To translate this website in different languages click here.
Genesis 41 - De Farao droomt
De Farao kreeg dromen die hem onrustig en angstig maakten. Hij begreep dat dit geen “gewone” dromen waren en raadpleegde zijn magiërs en wijzen, die geen bevredigende verklaring ervoor konden geven. Gelukkig herinnerde de schenker zich toen hoe Jozef hem in de gevangenis zijn droom had uitgelegd en dat die uitleg ook inderdaad was uitgekomen. Zo kwam Jozef uiteindelijk uit de gevangenis en kreeg hij gaandeweg de positie die God voor hem bedoeld had. Ook voor Jozef begonnen de profetische dromen werkelijkheid te worden. In psalm 105 wordt dit belangrijke verhaal bezongen:
Psalm 105:16-22 Hij riep een hongersnood over het land af, Hij liet het volledig aan brood ontbreken. 17 Hij zond een man voor hen uit: Jozef werd als slaaf verkocht. 18 Men drukte zijn voeten vast in de boeien, hijzelf kwam in de ijzers. 19 Tot de tijd dat Zijn woord uitkwam, heeft de belofte van de HEERE hem gelouterd. 20 De koning stuurde boden en liet hem vrij, de heerser van de volken liet hem los. 21 Hij stelde hem aan tot heer over zijn huis, tot heerser over al zijn bezit, 22 om zijn vorsten zijn wil op te leggen en zijn oudsten wijsheid te leren.
In psalm 105 zien we dat die moeilijke omstandigheden voor Jozef dienden om hem te louteren. Jozef hield zich vast aan de belofte die in een droom aan hem was bekend gemaakt. De psalm noemt die droom een “belofte”. Maar nu is de tijd van loutering voorbij. De vernedering maakt plaats voor verhoging.
Ook dit is weer een voorafschaduwing van Yeshua. In Filippenzen 2 lezen we over zijn vernedering en gehoorzaamheid tot de kruisdood. Maar in vers 9 staat dan: “Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam.”
De koeien die de Farao in zijn droom zag kwamen uit de Nijl. In Egypte was de vruchtbaarheid te danken aan de Nijl en daarom werd de Nijl ook aanbeden en verafgood. De vette koeien beeldden een zevenjarige overvloed uit en de magere koeien zeven jaren van hongersnood die daarop zouden volgen. En God liet daarbij weten dat dit met haast in vervulling zou gaan.
Hetzelfde beeld kwam tot uiting in de zeven aren. Jozef liet volgens vers 16 duidelijk weten dat hij niet de “kunst verstond” van het uitleggen van dromen, maar dat de boodschap van God kwam: “Het is niet aan mij, maar God zal antwoorden wat het welzijn van de farao dient.”
Ook hier zien we weer de Bijbelse waarheid:
Voorzeker, Adonai YHWH doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten.
Dat komt ook overeen met de centrale as van dit Bijbelgedeelte.
Dat “welzijn van de Farao” waarover Jozef sprak, behelsde niet alleen de uitleg van de droom, maar ook de aanwijzingen om de ramp die over het land zou komen het hoofd te bieden.
God bereidde een plaats waar zijn volk Israël kon overleven en Jozef mocht daarin een koninklijk sleutelfiguur zijn. Zo heeft Yeshua een plaats voorbereid waar Zijn volk zal ontkomen aan de rampen die plaatsvinden in de eindfase van deze bedeling.
Openbaring 12:14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang.
Obadja 1: 17 Maar op de berg Sion zal ontkoming zijn: die zal een heilige plaats zijn; zij die van het huis van Jakob zijn, zullen hun bezittingen weer in bezit nemen.
En dat gedeelte eindigt met: “en het koningschap zal van Yahweh zijn.” (Obadja 1:21)
HONGER
Het is duidelijk dat Jozef een bijzonder bekwaam bestuurder was. Dat bleek al toen hij bij Potifar in dienst was en zelfs in de gevangenis werden de verantwoordelijke taken aan hem overgelaten. God had hem gaven gegeven om datgene tot stand te brengen wat in Zijn plan paste. Maar wat vooral een rol speelde is dat God met Jozef was. Tijdens zijn verblijf in het huis van Potifar lezen we: “dat de HEERE het huis van de Egyptenaar omwille van Jozef zegende. Ja, de zegen van de HEERE rustte op alles wat hij bezat, zowel in het huis als op het land.” (Gen. 39:5) En toen hij in de gevangenis verbleef werd liet de HEERE alles wat Jozef deed, voorspoedig verlopen. (Gen. 39:23). Zoiets blijft niet onopgemerkt. Voeg daarbij dat God hem gebruikte om dromen uit te leggen en een oplossing voor de komende hongersnood aan te dragen, dan zien we hoe God bij machte is een mens tot ontplooiing te brengen. Maar dat is wel tot stand gekomen door loutering, pijn, diepe beproeving en verdriet.
Jozef had een bijzondere roeping, waarin hij het beeld van Yeshua vertoonde. Hij mocht tot zegen zijn voor zijn familie, maar ook voor Egypte, en veel andere landen. In sommige vertalingen wordt zelfs over honger in “de hele wereld” gesproken.
Jozef had in Egypte een nieuwe naam gekregen: Zafnath Paäneah. Ik heb gelezen dat de betekenis daarvan is “voedsel/brood man van Leven” maar ook: “hij die verborgenheden openbaart”. Dat is dan ook een profetische betekenis, die naar Yeshua verwijst, die zegt “Ik ben het brood des Levens”. Johannes 6:48
In vers 55 staat dat de Farao tegen alle Egyptenaren zegt: “Ga naar Jozef, en doe wat hij u zegt!” Dat doet ons denken aan Maria die op de bruiloft te Kana tegen de bedienden zei: “Wat Hij (Yeshua) ook tegen u zal zeggen, doe het.”
In de studie van “Ardelle” las ik een waardevolle raad. Want ook bij ons is zich een enorme hongersnood aan het ontwikkelen. Ik loop al heel wat jaren mee en ik merk dat de Bijbelkennis van gelovigen in deze tijd schrikbarend is teruggelopen. De profeet Amos spreekt ook over een hongersnood die op komst is: een hongersnood naar Gods Woord. En wat hebben we dat Woord van God nodig om stand te houden tegen allerlei schriftvervalsingen die de ronde doen. Tegen uitleggingen van het Woord, die niet van de Heilige Geest komen, maar uit de mens zelf. Tegen de aanvallen en verleidingen van de satan. Het Woord van God moet gelovig, biddend gelezen en bestudeerd worden. Het is heel gevaarlijk om je alleen door boeken, sprekers, leiders en internet te laten beïnvloeden en de Bijbel zelf niet te lezen.
Amos 8: 11 Zie, er komen dagen, spreekt de Heere HEERE, dat Ik honger in het land zal zenden; geen honger naar brood, geen dorst naar water, maar om de woorden van de HEERE te horen.
Ardelle schrijft dan in deze trant: Deze hongersnood betreft niet brood of water, maar horen…. shema (שָׁמַע)… de woorden van YHWH. Dit “shema” betekent “horen” en “gehoorzamen”! De mensen zullen het overal zoeken, bij de goeroes in India, bij Amerikaanse tv-predikers, bij allerlei sprekers. Maar Amos zegt ook: ….. maar zij zullen het niet vinden. (Amos 8:12)
Wij moeten allen leren om zo goed mogelijk van onze tijd gebruik te maken in onze “overvloed”, voor zover we daar nog van kunnen spreken. De tijd dat de meeste gelovigen het Woord van God nog als onwrikbaar fundament als basis namen is al lang voorbij. De kerkgebouwen mogen van de overheid vrijwel niet gebruikt worden. Er was al leegstand en deze gebouwen krijgen tegenwoordig een andere bestemming. De komende hongersnood is een feit, maar onze taak is ons nog meer vast te klampen aan God en Zijn Woord, om met het lijden om te gaan dat waarschijnlijk te wijten zal zijn aan het onvermogen, – of wat erger is: de onwil en nalatigheid(!!) - van mensen om rechtstreeks te luisteren naar Gods Woord en het te bewaren in het hart.
Ida