English & other languages: click here!
Zacharia 13 - Gods Volk gezuiverd
God zuivert Zijn volk van de zonden. Twee concrete zonden worden genoemd: de afgoden en de valse profeten. Dit zal volledig worden uitgeroeid. De Herder wordt geslagen en de schapen worden verstrooid. Dit alles is geen noodlot, maar past volledig in Gods plan. Uit deze strijd en loutering zal de HEERE een overblijfsel naar voren doen komen, dat schoon en heilig is, en Hem van harte zal dienen.
Zacharia 13:1 Op die dag zal er een bron geopend worden voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid.
Nu Juda en Jeruzalem hun Messias hebben erkend en berouw hebben getoond is er reiniging nodig. De reiniging bestaat niet uit wassen, maar uit sprenkelen. We zien hierin het bekwaam maken tot een zekere dienst, zoals ook de Levieten werden besprenkeld met ontzondigingswater waarin as van de rode koe was gemengd (Numeri 8:7). Voor deze ceremonie wordt door Yahweh een bron of fontein geopend.
Ezechiël 36:25-27 NBG51
Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt.
Zacharia ziet evenals Ezechiël 47:1-12 in het toekomstig Vrederijk een bron, die reinigt van de zonde. Dat reinigende water heeft de gemeente, bestaande uit Joden en heidenen, ook nodig. In onze tijd is dat het waterbad van Gods Woord, dat we voortdurend tot ons mogen nemen, zodat we heilig en onbesmet voor onze bruidegom Yeshua HaMashiach geplaatst worden (Efeze 5:26). In Johannes 15:3 zegt Yeshua: "U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb". We zien daarom dat het Woord van God een belangrijk middel is tot geestelijke reiniging. Daarom buigen we ons ook in deze website samen voor Gods Woord, als Enige Waarheid: het Levende Water om ons ermee te laten besprenkelen en te laten reinigen (Joh. 13:10; Joh. 15:3).
Zacharia 13:2-6 Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE van de legermachten, dat Ik uit het land de namen van de afgoden zal uitroeien, zodat aan hen niet meer gedacht zal worden. Ja, ook de profeten en de onreine geest zal Ik uit het land wegdoen. 3. En het zal gebeuren, wanneer iemand toch nog profeteert, dat zijn vader en moeder, die hem voortgebracht hebben, tegen hem zullen zeggen: Jij mag niet blijven leven, want je hebt leugens gesproken in de Naam van de HEERE. Zijn vader en moeder, die hem voortgebracht hebben, zullen hem doorsteken wanneer hij profeteert. 4. Op die dag zal het gebeuren dat die profeten beschaamd zullen worden, ieder vanwege zijn visioen, wanneer hij profeteert. Zij zullen geen haren mantel aantrekken om te liegen. 5. Maar hij zal zeggen: Ik ben geen profeet. Ik ben een man die het land bewerkt, omdat iemand mij daarvoor heeft geworven vanaf mijn jeugd. 6. Als men tegen hem zegt: Wat betekenen deze wonden aan uw handen? Dan zal hij zeggen: Dat ik geslagen ben in het huis van hen die mij liefhebben.
Ik zal uit het land de namen van de afgoden uitroeien....... Ja, ook de profeten en de onreine geest zal Ik uit het land wegdoen....... YHWH belooft hier dat Hij zelf de namen van de afgoden, de valse profeten en de demonen zal wegdoen uit het land. Ook na de ballingschap kwamen deze zonden nog steeds voor (Nehemia 6:12-14). Die namen van afgoden moeten zelfs niet meer genoemd worden, ze moeten verdwijnen uit het gedachteleven van Gods volk. De valse profeten met hun onreine geesten (demonen) zal God eveneens wegdoen. Zij komen voort uit een andere bron, de bron van het kwaad, of anders gezegd 'de boom van kennis van goed en kwaad'. Die bron van onreinheid wordt door God afgesneden door het verwijderen van valse profetie en afgodendienst.
En het zal gebeuren, wanneer iemand toch nog profeteert...... dat zijn vader en moeder hem doorsteken wanneer hij profeteert....
Volgens Deut. 13:6-11 en Deut. 18:20 moeten de ouders in dat geval hun eigen zoon doden. Dit past niet in het humanistisch verontreinigd christendom, maar het is wel Gods manier om dit grote kwaad geheel uit te bannen. Zo had God het via Mozes al geboden.
Deut. 13:11 Heel Israël zal het horen en bevreesd zijn, en een dergelijke wandaad niet meer in uw midden verrichten. De liefde voor God en Zijn waarheid gaat de dierbaarste natuurlijke band te boven.
het zal gebeuren dat die profeten beschaamd zullen worden, wanneer hij profeteert...... de zogeheten 'publieke opinie' zal vanwege deze maatregelen zo veranderen, dat valse profeten niet meer durven te spreken. Waren ze er vroeger trots op om over hun door de duisternis gegeven visioenen te spreken, nu zullen ze zich ervoor schamen. Ze trekken ook niet meer de 'harige profetenmantel' aan om hun leugens te prediken. De 'harige profetenmantel' kennen we van Elia en Johannes de Doper. Wat Elia en Johannes predikte blijft van kracht, maar de stem die leugens verkondigde zal zwijgen. Dit zal de praktijk zijn in het komende Vrederijk.
hij zal zeggen: Ik ben geen profeet. Ik ben een man die het land bewerkt...... de valse profeet ontkent uit schaamte en angst in alle toonaarden dat hij een profeet is, maar beweert dat hij van jongsaf als landarbeider heeft moeten werken.
Als men tegen hem zegt: Wat betekenen deze wonden aan uw handen.......? Dit wordt wel eens uitgelegd alsof het hier over Yeshua gaat, vanwege de littekens aan diens handen. Maar in het Hebreeuws staat hier בֵּין יָדֶיךָ bin jaddega 'verwonding tussen uw handen (en armen)', dus aan de borst. Baälpriesters verwondden zichzelf 'tussen de armen', dat wil zeggen op de borst (1 Kon. 18:28). De valse profeet zou daaraan herkend kunnen worden, maar - in het nauw gedreven - verdraait hij de waarheid door te zeggen dat familie en/of vrienden hem zo hebben toegetakeld.
Zacharia 13:7 Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder en tegen de Man Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE van de legermachten. Sla die Herder en de schapen zullen overal verspreid worden. Maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.
Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder en tegen de Man Die Mijn Metgezel is...... Deze dichtregels gaan over de Herder en Zijn kudde. De Herder is de Metgezel van God. Dit kan alleen op de Messias slaan, die Zelf deze tekst citeert (Matheüs 26:31). Zacharia spreekt een gedachte uit die ook in Jesaja 53:10 is vermeld:
"Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt".
De profeten Jesaja en Zacharia stellen nadrukkelijk dat het lijden van YESHUA door YHWH zelf is gearrangeerd. Dit was helemaal Gods werk! Hij gaf het bevel om de Herder te slaan. Yeshua was geen slachtoffer van omstandigheden of overgeleverd aan politieke of militaire willekeur. Het was het geplande, opgedragen werk van de HERE God, honderden jaren voordat het gebeurde door Jesaja geprofeteerd. Dit was Gods overwinning, niet die van satan of de mens. Yeshua's wil was geheel in overeenstemming met de Vader. Toen Hij naar het kruis ging, zei Hij over Zijn eigen leven: Niemand neemt mijn leven, Ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen (Johannes 10: 18).
Sla die Herder en de schapen zullen overal verspreid worden....... Yeshua citeerde deze zin in Mattheüs 26:31 met betrekking tot de verstrooiing van Zijn discipelen tijdens Zijn arrestatie en lijden. In zekere zin waren de discipelen hierin een beeld van het verstrooide Israël als geheel.
Maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden....... de Goede Herder wordt door het zwaard gedood. Dit betekent dat de kudde uiteen valt (Matth. 26:31; Markus 14:27; Joh. 16:32). Een deel van de kudde blijft bewaard (Hand. 5:35-39).
De 'kleinen' (= armen en geringen) worden verdrukt. De woorden ‘Mijn hand tot de kleinen wenden’ mogen we zien als een teken van Gods genade. In de ogen van de wereld zijn Gods kinderen maar onbelangrijk (klein).
Zacharia 13:8-9
6. Het zal gebeuren, spreekt de HEERE, dat in heel het land
twee derde ervan uitgeroeid zal worden en de geest zal geven,
en een derde ervan zal overblijven.
9. Ik zal dat derde deel in het vuur brengen
en het louteren, zoals men zilver loutert.
Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft.
Het zal Mijn Naam aanroepen
en Ík zal het verhoren.
Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk;
en zij zullen zeggen: De HEERE is mijn God.
Het zal gebeuren, spreekt de HEERE, dat in heel het land twee derde ervan uitgeroeid zal worden.....
Twee derde deel van de bevolking zal sterven, slechts een derde deel ontkomt aan het gericht. Het is mogelijk dat dit gericht het louteringsproces is.
Ik zal dat derde deel in het vuur brengen en het louteren...... dat derde deel zal door lijden gelouterd worden, zoals zilver en goud in de smeltkroes door verhitting gezuiverd worden.
De ervaring van de zilversmid laat ons zien hoe zorgvuldig God zich bezig houdt met die smeltkroes van loutering. Hij moet voortdurend toezien op dit proces want als het zilver ook maar even te lang in de vlammen gehouden zou worden, zou het beschadigen. En weet je wanneer het zuiveringsproces klaar is? Als de zilversmid zijn eigen spiegelbeeld erin herkent.
Het zal Mijn Naam aanroepen en Ík zal het verhoren...... In het lijden zullen de Israëlieten tot YHWH bidden en YHWH zal hen verhoren.
Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De HEERE is mijn God........ Wat een heerlijk moment! Dit verwijst profetisch naar het Joodse volk dat de benauwdheid van Jakob heeft overleefd, tot redding komt in de tweede helft van die laatste periode en Yeshua verwelkomt in de naam van de HEER: Baruch Haba BeShem Adonai, Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer. Deze groep – die de 144.000 van Openbaring 7 en 14 omvat - maar niet beperkt is tot dat aantal – zal de kern vormen van een hersteld Israël, wanneer Yeshua Zijn duizendjarige heerschappij op de aarde vestigt.
Ida