Parasha Nitzavim - index
Deuteronomium 29:10 - 30:20
- GOD VERNIEUWT ZIJN VERBOND MET ISRAËL (29:10-29):
-
- Mozes spoorde hen aan om zich de kracht van God te herinneren die hen uit Egypte had bevrijd, Gods leiding tijdens hun 40 jarig verblijf in de woestijn en de overwinning die God hen had gegeven op koning Sihon en koning Og.
- Mozes vertelde het volk dat hij hen bijeen had gebracht zodat de Heere met hen een verbond 'onder ede' kon sluiten, en dat God hen op die manier tot Zijn speciale volk zou maken.
-
- Mozes waarschuwde iedere Israëliet die kwaad in zijn hart koesterde, dat God hun verdorven bedoelingen zou ontdekken en hen zou vervloeken met de vervloekingen die in Deuteronomium 27-28 staan vermeld.
- Als het hele volk Israël het verbond met God zou verbreken, zei God tegen hen dat Hij ziekten over het land zou brengen en het zou verwoesten zoals Sodom en Gomorra (Gen. 19).
- Buitenlanders in toekomstige generaties zouden weten dat hun lot het gevolg was van het verbreken van het verbond met God.
-
BEKERING EN HERSTEL (30:1-10):
-
Als Israël in de toekomst tegen God in opstand zou komen en gestraft zou worden met de vloeken die in Deuteronomium 27-29 worden beschreven, zou God hen vergeven als ze met heel hun hart en ziel berouw zouden hebben.
-
Als God hen uit het Beloofde Land had verdreven, zou Hij hen daarheen terugbrengen.
-
Als hun berouw oprecht was, zou God hun voorspoed herstellen en hun vijanden vervloeken.
-
God zou hun harten besnijden, zodat ze Hem met heel hun hart en ziel zouden liefhebben.
-
-
DE KEUZE TUSSEN LEVEN EN DOOD, ZEGEN EN VLOEK (30:11-20):
-
Mozes herinnerde de Israëlieten eraan dat Gods instructies voor hen niet onbereikbaar waren.
-
Hoewel ze misschien nooit de volmaaktheid zullen bereiken, zou God tevreden met hen zijn als ze gehoorzaam zouden zijn en hun hart aan Hem zouden geven.
-
Mozes legde het volk een keuze voor, een keuze tussen leven (met God) of dood (zonder God).
-
Het was aan hen of hun natie een zegen of een vloek zou ontvangen.
-
Mozes drong er bij het volk op aan om voor het leven te kiezen om te blijven in het land dat de HEERE uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft hun te geven.
-
NITZAVIM נִצָּבִים
= U staat (allen) opgesteld
Deuteronomium 29:10 - 30:20
Jesaja 61:10 - 63:9
Johannes 15:1-11
NITZAVIM נִצָּבִים
= U staat (allen) opgesteld
Deuteronomium (Devarim) 29:10 U staat (נִצָּבִים Nitzavim) heden allen voor het aangezicht van de HEERE, uw God:....