English & other languages: click here!
Joël 3 - Gods oordeel over vijandige volken
De HEERE straft de heidenen vanwege het onrecht dat Zijn volk is aangedaan. Het volk van God wacht een heerlijke toekomst. De naties die Israël vervolgden moeten gestraft worden voordat Gods uitverkoren volk in veiligheid kan bestaan onder het koningschap van de Messias: Yeshua.
Ga naar: Index/inleiding - Hoofdstuk 1 - Hoofdstuk 2(A) - Hoofdstuk 2(B) - Hoofdstuk 3
Joël 3:1-3 Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, 2. zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld. 3. Zij hebben het lot geworpen over Mijn volk. Zij gaven een jongen voor een hoer; zij verkochten een meisje voor wijn, zodat zij konden drinken.
Want zie, in die dagen en in die tijd....... deze aanduiding slaat op het tijdperk waarin wij leven. Dit vers is een vervolg op het laatste gedeelte van Joël 2. Joël profeteert over wat er in de laatste dagen gebeuren zal met Gods vijanden. Eerst komt de Leraar Yeshua de Messias (Joël 2:23). Dan volgt de uitstorting van de Heilige Geest (Joël 2:28-29) Vervolgens straft God de heidenen omdat ze Zijn volk onrecht hebben aangedaan (de verzen 2-17).
als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem....... in het verleden zijn de gevangenen bevrijd uit Egypte, een deel van de ballingen is uit Babel teruggekomen, maar de ballingen die door Assyrië zijn weggevoerd zijn nooit gemeenschappelijk terug gekomen. Wel zijn er daarvan Israëlieten uit eigen beweging teruggekomen, maar een groot deel opgegaan in de volken. De HEERE weet waar ze zich bevinden.
Mattheüs 24: 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.
En dit is wat Mozes al ver van tevoren schreef:
Deuteronomium 30 :4 Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal de HEERE, uw God, u vandaar bijeenbrengen en u vandaar weghalen. 5 En de HEERE, uw God, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, en u zult het weer in bezit nemen; en Hij zal u goeddoen en u talrijker maken dan uw vaderen.
zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat........
Het dal van Josafat is waarschijnlijk het Kidron dal, aan de oostelijke rand van Jeruzalem, tussen de Tempelberg en de Olijfberg. Veel belangrijke gebeurtenissen uit de bijbelse geschiedenis vonden in de Kidronvallei plaats.
De naam Josafat betekent "God oordeelt". Het is het dal van het oordeel, het dal van de beslissing. Het was het dal waar koning Josia de afgodsbeelden liet verbranden, waar de kinderoffers voor de Moloch plaatsvonden en het dal doet al eeuwen dienst als begraafplaats.
Hier zal de eindafrekening met de heidenvolken plaatsvinden.
Zelfs Mozes profeteerde in zijn 'Lied van Mozes' over het oordeel in de laatste dagen en noemde het land ook 'Zijn (Gods) Land':
Deuteronomium 32:41-43 Als Ik Mijn glinsterend zwaard wet, Mijn hand het grijpt voor het oordeel, zal Ik de wraak laten terugkomen op Mijn tegenstanders, en het hun die Mij haten, vergelden. 42. Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal vlees eten van het bloed van de gesneuvelde en de gevangene, van het hoofd van de vijand met zijn loshangende haar. 43. Juich, heidenen, met Zijn volk! Want Hij zal het bloed van Zijn dienaren wreken. Hij zal de wraak laten terugkomen op Zijn tegenstanders, en Zijn land en Zijn volk verzoenen!
De aanklacht in Gods rechtsgeding wordt in vers 2 duidelijk vermeld:
"Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben.
Mijn land hebben zij verdeeld."
Van die rechtszitting waarin de volken geoordeeld worden lezen we verder in Mattheüs 25:31-46. Het is bekend dat in onze tijd het bestaansrecht van Israël wordt aangevochten, zowel fysiek door de zogenaamde 'Palestijnen' als politiek door de Verenigde Naties. Ze willen Gods land (dat wordt ook zo door Joël genoemd in vers 2) verdelen.
Volgens vers 3 hebben de heidenen zich uitgeleefd ten koste van Gods volk. Joodse jongens en meisjes werden geruild tegen seks en drank.
Joël 3:4-8 En ook, wat wilt u van Mij, Tyrus en Sidon, en alle gebieden van Filistea? Wilt u Mij Mijn handelwijze vergelden? Als u Mij dat wilt aandoen, zal Ik snel en onmiddellijk uw vergelding op uw hoofd doen terugkeren, 5. omdat u Mijn zilver en Mijn goud hebt weggenomen, het beste van Mijn kostbaarheden naar uw tempels hebt gebracht. 6. U hebt de Judeeërs en de inwoners van Jeruzalem aan de Grieken verkocht, om hen ver weg te voeren uit hun eigen gebied. 7. Zie, Ik wek hen op uit de plaats waarheen u hen verkocht hebt. Ik zal uw vergelding op uw hoofd doen terugkeren. 8. Ik zal uw zonen en uw dochters verkopen in de hand van de Judeeërs. Zij zullen hen aan de inwoners van Sjeba verkopen, aan een volk ver weg, want de HEERE heeft het gesproken.
Wat wilt u van Mij, Tyrus en Sidon, en alle gebieden van Filistea? Wilt u Mij Mijn handelwijze vergelden.......? Ze hebben zowel de kostbaarheden uit de tempel geroofd en de inwoners van Gods land verkocht aan de Grieken (mensenhandel dus, de Joden werden als slaven verkocht!). Maar God zal Zijn volk recht verschaffen.
Ik zal uw vergelding op uw hoofd doen terugkeren....... God heeft geen pardon met allen die Zijn oogappel kwaad doen.
Zowel Joël als Amos noemen beiden het oordeel over Tyrus en Filistea vanwege mensenhandel. (Joël 3 : 4 - 8 en Amos 1 : 7 - 10)
Ook vertellen beiden dat "de Here brult uit Sion". (Joël 3 : 16 en Amos 1 : 2)
Deze laatste woorden staan bij Joël aan het eind en bij Amos aan het begin van het boek. We zouden kunnen zeggen: Amos gaat verder waar Joël gebleven is. Het zou een aanwijzing kunnen zijn dat Joël iets eerder dan Amos optrad als profeet.
Joël 3:9-13 Roep dit uit onder de heidenvolken: Verklaar de oorlog! Wek de helden op! Laten zij aantreden en oprukken, alle strijdbare mannen! 10. Smeed uw ploegscharen tot zwaarden en uw snoeimessen tot speren. Laat de zwakke zeggen: Ik ben een held. 11. Snel te hulp en kom, alle heidenvolken van rondom, verzamel u! HEERE, laat Uw helden daarheen afdalen! 12. Laten de heidenvolken opgewekt worden en oprukken naar het dal van Josafat, want daar zal Ik zitten om te berechten alle heidenvolken van rondom! 13. Sla de sikkel erin, want de oogst is rijp. Kom en daal af, want de wijnpers is vol. De perskuipen stromen over, want hun kwaad is groot.
Roep dit uit onder de heidenvolken: Verklaar de oorlog!...... God provoceert de naties om zich klaar te maken voor een oorlog tegen Hem. 'Kom maar op als je durft!' Op een dag zullen ze precies dit doen (Openbaring 16:12-16), maar God zal gewoon lachen om de nietige en nutteloze voorbereidingen door de naties (Psalm 2).
Smeed uw ploegscharen tot zwaarden en uw snoeimessen tot speren....... het omgekeerde beeld van wat pronkt voor het gebouw van de VN.
Laat de zwakke zeggen: Ik ben een held....... Nu, 'positief denken' dan maar. Een onbijbelse filosofische slogan die nu het erop aan komt moet bewijzen dat het werkt.
Laten de heidenvolken opgewekt worden en oprukken naar het dal van Josafat........ laat je helden maar komen, toegerust en bewapend......... want daar zal Ik zitten om te berechten alle heidenvolken van rondom!
Sla de sikkel erin, want de oogst is rijp. Kom en daal af, want de wijnpers is vol....... Yeshua strijdt niet alleen tegen volken, maar tegen de machten waardoor ze beheerst worden. Hij strijdt tegen de duivel, die Hij als een bliksem uit de hemel zag vallen. Hij ontmantelde Zijn aartsvijand: de moordenaar en de leugenaar van de beginne.
Openbarng 14:14-16 ‘Het Boek’ Toen zag ik een witte wolk en op die wolk zat iemand die er uitzag als een mensenzoon. Hij had een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. 15 Er kwam nog een engel uit de tempel en hij riep naar Hem die op de wolk zat: ‘Breng uw sikkel om de oogst binnen te halen! Het is tijd om te oogsten! De oogst van de aarde is rijp!’ 16 En Hij die op de wolk zat, zwaaide met zijn sikkel over de aarde en de oogst van de aarde werd binnengebracht.
Jesaja 63:2-6 Waarom is dat rood aan Uw gewaad, en is Uw kleding als die van iemand die de wijnpers treedt? 3. Ik heb de pers alleen getreden; er was niemand uit de volken met Mij. Ik heb hen vertreden in Mijn toorn, hen vertrapt in Mijn grimmigheid. Hun bloed is op Mijn kleding gespat, heel Mijn gewaad heb Ik besmet. 4. Want de dag van de wraak was in Mijn hart, het jaar van Mijn verlosten was gekomen. 5. Ik keek rond, maar er was niemand die hielp; Ik ontzette Mij, want er was niemand die ondersteunde. Daarom heeft Mijn arm Mij heil verschaft, en Mijn grimmigheid, die heeft Mij ondersteund. 6. Ik heb de volken vertrapt in Mijn toorn, Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid, Ik heb hun bloed ter aarde doen neerdalen.
Joël 3:14-17 Menigten, menigten in het dal van de dorsslede, want de dag van de HEERE is nabij in het dal van de dorsslede. 15. Zon en maan worden in het zwart gehuld en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. 16. De HEERE zal vanaf Sion brullen als een leeuw, vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken, zodat hemel en aarde zullen beven. Maar de HEERE is een toevlucht voor Zijn volk en een vesting voor de Israëlieten. 17. Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken.
Menigten, menigten in het dal van de dorsslede........ God liet Joël in de geest uitkijken over het dal van Josafat, wat in Openbaring 16:16 'Armageddon' wordt genoemd. Er zijn menigten uit de volkeren. De sfeer is uiterst beangstigend, er is geen licht van zon, maan of sterren, het is geestelijk en tastbaar duister, zoals eenmaal Egypte in duisternis verkeerde. (Exodus 10:22) Hier gebeurt wat Joël 2:31 profeteerde: 'De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed', de 'dag des HEEREN' is aangebroken. Aanwezig zijn de satanische naties die denken het te kunnen opnemen tegen YHWH. Ze zijn door God uitgedaagd voor een krachtmeting.
De HEERE zal vanaf Sion brullen als een leeuw....... Het ‘brullen’ van de leeuw wordt gehoord in de donder in de lucht.
God brult met Zijn stem; Hij dondert met de stem van Zijn majesteit. (Job 37:4) Hemel en aarde beven.... Het is een dreiging naar de vijanden, maar wordt tegelijkertijd gevolgd door het geven van een schuilplaats voor Zijn volk. Midden in al dat geweld is YHWH de Toevlucht en Sterkte voor Zijn volk.
Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben....... de wereld, de naties, de satan zal ervaren dat God de Almachtige is, die Zijn oogappel bevrijdt, redt en bij hen woont in Sion, Zijn zo begeerde heilige berg. Nu wordt alles schoongeveegd. Vreemden zullen Zijn grondgebied niet meer ontheiligen.
Joël 3:18-21 Op die dag zal het gebeuren dat de bergen van jonge wijn zullen druipen, de heuvels van melk zullen stromen, en alle waterstromen van Juda zullen overlopen van water. Een bron zal uit het huis van de HEERE ontspringen, die het dal van Sittim zal bevochtigen. 19. Egypte zal worden tot een woestenij, Edom zal worden tot een woeste wildernis vanwege het geweld tegen de Judeeërs: in hun land hebben zij onschuldig bloed vergoten. 20. Maar Juda zal voor eeuwig blijven, Jeruzalem van generatie op generatie. 21. Ik zal hun bloed voor onschuldig houden, dat Ik niet voor onschuldig gehouden had. En de HEERE zal wonen in Sion.
Op die dag zal het gebeuren dat de bergen van jonge wijn zullen druipen..... alle waterstromen van Juda zullen overlopen van water.......het Vrederijk is aangebroken! Er is overvloed aan wijn, melk en zuiver stromend water. Alles spreekt van blijvende overvloed en leven. Een land overvloeiende van melk en honing.
Een bron zal uit het huis van de HEERE ontspringen...... Ezechiël 47 beschrijft het stromen van water dat tijdens het millenium ontspringt bij het altaar van de tempel. Zacharia 14:8 spreekt ook over een grote waterstroom vanuit Jeruzalem, die zowel in de Dode Zee als in de Middellandse Zee uitmondt. Het echte levende water dat alle verontreinigde wateren uit het verleden zuivert.
die het dal van Sittim zal bevochtigen......... Het dal van Sittim, een droog woestijngebied bij de Dode Zee wordt de bedding van de levensstroom.
Egypte en Edom blijven een wildernis, vanwege het vergieten van onschuldig bloed van de Judeeërs. Maar Juda zal onschuldig zijn in Gods ogen. Zij zijn het gelovig overblijfsel. God zal voor eeuwig in hun midden wonen.
En de HEERE zal wonen in Sion.
Ida