Exodus 30:11 - 34:35 Ki Tisa
Dit onderwerp komt jaarlijks aan de beurt op Radio Israël. Ik heb daarvan eens aantekeningen gemaakt en daar kunnen we nu ons voordeel mee doen.
Parasjah Ki Tisa - Wanneer je omhoog heft
besproken door Sybe de Vos
Mijn aantekeningen.
In dit Toragedeelte komt o.m. aan de orde: het wasvat (het bad van de wedergeboorte), de zalfolie (de Messias – Gezalfde), het reukwerk ( de gebeden). Het gaat over Bezaleël die begiftgd was met creatieve gaven en wiens naam betekent : “in Zijn schaduw”.
Opnieuw wordt de sabbat onderwezen in Exodus 31:12-17.
De sabbat is een heiligdom van God in de tijd. We lezen over de stenen platen aan beide zijden beschreven en het gouden kalf. De stenen tafelen die door Mozes werden kapot gegooid. Het voortbestaan van Israël hing aan een zijden draad. Maar Mozes staat, met inzet van zijn eigen leven, op de bres voor het volk van God:
Exodus 32: 32 Nu dan, of U toch hun zonde wilde vergeven! Maar indien niet, schrap mij alstublieft uit Uw boek, dat U geschreven hebt.
God wil niet meer met het volk meegaan en een engel sturen om voor hen uit te gaan naar het beloofde land. De mensen tonen berouw en doen hun sieraden af. Mozes zet een tent buiten het kamp, waar hij God ontmoet. Jozua is voortdurend bij die tent.De reactie op de voorbede van Mozes is ontroerend:
Exodus 34: 10 Toen zei Hij: Zie, Ik sluit een verbond; ten overstaan van heel uw volk zal Ik wonderen doen, zoals die op de hele aarde en onder welk volk ook nog nooit tot stand gebracht zijn. Ja, heel het volk, in het midden waarvan u verkeert, zal de daden van de HEERE zien, want het is ontzagwekkend wat Ik met u ga doen.
Mozes ontvangt twee nieuwe platen. Deze tafelen waren door God zelf op beide zijden beschreven. Zijn gezicht straalt.
We lezen ook over Elia in conflict met Achab en Izebel. Achab maakte geen eind aan de aanbidding van de gouden kalveren in Dan en Bethel. Achab noemde Elia het “ongeluk van Israël”, maar Achab had zelf Israël in het ongeluk gestort.
Ook behandelen we in deze parasha de verheerlijking op de berg, waar de twee gedaanten die verschenen deze beide profeten, Mozes en Elia waren. Zij hadden ooit allebei op de berg Sinaï God ontmoet. Nu op de berg Tabor hoorde men Gods stem, die van Yeshua sprak: “Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!!” (Markus 9:7)
Tussen het gedeelte over het reukofferaltaar en het wasvat, lezen we over de telling. Het tellen werd door God meestal afgekeurd. Bij God gaat het niet om de grote aantallen, “de poppetjes”.
Deut. 7: 7 Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft de HEERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken.
Lukas 12: 32 Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.
De shekel was van zilver en zoals de voetstukken van de tempel van zilver waren en de voeten van Yeshua uitbeelden, waarop de planken (de gelovigen) rusten, was het volk zelf het heiligdom waarin God wil wonen.
Een munt heeft vaak een beeltenis. De zilveren munt verwijst naar Heb.1:3 waar staat dat Yeshua de afdruk is van de onzichtbare God.De telling was bedoeld als “verzoengeld”. Maar…, kun je dan betalen voor verzoening? Psalm 49:8–9 zegt toch duidelijk dat de losprijs voor ons leven te hoog is om te kunnen betalen?
Psalm 49:
8 Niemand van hen kan zijn broeder metterdaad verlossen, hij kan God zijn losgeld niet geven. 9 De losprijs voor hun leven is immers te kostbaar en zal voor eeuwig ontoereikend zijn.
Gelukkig ís die losprijs betaald. Eigenlijk gaat het zilver ook over die verlossing. Er is een relatie tussen de hoofden (de mannen) die geteld moesten worden en Golgotha, de Schedelplaats, waar de Messias de losprijs voor Zijn volk betaalde.In het gedeelte dat de telling beschrijft staat vijf maal het woord “paqad” פְקֹד. Dat kan betekenen: registreren, berekenen, in gedachten houden. Dat woord komt ook voor in
Gen. 21:1 De HEERE nu ZAG OM “paqad” פְקֹד NAAR SARA zoals Hij gezegd had; de HEERE deed bij Sara zoals Hij gesproken had.
Toen Mozes de eerste keer met de beide tafelen van de berg kwam hoorde Jozua een geluid en hij dacht dat er oorlog was. Maar Mozes wist meteen dat er een afgodendienst gevierd werd, want God had het hem bekend gemaakt. Egypte was nog springlevend in de harten van de Israëlieten.Het was zoals Ezechiël het beschrijft in hoofdstuk 20:
Ezechiël 20:8 Maar zij zijn Mij ongehoorzaam geweest en wilden niet naar Mij luisteren. Men wierp de afschuwelijke afgoden waar men tegen opkeek, niet weg en verliet de stinkgoden van Egypte niet. Toen zei Ik dat Ik Mijn grimmigheid over hen zou uitstorten om Mijn toorn tegen hen ten uitvoer te brengen in het midden van het land Egypte.
De Israëlieten moesten drinken van het water waarin het verpulverde gouden kalf was gemengd. Dit bepaalt ons bij Numeri 5:24 waar door het drinken van water met stof, het op een bovennatuurlijke manier zichtbaar werd of iemand al of niet schuldig was aan de verontreiniging van overspel.
Israël, had door afgoderij overspel gepleegd en er vielen 3000 doden. Op het Wekenfeest herdacht men de wetgeving op de Sinaï en op zo’n herdenking werd later de Heilige Geest uitgestort. Toen kwamen er 3000 zielen tot leven door hun geloof in Yeshua HaMashiach.
Na de tragische gebeurtenis met het gouden kalf zocht Mozes de zachtheid van God, zoals David dat verwoordt in
Psalm 119:58 Ik heb met heel mijn hart getracht Uw aangezicht gunstig te stemmen; wees mij genadig overeenkomstig Uw belofte.
In de uitzending kwam ook Exodus 34:6 en 7 ter sprake, waar God, bij de uitreiking van het tweede stel platen met de tien geboden, zichzelf bekend maakte als een vergevend God. De Joden noemen dat de tekst met 13 genadegaven.
Veel mensen denken dat genade alleen in het Nieuwe Testament een rol speelt. Maar het Hebreeuwse woord “gen” חֵן betekent “genade” en daar is ons woord “gein” van afgeleid.
De uitzending eindige met een gedeelte over genade uit het Nieuwe Testament:
Titus 2: 11-14 Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen,
12 en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven,
13 terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus.
14 Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.
Deze radio-uitzending is ook nu nog te beluisteren. Klik hier.