English & other languages: click here!

Jesaja 64 - Gebed van het overblijfsel


Jesaja is hier weer de woordvoerder in het gebed van het overblijfsel. Men smeekt JAHWEH om Zijn recht over de volken te doen gelden. Er wordt een berouwvolle schuldbelijdenis uitgesproken, gevolgd door een smeekbede om vergeving en herstel. Deze ontroerende smeekbede komt van een volk dat zwaar geleden heeft en dat zich aan Yahweh heeft overgegeven. Ze zien zichzelf als het leem in de hand van de Pottenbakker en noemt God ook in dit hoofdstuk 'Vader'.  Maar het lijkt wel of God blijft zwijgen.


Jesaja 64:1-4 Och, dat U de hemel zou openscheuren, dat U zou neerdalen, dat de bergen voor Uw aangezicht zouden wegsmelten, 2. zoals vuur kreupelhout aansteekt, en vuur het water laat opborrelen, om Uw Naam aan Uw tegenstanders bekend te maken! Laat zo de heidenvolken voor Uw aangezicht sidderen. 3. Toen U ontzagwekkende dingen deed, die wij niet verwachtten, daalde U neer; voor Uw aangezicht smolten de bergen weg. 4. Ja, van oude tijden af heeft men het niet gehoord, men heeft het niet ter ore genomen en geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht.

Och, dat U de hemel zou openscheuren, dat U zou neerdalen....... in onze taal hebben we het  er dan over dat 'de hemel van koper' is. Zoiets lijkt hier ook bedoeld te zijn. Hoort God ons gebed wel, ziet Hij onze nood wel? Waarom niet met één ruk de hemel openscheuren, neerdalen en actie ondernemen? Dit gebed is een vervolg op het gebed in Jesaja 63. Het openscheuren van de hemel houdt vooral een roep om het oordeel in: Openbaring 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. 

dat de bergen voor Uw aangezicht zouden wegsmelten....... met bergen worden in de Bijbel heel vaak geestelijke en politieke machten bedoeld.  De heidenvolken in vers 2 genoemd, zijn zulke bergen. Maar ook als de bergen letterlijk zouden wegsmelten zou dit ook de harten van angst kunnen laten smelten, vooral als het duidelijk is dat dit vanwege Gods aangezicht gebeurt.  Eigenlijk zegt men in allerlei toonaarden: "HEERE, we weten wat U in het verleden voor Uw volk gedaan hebt: U liet vuur uit de hemel neerdalen, maakte een weg door de Rode Zee en de Jordaan; 

U liet de zon stilstaan, u liet de aarde schudden en beven, U verjoeg een leger door hen geluid van strijdwagens te laten horen.

HEERE, doe zulke dingen ook nu!  Laat zo de heidenvolken voor Uw aangezicht sidderen. Zie ook Habakuk 3:6.

wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht........ na deze woorden besluit het volk te wachten op wat Yahweh nu gaat doen. 

Zoals David het uitsprak: "Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd; beschaamd worden zij die zonder reden trouweloos handelen" (Psalm 25:3).

Jesaja 64:5-7 U ontmoet wie zich in U verblijdt, wie gerechtigheid doet, wie op Uw wegen aan U blijven denken. Zie, Ú was zeer toornig, want wij hadden gezondigd. Maar in deze wegen is de eeuwigheid en zouden wij verlost zijn geweest. 6. Echter, wij zijn allen als een onreine, al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed wij allen vallen af als een blad en onze misdaden voeren ons weg als de wind. 7. Er is niemand die Uw Naam aanroept, die zich beijvert om U vast te grijpen, want U verbergt Uw aangezicht voor ons en U doet ons wegkwijnen in de greep van onze ongerechtigheden.

U ontmoet wie zich in U verblijdt, wie gerechtigheid doet......... God zal met Zijn genade en hulp komen tot hen die met vreugde God dienen. Wanneer wij de weg gegaan waren die God ons wees en hadden geleefd volgens Zijn wetten en zo deel hadden gekregen aan Zijn genade, dan waren wij behouden geweest.

Zie, Ú was zeer toornig, want wij hadden gezondigd........ dit is de erkenning van schuld. Het was goed dat God daarover vertoornd was, anders waren ze niet wakker geschud. Want alleen in Gods weg is er eeuwig leven en verlossing.

Echter, wij zijn allen als een onreine, al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed...... de zonde maakt ons onrein, d.w.z. ongeschikt om God te dienen. Dat waarvan we dachten rechtvaardig te handelen berust in wezen op eigen inzicht en werd niet getoetst aan Gods Tora. Het is te vergelijken met een kledingstuk vol vlekken en besmet, zoals beschreven in Leviticus 15. Het 'kleed' is in de Bijbel het symbool van 'toegerekende gerechtigheid' (Jesaja 61:10; Job 29:14; Openbaring 19:7-8).

Wij allen vallen af als een blad en onze misdaden voeren ons weg als de wind...... door de zonde verliest men levenskracht en wordt men onstabiel in het geloof. Meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden (Efeze 4:14).
Er is niemand die Uw Naam aanroept, die zich beijvert om U vast te grijpen...... Zelfs bidden om hulp deden we niet meer.  We voelden ons door God verlaten want U verbergt Uw aangezicht voor ons. Schuldbelijdenis en een verwijt aan God vallen soms samen in het gebed, zoals in Jes. 63:17.

U doet ons wegkwijnen in de greep van onze ongerechtigheden...... toch is dat niet onrechtvaardig. Als gelovigen hun eigen gang gaan en niet om hulp roepen, trekt God zich ook terug.  Maar wel met de bedoeling dat ze inzien dat ze zich moeten bekeren. 

Jesaja 64:8-9 Maar nu, HEERE, U bent onze Vader! Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker: wij zijn allen het werk van Uw handen. 9. HEERE, wees niet al te vertoornd en denk niet voor eeuwig aan de ongerechtigheid. Zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk.

HEERE, U bent onze Vader.........! Alleen in Yershua is God onze Vader. Maar in feite geldt dat voor het Israël van het eerste testament bij voorbaat net zo!  God is voor allen, onder het oude en onder het nieuwe verbond, onze Vader in Yeshua de Messias. Zie de beschrijvng bij Jes. 63:16, waar God ook Vader wordt genoemd.

U bent onze Pottenbakker: wij zijn allen het werk van Uw handen........

Hieruit blijkt overgave aan Yahweh, de God van Israël. Als je als leem in Zijn handen wilt zijn dan betekent het dat je het aan Hem overlaat wat Hij van je maakt. Je zult daar vrede en blijdschap om hebben.

Als je weet dat die Pottenbakker je Vader is, dan weet je dat Hij het goede voor je zoekt, want Hij is een God van gerechtigheid en liefde. Maar een Vader kan ook streng zijn, zoals een Pottenbakker de klei soms hardhandig in een andere vorm moet drukken, wil het een bruikbaar voorwerp zijn. 

HEERE, wees niet al te vertoornd en denk niet voor eeuwig aan de ongerechtigheid.........  het volk begrijpt dat Yahweh boos op hen is geweest, maar het verlangt naar een goede Vader en Zoon relatie. Vergeet alstublieft de ongerechtigheid! 

Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee. Micha 7:19

Zie, aanschouw toch, wij allen zijn Uw volk....... we erkennen dat wij zondaars zijn en Uw oordeel verdienen, maar we zijn nog steeds Uw volk. We pleiten op grond van het Verbond dat U met ons hebt gesloten.

Jesaja 64:10-12 Uw heilige steden zijn een woestijn geworden. Sion is een woestijn geworden, Jeruzalem een woestenij. 11. Ons heilig, luisterrijk huis, waarin onze vaderen U prezen, is met vuur verbrand; alles wat ons dierbaar was, is tot een puinhoop geworden.

Uw heilige steden zijn een woestijn geworden. Sion is een woestijn geworden, Jeruzalem een woestenij....... dit is een groot verdriet voor Gods volk. We lezen dit op verschillende plaatsen: Psalm 79:1; Klaagl. 1:4; Klaagl. 5:18; Micha 3:12. Eén van de vele dieptepunten in de geschiedenis, waarin alles verloren leek. 

Ons heilig, luisterrijk huis, waarin onze vaderen U prezen, is met vuur verbrand....... het gaat hier over de tempel. Dat is wel het belangrijkste in het Joodse denken tot de dag van vandaag. Want ook de tempel die na Jesaja door Ezra werd gebouwd is vernield en verbrand. Bij iedere Joodse bruiloft wordt uit boosheid daarom een glas kapot gegooid. Het betekent: geen vreugde, zonder te denken aan de verwoesting van de tempel. Maar vooral het feit dat er geen offers kunnen worden gebracht voor verzoening van de zonden is heel pijnlijk voor hen die Yeshua (nog) niet kennen.  In deze tekst ligt de focus op het prijzen van God door het voorgeslacht.

In onze tijd verlangt men nog steeds naar een tempel. Het Tempelinstituut in Jeruzalem heeft alle mogelijke voorbereidingen klaar. De tempel kan in een mum van tijd worden gebouwd. Maar we weten dat deze tempel gebruikt zal worden door de antichrist om zich te laten aanbidden (2 Thessalonicenzen 2:3-4). De antichrist wordt door de Joden aanvaard (Joh. 5:43), maar hopelijk gaan dan de ogen open en wordt de bedekking van velen weggenomen. Het zal dan ook het moment zijn dat Koning Yeshua de macht in handen neemt, de antichrist en de satan uitschakelt en de wereld oordeelt. Het Koninkrijk van God breekt aan op aarde!

alles wat ons dierbaar was, is tot een puinhoop geworden.........   Zowel stad als Tempel liggen totaal plat, Israël heeft het bidden om Gods hulp verleerd (vers 7)). Het resultaat is totale wanhoop, waar het volk zonder YAHWEH niet meer uit kan komen.

Jesaja 64:12 HEERE, zou U Zich om al deze dingen inhouden? Zou U zwijgen en ons al te zeer neerdrukken?

De profeet vraagt zich namens het volk biddend af of God zich nog langer afzijdig kan houden. Moet YAHWEH niet ingrijpen vanwege al deze verwoestingen? Waarom zwijgt U nog? Waarom drukt U hen zo diep neer? Jesaja bidt zoals Mozes eens deed voor het volk. Het gaat toch om de eer en de Naam van YAHWEH?  Zoals Mozes bad ..... (Jesaja 63:12-15). Waarom zouden de heidenen zeggen dat God Zijn volk in de steek heeft gelaten en Zijn zegen aan de  vijand heeft gegeven?  

Ida