To translate this website in different languages click here.
Genesis 28 - Jacob in Bethel - zijn naam - inleiding tot Vayeitzei
Genesis 28:10-22 Bethel
Hier gaat het om de indrukwekkende droom/visioen die Jacob had, toen hij op zijn vlucht voor Ezau in de buitenlucht ging slapen met een steen als hoofdkussen.
Jakob verliet voor het eerst het land Kanaän op weg naar zijn oom Laban in Padan Aram, maar God gaf hem een heerlijke belofte om 'bij hem te zijn' en te zorgen voor zijn veilige terugkeer.
Gen. 28:15 En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!
Als we Genesis 28:10-22 lezen zien we dat daar het woord “plaats” מָּקוֹם maqom zeven keer wordt genoemd waarvan drie maal als dè plaats הַמָּקוֹם haMaqom. Jacob was diep onder de indruk van die plaats. Dat drukt hij uit in de verzen 16 en 17:
Yahweh is werkelijk op deze plaats, en ik heb het niet geweten.
Hoe ontzagwekkend is deze plaats!
Dit (deze plaats) is niets anders dan het huis van God
(deze plaats is) de poort van de hemel
Jacob noemde deze plaats Bethel wat “huis van God” betekent. De beschrijving van wat Jacob zag doet dan ook aan een toekomstige tempel denken zoals deze mogelijk in het Vrederijk gestalte zal krijgen en waarbij Jacob dan het beeld is van het volk dat uit hem, die het heilig Zaad draagt, zal voortkomen. De ladder is de verbinding tussen hemel en aarde. Dat bepaalt ons bij Hem, Yeshua HaMashiach, die de weg tot de Vader is.
Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.
Johannes 14:6
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Johannes 1:51,52
In Genesis 22:1-14 lezen we de geschiedenis van Abraham die bereid was om zijn geliefde zoon Izaäk te offeren. Let op verzen 3,4, 9, en 14 waar het ook duidelijk dè plaats הַמָּקוֹם haMaqom wordt genoemd. De Hebreeuwse wortel van het woord “plaats” מָּקוֹם maqom is "qoem" קוּם dat "opstaan" betekent. Zo kan deze plaats ook naar de opstanding verwijzen.
In het boek Deuteronomium komen we de uitdrukkingen zoals “de plaats (מָּקוֹם maqom) die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te vestigen” heel vaak tegen! Hoewel Jeruzalem in de Torah nooit bij naam genoemd wordt, weten we dat HaMaqom er profetisch naar verwijst. Lees (Deuteronomium 12:1-31 en Deuteronomium 12:11; 14:23; 16:6 en 11; en 26:2.) Zoals je kan zien, is HaMaqom een heel belangrijk thema.
Uit de studie Vayetze van Ardelle (pagina 2):
“De weg die Jacob vanuit Beersheva nam, was niet de gemakkelijke weg naar Haran. De gemakkelijke weg was de Koninklijke Hoofdweg die de Jordaan riviervallei volgt. In plaats daarvan nam Jacob de randweg die de rand van heuvels volgt waaruit het midden van het Land Israël bestaat. In het centrum van die rand was de stad van Shalem, of Jebu (Jeruzalem), en zeer dicht daarbij was de stad die als Bet El (Bethel) wordt geïdentificeerd. De oude wijzen identificeren Bet El niet met het latere Bethel in de tijd van de Rechters en de Koningen, maar met Araunah de dorsvloer van de Jebusiet, die Jacobs nakomeling, Koning David voor de bouw van een Tempel voor HaShem kocht. Als dit waar is, was de eerste ontmoeting van Jacob met G-D van Abraham en Isaäk op de plaats van de grootste test van Abraham en Isaäk: het offeren van Isaäk op de bergen van de Moria, en de plaats van het lijden en de verrijzenis van onze Meester.”
De hele parasha Genesis 28:10-32:3 bevat verschillende verhalen en onderdelen, maar is toch één geheel. In het gedeelte komen meerdere chiastische sub-structuren voor, maar bovenstaande structuur behelst de hele parasha van deze week.
Deze structuur is duidelijk door de Heilige Geest hierin gelegd. De verhalen in de Torah zijn profetische schaduwen van toekomstige gebeurtenissen in de levens van hun nakomelingen. Maar schaduwen geven aanwijzingen en geen compleet beeld.
We zien duidelijk thematische verbanden in de gebeurtenissen tussen Jacob(Israël) en Laban (Farao) de revue passeren, die we terugzien in de slavernij van Egypte. Daarover later meer.
Een steeds terugkerend beeld is het moeten vertrekken uit het land van de vaderen om later weer terug te gaan. Dit zijn verwijzingen naar de komende ballingschap van het volk Israël. En daarom is het ook niet verwonderlijk dat de centrale as de focus richt op Jozef, die weer een duidelijk beeld van Yeshua/Jezus is.
Antisemitische tendensen
In de kerken werd vroeger ten onrechte geleerd dat de naam Jacob “bedrieger” betekent. Het werd zo op de preekstoel verteld. Hij werd eens, zoals ik me herinner, als dat “miezerige ventje” bestempeld, in tegenstelling tot de stoere Ezau. De naam “bedrieger” werd echter door Ezau bedacht, (het was een woordspeling van de letters). In ieder geval werd dit negatieve beeld van Jacob ongemerkt overgenomen. Laten we naar Jacob kijken zoals God dat deed.....
Want Jacob was door God uitverkoren. Het staat vaker in de Bijbel “Jacob heb Ik liefgehad”. De negatieve beeldvorming heeft in bepaalde kringen van de “opname” zelfs geleid tot een onbijbelse uitleg dat de nakomelingen van Jacob een “aards” volk gaan vormen in tegenstelling tot het “hemelse” volk” uit de heidenen.
Laten we eens kijken hoe Jacobs naam in de Torah wordt uitgelegd:
Genesis 25:26 Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte. (HSV)
De naam Jaacov (Jacob) schrijft men in het Hereeuws יַעֲקֹב het woord “eqev” (hiel) schrijft men in het Hebreeuws: עֲקֵב. Hiervoor worden drie dezelfde letters gebruikt en een “Jod” eraan toegevoegd. Uit het zinsverband blijkt duidelijk dat de betekenis verband hield met het vasthouden van de hiel. Maar in de NBG, in tegenstelling tot de HSV, maakt het woordje "en" de indruk dat de naamgeving daar los van staat.
In een weblog van Kars Hardebol las ik dat de naam Jakob zeer waarschijnlijk een afkorting van de naam Yaqob-el is en die naam heeft een veel diepere betekenis. Zoals je misschien weet, verwijst het woord “el” altijd naar God of goden.
De naam Yaqob-el betekent dan ook zoiets als: "God zal beschermen" of "Moge God beschermen". Buiten de Bijbel is de naam "Yaqub-alel" een veelvoorkomende naam, bijvoorbeeld bij de heersers van de Hyksos dynastie in Egypte. Zie de boeken van Fokkelman en Hamilton.
In de tijd dat het land ten onrechte de naam Palestina had, werd een plaats Yaqob-el genoemd door Farao Thutmosis III. De naam komt veel voor in Mesopotamië waar het voorgeslacht van Jacob vandaan kwam. De betekenis van de naam komt, dan altijd neer op:
“God zal beschermen, Moge God beschermen of God heeft beschermd”
In de studie van deze week werden we ook bepaald bij Hosea 12:4. En daar las ik in mijn NBG bijbel over Jacob:
“in de moederschoot bedroog hij zijn broeder, en in zijn mannelijke kracht streed hij met God.”
Ik schrok, staat het dan toch in de bijbel dat Jacob een bedrieger is? Maar het bleek in de Herziene Statenvertaling en in de Engelstalige Tree of Life version, toch anders te staan. Bij verder onderzoek in de Hebreeuwse Tenach lees ik woord voor woord: ”in buik hiel zijn broer”.
Wanneer we de betere vertaling HSV nemen, lezen we in de tekst:
In de moederschoot pakte hij zijn broer bij de hielen; in zijn kracht streed hij met God. Hij streed met de engel en overwon.
Vergelijken we dit met wat we lezen in Genesis 28:26, dan zien we een prachtige connectie, die bij een verkeerde vertaling verloren gaat.
Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen.
Wat had het te betekenen dat Jacob de hiel van zijn broer Ezau vasthield? We zagen hierboven het verband tussen beide genoemde teksten, waarbij tot uiting komt dat Jacob zowel met God als met mensen heeft gestreden en heeft overwonnen.
Maar er is nog een ander belangrijk verband, dat de basis vormt van alle strijd hier op aarde. Ik bedoel deze tekst:
Genesis 3:15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar Zaad; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen. (hier is de NBG vertaling beter, want het woord "zaad" wordt vertaald!)
Jacob hield de hiel van zijn broer stevig vast, om te voorkomen dat hij zijn hoofd zou vertrappen, wat zijn dood zou betekenen. Als Jacob werd gedood, zou er geen Israël wezen! Dan zou het beloofde Zaad: Yeshua/Jezus niet worden geboren. Dan zou er geen redding voor onze zonden zijn.
In de NBG vertaling zag ik ook nog een tendentieus kopje boven Genesis 27: Jacob ONTSTEELT Esau de vaderlijke zegen.
Natuurlijk hebben Rebekka en Jacob het niet op een goede manier aangepakt, maar ze waren wel bedacht op het plan van God. Er had m.i. vooraf een gesprek met Izaäk moeten plaatsvinden. Deze manier van aanpak verstoorde de familie verhoudingen ernstig.
Maar ONTSTELEN....? Jacob pakte wat God hem had beloofd! Hij deed het aarzelend, en het was niet bepaald wijs, maar het was geen STELEN.
Jacob's hart was op God gericht, op de komst van het ultieme Zaad (Genesis 3:15) dat nodig was om ook zijn zonden uit te wissen. In Gods ogen was Jacob rechtvaardig!
En in Bethel zei God tot hem:
“IK BEN MET JE, IK ZAL JE BESCHERMEN OVERAL WAAR JE HEEN ZULT GAAN”
…… want Jacob heb Ik liefgehad.
Ida