zal Juda in eigendom nemen als ZIJN DEEL in het heilige land. Hij zal Jeruzalem nog verkiezen.

Dit tekstgedeelte (vers 15-19) vinden we terug in Jeremia 10:10-18.


Jeremia 51:20-24 U bent voor Mij een strijdhamer, wapenrusting. Met u zal Ik volken stukslaan, met u zal Ik koninkrijken te gronde richten. 21. Met u zal Ik het paard en zijn ruiter stukslaan, met u zal Ik de strijdwagen en zijn ruiter stukslaan. 22. Met u zal Ik man en vrouw stukslaan, met u zal Ik oud en jong stukslaan, met u zal Ik jongen en meisje stukslaan. 23. Met u zal Ik de herder en zijn kudde stukslaan, met u zal Ik de akkerbouwer en zijn juk ossen stukslaan, met u zal Ik landvoogden en machthebbers stukslaan. 24. Maar Ik zal aan Babel vergelden en aan al de inwoners van Chaldea al hun kwaad dat zij Sion aangedaan hebben – voor uw ogen – spreekt de HEERE.


U bent voor Mij een strijdhamer, wapenrusting. Met u zal Ik volken stukslaan....... Wie wordt er met die u bedoeld? Wie is de hamer in Gods hand? Het lijkt er sterk op dat Babel hier bedoeld wordt. In Jeremia 50:23 wordt immers Babel een moker/hamer genoemd.

Jeremia 50:23 Hoe is de moker van heel de aarde afgehakt en stukgebroken! Hoe is Babel tot een verschrikking
geworden onder de heidenvolken!

Het vertoont ook overeenkomst met Jeremia 50:35-37. Al hebben we hier gelezen dat Babel is ingenomen en dus erg verzwakt is, zal dit ongetwijfeld verband houden met een latere vervulling. Babel zal vernietigen en zelf vernietigd worden. Maar vanwege haar zonde, vooral tegen het volk van de Heer (Jeremia 51:24), zal Babel Gods onverbiddelijke oordeel op de hals halen. God gebruikt ook satanische koninkrijken voor Zijn doel.


Jeremia 51:25-32 Zie, Ik zál u, berg die te gronde richt, spreekt de HEERE, u, die heel de aarde te gronde richt! Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, Ik zal u van de rotsen afrollen en Ik zal u maken tot een berg die in brand staat. 26. Zij zullen uit u geen steen halen voor een hoek of een steen voor fundamenten, want u zult eeuwige woestenijen worden, spreekt de HEERE. 27. Hef een banier omhoog in het land, blaas de bazuin onder de heidenvolken, zet de heidenvolken in tegen de stad, roep tegen haar op de koninkrijken van Ararat, Minni en Askenaz. Stel tegen haar een legeroverste aan, laat paarden oprukken als ruige treksprinkhanen. 28. Zet de heidenvolken tegen haar in, de koningen van Medië, zijn landvoogden en al zijn machthebbers, ja, heel het land van zijn heerschappij. 29. Dan zal het land beven en pijn lijden, want de gedachten van de HEERE tegen Babel staan vast, om van het land van Babel een woestenij te maken, zodat er geen inwoner meer is. 30. De helden van Babel houden op met strijden, zij blijven in de bergvestingen zitten. Hun macht is opgedroogd, zij zijn als vrouwen geworden. Men heeft zijn woningen in brand gestoken, zijn grendels zijn stukgebroken. 31. De ene ijlbode rent de andere ijlbode tegemoet, de ene boodschapper rent de andere boodschapper tegemoet, om de koning van Babel bekend te maken dat zijn stad van alle kanten wordt ingenomen, 32. dat de doorwaadbare plaatsen zijn bezet, dat ze de rietvelden met vuur hebben verbrand en dat de strijdbare mannen door schrik overmand zijn.


Ik zál u, berg die te gronde richt, spreekt de HEERE, u, die heel de aarde te gronde richt.......! De  profeten gebruiken soms de metafoor van een berg om een ​​regering of koninkrijk voor te stellen. In het droombeeld van Nebukadnezar (Daniël 2:35 ) wordt zelfs het overwinnende Godsrijk met een berg uitgebeeld die de hele wereld zal vervullen. Ik denk ook aan Zacharia 4:7 Wie zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel zult gij tot een vlak land worden. De “grote berg”, het indrukwekkende rijk dat domineert, kan het werk van God niet verhinderen. Het feit dat in onze tekst vermeld staat dat die berg door God van de rots wordt gerold en in brand wordt gestoken, bepaalt ons weer bij het eindtijdgebeuren in Openbaring 8:8 En de tweede engel blies op de bazuin, en er werd iets als een grote berg, die van vuur brandde, in de zee geworpen. En het derde deel van de zee werd bloed. Het fysieke koninkrijk van Babel mag dan zijn ingenomen door de Meden en de Perzen, de geestelijke gedachtenspinsels van de stichter van Babel: Nimrod, verspreiden zich over de hele wereld. Het is  net zo als kwaadaardige cellen het vermogen hebben om zich een weg te banen door normale cellen en zich te vermenigvuldigen. Als de berg Babel brandend van de rotsen afrolt, zal deze plaats maken voor de Berg die de aarde vervult uit Daniël 2:35: de Heilige Berg des HEEREN.

Hef een banier omhoog in het land, blaas de bazuin onder de heidenvolken, roep tegen haar op de koninkrijken.......  De drie koninkrijken Ararat, Minni en Askenaz, allemaal te lokaliseren binnen Armenië, maakten deel uit van het rijk van de Meden. Het is een groot aantal (zoals trekspinkhanen) strijders dat de aanval op paarden uitvoert. Het gaat hier dus om een alliantie van naties. Dit zal ook het geval zijn bij de uiteindelijke vernietiging van Babylon zoals beschreven in Openbaring 17 en Openbaring 18. 

De helden van Babel houden op met strijden, zij blijven in de bergvestingen zitten...... de sterke mannen durven niet te vechten tegen deze overmacht. Jeremia maakt dan een vergelijking die we vaker bij hem lezen: 'ze zijn geworden als vrouwen'. De strijders ervaren nu dezelfde angst en verwarring van de strijd die ze vele anderen hadden aangedaan. De vijand is door de grendels van de poorten gebroken en de huizen van de stad staan in brand. (Jesaja 13:8)

De ene loper zal de andere tegemoet rennen: Tijdens het voeren van oorlogen in de oudheid brachten speciaal opgeleide hardlopers nieuws van het strijdtoneel naar de koning (2 Samuël 18:19-33). De lopers berichtten de koning dat de doorwaadbare plaatsen versperd zijn en dat de rietmoerassen om Babylon door de vijand in brand waren gestoken. Dat waren plekken waar soldaten en vluchtelingen een schuilplaats zouden vinden.

 

Vervolg: zie Jeremia 51 (B)

Ida