English & other languages: click here!
Parasha Naso
De parasha begint met de voltooiing van de volkstelling die Mozes begon in parasha de laatste week (Bamidbar).
Hier, zegt God Mozes om de Levieten in de leeftijd van 30 tot 50 te tellen, omdat zij degenen zijn die de dienst van de uitvoering van de onderdelen van de tabernakel moeten doen. Hij telt in totaal 8580 mensen.
De familie van Gerson draagt de gordijnen, de tabernakel de bekledingen en de schermen voor de voorhof. De familie van Merari draagt de planken en pilaren van de wanden en de familie van Kehat draagt al de voorwerpen.
We lezen ook over een nazireeër - iemand die extra heilig wil zijn en er mee instemt bepaalde dingen te laten ook al zijn ze toegestaan. De nazireeër mag zijn haar niet knippen, geen wijn of druivensap drinken en zich niet verontreinigen door contact met een overledene.
Vervolgens vertelt God Mozes over een speciaal gebod dat Aäron en zijn zonen moeten nakomen: het volk van Israël te zegenen. Dit is de bekende Aäronitische priesterzegen (Numeri 62-27).
Het laatste wat de parasha ons vertelt is over hoe elke leider van een stam een offer brengt voor de inwijding van het altaar. Het offer gebracht door elk van hen is precies hetzelfde, maar de Tora herhaalt elk offer om te laten zien dat God elk aanbod als speciaal waardeert.
PARASHA נָשֹׂא NASO
(= neem het getal op)
Numeri 4:21 - 7:89
Richteren 13:2- 25
Johannes 12 20 - 36
Numeri 4:22
Neem ook het aantal (נָשֹׂא naso) van de nakomelingen van Gerson op, ingedeeld naar hun families en naar hun geslachten.