Ga naar hoofdstuk: inleiding/index - 1/2  -3/4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9/10 - 11/12 - 13 -13/14 - 14/15 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19  - 20a - 20/22

22-25 - 23/24 - 25 - 25-30 - 26 -  27 - 28/29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35/36  

English & other languages: click here!

Numeri 27 de dochters van Zelafead

De dochters van Zelafead

De dochters van Zelafead, met de namen Machla, Noa, Hogla, Milka en Tirza gingen naar Mozes en Aäron voor de ingang van de tabernakel. Ze hadden gehoord hoe het land in Israël onder de stammen verdeeld werd. Zij en hun vader behoorden tot de stam Manasse. Maar vader leefde niet meer en ze hadden geen broers. Zo zou het erfdeel van hun vader verloren gaan. Mozes raadpleegde JAHWEH om hierin een juiste beslissing te kunnen nemen.

 

‘De dochters van Zelafead hebben gelijk’. Dat was een uitspraak van JAHWEH. God rekent niet alleen met mannen, Zijn liefde en rechtvaardigheid gaat ook naar vrouwen uit. Vrouwen mogen ook opkomen voor recht en gerechtigheid. God zag de harten aan van deze dochters. Het ging hun niet om rijkdom of aanzien, het was geen uiting van rebellie, maar het ging hen er  om de naam van hun vader te eren. En dat was geheel in lijn met de geboden van God.

 

Dochters van Job: Jemima (= 'duifje'), Kezia (= 'kaneelbloesem') en  Kerenhappuch (= 'oogschaduw').

Job, leefde ver voor de tijd waarin de dochters van Zelafead leefden (in de tijd van Abraham). Job, die alles met JAHWEH besprak, werd na zijn beproeving rijk gezegend door God.  Hij kreeg zeven zonen en  drie dochters. De namen van de zonen worden niet genoemd, wel die van de drie dochters. En dan wordt er gezegd dat er in het hele land niet zulke mooie vrouwen gevonden werden als Jobs dochters en……..  dat Job hun een erfdeel gaf onder hun broers (Job 42: 15).

 

Achsa

In Richteren 1 wordt het verhaal verteld over de richter Othniël die Achsa tot vrouw kreeg. Achsa kreeg van haar vader een stuk grond mee, dat dor en onvruchtbaar was. Maar Achsa nam daar terecht geen genoegen mee. We lezen in vers 15:

Daarop zei zij (Achsa)  tegen haar vader: Geef mij een zegen. Omdat u mij een dor stuk land gegeven hebt, geef mij dan ook waterbronnen. Toen gaf Kaleb (haar vader) haar hooggelegen bronnen en laaggelegen bronnen.

 

De dochter Sions

Psalm 74:2 Gedenk uw gemeente, die Gij van ouds hebt verworven, die Gij verlost hebt als de stam van uw erfdeel, de berg Sion, waarop Gij uw woning hebt gevestigd.

 

Machla, Noa, Hogla, Milka en Tirza

De voorwaarde voor Machla, Noa, Hogla, Milka en Tirza om hun erfdeel te behouden was, dat zij binnen hun stam Manasse zouden moeten trouwen. De huwelijkskeuze in Israël was aan regels gebonden. Anders dan in onze samenleving waar de slogan heerst: “volg je hart”. Maar ons hart is niet altijd betrouwbaar sinds de zondeval.  Onze keuzes zullen in overeenstemming met de wil van “onze Vader” moeten zijn. Als het goed is willen we dat ook niet anders, net zoals de dochters van Zelafead dat niet anders wilden. De “stam” waarin onze huwelijken moeten plaatsvinden is “het Koninkrijk van God” om onze hemelse Vader te eren en een heenwijzing te zijn naar de bruiloft van het Lam:

 

Openbaring 19: 6 En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden.

7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, Matt. 22:2; Luk. 14:16want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.

8 En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.

9 En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.


Ida