To translate this page into different languages, click here!
Exodus 13:17 - 15:27 door de Schelfzee, Mara & Elim
Israël verlaat Egypte, na het oordeel dat over de eerstgeborenen van Egypte gekomen was, waarbij hun eerstgeborenen waren gespaard en aan God waren toegewijd. Na het eten van het Pascha. Ze hadden veel spullen bij zich die de Egyptenaren meegegeven hadden. Ook de beenderen van Jozef werden meegevoerd naar het Beloofde Land: Kanaän. Ze vertrokken in slagorde, dat wil zeggen als een legereenheid. Op weg naar de Schelfzee, maar wel met een omweg om een eventuele aanval van de Filistijnen te ontwijken. We lezen over Sukkoth als pleisterplaats.
Over de satellietfoto links vermeldt de site "bijbelseschriftplaatsen.nl": "De Rode Zee heeft twee armen: De Golf van Suez en de Golf van Aqaba. Tussen beide armen trok het volk door de woestijn.
Sukkot was de verzamelplaats van het volk Israel bij de uittocht uit Egypte. Sukkot lag bij de Golf van Suez in het westelijke deel van het schiereiland en Etam lag in het oostelijke deel, bij de golf van Aqaba. (waar nu Eilat ligt) Tot zo ver achtervolgden de Egyptenaren de Israëlieten."
Exodus 13:21,22 De HEERE ging vóór hen uit, overdag in een wolkkolom om hun de weg te wijzen, en 's nachts in een vuurkolom om hun licht te geven, zodat zij dag en nacht verder konden trekken. Hij nam de wolkkolom overdag en de vuurkolom in de nacht niet weg voor de aanblik van het volk.
Deze vuurkolom was de zichtbare aanwezigheid van YHWH en vertegenwoordigde daarom ook Yeshua vóór Zijn vleeswording. Een onafscheidelijke ECHAD. 's Nachts had het volk licht van deze vuurkolom, zodat ze ook in het donker konden reizen, wat in een hete woestijn belangrijk is. In 1 Korinthe 10:4 wordt de aanwezigheid van Yeshua, tijdens de tocht door de woestijn, beschreven als DE ROTS.
De Wolkkolom leidt het volk zo dat de farao zal denken dat ze verdwaald zijn. Farao wilde het volk niet laten gaan en zo wil satan ons ook vasthouden. Toch is het God die bewerkt dat de farao met zijn verharde hart het volk gaat achtervolgen. De reden daarvoor is dat de Egyptenaren zullen weten dat alleen YAHWEH God is, en niet één van hun talloze machteloze afgoden. Zo bewerkt God ook in onze tijd een geest van dwaling en verharding in degenen die Hem afwijzen.
2 Thessalonicenzen 2:11 En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven,
Wat een paniek ontstaat er onder het volk, als ze voor zich de zee zien en aan weerszijden de bergwanden en achter zich het leger van de farao. Ze zitten in de val en kunnen geen kant op. Het is begrijpelijk. Zo kan het voor ons ook wel eens lijken in het leven. Maar dan komt het erop aan dat we op God vertrouwen. Dat moest Israël door deze omstandigheden leren, dat moeten ook wij in onze omstandigheden leren.
In die angst riep het volk tot God. Maar sommigen werden ook boos op Mozes, die hen beter in Egypte had kunnen laten. Slavendienst was toch beter dan hier in de woestijn te moeten sterven.
Juist in zo’n situatie zegt de Here tegen Israël, maar ook tegen ons: ‘Ik zal voor u strijden en gij zult stil zijn’. En dat is juist het moeilijkste voor ons, om ons verzet te staken en ons over te geven aan Hem! De Here ziet uit naar het moment dat we de situatie los laten en in Zijn handen geven. Dan kan Hij gaan strijden.
Zo spreekt Mozes de woorden van God uit:
Exodus 14:13,14 Wees niet bevreesd, houd stand, zie het heil van YHWH dat Hij vandaag nog voor u zal bewerken! Want de Egyptenaren die u vandaag ziet, zult u tot in eeuwigheid niet meer terugzien. YHWH zal voor u strijden, en ú moet stil zijn.
"zie het heil van YHWH dat Hij vandaag nog voor u zal bewerken" Dat is de centrale tekst van de chiastische structuur, waar ik geprobeerd heb het te verduidelijken. Daarbij worden we bepaald. In dat woord heil is de Naam van Yeshua verwerkt! "Kijk naar de Yeshua van YHWH! Zie wat Hij gaat doen!" Dat staat er.....
En dan gebeurt er zoiets moois!
We lezen in vers 19 over "De Engel van God" die tussen hen en de vijand in ging staan. Die ook tussen ons en de vijand in gaat staan. Die Engel van God is YESHUA vóór Zijn vleeswording. Alléén in Hem is redding!
Exodus 14:19,20 Toen verliet de Engel van God, Die vóór het leger van Israël uit ging, Zijn plaats en ging achter hen aan. Ook de wolkkolom verliet de plaats vóór hen en ging achter hen staan. Hij kwam tussen het leger van Egypte en het leger van Israël. De wolk was duisternis en tegelijk verlichtte hij de nacht. De één kon niet in de nabijheid van de ander komen, heel de nacht.
Dan strekt Mozes zijn hand uit over de zee en het water vloeide weg door een krachtige wind. Mozes zegt er later van: "Met de adem van uw neus blies U het water weg.
Als een dam stond het water daar. Het water van de zee stolde." Exodus 15:8. Er kwam een droog pad voor Israël en zij konden veilig door de zee heen trekken naar de overkant.
Psalm 78:13 Hij spleet de zee doormidden en deed hen erdoor gaan, de wateren deed Hij rechtop staan als een dam.
Zo leerde Israël op God te vertrouwen en de strijd aan Hem over te laten. Angst had plaatsgemaakt voor blijdschap en geloof!
Hebreeën 11:29 Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over het droge. Toen de Egyptenaren dat ook probeerden te doen, zijn ze verdronken.
De Egyptenaren wilde Israël achtervolgen, maar werden door God in verwarring gebracht.
Exodus 14:25,26 Hij liet de wielen van hun wagens wegzakken en liet ze met moeite vooruitkomen. Toen zeiden de Egyptenaren: Laten wij voor Israël vluchten, want de HEERE strijdt voor hen tegen de Egyptenaren. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Strek uw hand uit over de zee, zodat het water terugkeert over de Egyptenaren, over hun strijdwagens en over hun ruiters.
Daarna strekte Mozes opnieuw zijn hand uit en de zee vloeide weer terug naar haar plaats en de farao en het leger verdronken.
Die uitgestrekte hand van Mozes, soms verlengd met zijn staf (מַּטֶּה mattèh), was steeds het teken van de autoriteit in Yeshua om verlossing voor Israël te bewerken. In dit verband denken we ook aan de uitgestrekte armen van Yeshua aan het kruis, die in Zijn sterven de overwinning op satan en de redding van Israël bewerkte. En hier is het de overwinning op de farao, het beeld van satan en de redding van Israël.
Exodus 14:25 Hij liet de wielen van hun wagens wegzakken en liet ze met moeite vooruitkomen. Toen zeiden de Egyptenaren: Laten wij voor Israël vluchten, want de HEERE strijdt voor hen tegen de Egyptenaren.
Rechts een foto van de archeologische bodemvondsten. De onderste foto is bijgewerkt ter verduidelijking.
Deze wielen waarvan in Exodus 14:25 sprake is, zijn in 1978 op de bodem van de Golf van Akaba, vlakbij de Egyptische kust, door Ron Wyatt gevonden. Daarmee kwam er een beter zicht op de route die het volk volgde naar de Sinaï.
Het zijn stille getuigen die de betrouwbaarheid van Gods Woord bevestigen. Egypte staat symbool voor de wereld zonder God, die Gods volk vervolgt.
Psalm 68:2 God staat op, Zijn vijanden worden overal verspreid; wie Hem haten, vluchten voor Zijn aangezicht. 3. U verdrijft hen, zoals rook verdreven wordt; zoals was smelt voor vuur komen de goddelozen om voor Gods aangezicht.
4. Maar de rechtvaardigen verblijden zich, zij springen op van vreugde voor Gods aangezicht en zijn van blijdschap vrolijk.
Die blijdschap, waarvan David in Psalm 68 zingt, is er ook na het bereiken van de overkant van de zee. Ze zijn als het ware uit de wereld (Egypte) gevlucht, door de zee (de doop) gegaan en in Gods vrijheid binnengegaan, waar hen een moeilijke reis naar het Beloofde Land (Koninkrijk van God) te wachten staat. Ze zijn geen slaven meer van de duisternis.
Mozes en de Israëlieten zijn zo opgelucht en God zo dankbaar, dat ze een prachtig lied zingen over de overwinning op degenen die hen tot slaven maakten. Het lied heeft als titel Shirat Hayam (שירת הים), het Lied van de Zee. Sommigen noemen het ook wel Az Yashir Moshe (toen Mozes zong), die de eerste woorden van het Lied van de Zee zijn (Exodus 15: 1).
Dit lied wordt nog dagelijks geciteerd tijdens het morgengebed in de synagoge.
In dit lied wordt de eer alleen aan God gegeven. Niet Mozes krijgt de eer en ook mensen krijgen geen eer om hun geloof dat nodig was om hun voeten te zetten op het pad tussen muren van water. Alle lof is voor God!
"Ik zal zingen voor de HEER, want Hij is hoog verheven. Zowel paard en zijn ruiter Hij wierp in de zee "(Exodus 15: 1).
Exodus 15:20 Mirjam, de profetes, de zuster van Aäron, nam een tamboerijn in haar hand, en al de vrouwen gingen achter haar aan, met tamboerijnen en in reidans. 21. Toen zong Mirjam hun ten antwoord:
Zing voor de HEERE,
want Hij is hoogverheven!
Het paard en zijn ruiter
heeft Hij in de zee geworpen.
HET LIED VAN MOZES
Exodus 15:
1 Toen zongen Mozes en de Israëlieten dit lied voor de HEERE. Zij zeiden:
Ik zal zingen voor de HEERE,
want Hij is hoogverheven!
Het paard en zijn ruiter
heeft Hij in de zee geworpen.
2. De HEERE is mijn kracht en lied,
Hij is mij tot heil geweest.
Dit is mijn God, Hem verheerlijk ik;
de God van mijn vader, Hem roem ik.
3. De HEERE is een Strijder,
HEERE is Zijn Naam.
4. De wagens van de farao en zijn leger
heeft Hij in de zee geworpen.
De besten van zijn officieren
zijn verdronken in de Schelfzee.
5. De watervloeden hebben hen bedolven,
zij zijn als een steen in de diepten gezonken.
6. Uw rechterhand, HEERE,
was heerlijk in macht;
Uw rechterhand, HEERE,
verpletterde de vijand.
7. In Uw grote majesteit wierp U terneer wie tegen U opstonden.
U zond Uw brandende toorn,
die hen als stoppels verteerde.
8. Door de adem van Uw neus
is het water opgehoopt,
de stromen stonden als een dam,
de watervloeden zijn gestold in het hart van de zee.
9. De vijand zei:
Ik achtervolg hen, haal hen in,
deel de buit.
Mijn verlangen wordt aan hen vervuld,
ik trek mijn zwaard,
mijn hand roeit hen uit.
10. Maar U hebt met Uw adem geblazen,
de zee heeft hen bedolven.
Zij zonken als lood
in machtige watermassa's.
11. Wie is als U
onder de goden, HEERE?
Wie is als U,
verheerlijkt in heiligheid,
ontzagwekkend in lofzangen,
U Die wonderen doet?
12. U strekte Uw rechterhand uit,
en de aarde verzwolg hen.
13. U leidde in Uw goedertierenheid
dit volk, dat U verlost hebt.
U leidde hen zachtjes door Uw kracht
naar Uw heilige woning.
14. De volken hebben het gehoord, zij sidderden,
angst heeft de inwoners van Filistea aangegrepen.
15. Toen werden door schrik overmand
de stamhoofden van Edom.
De machthebbers van Moab
greep huivering aan.
Al de inwoners van Kanaän smolten weg van angst.
16. Op hen viel
verschrikking en angst.
Door de grootheid van Uw arm
verstomden zij als een steen,
terwijl Uw volk, HEERE, erdoorheen trok,
terwijl dit volk, dat U verworven hebt, erdoorheen trok.
17. U zult hen brengen en hen planten
op de berg die Uw eigendom is,
Uw vaste woonplaats,
die U gemaakt hebt, HEERE,
het heiligdom, Heere,
dat Uw handen gesticht hebben.
18. De HEERE zal regeren
voor eeuwig en altijd!
Zo’n geweldig overwinningslied lezen we ook in Richteren 5, waar Debora God alle eer geeft voor de overwinning op Sisera.
Het lied van Mozes verwijst ons naar een lied dat zal worden gezongen door degenen die het beest in de eindtijd zullen verslaan. Echter, dit keer zal men zingen over de glazen zee in plaats van de Schelfzee en in plaats van tamboerijnen zal er op citers gespeeld worden:
"En ik zag iets als een glazen zee, met vuur gemengd. En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam, stonden bij de glazen zee, met de citers van God. En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: “Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Adonai, almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!” Openbaring 15:2,3
Zo zien we dat wat er in de tijd van Mozes gebeurde ook voor ons van groot belang is in deze eindtijd.
MARA - bitterheid
In het laatste deel van hoofdstuk 15 komt alweer de eerste geloofsbeproeving voor Israël. Na drie dagen reizen door de droge, dorre woestijn komen ze aan bij een oase en willen water drinken. Water is het belangrijkst voor het levensonderhoud. Maar.... het water is bitter, niet te drinken! Israël, dat onlangs had gezongen: "De Heere is mijn Kracht en Lied, en Hij is mij tot een Heil geweest." begon alweer te mopperen. Maar het was niet genoeg om een leven te lijden om uitsluitend YHWH te prijzen, voor Hem te dansen en te juichen. Om tot geestelijke volwassenheid te komen is het ook nodig om gelovig en vertrouwend te leren omgaan met de moeiten die op ieders pad komen.
Water is een symbool van LEVEN! Nu citeer ik even een stukje uit de Beshalach studie van Tony Robinson:
Dit verhaal onderwijst het thema van leven uit de dood. De woestijn is een plaats van dood. De wateren (leven) bij Marah waren bitter en konden niet gedronken worden (dood). Maar, na drie dagen in een oord van dood gereisd te hebben en bij dode wateren gekomen te zijn, worden de wateren levend gemaakt door er een boom in te gooien! Klinkt als een…
BOOM DES LEVENS
Dit is een vertrouwd thema—leven uit de dood en het getal drie—en we weten zonder enige twijfel, dat het ons aankondigt dat we op het punt staat iets te leren over de Messias. Het leert ons dat de Messias de bron van levengevende wateren is. Zie ter bevestiging Johannes 4:13-14; 33 en Johannes 7:37-39.
Als aanvulling: in het Hebreeuws wordt voor "boom" en "hout" hetzelfde woord "etz" עֵץ gebruikt. Het kan ook nog een plank of een galg betekenen. Ook dat is een verwijzing naar Yeshua.
" Vervloekt is ieder die aan een HOUT hangt" Galaten 3:13 , wat Paulus citeert uit Deuteronomium 21:22 . Deze laatste tekst heeft een verwijzing naar de statenvertaling, omdat daar het woord "hout" - עֵץ "etz" staat. In andere vertalingen staat er "paal". De boom verwijst naar het kruis, dat wanneer het in het bittere water wordt gegooid het water zoet maakt!
Jakobus 1:3 want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt.
4. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet.
In de beproeving ontvangt het volk volharding, of zoals ook vertaald in bovenvermelde tekst: de lijdzaamheid. maar ook de ervaring, dat de Heere hen niet zal begeven en verlaten. Als ze Gods geboden zullen houden zal het goed met hen gaan. Daarom eindigt de bitterheid van Mara ook met de woorden: "Ik ben de Heere, uw Heelmeester!"
Exodus 15:26 Hij zei: Als u aandachtig luistert naar de stem van de HEERE, uw God, en doet wat juist is in Zijn ogen, als u Zijn geboden gehoorzaamt en al Zijn verordeningen in acht neemt, dan zal Ik geen enkele van de ziekten over u brengen die Ik over Egypte gebracht heb, want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester.
27. Toen kwamen zij bij Elim. Daar waren twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen. Zij sloegen daar hun kamp op aan het water.