To translate this website in different languages click here.

Genesis 29 en Genesis 30

Hoofdstuk 29 begint te vertellen dat Jacob zijn reis vervolgde naar “het land van de mensen van het oosten”.  We weten dat Haran in Mesopotamië oftewel in Aram lag, het tegenwoordige Syrië. Dat werd ook “het oosten” genoemd, zie bijv. Jesaja 9:11.  Ten opzichte van Bersheba, waar hij vandaan kwam, kun je  beter van het “noord oosten” spreken.

Voordat hij Bethel verliet richtte Jacob een steen op ter herinnering aan de ontmoeting met God die hij daar had beleefd en goot er olie op. God had hem moed en vertrouwen gegeven om verder te gaan.

De beweegreden was niet, zoals vaak uitgelegd, het stellen van een voorwaarde aan God. Het woord "als" betekent ook "wanneer". Hij had nog niets om te geven of te bouwen.   De Bijbel noemt het een "gelofte". Een gelofte is een uiting van dankbaarheid.  Zoals Psalm 66 dat verwoordt:       

Psalm 66:13-14

Ik zal met brandoffers Uw huis binnengaan;
ik zal aan U mijn geloften nakomen,
die mijn lippen hebben geuit
en mijn mond heeft uitgesproken in mijn nood.

Bij aankomst ziet Jacob een waterput, afgedekt met een grote steen en drie kuddes kleinvee eromheen, die wachtten  om te kunnen drinken. De kuddes met hun herders moesten op elkaar wachten. Pas als ze allemaal aanwezig waren zou de stenen deksel van de put gehaald worden. Jacob maakte een praatje met de mannen die daar aanwezig waren en hij vroeg hen of ze zijn Oom Laban ook kenden.  Op dat moment kwam Rachel, de dochter van Laban (en dus de nicht van Jacob) er aan met het kleinvee dat ze onder haar hoede had.  Op dat moment haalde Jacob de zware steen van de put af en begroette Rachel hartelijk met een kus.  Toen ontlaadde de spanning in Jacob en hij huilde hartstochtelijk. Het was dezelfde put waar Eliëzer zijn moeder had ontmoet.  Hier was hij bij familie. Hij had zelf niets aan te bieden, hij had niets anders dan de zegen van God en zijn eerstgeboorterecht.  Maar in hoeverre besefte deze familie dat de zegen van de Here iemand rijk maakt? (Spreuken 10:22)

Intussen was Rachel naar huis gegaan en lichtte haar vader Laban in over de komst van neef Jacob, die hem graag in de familiekring accepteerde.  Jacob werkte mee in de veehouderij en na een maand zei Laban: “je hoeft niet voor niets te werken hoor! Zeg maar wat je wilt verdienen.”  Een mooi aanbod,  wat in de loop van de tijd niet zo loyaal is gebleven.

 Intussen was Jacob verliefd geworden op dochter Rachel, waarvan de Bijbel zegt dat ze mooi van gestalte was en knap om te zien. Zeven jaar werken voor haar vader, was een mooie bruidsschat om Rachel als vrouw te verwerven.

Dat was dus afgesproken.  Die zeven jaar had Jacob er graag voor over, en ze waren voor zijn gevoel zo om. Toen kon het bruiloftsfeest worden voorbereid. 

Ja, en dan gebeurt er iets wat hem zeker aan het denken heeft gezet. Voordat hij het in de gaten heeft deelt hij het huwelijksbed met Lea, in plaats van Rachel.  Een gemene truc van oom Laban, maar één die hem bepaalt bij zijn eigen handelen. Ook hier vindt bewust een bedrieglijke persoonsverwisseling plaats, omdat een ander voor dit doel in aanmerking moest komen. Dit voorval bepaalt ons bij wat Yeshua later zei:  “Met de maat waarmee u meet, zal er bij u gemeten worden.” Markus 4:24. Het was ongetwijfeld een pijnlijke les voor Jacob.  Tegelijk weten we dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. Romeinen 8:28.

Jacob moest nog eens zeven jaar werken voor Rachel die hij direct na de bruiloftsweek ook tot vrouw kreeg. Nu bepaalde Laban de voorwaarden.  Van Lea zegt de Schrift dat zij “fletse ogen” had. (Genesis 29:17) Karen Strijker, die Hebreeuws doceert,  zegt daar het volgende van:
“De geschiedenis van Lea met de tedere ogen (teder: rakh רך) en van Rachel, die mooi is van top tot teen, kennen we allemaal door en door. In veel van onze vertalingen staat dat Lea fletse ogen zou hebben, maar het woord teder springt in het Hebreeuws naar voren. Ogen zeggen iets over de ziel. Jeshua zegt dit ook in Mattheüs 6:23 en Lukas 11:34: “Het oog is de lamp van het lichaam. Is uw oog helder, dan heeft het hele lichaam licht. Maar is uw oog slecht, dan is het lichaam ook donker.” Als er gezegd wordt in de Bijbel dat Lea tedere ogen heeft, dan zegt dat iets over haar zachte ziel; ze is mooi van binnen. Nergens lezen we dat ze neerziet op haar zusje Rachel omdat zij wel kinderen krijgt en Rachel in eerste instantie niet. Dat zegt iets over haar zachtheid.”  

Maar ondanks die zachtheid van Lea bleef de liefde van Jacob bij voorkeur uitgaan naar Rachel. En dan volgt er het hoofdstuk waarin we lezen over de kinderen die geboren worden. Hier komen de twaalf stammen tot ontwikkeling, die in de hele Bijbelse geschiedenis en tot in onze tijd zo’n grote rol spelen.  

Het krijgen van kinderen was in die tijd een diep verlangen van alle vrouwen. Heel anders dan in onze cultuur.  Rachel werd dan ook jaloers op Lea, die het ene kind na het andere baarde.  Ze sprak haar man Jacob erop aan, alsof hij daar iets aan kon doen. Hij reageerde boos: “Neem ik soms de plaats in van God, Die jou de vrucht van de schoot onthouden heeft?” Genesis 20:2

Het was zo door God bepaald:
Genesis 29:31 Toen de HEERE zag dat Lea minder geliefd was, opende Hij haar baarmoeder; Rachel daarentegen was onvruchtbaar.

Het is de wijsheid van Yahweh om Lea niet in een onhoudbare situatie te laten leven, maar haar kinderen te geven om haar verdriet te compenseren. Lea had de liefde van haar kinderen en Rachel had de liefde van Jacob. Beide vrouwen waren toch ongelukkig, vanwege wat ze niet hadden, en wat ze misten was het waarop ze hun aandacht richtten. Let eens op de naamgeving van de eerste drie kinderen van Lea:
Genesis 29:32-35 Lea werd zwanger en baarde een zoon. Zij gaf hem de naam Ruben. Want, zei zij, de HEERE heeft mijn verdrukking gezien. Voorzeker, nu zal mijn man mij liefhebben.
33. Lea werd weer zwanger en baarde een zoon. Zij zei: Omdat de HEERE gehoord heeft dat ik minder geliefd ben, heeft Hij mij ook deze zoon gegeven. Zij gaf hem de naam Simeon.
34. Nogmaals werd zij zwanger en baarde een zoon. Zij zei: Nu, ditmaal, zal mijn man zich aan mij hechten; ik heb hem immers drie zonen gebaard. Daarom gaf hij hem de naam Levi.
35. Weer werd zij zwanger en baarde een zoon. Zij zei: Ditmaal zal ik de HEERE loven. Daarom gaf zij hem de naam Juda. Toen hield zij op met baren.

De naamgeving van de eerste drie kinderen hield een compensatie in voor Lea's eigen begrijpelijke verdriet. Maar bij de naamgeving van het vierde kind ging alle dank uit naar de Gever van het Leven: "Ditmaal zal ik YAHWEH loven!". (Juda betekent 'lof'). Ze verlegde de focus van op zichzelf gericht zijn, naar Yahweh en prees Hem omdat Hij het waard was, ongeacht wat ze wel of niet had. Lea mocht Juda ter wereld brengen, die de stamvader werd van de Leeuw van Juda: Yeshua! De Redder van de wereld.

Rachel zette haar slavin Bilha in om namens haar kinderen te baren. Toen Lea tijdelijk onvruchtbaar was gaf zij haar slavin Zilpa aan Jacob tot vrouw.

Die Jacob had wat te stellen met vier vrouwen…. terwijl er maar één was van wie hij echt hield. Dit heeft ook veel rivaliteit in het gezin veroorzaakt.  Oorspronkelijk was dit niet zo bedoeld. Adam werd geschapen en kreeg één vrouw en zij zouden samen het beeld van God vertegenwoordigen als…… ja, als zij niet in zonden waren gevallen.

Die rivaliteit in het gezin van Jacob zorgde ook voor een vreemd verhaal over liefdesappelen die conceptie en zwangerschap zouden moeten bevorderen.

Genesis 30:14-17 In de dagen van de tarweoogst ging Ruben eropuit en hij vond liefdesappels in het veld, die hij bij zijn moeder Lea bracht. Toen zei Rachel tegen Lea: Geef mij toch wat van de liefdesappels van jouw zoon. 15. En zij zei tegen haar: Is het niet genoeg dat je me mijn man afgenomen hebt? Moet je ook nog de liefdesappels van mijn zoon nemen? Toen zei Rachel: Daarvoor mag hij vannacht met jou slapen in ruil voor de liefdesappels van je zoon. 16. Toen Jakob 's avonds van het veld kwam, ging Lea hem tegemoet en zei: Je moet bij mij komen, want ik heb je eerlijk gehuurd voor de liefdesappels van mijn zoon. Daarom sliep hij die nacht met haar. 17. En God verhoorde Lea; zij werd zwanger en baarde Jakob een vijfde zoon.

 

Ik kopieer even wat Ardelle daarover schrijft:

Mandragora groeien in het wild op de velden. Het zijn kleine, gele, tomaatachtige vruchten die laat in het voorjaar rijpen. Chemische analyse geeft aan dat ze verdovende substanties bevatten, wat zijn wijdverspreid geneeskrachtig gebruik in oude tijden verklaart. Omdat de vrucht een kenmerkende en onstuimige geur afscheidt, koppelt de folklore er geslachtsdriftopwekkende krachten aan. Aphrodite, de Griekse godin van de liefde, schoonheid, en seks, kreeg de naam “Dame van de Mandragora.” De wortel van mandragora (doeda’iem  דּוּדָאִים) is dod’ (דּוֹדִ) wat “liefde” of “geliefd” betekent. Beide woorden worden in een vers in Hooglied gevonden:

Hooglied 7:13 De liefdesappels (doeda’iem  דּוּדָאִים) geven hun geur en aan onze deuren hangen allerlei kostelijke vruchten, verse en ook oude. Mijn Geliefde (dod’i  דּוֹדִי), die heb ik voor U bewaard!

Wat een verwarrend verhaal! Laten we in onze analyse beginnen met het uitgangspunt dat Yeshua ons gaf … de Schrift getuigt over Hem. 

Nu, laat ons eens zien of wij Hem in het verhaal kunnen vinden! Het is opmerkelijk dat het Lea’s zoon, Ruben, is die haar de mandragora brengt. De naam van Ruben betekent “zie, een zoon” (רְאוּבֵן ). Dat zou een aanwijzing kunnen zijn. Nu wordt Ruben in ons verhaal vijf keer geassocieerd met de mandragora… dat het getal is dat aan genade verbonden is, en vijf is ook het aantal boeken in Thora. Rachel vraagt om de “mandragora” , maar het is vrij duidelijk dat wat zij werkelijk wil een “zoon”  is. Zij is in feite wanhopig voor wat betreft een “zoon” die zij met “Geliefde” in verband brengt. Rachel blijft achter met de mandragora (liefde), maar de Geliefde zoon die zij zo wenst zal niet uit haar schoot komen. Profetisch verwijst Ruben (zie een zoon) naar die Zoon. In feite zal het door Lea’s zoon Juda zijn dat Yeshua de Messias zal geboren worden.

Uiteindelijk  baart Rachel haar zoon Jozef.

Genesis 30:22-24 God dacht ook aan Rachel en God verhoorde haar. Hij opende haar baarmoeder 23. en zij werd zwanger en baarde een zoon. Toen zei ze: God heeft mijn schande weggenomen! 24. Zij gaf hem de naam Jozef en zei: Moge de HEERE mij nog een zoon geven!

De geboorte van deze elfde zoon, de eerste van Rachel, die bij uitstek een beeld van Yeshua was, vormt de centrale as van de gehele parasha. Rachel noemt hem Jozef, hetgeen betekent “toe te voegen, te vermeerderen”. Het wordt de lievelingszoon van Jacob.

Na de geboorte van Jozef krijgt Jacob het verlangen om met zijn gezin te vertrekken. Hij heeft altijd hard gewerkt en onderhoud en onderdak voor zijn gezin gehad, maar geen bezit opgebouwd om zelfstandig een gezin te besturen.  In feite was hij materieel gezien nog net zo arm als toen hij kwam.  Jacob confronteert Laban met deze situatie:

Genesis 30:29 Toen zei hij tegen hem: Ú weet hoe ik u gediend heb en hoe uw vee onder mijn hoede geweest is. 30. Het weinige dat u voor mijn komst had, heeft zich immers tot een menigte uitgebreid. De HEERE heeft u sinds mijn komst gezegend. Nu dan, wanneer zal ik ook voor mijn eigen huis kunnen werken?

Laban erkent ook dat de Here hem gezegend heeft ter wille van Jacob. Hij vraagt wat hij Jacob dan moet geven. Maar Jacob heeft een voorstel:

Hij wil uit de kudde alle gespikkelde, gevlekte en zwarte dieren voor hem afzonderen.  Jacob zegt tegen Laban…..

 

Genesis 30:33 Mijn gerechtigheid zal morgen voor mij getuigen, als u komen zult om mijn loon in ogenschouw te nemen; alles wat niet gespikkeld en gevlekt is onder de geiten en wat niet zwart is onder de schapen, mag als door mij gestolen beschouwd worden.

Laban ging akkoord met dit voorstel. Hij haalde alle gestreepte, gevlekte en gespikkelde dieren uit de kudde en de zwarte schapen en bracht die onder de hoede van zijn zonen. Tussen hem en Jacob moest een afstand zijn van maar liefst drie dagreizen. Jacob volgde een onbegrijpelijke procedure met takken van bepaalde bomen/struiken. Hij schilde in die takken witte strepen door het wit in die takken te ontbloten. Op één of andere onverklaarbare manier werden de dieren daardoor bronstig en wierpen ze heel veel gevlekte, gestreepte en gespikkelde jongen. Hij deed dat alleen bij sterke en gezonde dieren en zo groeide zijn veestapel enorm.

Het is duidelijk dat de Here Jacob deze zegen gaf. Hem werd alles vergoed wat hem in die twintig jaar werken voor Laban was onthouden.  Hij had nu zelf een bloeiende veehouderij en kon nu ook personeel in dienst nemen en kamelen en ezels voor transport aanschaffen.

Dit kwam overeen met Gods rechtvaardige oordeel, zoals ook later gebeurde toen Israël de slavernij van het land Egypte verliet:

Exodus 12: 35-36 De Israëlieten hadden gedaan overeenkomstig het woord van Mozes en hadden van de Egyptenaren zilveren voorwerpen, gouden voorwerpen en kleren gevraagd. 36 Bovendien had de HEERE het volk genade gegeven in de ogen van de Egyptenaren, zodat zij hun het gevraagde gaven. Zo beroofden zij de Egyptenaren.

Dit zal ook weer gebeuren als het Koninkrijk van God aanbreekt:

Jesaja 60:5-6 Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de heidenvolken zal naar u toe komen. 6. Een menigte kamelen zal u bedekken, de jonge kamelen van Midian en Efa. Zij allen uit Sjeba zullen komen, goud en wierook zullen zij aandragen, zij zullen de loffelijke daden van de HEERE boodschappen. Jesaja 60:9. Voorzeker, de kustlanden zullen Mij verwachten, en de schepen van Tarsis zullen de eerste zijn om uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, naar de Naam van de HEERE, uw God, naar de Heilige van Israël, want Hij heeft u verheerlijkt. Jesaja 60:14. Ook zullen, zich buigend, naar u toe komen de kinderen van hen die u onderdrukt hebben, en allen die u verworpen hebben, zullen zich neerbuigen aan uw voetzolen, en zij zullen u noemen: Stad van de HEERE, het Sion van de Heilige van Israël.

We zien dat God zijn kinderen recht zal doen. Daaruit mogen we weten dat God recht zal verschaffen aan al Zijn kinderen die in dit leven onrecht is aangedaan. Niet alleen in het materiële, maar ook in het geestelijke. 

Ida