Parasha Ekev - Index

Eigen Gerechtigheid

Mozes verzekerde de Israëlieten dat God hen de verovering van Kanaän zal geven. Hij waarschuwde hen drie keer opdat zij niet zouden veronderstellen dat hun gerechtigheid voldoende reden was voor hun succes. Mozes had ze al verteld dat hun toekomstige succes zou worden gegarandeerd "wegens" hun gehoorzaamheid aan de geboden. Het volk van Israël. zou dan natuurlijk veronderstellen, dat succes een indicatie van hun eigen gerechtigheid was.

We zijn misschien geneigd om een soortgelijke fout te maken. Een voorganger met een succesvol groeiende gemeente zou kunnen denken dat hij in Gods gunst staat wegens het aantal. Een zakenman die een winstgevend contract binnenhaalt kan denken dat hij wordt beloond voor zijn godsvrucht. In beide gevallen kan de veronderstelling correct zijn, maar er kunnen andere factoren een rol spelen die helemaal niet gerelateerd zijn aan iemands rechtschapenheid.  (Ook satan, de beheerder van ‘de boom van goed en kwaad’ kan zijn medewerkers aan Babel zogenaamd ‘belonen’.  Het goede van die boom komt uit een verkeerde bron en leidt tenslotte tot de ondergang. Ida)  

Mozes benadrukte drie keer dat "het niet is omwille van uw gerechtigheid, dat de HEERE, uw God, u dit goede land geeft om het in bezit te nemen, want u bent een halsstarrig volk." (Deuteronomium 9:6).

Deuteronomium 9:6 Daarom moet u weten dat het niet vanwege uw gerechtigheid is dat de HEERE, uw God,

Hij vervolgde met het in herinnering brengen van de zonde van het gouden kalf en de incidenten in de woestijn, die God woedend maakten. Hij vertelde hoe hij namens hen vastte en smeekte voor hun vergeving. Hij vertelde opnieuw het verhaal van hoe God, in Zijn genade, toegaf en hen niet
strafte naar dat hun daden verdienden.

Als het niet was wegens Mozes' voorbede en verzoenend optreden namens hen, zou Israël de reis vanuit Egypte niet eens overleefd hebben. Ze moesten tot nu toe Mozes danken voor hun bevrijding (Psalm 106:23).

Er kan geen sprake zijn van verdienste en gerechtigheid. De naleving van de Torah was niet voldoende om de verovering van het land te verdienen.

Als de kinderen Israëls het niet verdienden om het land in bezit te nemen, waarom heeft God het dan aan hen gegeven? Mozes gaf twee redenen: De zonde van de Kanaänieten en de  verbondsbeloften aan de aartsvaders.

Niet vanwege uw gerechtigheid of vanwege de oprechtheid van uw hart komt u hun land in om het in bezit te nemen, maar vanwege de goddeloosheid van deze volken verdrijft de HEERE, uw God, hen van voor uw ogen uit hun bezit, en om het woord gestand te doen dat de HEERE, uw God, uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft (Deuteronomium 9:5) .

Want niet door de wet is de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn, maar door de gerechtigheid van het geloof (Romeinen 4:13).                                                                                       (First Fruits of Zion)