English & other languages: click here!

Om Zijn Heilige Naam

Verlos ons, HEERE, onze God, breng ons bijeen vanuit de heidenvolken, opdat wij Uw heilige Naam loven
en ons beroemen in Uw lof. Psalm 106:47 


De Naam van de HEERE, is YAHWEH. Hij is de Schepper en de God van de hemelse legermachten. Zijn heilige Naam staat borg voor het onverkort nakomen van Zijn beloften. Of het nu gaat om zegen of vloek, God doet wat Hij zegt, daar kunnen we op rekenen. In Spreuken 18:10 wordt de Naam van de HEERE een sterke toren genoemd. Wie in zijn nood, als rechtvaardige naar Hem toevlucht zal een veilige bescherming ervaren. 

Hij is ons vertrouwen dubbel en dwars waard en dat maakt de gelovige blij (Psalm 33:21). We kunnen op Hem aan. Zo'n belofte waar we ook vast op kunnen vertrouwen is het terugkeren van Israël uit de ballingschap, dat door alle profeten wordt voorzegd. Zie bijvoorbeeld Jeremia 16:14-15. De belofte van terugkeer naar het land Israël gaat veel verder dan de terugkeer uit Babylon. God houdt zich aan Zijn beloften met Israël. Het herstel zal geschieden door Gods kracht, door Gods Woord en Gods levensgeest.

Israël kwam terug in het land als de dorre beenderen, maar God brengt er weer leven in, een hernieuwing van Gods zegen voor Zijn uitverkoren Israël, als volk en dat in geestelijk opzicht. Het gaat hierbij om een overblijfsel van Israël die trouw blijft aan de God van Israël. We zien de geestelijke strijd om en in Israël tussen het slangenzaad en het vrouwenzaad (De strijd vanaf het begin: Genesis 3:15). God houdt dit Israël niet voor onschuldig en roept ze op tot bekering.  De vijanden lijken sterker en de haat van de volkeren komt er nog eens bij. Het lijkt vechten tegen de bierkaai. En wat een doden en wat een onbeschrijfelijk verdriet.

Ezechiël 36:23. IK ZAL Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word.
24. IK ZAL u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan ZAL IK u naar uw land brengen. .
25. IK ZAL rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden ZAL IK u reinigen. .
26. Dan ZAL IK u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. IK ZAL het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.
27. IK ZAL Mijn Geest in uw binnenste geven. IK ZAL maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.
28. U zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, u zult een volk voor Mij zijn en IK ZAL een God voor u zijn. ~
29. IK ZAL u verlossen van al uw onreinheden. IK ZAL roepen tegen het koren en IK ZAL het veel doen worden: IK ZAL u geen hongersnood opleggen.
30. IK ZAL de vrucht van de bomen en de opbrengst van het veld vermeerderen, zodat u onder de heidenvolken de smaad van de hongersnood niet meer ontvangt.
31. U zult zich uw slechte wegen en uw daden die niet goed waren, herinneren. U zult walgen van uzelf om uw ongerechtigheden en om uw gruweldaden.
32. Ik doe het niet omwille van u, spreekt de Heere HEERE, laat dat u bekend zijn. Schaam u en word te schande vanwege uw wegen, huis van Israël.

De profeet Joël

Joël betekent ‘de HEERE (Yahweh) is God

Zonder de profeten zouden we geen goed en bijbels zicht op Israël hebben.

Daniël las Jeremia en zijn ogen werden daardoor geopend voor de 70 jaren ballingschap in Babel. En zo mogen we ook bidden dat de Here ons de profeten doet verstaan voor deze tijd.

Jakob (Israël) komt in benauwdheid. En dat zien we toenemen en de vijanden zijn maar op één ding uit en dat is genocide en het land inpikken. Wie heeft hierin de regie: satan! (slangenzaad)

Joël 2 gaat over de gebeurtenissen op de Dag des Heren, dat is de oordeelsperiode.

Er komt een invallend leger uit het noorden. Waar zijn de vijandelijke legers rond Israël nu? Het leger van de Here verschijnt, want God laat niet toe dat Zijn volk vernietigd zou worden (Joël 2:18). Het is een invasie door een machtig leger zoals Israël nog nooit eerder meegemaakt heeft en dat door God zelf wordt geregisseerd in Armageddon, wat we hierna zullen lezen in Openbaring 16:14.

Openbaring 16:13-19
12 De zesde engel goot zijn schaal leeg op de grote rivier de Eufraat. Toen droogde het water van de rivier op. Daardoor konden de koningen uit het oosten zonder moeite het land binnenvallen. 13 Toen zag ik uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de leugen-profeet drie duivelse geesten komen. Ze leken op kikkers. 14 Ze doen wonderen en gaan naar alle koningen op aarde. Ze roepen hen bij elkaar voor de strijd op de grote dag van de Almachtige God. 15 Jezus zei: "Let op, Ik kom zo onverwachts als een dief. Het zal heerlijk voor de mensen zijn die opgelet hebben en goed voor hun kleren hebben gezorgd. Want zij zullen niet zonder kleren hoeven te lopen en zullen niet naakt gezien worden." 16 En de drie duivelse geesten brachten de koningen en hun legers bij elkaar op de plek die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.

tussenvoegsel: De drie duivelse geesten, genoemd in vers 16, zijn afkomstig van satan, de antichrist en de valse profeet: een satanische drie-eenheid. Zij organiseren de strijd in het Armageddon. Maar God heeft die weg toegankelijk gemaakt door de Eufraat op te laten drogen, zie vs. 12.

17 De zevende engel goot zijn schaal leeg in de lucht. Toen riep een stem luid vanuit het heiligdom in de hemel, vanuit de troon: "Het is voorbij!" 18 Het begon te bliksemen, te rommelen en te donderen. Er was een zware aardbeving. Zo’n zware aardbeving was er nog nooit geweest sinds er mensen op de aarde wonen. 19 De grote stad Babylon viel in drie stukken uit elkaar. De steden van de volken stortten in. Want God was niet vergeten wat het grote Babylon had gedaan. Nu gaf Hij Babylon de straf die ze verdiende.

Joël 2:12-14
12 Maar ook nu nog zegt de Heer: "Kom terug bij Mij! Dien Mij met je hele hart. Laat zien dat jullie werkelijk spijt hebben van alles waarin jullie Mij ongehoorzaam zijn geweest." 13 Scheur maar niet je kleren als teken van verdriet. Scheur liever je hart! Kom terug bij jullie Heer God. Dan zal Hij medelijden met jullie hebben. Want Hij is geduldig, liefdevol en goed. Kom terug! Dan zal Hij zijn plannen misschien wel willen veranderen. Dan zal Hij jullie misschien niet straffen met de rampen waarover Hij heeft gesproken. 14 Wie weet zal Hij in plaats daarvan zelfs wel goed voor jullie willen zijn, zodat er genoeg eten en wijn zal zijn om Hem weer meel-offers en wijn-offers te brengen.

HET BEROUWVOLLE OVERBLIJFSEL

Onder leiding van de priesters, die het volk met de ramshoorn bijeenroepen, zal men van harte belijdenis van schuld moeten doen. De oproep is: “En scheurt uw hart en niet uw klederen”. 

Joël 2:12-17
12 Maar ook nu nog zegt de Heer: "Kom terug bij Mij! Dien Mij met je hele hart. Laat zien dat jullie werkelijk spijt hebben van alles waarin jullie Mij ongehoorzaam zijn geweest." 13 Scheur maar niet je kleren als teken van verdriet. Scheur liever je hart! Kom terug bij jullie Heer God. Dan zal Hij medelijden met jullie hebben. Want Hij is geduldig, liefdevol en goed. Kom terug! Dan zal Hij zijn plannen misschien wel willen veranderen. Dan zal Hij jullie misschien niet straffen met de rampen waarover Hij heeft gesproken.

Joël 2: vervolg. 14 Wie weet zal Hij in plaats daarvan zelfs wel goed voor jullie willen zijn, zodat er genoeg eten en wijn zal zijn om Hem weer meel-offers en wijn-offers te brengen. 15 Blaas op de ramshoorn in Jeruzalem. Roep de mensen op om niet meer te eten, als teken dat ze spijt hebben. 16 Laat iedereen naar Jeruzalem komen. Roep de leiders bij elkaar. Breng zelfs alle kinderen en baby’s mee. Laten zelfs bruid en bruidegom die net hun bruiloft vieren, naar Jeruzalem komen. 17 Laten de priesters, de dienaren van de Heer, huilen van spijt tussen de voorhal en het altaar. Laten ze zeggen: "Heer, heb medelijden met uw volk! Zorg ervoor dat niet een ander volk over ons zal heersen. Dat ze ons niet zullen bespotten en niet zullen zeggen: ‘Waar is nu hun God?’ "

Antwoord van de HEERE aan de berouwvolle Joden in het land.

De sprinkhanen uit de tijd van Joël waren een beeld van de vijandelijke, satanische machten aan het eind van de tijd, vlak voordat Gods Koninkrijk aanbreekt. God voerde het oordeel over Israël niet uit, Hij spaarde het volk, omdat ze zich bekeerden. Hoe zal dat met de heidenen gaan?

Joël 2:18-27.
18 Dan zal de Heer medelijden hebben met zijn land. Hij zal zijn volk vergeven. 19 Zie ik zend u het koren, de nieuwe wijn en ik zal de olie geven. Jullie zullen weer genoeg te eten hebben. Ik zal ervoor zorgen dat jullie niet langer uitgelachen en bespot worden door de andere volken. 20 Ik zal dat leger dat uit het noorden is gekomen, wegjagen naar de woestijn. Het voorste deel van het leger zal Ik naar de zee in het oosten(=de Dode Zee) jagen en het achterste deel van het leger zal Ik wegjagen naar de zee in het westen (= de Middellandse Zee)." Ze zullen sterven en de stank zal tot op grote afstand te ruiken zijn. Want de Heer heeft iets geweldigs gedaan. 21 Wees niet bang, land, maar juich en jubel. Want de Heer heeft geweldige dingen gedaan. 22 Wees niet bang, wilde dieren, want de planten in de wildernis zullen weer groen worden, er zullen weer vruchten aan de bomen komen. Er zullen weer druiven groeien aan de wijnstruiken en olijven aan de olijfbomen. 23 Bewoners van Jeruzalem, juich en wees blij over jullie Heer God. Want Ik zal jullie een Leraar geven die jullie zal leren hoe jullie moeten leven. Dan zal Ik jullie weer voldoende regen geven: regen in de herfst en in de lente, net als vroeger. 24 Jullie zullen weer veel graan, druiven en olijven oogsten. 25 Ik heb dat leger van springende, knagende en kaalvretende sprinkhanen op jullie afgestuurd. Maar Ik zal jullie vergoeden wat zij in die jaren hebben opgegeten. 26 Jullie zullen meer dan genoeg te eten hebben. Jullie zullen jullie Heer God prijzen, die zulke bijzondere dingen bij jullie heeft gedaan. Mijn volk zal nooit meer voor schut staan." 27 De Heer zegt: "Dan zullen jullie toegeven dat Ik bij Mijn volk Israël woon. Jullie zullen toegeven dat Ík jullie Heer God ben, en niemand anders. En mijn volk zal nooit meer voor schut staan.

DE BELOFTE VAN DE UITSTORTING VAN DE GEEST.

Petrus maakte op de Pinksterdag  als een voorvervulling  van deze profetie, gebruik van deze teksten. Hoewel er sprake is van 'alle vlees' zijn de woorden uitsluitend gericht tot het verbondsvolk Israël, waartoe ook zij behoren die daarop geënt zijn. Ook de verwijsteksten bij dit gedeelte wijzen daarop: Jes. 44:3Ezech. 39:29Hand. 2:17. De belofte is wel voor de hele wereld, maar het zal via Israël tot de hele wereld komen,

Joël 2:28-32.
28 Daarna zal Ik mijn Geest uitstorten op alle mensen. Jullie zonen en dochters zullen profeteren. Aan oude en jonge mensen zal Ik dromen geven. 29 Ook op slaven en slavinnen zal Ik in die tijd mijn Geest uitstorten. 30 Er zullen vreemde dingen te zien zijn aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookwolken. 31 De zon zal verduisterd worden en de maan zal bloedrood worden. En dan zal de gevreesde dag van de Heer aanbreken. 32 Maar iedereen die Mij aanbidt, zal worden gered. Want op de berg Sion ben je veilig. In Jeruzalem zul je worden gered, zoals Ik heb gezegd. Er zal redding zijn bij de mensen van mijn volk die zijn overgebleven. Ik zal hen Zelf roepen.

HET OORDEEL OVER DE NATIES.

Hierover heeft Yeshua/Jezus als geprofeteerd in Mattheüs 25:31-40. De vraag aan de naties wordt door Hem de Joodse Messia gesteld: "wat heb je aan mijn minste broeders gedaan?" Dat wil zeggen: hoe was jullie houding naar Mijn volk?"
Denk aan Nederland met zijn grote mond naar boven!
De staten (landen) die Israëls vervolgden, moeten geoordeeld worden voordat het gezegende Israël in veiligheid kan bestaan..

Joël 3:2-16 De natiën geoordeeld.

De HEERE Zelf spreekt, 2-8. Hij kondigt aan wat Hij met Israëls vijanden zal doen als Hij Zijn volk herstelt. De zonden van de staten bestaat uit hun onrecht tegenover de Joden (vgl. Ps 79 Bede om wraak over Jeruzalems verwoesting, een profetische psalm, zie de twee getuigen Openbaring 11) ; Jesaja 29:1-8; Jeremia 25:13-17; Zacharia 1:14-15). De heidenen zullen in dit Armageddon, waarin ze Israël wilden 'straffen', zelf ge- en veroordeeld worden. Dit betekent het einde van de ellende van Jeruzalem en Juda.

Joël 3:1 -2
1. Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, 2. zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld.

We zien dat alle profeten hierover schrijven. Het ligt voor de hand dat de dalen rondom Jeruzalem gebruikt worden om de stad te omsingelen.

De naam Josafat betekent "God oordeelt". Het is het dal van het oordeel, het dal van de beslissing. 

Het dal van Josafat (hiernaast afgebeeld) is waarschijnlijk het Kidron dal, aan de oostelijke rand van Jeruzalem, tussen de Tempelberg en de Olijfberg. Veel belangrijke gebeurtenissen uit de bijbelse geschiedenis vonden in de Kidronvallei plaats.
Hier zal God de volkeren oordelen.

Jesaja 29:1 -8 Wee Ariël, Ariël, de stad waar David zich gelegerd heeft! Voeg jaar bij jaar, laat de feesten hun kringloop hebben, 2. toch zal Ik Ariël in het nauw drijven, er zal geklag en geklaag zijn, zij zal Mij als een ariël zijn. 3. Want Ik zal u rondom belegeren, Ik zal u insluiten met bolwerken en versterkingen tegen u opwerpen. 4. Dan zult u vernederd worden, spreken vanuit de aarde en gedempt zullen uw woorden klinken uit het stof. Uw stem vanuit de aarde zal zijn als die van een dodenbezweerder; en uw woorden klinken piepend uit het stof. 5. Dan zal de menigte van hen die u vreemd zijn, worden als fijn stof, en de menigte van geweldplegers als voorbijvliegend kaf. In een ogenblik zal het gebeuren, plotseling. 6. Door de HEERE van de legermachten zult u gestraft worden met donder, aardbeving en groot geluid, wervelwind, storm en de vlam van een verterend vuur. 7. Als een droom, een nachtelijk visioen zal de menigte van al de volken worden die strijden tegen Ariël, ja, allen die strijden tegen hem en zijn vestingen, en die hem in het nauw drijven. 8. Het zal zijn zoals wanneer een hongerige droomt, en zie, hij eet, maar als hij ontwaakt, is hij nog onverzadigd; of zoals wanneer een dorstige droomt, en zie, hij drinkt, maar als hij ontwaakt, zie, hij is uitgeput en nog versmacht hij: zó zal het met de menigte van alle heidenvolken zijn die strijden tegen de berg Sion.

Jes. 29 7: de menigte van al de volken worden die strijden tegen de vuurhaard 'Ariël'..... de woorden 'al de volken' gecombineerd met de natuurverschijnselen: donder, aardbeving en groot geluid, wervelwind, storm en de vlam van een verterend vuur, bepalen ons bij de strijd in de eindtijd, zoals beschreven in Zacharia 14. Er zal zich dan een enorme afschrikwekkende macht rondom Jeruzalem opstellen, maar op het laatste moment worden ze weggeblazen als kaf (stof) bij het dorsen (Jesaja 28:28). 

Jes. 29:8: Net zo zal het gaan met de legers van de volken die strijden tegen de berg Sion (Jeruzalem)....... ook hierin zien we weer bevestigd dat deze profetie bestend is voor de eindtijd. In Jesaja's profetieën lopen de tijdperken vaak door elkaar. Het is dan ook een bemoediging voor onze tijd. 

Het herstelde 10 stammenrijk in de verstrooiing wordt terug geleid naar het land. Het is liefde van waaruit YAHWEH handelt. Ter wille van Zijn Heilige Naam onderwerpt Hij Israëls vijanden. Ter wille van Zijn Heilige Naam brengt Hij Israël terug naar Zijn land dat Hij hun gegeven heeft. Ter wille van Zijn Heilige Naam laat Hij Israëls bergen en valleien vruchtbaar zijn, zoals de tuin van Eden. Ter wille van Zijn Heilige Naam verandert Hij Israël van binnenuit, reinigt hen van al hun zonden en plaatst in hen een nieuw hart en een nieuwe geest - Zijn Heilige Geest! Het is helemaal Zijn werk. De volken zullen dat weten!

Zacharia 1:14-15
14 Daarna zei de engel die met mij sprak: "Zeg tegen de mensen: Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Ik heb nog steeds een vurige liefde voor Jeruzalem en de berg Sion. 15 Maar Ik ben woedend op die zorgeloze andere volken. Want zij hebben mijn volk veel kwaad gedaan toen Ik korte tijd boos was op mijn volk.   

De Engel des Heren toonde hier in Zacharia Zijn hart van mededogen voor Israël en Jeruzalem. God liet Israël terugkeren na zeventig jaar ballingschap, maar toch waren de gevolgen van de ballingschap nog steeds pijnlijk duidelijk. Maar God laat Zijn volk niet te gronde gaan. Dat kan en wil Hij niet om de heiligheid van Zijn Naam. Maar de volken in de wereld hebben Gods volk veel kwaad gedaan en daarover komt het oordeel, wat we o.a. lezen in Joël 3:

Joël 3:2-16 De natiën geoordeeld.
2 Ik zal alle volken verzamelen en naar het dal van Josafat brengen. Daar zal Ik over hen rechtspreken voor wat ze met mijn volk Israël hebben gedaan. Want zij hebben mijn volk over de andere volken verspreid en mijn land verdeeld. 3 Ze lootten over mijn volk. Ze betaalden met een jongen als ze een hoer wilden hebben. Ze betaalden met een meisje als ze wijn wilden drinken. 4 En jullie, Tyrus en Sidon, wat denken jullie tegen Mij te kunnen doen? En jij, Filistéa? Willen jullie je op Mij wreken? Dan zal het slecht met jullie aflopen, want Ik zal al heel gauw Mij op júllie wreken! 5 Want jullie hebben mijn zilver en mijn goud uit mijn tempel meegenomen. Jullie hebben mijn kostbare schatten uit mijn tempel weggehaald en in júllie tempels gezet. 6 En jullie hebben de bewoners van Jeruzalem en Juda verkocht aan de Grieken. Zo hebben jullie hen uit hun eigen land weggehaald en naar een ver land gebracht. 7 Let op, Ik zal hen laten terugkomen uit het land waarheen jullie hen hadden verkocht. En Ik zal jullie straffen voor wat jullie hen hebben aangedaan. 8 Ik zal júllie zonen en dochters verkopen aan de Judeeërs. En de Judeeërs zullen hen doorverkopen aan Scheba, een volk dat ver weg woont. Ik heb het gezegd en Ik zal het ook doen. 9 Roep het uit onder de volken: Verzamel je leger! Roep je helden bij elkaar! Ruk op! 10 Smeed de ploegen en snoeischaren om tot zwaarden en speren! Laten ook zwakke mensen zichzelf moed inspreken en zeggen: ‘Ik ben een held!’ 11 Maak je allemaal klaar en kom! Laten alle volken zich verzamelen-Heer, leid uw helden! - 12 De volken zullen naar het dal van Josafat komen. Maar daar zal Ik rechtspreken over alle volken. 13 Snijd de druiventrossen af! Want de oogst is rijp. Pers de druiven uit! Want de druivenpers zit vol en de bakken met druivensap stromen over. Want deze volken hebben vreselijke dingen gedaan." 14 Joël zegt: Er is een enorm grote menigte mensen in het dal van beslissing. Want de Heer is daar gekomen om over hen recht te spreken. 15 De zon is verduisterd. De maan schijnt niet meer. De sterren geven geen licht meer. Joël 3:16 De Heer zal als een leeuw brullen vanuit Jeruzalem, zodat de hemel en de aarde beven. Maar zijn eigen volk zal bij Hem zo veilig zijn als in een schuilplaats.

Gods volk zal aan het eind van de tijd onschuldig zijn in Gods ogen. Ze hebben zich bekeerd en hun zonden zijn vergeven. Er is helaas 2/3 afgevallen zoals geprofeteerd. Maar zij zijn het gelovig overblijfsel. God zal voor eeuwig in hun midden wonen. Zacharia 14:8) In heel het land - spreekt de HEER van de hemelse machten - zal twee derde deel worden uitgeroeid en omkomen; slechts een derde deel zal worden gespaard. Dat deel zal ik louteren in het vuur: ik zal hen smelten als zilver en zuiveren als goud. Zij zullen mijn naam aanroepen en ik zal antwoorden. Ik zal zeggen: "Dit is mijn volk," en zij zullen zeggen: "De HEER is onze God."

En de HEERE zal bij hen wonen in Sion.

Jur