English & other languages: click here!

Parasha Emor - index


PARASHA EMOR

EMOR = ZEG

Leviticus 21:1-24:23

Ezechiël 44:15-31;

Lukas 14:12-24

Leviticus 21:1 De HEERE zei (אמֶר emor) tegen Mozes: Spreek tot de priesters, de zonen van Aäron, en zeg tegen hen: Een priester mag zichzelf niet verontreinigen met een dode onder zijn volksgenoten,


Korte omschrijving...

Parasha Emor begint met God die de priesters waarschuwt om de offers niet te verontreinigen. Er worden gedetailleerde instructies gegeven voor de omstandigheden waaronder een priester onrein is en niet van de offers kan eten. Dat wordt gevolgd door instructies over wie van die offers mag eten en details over wat een dier zou diskwalificeren om als offer gebracht te worden. Het gedeelte begint en eindigt met God die Zijn heiligheid benadrukt, en de noodzaak voor Zijn volk om heilig te zijn.

Een offerdier mocht geen onvolmaaktheden hebben. Dus de priester mocht die evenmin hebben. 

God vervolgt in Leviticus 23 met een gedetailleerde opsomming van de vastgestelde tijden (מוֹעֲדֵ֣י יי). Je zou dit ook kunnen noemen 'De afgesproken tijden van de Heer". In deze jaarlijkse cyclus is er opnieuw aandacht voor het aspect “heilig” (קֹדֶשׁ).  We moeten behalve het hebben van heilige levens, ook verbonden te zijn met Gods kalender van heilige dagen.

De parasha eindigt met het geven van bevelen over de lamp en het brood in de Tabernakel en vervolgens het geven van een voorbeeld van iemand die heilige dingen niet serieus nam. De man die Gods naam lasterde en vervloekte, werd gedood en er werden verdere instructies gegeven voor de doodstraf.

 Hoofstukken:

21 wetten voor de priesters

22 eisen aan de priesters

23 mo’adiem

24 Menora toonbroden