To translate this page into different languages, click here!
Leviticus: het hart van de Tora
We hebben inmiddels het boek Exodus afgesloten en gaan ons nu bezig houden met Leviticus. Het Hebreeuwse woord voor Leviticus is WaYiqra, dat betekent "En YHWH riep". Dat zijn de eerste woorden van dit boek. Leviticus 1:1 De HEERE riep Mozes en sprak tot hem vanuit de tent van ontmoeting:
Andere keren lazen we dat God IN de ontmoetingstent met Mozes sprak, maar dat de wolkkolom bij de ingang bleef staan. (Exodus 33:9)
Na de zonde met het gouden kalf was de ontmoetingstent buiten de legerplaats. Door het middelaarschap van Mozes waren de opstandige personen gestraft en de zonden vergeven. Tijdens de bouw van de Tabernakel was er een geweldige gezindheid onder het volk om God’s instructies gewillig uit te voeren.
Het leert ons dat we geen deel kunnen hebben aan de heerlijkheid van YHWH zonder ons aan Zijn geboden te onderwerpen. Als we rebels zijn en onze eigen weg willen bepalen, of trouw willen blijven aan de weg die onze kerk of organisatie ons wijst, dan zal Yeshua voor ons niet de weg tot de Vader zijn. Bij de zonde met het gouden kalf waren 3.000 volksgenoten door het oordeel omgekomen. Maar het overblijfsel van de Israëlieten had geleerd dat ze in Gods wegen moesten gaan.
Vanuit het laatste hoofdstuk van Exodus (40:34, 35) begrijpen we waarom Gods ontmoeting met Mozes nu anders ging.
Exodus 40:34,35 Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel, ZODAT MOZES DE TENT VAN ONTMOETING NIET KON BINNENGAAN, omdat de wolk daarop bleef en de heerlijkheid van de HEERE de tabernakel vervulde.
Dit was het moment dat God ook werkelijk tabernakelde in de Tabernakel. Mozes kon er niet meer zomaar naar binnengaan. In de hoofdstukken 1 t.m. 7 van Leviticus gaf God nog allerlei instructies zodat men wist hoe de verschillende offers moesten worden gebracht. Daarna werden Aäron en zijn zonen gewassen, gereinigd en aangekleed met hun priestergewaden en zo gewijd aan hun verzoeningsdienst in de Tabernakel. Dat is te lezen in Leviticus 8. We hebben er onlangs ook over gelezen in de studie van Exodus 39 en 40.
In onderstaand schema zien we een chiastische opstelling van al die offers in de komende hoofdstukken. We zien dan ook in de centrale as dat het met de offers om de verzoening gaat:
Leviticus 1:2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Wanneer iemand van u de HEERE een offergave wil aanbieden, moet u uw offergave aanbieden van het vee, van de runderen en van het kleinvee.
Als we de offers niet begrijpen beseffen we ook niet de waarde van het offer van Yeshua, voor de zonde die we gedaan hebben, maar ook wat Zijn offer blijvend voor ons betekent. Er was door God een doodvonnis uitgesproken tegen de mens: als hij zou zondigen zou hij sterven. Het is een wetmatigheid die de heilige God vanuit Zijn wezen bij Zijn schepping heeft ingesteld: zonde brengt de dood voort. Zijn heiligheid kan geen zonde in de nabijheid verdragen. Daarom moest er een onschuldig dier in de plaats van de zondaar sterven. Dat ligt ten grondslag aan de tekst van Leviticus 1:2.
In een studie van Ardelle las ik dat er een bijzonder ongebruikelijke grammaticale opbouw in de Hebreeuwse grondtekst is, waardoor je de tekst ook zo kunt lezen: “iedereen van u wanneer hij aanbiedt een gave van u .......” Die toevoeging "van u" houdt in dat de offeraar zichzelf aan God aanbiedt.
Na de zonde met het gouden kalf was de ontmoetingstent buiten de legerplaats. Door het middelaarschap van Mozes waren de opstandige personen gestraft en de zonden vergeven. Tijdens de bouw van de Tabernakel was er een geweldige gezindheid onder het volk om God’s instructies gewillig uit te voeren.
Als we tegen Gods geboden gezondigd hebben kan Yeshua verzoening voor ons bewerken, zoals Mozes dat als middelaar deed voor het volk, en zoals de centrale as in bovenstaand schema laat zien: de priesters. Zowel Mozes als de priesters beeldden het verzoenende werk uit dat werkelijkheid werd door Yeshua, het smetteloze offerlam.
Leviticus
Leviticus is het middelste boek van de Tora, maar ook het hart van de Tora. De offerdienst, de dienst van verzoening staat hierin centraal. Een mensenleven dat aan zijn doel beantwoordt kan alleen tot dat doel komen in gemeenschap met de Almachtige YHWH.
In Leviticus krijgen we inzicht in het doel van het brengen van offers. Het verschil tussen de Heilige God en de zondige mens is ontzagwekkend groot. Als we zonder meer God zouden ontmoeten zouden we sterven. Je kunt het enigszins vergelijken met een bezoek aan een kerncentrale. Daar kun je niet zo maar binnenstappen. Je moet toestemming hebben, voorbereidende, beschermende kleding dragen en je precies aan de instructies houden, anders betekent het je dood.
Zo is het ook als wij in de tegenwoordigheid van God zouden komen. We zijn zo gewend om te zeggen dat we dat in de Naam van Yeshua/Jezus kunnen doen, en dat is ook een groot voorrecht. Maar beseffen we wel wat dat betekent? Zijn we echt één met Yeshua? Hebben we ons leven helemaal aan Hem overgegeven? De Naam van Yeshua is geen formule zonder inhoud. Dat kunnen we leren van de offerdienst in de tabernakel. Het Hebreeuwse woord voor offer is קִרְבָה qorban. Yeshua gebruikt dat woord bijvoorbeeld in Markus 7:11. Dit woord “qorban” is afgeleid van het werkwoord קָרַב “qarav” dat volgens het woordenboek betekent: naderen, nabij komen, dichtbij komen. Het offer was een soort toegangsbewijs om God te benaderen. Maar dan moest je eerst schoon, heilig zijn, anders zou het je dood betekenen.
Er waren verschillende offers. Zie het schema ervan. (Schema in Engelse taal) Dat schema vind ik erg nuttig om uit te printen en het tijdens de studie van Leviticus bij de hand te hebben. Zo leer je de bedoeling van de verschillende offers beter kennen.
Er zijn offers waarmee je een zonde beleed, offers waarmee je je wilde toewijden aan God, offers waarmee je God wilde danken. Bij een aantal offers ging het hele offerdier in vlammen op, maar er waren ook offers die men samen at. Een bekend voorbeeld van zo'n gezamenlijke offermaaltijd is het Pesach-lam, waarvan men tijdens de sedermaaltijd at, maar een deel ervan was voor God. Het bloed van de offers moest dan gesprenkeld worden onder aan het altaar. Want zegt de Bijbel:
“zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving”. Hebr. 9:22.
De offers waren “een lieflijke reuk voor de HEERE”. Maar dit heeft niets te maken met een zinnelijk genoegen, alsof God plezier heeft aan de bakgeur van vlees. Het betekent dat de Vader vreugde beleeft aan een kind dat van harte verzoend met Hem wil zijn, die heilig wil zijn om bij God te komen. Dan is er relatie mogelijk. De “lieflijke reuk” beeldt de vreugde uit van de Vader die de verloren zoon ziet komen in zijn haveloze plunje.
In Efeze 5:2 wordt deze uitdrukking – een aangename geur voor God – gebruikt voor het offer van Yeshua aan het kruis:
Efeze 5:2 en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God.
Als wij ons leven wijden aan God, ongeacht de consequenties, is dat een offer waaraan God een welbehagen heeft, omdat wij dan een aangename geur VAN CHRISTUS voor Hem zijn. 2 Korinthe 2:15,16.
Maar hoe komt het nu dat God soms Zijn afkeer van de offers uitspreekt? Hij had toch zelf opgedragen om die offers te brengen?
Dit lag aan het feit dat de mensen de offers tot een lege gewoonte maakten. Ze beseften niet meer hun zondigheid die niet kan bestaan bij een heilige God. Het was een religieuze gewoonte geworden, zoals we ook in onze tijd zoveel religieuze gewoontes zien. Er werden zelfs offerdieren aangeboden die niet aan de eisen voldeden, maar die men toch wel kwijt wilde. En ondertussen leefde men alsof God geen geboden had gegeven.
“Maar nu hebben we Jezus” hoor ik al zeggen. Ja, gelukkig wel. We hoeven niet met offerdieren te komen, want Yeshua heeft het enige volmaakte offer gebracht. Hij is nu de Hogepriester in het Hemelse Heiligdom. De dienst van de verzoening vindt daar plaats. Wat er in de tabernakel en de tempel gebeurde was een plaatje van de eigenlijke verzoeningsdienst. Bedenk goed hoe we met dit voorrecht omgaan. Ook in het Nieuwe Testament mogen we van het offer van Yeshua gebruik maken als we de heiligheid van God voor ogen houden en niet blijven hangen in zondige gewoontes.
1 Petrus 1: 15 en 16 Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: WEES HEILIG, WANT IK BEN HEILIG.
Ida