English & other languages: click here!

Parasha Chajjé Sarah - index


De titel van de parasha is het 'leven van Sarah', maar het begint met haar sterven. Toch speelde haar leven nog steeds een rol in het vervolg.

In dit Bijbelgedeelte lezen we de opdracht die Abraham aan zijn knecht Eliëzer geeft, om een vrouw voor zijn zoon Izaäk te zoeken. Sara was intussen overleden en Abraham en Izaäk misten haar enorm. Eliëzer werd naar Mesopotamië gestuurd, naar de familie van Abraham en Sara.  Volgens Genesis 12:11 was Sara een heel mooie vrouw, een nakomelinge van Nahor, Abraham’s broer. Eliëzer vroeg God om een teken, om  er zeker van te zijn dat hij voor Izaäk de juiste bruid zou vinden. Het meisje, dat bij een put zou staan om het vee te laten drinken, moest spontaan de kruik van haar schouder afnemen om de vreemde man te drinken te geven (Genesis 24:10-27). En zo gebeurde het. God maakte de taak van de dienaar van Abraham voorspoedig. Het meisje gaf blijk van zorgzaamheid en gastvrijheid, evenals Abraham en Izaäk dat van Sara gewend waren. Gastvrijheid was de voorwaarde waaraan Rebekka moest voldoen om als bruid voor Izaak gekozen te worden.

Abraham zelf was ook gastvrij, toen er drie mannen (engelen) voor de ingang van de tent stonden (Genesis 18:2-8). Het bewuste meisje, Rebekka (Hebreeuws Rivka) stemde erin toe om de bruid van Izaäk te worden. De familie liet haar meegaan en gaf haar een zegen mee, die ze ongetwijfeld heel goed heeft begrepen:
Zuster van ons, word tot duizenden van tienduizenden, en laat jouw nageslacht in bezit krijgen de poort van zijn vijanden (Genesis 24:60).

Rebekka treedt in de voetsporen en het geloof van Abraham, die ook zijn familie en land verliet om naar het Beloofd Land te gaan waar zijn nakomelingen een menigte zouden worden. Ook zij vertrekt naar een land dat ze nog nooit gezien heeft, zodat ze haar Goddelijke bestemming kan vervullen. Abrahams neef Lot deed dat niet. Hij koos voor vruchtbaar land in een goddeloze omgeving (Genesis 13:10-13).

Toen de kamelen met Rebekka de plek bereikten waar Izaäk zich bevond, troffen ze hem aan in een mijmerend gebed, alleen in het veld. Deze gebeden hadden waarschijnlijk betrekking op de vrouw die God voor hem bestemd had. Toen hij zijn ogen open deed zag hij de kamelen komen. Zijn gebed werd ter plekke verhoord. Hij liep er naar toe. Rebekka, gleed van de kameel, sluierde haar gezicht. Izaäk bracht haar in de tent van zijn moeder en trouwde direct met haar.

De belofte dat Abraham's zaad een machtige natie zou worden, gold alleen via Izaäk (Gen. 21:12). Daarom stuurde Abraham de zonen die hij bij Ketura had, bij zijn zoon Izaäk vandaan in oostelijke richting, naar het Oosterland. (Genesis 25:1-6).

Waarom is de geschiedenis uit 2 Koningen 4 gekoppeld aan het Toragedeelte?
We lezen daar over de vrouw uit Sunem, die Elisa altijd gastvrij ontving en zelfs een kamer voor hem had ingericht waar hij tijdens zijn reizen kon overnachten. Deze vrouw was dus gastvrij, maar ook onvruchtbaar, zoals Sara, en ze had ook een oude man, zoals Abraham (Gen.24:1). Ze kreeg echter op de belofte van Elisa een zoon. Net als Abraham en Sara moest zij haar zoon, waarop ze zo verlangend gewacht had, door de dood afstaan. Abraham moest de beloofde zoon offeren en de vrouw uit Sunem verloor haar zoon, waarschijnlijk door  een zonnesteek. Beide ouders kregen hun zoon op een wonderlijke manier levend terug, want ook Abraham kreeg hem als het ware uit de dood terug. Lees Hebreeën 11:8-19.

Deze hele geschiedenis in Genesis 24 heeft een belangrijke profetische betekenis.

Abraham is hier het beeld van God, die een bruid voor Zijn Zoon verlangt. Hij stuurt zijn dienaar, die de Heilige Geest uitbeeldt, die geschenken meebrengt voor de bruid (Psalm 68:19 – Rom. 8:32 – 1 Kor. 12:11 – Gal. 5:22). In Genesis 24:34-49, getuigt Eliëzer over zijn meester! Hij vertelt Rivka (en haar familieleden) over Izaäk en het feit dat hij daar is om een bruid te vinden voor hem.

Johannes 15:26 Maar wanneer de Trooster (de dienaar van Abraham ) is gekomen, Die Ik u (de familie van Abraham) zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader (Abraham) uitgaat, zal Die over Mij (Izaäk) getuigen.

(tussen haakjes degenen op aarde die Gods heilsplan uitbeeldden).


Chajjé Sarah - חַיֵּי שָׂרָה

= het leven van Sarah

Genesis 23:1 - 25:18

1 Koningen 1 : 1-31

Mattheüs 1: 1-17

Chajjé Sarah - חַיֵּי שָׂרָה

= het leven van Sarah

Bereshit/Genesis 23:1  Sara leefde honderdzevenentwintig jaar; dat waren de levensjaren van Sara  . חַיֵּי שָׂרָה 

chai  חַי  = leven
Sarah =  שָׂרָה


TORA

HAFTARA (Profeten)

EXTRA

B'RIT CHADASHA (N.T.)