English & other languages: click here!
Mikwe - Joods ritueel bad
DE MIKWE
Binnen de Messiaanse beweging gaan steeds meer stemmen op om in navolging van het Joodse gebruik het “mikwe” in te stellen. Het mikwe is een bad waarin iemand zichzelf onderdompelt om ritueel rein te worden. Het heeft dus niet te maken met lichamelijke onreinheid. De vraag is nu, is dit gebruik terug te voeren op de Bijbel. Heeft God ons geboden dit te doen? Het woord “miqwe” komt inderdaad in de Bijbel voor, maar heeft daar een heel andere betekenis. Onderaan dit artikel is een lijst van Bijbelteksten opgenomen waarin dit woord voorkomt, zodat je zelf kunt zien of we al of niet met een Bijbels gebruik te maken hebben.
Vanzelfsprekend heeft de archeologie ons ook iets te zeggen. Op de Tempelberg zijn zo’n kleine honderd “mikwes” ontdekt door archeologen. Deze werden gedateerd van de eerste eeuw vóór Christus en de eerste eeuw ná Christus. Dat was dus bij de Tweede Tempel. Bij de tempel van Salomo was een mikwe blijkbaar nog niet bekend. Behalve bij de tempel kende men mikwes in andere dorpen en steden. De mikwes bij de Tempel werden gevuld met water uit de Siloam vijver. In 2004 ontdekte men bij herstelwerkzaamheden bij toeval een acht meter brede trap die een verbinding van 600 meter vormde vanaf de Siloam vijver naar de Hulda Poort aan de zuidkant van de Tempelberg. Deze moet in de eerste eeuw na Christus door Koning Herodes gebouwd zijn .
Wie een synagoge bezichtigd heeft, zal ongetwijfeld ook een “mikwe” hebben gezien.
WAT IS RITUELE REINHEID?
We laten de Bijbel spreken:
In verband met het wasvat dat in de tabernakel werd geplaatst:
Exodus 30: 19 zodat Aäron en zijn zonen hun handen en voeten met water daaruit kunnen wassen. 20 Wanneer zij de tent van ontmoeting binnengaan, moeten zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven. Of wanneer zij tot het altaar naderen om dienst te doen door een vuuroffer voor de HEERE in rook te laten opgaan, 21 moeten zij hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven. Dit is een eeuwige verordening voor hen, voor Aäron en zijn nageslacht, al hun generaties door.
Leviticus 11:27-28 Ook zijn alle zoolgangers onder al de dieren die op vier poten gaan, voor u onrein. Al wie hun kadaver aanraakt, is onrein tot de avond. 28. En wie hun kadaver draagt, moet zijn kleren wassen en is onrein tot de avond; ze zijn voor u onrein.
In Lev. 14: 1-9 gaat het over iemand die genezen is van melaatsheid. Voor zijn “reiniging” waren meerdere voorwaarden, maar we laten hier het vers zien waarin de reiniging met water vermeld is:
Lev. 14: 8 Wie gereinigd wordt, moet zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich met water wassen. Dan is hij rein. Daarna mag hij in het kamp komen, maar hij moet zeven dagen buiten zijn tent blijven.
Het is goed om Leviticus 15 te lezen waar het gaat over een zaadlozing van de man, over menstruatie bij de vrouw. Hier worden veel wassingen verricht. Het gaat niet om zonde, maar om levenskracht die verloren gaat, die sterft en niet tot zijn ontplooiing komt. Het is de dood.
Deut. 23: 10-11 Wanneer er onder u iemand is die niet rein is door iets wat 's nachts per ongeluk is gebeurd, dan moet hij buiten het kamp gaan. Hij mag niet binnen het kamp komen. 11 En tegen het vallen van de avond moet het zó zijn dat hij zich met water wast; en als de zon ondergegaan is, mag hij weer binnen het kamp komen.
Gods heilige aanwezigheid in de tempel verdraagt geen dood en ziekte. Om God te naderen, zonder Hem die de Weg tot God is: Yeshua , is levensgevaarlijk. Ook de gevolgen van de zonde maken iemand ritueel onrein.
WAT ZEI YESHUA?
We laten weer de Bijbel spreken:
Markus 7: 2-9 En toen zij (de Farizeeën) zagen dat sommigen van Zijn discipelen met onreine, dat is met ongewassen handen brood aten, berispten zij hen. 3 Want de Farizeeën en alle Joden eten niet, als zij niet eerst grondig de handen gewassen hebben, omdat zij zich houden aan de overlevering van de ouden. 4 En als zij van de markt komen, eten zij niet, als zij zich niet eerst gewassen hebben. En vele andere dingen zijn er die zij aangenomen hebben om zich eraan te houden, zoals het wassen van de drinkbekers en kannen en het koperen vaatwerk en bedden. 5 Daarna vroegen de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem: Waarom wandelen Uw discipelen niet volgens de overlevering van de ouden, maar eten zij het brood met ongewassen handen? 6 Maar Hij antwoordde hun: Terecht heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan. 7 Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn. 8 Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. 9 En Hij zei tegen hen: U STELT GODS GEBOD OP EEN MOOIE MANIER TERZIJDE OM U AAN UW OVERLEVERING TE HOUDEN!
Lukas 11: 38-41 Toen de Farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat Hij Zich niet eerst gewassen had voor het middagmaal. 39 Maar de Heere zei tegen hem: Welnu, Farizeeën, u reinigt de buitenkant van de drinkbeker en van de schotel, maar uw binnenste is vol roofzucht en boosaardigheid. 40 Onverstandigen! Heeft Hij Die het buitenste maakte, ook niet het binnenste gemaakt? 41 Geef echter de inhoud ervan als liefdegave en zie, alles is voor u rein.
We zien hier dat de Farizeeën talrijke regels hadden ingesteld om zich met water ritueel te reinigen. Deze regels waren duidelijk niet door God gegeven en Yeshua noemt dat “geboden van mensen” en veroordeelt dat.
Yeshua verklaarde mensen “rein” die Hij genezen had. Hij raakte de mensen aan, maar in plaats van dat Hij daardoor onrein werd, zoals het bij de mensen gewoon was, ging Zijn reinheid over naar de ander! Hij hoefde niet naar een mikwe te gaan om zich te reinigen. Hij was en is volkomen rein. Hij zei tot Zijn discipelen:
Joh. 15: 3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
Verder waren de wassingen bij het wasvat voor een bepaalde tijd bedoeld. In de Hebreeënbrief lezen we daarover:
“verscheidene wassingen, vleselijke verordeningen, die opgelegd waren tot op de tijd van de betere orde.” Hebr. 9: 10
DE DOOP
Bij de doop wordt iemand geheel ondergedompeld. Dat gebeurde ook al met de zogenaamde “proselietendoop”, zoals het eveneens in de Mikwe gebeurt. Deze proselietendoop kwam pas in gebruik in de tweede eeuw na Christus en kan dus nooit de voorloper van de doop van Johannes de Doper zijn. In de wet van Mozes staat nergens dat iemand helemaal ondergedompeld moet worden.
Wat Johannes de Doper deed was heel anders dan wat de Joden kenden. Dat hij “De Doper” genoemd werd, geeft al aan dat wat hij deed anders was dan wat anderen deden. De Farizeeën vroegen: “Waarom doopt u dan, als u de Christus niet bent, en Elia niet, en evenmin de Profeet?” Uit die vraag blijkt dat niet iedereen, zelfs geen Farizeeër, in hun ogen het recht had om dat te doen.
De doop van Johannes houdt verband met bekering, de afwassing van zonde. Bij de doop gaat het niet om rituele reiniging om in Gods tempel te kunnen binnengaan. De doop is een bede om een goed geweten:
1 Petrus 3: 21-22 Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God om een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus, Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.
De doop betekent dat je één bent met Yeshua, dat je met Hem bent gestorven, begraven en wedergeboren door de opstanding van Yeshua de Messias:
Kol. 2: 12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.
In de mikweh dompelt men zich zelf onder. Maar de Bijbel laat zien dat je je moet laten dopen. We zagen dat al bij Johannes de Doper, maar ook op andere plaatsen in de Bijbel staat dat “zij werden gedoopt”.
Iemand vrooeg me of het niet beter zou zijn om rechtop gedoopt te worden, zoals in de mikwe. Achterover vallen is toch een beeld van een oordeel? Het klopt dat "achterover vallen" op een oordeel kan wijzen. Maar dat wordt ook uitgebeeld in de doop. We sterven met Christus en hebben ook deel aan het oordeel over Hem, dat ons oordeel was.
Christus had deel aan ons oordeel, heeft dat zelfs op Zich genomen. "Want het loon dat de zonde geeft, is de dood!" Rom. 6:23a. Wij gaan met Hem onder in het oordeel en staan met Hem op in een nieuw leven! Er is dus geen enkel bezwaar tegen deze wijze van dopen.
Mattheüs 28: 19 Ga dan heen, onderwijs al de volken, HEN DOPEND in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.
Handelingen 22, vers 16 En nu, waarom aarzelt u? Sta op, LAAT U DOPEN en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere.
We zien dat ook bij de doop van de kamerling:
Hand. 8: 38 En hij liet de wagen stilhouden, en ZIJ DAALDEN BEIDEN AF IN HET WATER, ZOWEL FILIPPUS ALS DE KAMERHEER, EN HIJ DOOPTE HEM.
Mikwe als verzamelplaats (van water Gen 1:10; Ex. 7:19; Lev. 11:36, van mensen/dieren 1 Kon. 10:28; 2 Kron. 1:16), reservoir (Jes. 22:11).
Uit zowel de betekenis van het Hebreeuwse woord als de beschrijving waaraan zo'n ritueel bad moet voldoen, blijkt dat het geen bron is van levend water. Een mikveh is geen bron die zelf water voortbrengt, maar een reservoir dat [water] opslaat/vergaart.
Leviticus 11: 36 Een bron of put waarin water verzameld מִקְוֵה wordt, zal echter rein blijven. Maar wie hun kadaver aanraakt, is onrein.
1 Koningen 10: 28 En de aanvoer van de paarden die Salomo had, kwam uit Egypte en uit Kewe וּמִקְוֵה . Kooplieden van de koning namen ze tegen een bepaalde prijs uit Kewe מִקְוֵה mee. (Hier betekent het woord ‘ miqwe ‘: uit Kewe mi-qwe; het voorzetsel ‘mi’ = uit))
2 Kron. 1: 16 En de aanvoer van de paarden die Salomo had, was uit Egypte en uit Kewe וּמִקְוֵא. Kooplieden van de koning namen ze tegen een bepaalde prijs uit Kewe מִקְוֵא mee. (Hier betekent miqwe uit Kewe mi-qwe)
Uit alles blijkt dat onderdompeling in de mikwe geen gebod van God is, en ook niet is geweest. Laten we oppassen om God niet te dienen op zelfgekozen wegen of om ons bij de Joodse gebruiken aan te sluiten. We houden van Israël omdat God hen verkozen heeft, maar we gehoorzamen God op de wijze die Hij in Zijn Woord heeft geopenbaard.
Hieronder nog een aantal teksten waarin in de Bijbel het woord “mikwe” voorkomt. Je kunt zelf zien in welk verband het woord gebruikt wordt. Vaak betekent het “hoop”. In ieder geval is er geen enkele tekst bij die het gebruik van een mikwe veronderstelt.
1 Kronieken 29: 15 Want wij zijn vreemdelingen voor Uw aangezicht en bijwoners, zoals al onze vaderen. Als een schaduw zijn onze dagen op de aarde, en er is geen hoop מִקְוֶה .
Ezra 10: 2 Toen nam Sechanja, de zoon van Jehiël, van de nakomelingen van Elam, het woord en zei tegen Ezra: Wij zijn onze God ontrouw geweest, en wij hebben uitheemse vrouwen uit de volken van het land bij ons doen wonen. Evenwel, er is wat dit betreft hoop מִקְוֵה voor Israël.
Jeremia 14: 8 U, Hoop מִקְוֵה van Israël, zijn Verlosser in tijd van benauwdheid,
Jeremia 17: 13 HEERE, Hoop מִקְוֵה van Israël, allen die U verlaten, zullen beschaamd worden. Wie zich van mij afkeren, zullen in de aarde worden geschreven, want zij hebben de bron van het levende water, de HEERE, verlaten,
Jeremia 50: 7 Allen die hen vonden, verslonden hen, en hun tegenstanders zeiden: Wij laden geen schuld op ons, omdat zij gezondigd hebben tegen de HEERE, de woonplaats van de gerechtigheid, ja, de hoop וּמִקְוֵה van hun vaderen, de HEERE.
Het woord "mikwe" of "mikveh" is in de Stronglijst te vinden onder code H 4723.
De volgende teksten geven de ware betekenis van de doop: één met Yeshua de Messias.
Romeinen 6:3-7 Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? 4. Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. 5. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. 6. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. 7. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Galaten 2:20 Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.
Ida