Parasha Korach


Korte samenvatting van de parasha Korach.

Korach was een Leviet en twistte met Aäron wie de werkelijke kohanim (priesters) mochten zijn. Als Leviet was hij vanzelfsprekend familie van Aäron. Korach was met nog 3 mannen, namelijk Dathan en Abiram en On samengekomen, evenals 250 oversten uit het volk. Dit waren dus leiders. God zei tegen Mozes dat er bij elke stam een staf van de leider genomen moest worden. Voor de stam Levi was Aäron de leider. De staven moesten worden weggelegd in de tent van samenkomst. Vervolgens kwam de staf van Aäron in bloei en droeg zelfs amandelen. Dit wonder was een teken dat God Aäron had uitverkozen. .

De zonde van Korach was dat hij Mozes niet vertrouwde en zichzelf de functie van hogepriester wilde toe-eigenen. In Num. 16:5,  staat: dat de HEERE bekend zal maken wie van Hem is, en wie de heilige is die Hij in Zijn nabijheid zal laten komen. Wie Hij kiest, zal Hij in Zijn nabijheid laten komen.’’ Aäron werd in zijn aangevochten positie door God bevestigd en God voltrok een oordeel over Korach en zijn medestanders.

De lezing uit de haftara (profeten uit OT) sluit aan op het Toragedeelte over Korach. In Numeri 16:30 staat dat het volk YHWH had VERWORPEN. Na de confrontatie tussen Mozes en Korach en zijn aanhangers schreeuwde Mozes in Num. 16:15 zijn verontwaardiging uit naar YHWH. In de geschiedenis van de aanstelling van Saul als koning, was Samuël ontstemd omdat het volk een koning wilde hebben zoals de omringende volken.   Samuel 8: 6-7 want zij hebben ú niet VERWORPEN, maar Míj hebben zij VERWORPEN, dat Ik geen Koning over hen zou zijn. In 1 Sam. 12:3 zegt Samuel tot God dat hij geen ezel of iets anders van het volk heeft afgenomen. Hetzelfde wat Mozes ook het volk voor de voeten werpt in Numeri 16:15.

In de Brit Chadasha (NT) gaat het over Ananias en Saffira die de Heilige Geest bedriegen en met een deel van het bedrag komen waarvan ze gezegd hadden dat ze alles gaven. Ook zij werden, net als Korach c.s., door God gedood.


Parasha KORACH -  קֹרַח

Numeri 16:1 – 18:32

1 Samuël 11:14 – 12:22

Handelingen 5:1-11

Parasha KORACH -  קֹרַח

NUMERI - BEMIDBAR  -בְּמִדְבַּר

Num.16:1 Korach  קֹרַח nu, de zoon van Jizhar, zoon van Kahath, zoon van Levi, nam zowel Dathan en Abiram, zonen van Eliab, als On, de zoon van Peleth, nakomelingen van Ruben, met zich mee.