English & other languages: click here!

Parasha Wa'etchanan - index


We lezen mee met de synagoge: Deut.3:23-7:11, Jes.40:1-26. Toegevoegd Hebr.12:18-2  - (bij ons Math. 22:31-39)

De komende 7 weken staat de vertroosting na Gods oordelen centraal. Mozes en het volk mochten de berg Horeb niet naderen of aanraken voordat zij de stem van de shofar een langgerekte hoorden geven. Maar die Stem en de verschijnselen waren zo ontzagwekkend dat zij enkel vreze en beving waren. Zij zagen dat de HEERE een verterend vuur is. Het volk verzocht de stem uit het vuur niet langer te hoeven horen.

Daar ontvingen zij het eerste verbond en de verbondsvoorwaarden, de tien woorden. Gehoorzaamheid zou hen wijsheid en leven geven en het land doen beërven. Volken en hun afgoden zouden erdoor onderworpen en verdreven worden. Wanneer het volk echter zou nalaten om tegen de afgodendienaars te strijden en hun afgoden weg te doen, dan zou hun dat opbreken en doen struikelen. Allen die Baal-Peor achterna liepen hebben dat echter met de dood moeten bekopen. Je kunt de tien geboden niet ongestraft vervangen door geboden van mensen en overheden. In onze maatschappij zie je dat echter op alle fronten wel gebeuren. In Zweden heeft men onlangs zelfs het Satanisme in de wet als religie erkent. In Amerika vernielen ze de monumenten voor de tien geboden en vervangen die voor afgodsbeelden.

Paulus waarschuwt in Hebr.12: 25 Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn, toen zij Hem afwezen, die zijn godsspraak op aarde deed horen, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem, die uit de hemelen (spreekt). Onze God is een verterend vuur. Zij hebben Hem afgewezen. Daardoor zijn zij in ballingschap gegaan. Maar Hij zal hen vertroosten en doen terugkeren tot Tsion Jesaja 51: 4 en tot Torah, tot Hemzelf.  Want wij zijn genaderd tot de berg Tsion, de stad van de grote Koning, tot God, de Rechter over allen. Van Tsion zal zijn scepter, de Torah uitgaan naar alle volken, Jesaja 2:3 en wij zullen naar de Stem van de goede Herder horen en vrede vinden. Hoe zouden we kunnen en durven naderen zonder een volmaakte Middelaar die Zijn levensbloed, Zijn ziel ten borg stelde voor u en voor mij.                       Robert Berns 


VAET'CHANAN  וָאֶתְחַנַּן = 

  ik smeekte

Deuteronomium 3:23 – 7:11

Jesaja 40: 1-26

Mattheüs 23:31-39

Deuteronomium

(Devarim דְּבָרִים) 3:23

Ook smeekte ik  (en ik smeekte)

VAET'CHANAN  וָאֶתְחַנַּן = 

de HEERE in die tijd om genade