English & other languages: click here!
Job 28 - Job zoekt de Bron van Wijsheid

In de vorige hoofdstukken heeft Job het antwoord aan zijn vrienden afgerond. Wat volgt is nog een laatste toespraak, waarmee de betogen worden afgesloten.
Job opent zijn slotpleidooi met een beschouwing over de vraag waar wijsheid kan worden gevonden. Te vergelijken met Spreuken 8. In een refrein (vers 12 en 20), dat dit hoofdstuk het karakter geeft van een lied of gedicht, wordt deze vraag nadrukkelijk gesteld. In het slotvers wordt de vraag tenslotte beantwoord. De refreinen brengen tevens een duidelijke structuur aan, doordat ze beide keren het begin vormen van een nieuwe strofe met een eigen thematiek. (StudieBijbel)
Job 28:1-4
1. Voorzeker, er is voor het zilver een plaats waar het tevoorschijn gebracht wordt,
en een plaats voor het goud waar het gezuiverd wordt.
2. Het ijzer wordt uit de aarde gehaald,
en uit gesteente wordt koper gesmolten.
3. De mens bepaalt het einde voor de duisternis,
en elke grens onderzoekt men,
het gesteente in het donker en de schaduw van de dood.
4. Hij hakt een mijnschacht uit, ver van de plaats waar hij verblijft;
zonder steun van de voet hangen zij,
ver van de sterveling zweven zij.
Job is intussen sterker uit de strijd gekomen. Het lijkt erop dat hij zich nu bewust gaat concentreren op de grootheid van God en Zijn wijsheid die daaraan te gronde ligt. En dan begint hij met de kostbare mineralen die in de aarde verborgen liggen om door de mens ontdekt, verzameld en verwerkt te worden tot kostbare en bruikbare voorwerpen, die bovendien bijdragen aan schoonheid, gevoel en emotionele verfraaiing. Job dacht na over de manier waarop mensen zoeken naar zilver, goud, ijzer en koper. Wat een vindingrijkheid heeft de mens na de zondvloed ontwikkeld in de voor ons eeuwenoude mijnbouw.
er is voor het zilver een plaats waar het tevoorschijn gebracht wordt.... er is al heel wat voorafgegaan aan zo'n mooie zilveren beker, waaruit wijn gedronken werd. Er moet een plaats zijn van waaruit dit zilver te voorschijn wordt gebracht. Hoe ontdekte men dat er zilver in de grond zit en hoe haalde men dat uit het grondmateriaal?
een plaats voor het goud waar het gezuiverd wordt....... hetzelfde kun je je afvragen met betrekking tot het goud., maar dan volgt er ook nog een heel proces van verwerking en zuivering. Het meeste goud is verzonken in de vloeibare kern van de aarde. Wetenschappers schatten dat er genoeg goud in de aardkern is om de aarde met een laag van 4 meter dik te bedekken! (The Royal Mint). Maar dat was Job nog niet bekend en we mogen ook de juistheid ervan betwijfelen.

Zodra het goud uit de mijn of uit een secundaire bron is gewonnen, kan het worden geraffineerd om het te scheiden van onzuiverheden. Hoe hoger de raffinage, hoe fijner het goud. De fijnheid van goud verwijst naar de verhouding in gewicht van het primaire metaal tot eventuele toegevoegde basismetalen of onzuiverheden.



En dan koper: De naam koper komt van het Latijnse woord cuprum. Dit begrip is een afkorting vanaes cyprium, hetgeen letterlijk ‘erts van Cyprus’ betekent. In het Grieks heette het eiland Cypros, dat etymologisch vermoedelijk de basis van het woord koper vormt.
In de Timnavallei, 25 km boven Eilat werden niet minder dan 10.000 kopermijnschachten gevonden. Wanneer het land Uz in de buurt van Edom was gelegen, kon Job op korte afstand kennis nemen van de mijnbouw (bijv. de kopermijnen in Timna) en van de karavanen die in Job 6:19 beschreven zijn, kon hij kostbaarheden verwerven en horen hoe deze gewonnen werden. De hier vermelde bijzonderheden waren al in 2000 v.Chr. bekend.
Het ijzer wordt uit de aarde gehaald, en uit gesteente wordt koper gesmolten...... Deze begeerde metalen liggen niet voor het grijpen. De mens moet zich daarvoor in de ondergrondse duisternis begeven. Er moet hard gewerkt worden daar waar geen daglicht is.
De mens bepaalt het einde voor de duisternis, en elke grens onderzoekt men....... het einde van de duisternis wordt licht door het beschijnen met een fakkel of een lamp, waarbij ook de afmetingen en grenzen van het rotsgesteente kunnen worden vastgesteld. Op de knieën en tastend in de duisternis doet men dit zware werk. Voor een echte goudzoeker is geen enkele inspanning te groot.
het gesteente bevindt zich in het donker en in de schaduw van de dood....... het is zeker geen ongevaarlijk werk en hoeveel slaven werden er in de geschiedenis niet ingezet voor het economisch gewin. Waarschijnlijk kwam dat in Israël niet voor. Slaven werkten meestal onder de grond en de vrije arbeider bovengronds. Het werk is moeizaam en zwaar en gevaarlijk voor iemand die alles moet doen om te overleven.
Hij hakt een mijnschacht uit, ver van de plaats waar hij verblijft;..... er moet een schacht gegraven worden. Naarmate de diepte vordert, wordt hij met touwen naar beneden gelaten. Daar bungelt hij, zonder houvast voor zijn voet, en zweeft naar beneden, steeds verder weg van '"de plaats waar hij verblijft", dat wil zeggen: weg van de bewoonde wereld.
zonder steun van de voet hangen zij, ver van de sterveling zweven zij....... het lijken echte acrobaten, maar het is beslist gevaarlijk werk.
Job 28:5-8
5. Uit de aarde komt het brood voort,
en onder in haar wordt zij veranderd, als door vuur.
6. Haar gesteente is de plaats van saffier,
en zij bevat goudstofjes.
7. De roofvogel kent het pad erheen niet,
en het oog van de kiekendief heeft het niet waargenomen.
8. De trotse jonge dieren hebben het niet betreden,
geen felle leeuw is er overheen gegaan.
Uit de aarde komt het brood voort........ vanuit de normale scheppingsorde is het normaal dat de aarde voedsel voortbrengt (Psalm 104:14). Maar de mens is daar niet tevreden mee. In zijn verlangen naar schatten, maar ook door zijn geldzucht, keert hij de binnenkant van de aarde ondersteboven, zodat het lijkt alsof er een brand heeft gewoed.
Haar gesteente is de plaats van saffier, en zij bevat goudstofjes........ de mens doorzoekt de onderaardse stenen gewelven om de kostbare saffieren te vinden, waarmee ook de borsttas van de Hogepriester versierd was (Ex. 28:18; Ex. 39:11) en het stof dat goud bevat. (Uit Job 28 : 6 is afgeleid dat de saffier gelijk zou zijn aan de lazuursteen. De vertaling: hare steenen zijn de plaats van den saffier, en zij heeft stofjes van goud, moet zijn: en haar (nl. de aarde) stof bevat goud. info: Ensie)
De roofvogel kent het pad erheen niet......... de roofvogel zoekt buit en dat is te vinden in de levende wereld om hem heen. Wat heeft hij te zoeken in een gebied van duisternis en dood?
Het oog van de kiekendief heeft het niet waargenomen...... waarom zou een kiekendief zich onder de grond begeven? Daar heeft hij toch niets te zoeken? Goud en saffier..... dat is niet van levensbelang voor hem.
De trotse jonge dieren hebben het niet betreden...... de dieren hebben ook geen belang bij het onderzoeken van de aardlagen onder de vertrouwde bodem.
geen felle leeuw is er overheen gegaan....... ook zo'n sterk dier als een leeuw neemt er geen notitie van.


Het is heel waarschijnlijk dat de belangstelling voor deze bodemschatten in het tijdperk na de zondvloed is ontstaan. Men raakte geïnteresseerd in het exploiteren van de nieuwe geologische aardlagen die na de zondvloed zichtbaar waren geworden. De aarde is eigenlijk bedekt met fossielhoudende sedimentaire lagen, die lijken te zijn ontstaan door een catastrofale gebeurtenis die de stratigrafische kolom (zie afbeelding) heeft gecreëerd. Zo is het mogelijk dat we in onze tijd fossielen vinden van zeedieren op de toppen van de hoogste bergen ter wereld. Het bewijs van de Zondvloed van Noach in de Bijbel vinden we in de aarde zelf. En we vinden ze in elk continent van deze planeet. Ik heb deze gegevens van deze bijzondere youtube die het Darwinisme afwijst als een 'wetenschap (sciëntisme) die erop gericht is Gods schepping van de aarde te ontkennen'. Dit wordt op de scholen van onze kinderen onderwezen. Satan infiltreert in alle lagen van de wereld. maar Job, die de Bron van Wijsheid van dit alles naar voren haalt, bepaalt ons bij Wie alleen we deze wijsheid moeten zoeken.
Als Yeshua in Mattheüs 24 verwijst naar de dagen van Noach dan is dat een goddelijke bevestiging van de waarheid uit Genesis. En het zal weer net zo zijn met de bevolking van de aarde als Yeshua komt voor het oordeel. Wie niet gelooft in wat er voor en tijdens de Zondvloed gebeurde, zal ook niet geloven dat Yeshua komt om de aarde in dergelijke zondige omstandigheden te oordelen. Men wil dat ook liever niet geloven.
Job 28:9-11
9. De mens slaat zijn hand aan het harde gesteente,
hij keert de bergen vanaf de wortel om.
10. In de rotsen hakt hij gangen uit,
zijn oog ziet alles wat kostbaar is.
11. Hij damt de rivieren af, zodat er geen druppel doorheen komt,
en wat verborgen is, brengt hij naar buiten in het licht.
De mens slaat zijn hand aan het harde gesteente........ wat bij de dieren niet opkomt om te doen, onderneemt de mens, de mijnwerker. Hij bereikt plaatsen die de roofvogel niet ziet en waar de leeuw niet komen kan. Hij bewerkt de hardste gesteenten om te zien of er iets waardevols in zit. hij keert de bergen vanaf de wortel om......... tegenwoordig gebruikt men dynamiet als een berg in de weg zit. Uitgevonden door de Zweedse chemicus Alfred Nobel (1833-1896). Maar in Bijbelse tijden had men ook zo zijn methoden, al zullen die wel heel wat meer werk en moeite hebben meegebracht. Maar ja, de zucht naar goud, geld en rijkdom maakt vele mensen vindingrijk om zich een weg te banen door rotsen heen die, als het ware, 'de wortel' van de bergen zijn.
Hij damt de rivieren af, zodat er geen druppel doorheen komt......... de ondergrondse waterstromen kunnen levensbedreigend in een mijnschacht zijn. Maar het is evengoed mogelijk dat water wordt afgedamt om het op goud te onderzoeken, zoals het ook boven de grond gebeurt.
wat verborgen is, brengt hij naar buiten in het licht........ hij kan ook het grondwater afdammen om zo aan het licht te laten komen wat in de duisternis van het water verborgen ligt.

Job 28:12-14
12. Maar de wijsheid, waar wordt die gevonden?
En waar is de plaats van het inzicht?
13. De sterveling kent haar waarde niet,
zij wordt niet gevonden in het land van de levenden.
14. De watervloed zegt: In mij is zij niet;
en de zee zegt: Bij mij is zij niet.
Niet zo lang na de zondvloed werd de dienst aan YAHWEH op een zijspoor gezet, zodat men tijd kon besteden aan het nastreven van aardse rijkdom die daar in de grond begraven lag. En zo lieten de mensen zich tot slaven maken om het altaar van wereldse rijkdom te aanbidden.
Maar de wijsheid, waar wordt die gevonden........? Hier klinkt aan het begin van de tweede strofe van het gedicht over de wijsheid voor het eerst het refrein: Waar zal men de wijsheid zoeken, waar is het inzicht te vinden? Er is al voldoende verteld over waar zilver en goud te vinden is, maar geen mens weet waar hij de wijsheid moet zoeken.
De sterveling kent haar waarde niet....... het hart van de mens gaat daar ook niet zo naar uit, daarom wordt er geen waarde aan toegekend.
zij wordt niet gevonden in het land van de levenden....... hoewel men slim genoeg was om de schatten der aarde te ontdekken en daaraan te onttrekken, was men toch niet slim genoeg om de Bron van wijsheid te ontdekken. De ware schatten worden alleen ontdekt door hen die echt op YAHWEH vertrouwen. Een wijsheid die onmetelijk belangrijker is dan het halen van een diploma of een bul. Het is geen kwestie van intellect.
De watervloed zegt: In mij is zij niet; en de zee zegt: Bij mij is zij niet...... nee, de Bron van wijsheid kun je niet even aanwijzen of lokaliseren.
Job 28:15-19
15. Fijn goud kan niet in ruil voor haar gegeven worden,
en haar prijs kan niet met zilver worden afgewogen.
16. Zij kan met het fijne goud van Ofir niet betaald worden,
en evenmin met de kostbare onyx en saffier.
17. Haar waarde kan niet met goud of kristal gemeten worden,
en zij is niet in te ruilen voor een kleinood van zuiver goud.
18. Aan koraal en kristal wordt niet meer gedacht,
want de prijs van de wijsheid is hoger dan die van robijnen.
19. Haar waarde kan niet met die van een topaas uit Cusj gemeten worden;
en met het fijne zuivere goud kan zij niet betaald worden.
Fijn goud kan niet in ruil voor haar gegeven worden...... het laten studeren op universiteiten kost veel geld, sommige ouders hebben zich krom moeten werken om hun kinderen dat te kunnen laten doen. Later blijkt dikwijls dat zij hun kinderen kwijt zijn in het geloof in Yeshua.

De ware wijsheid is voor geen geld, voor geen bladgoud en voor geen edelstenen te koop. Haar prijs kan niet met zilver worden afgewogen....... die wijsheid betaal je ook niet met bergen zilver, of met het fijne goud van Ofir of de kostbare onyx en saffier. Ze overtreft robijnen en kristal. Inruilen voor een zuiver gouden juweel is ook niet mogelijk.
Aan koraal en kristal wordt niet meer gedacht...... daar hoef je helemaal niet mee aan te komen als onyx, robijnen en saffier al worden afgewezen. De waarde van wijsheid is niet af te meten aan een topaas uit Nubië
Het fijne zuivere goud is ook geen betaalmiddel voor wijsheid ....... dit alles maakt duidelijk dat wijsheid voor een mens onbereikbaar is....... óf??

Job 28:20-22
20. De wijsheid dus, waar komt zij vandaan,
en waar is de plaats van het inzicht?
21. Zij is bedekt voor de ogen van alle levenden,
en voor de vogels in de lucht is zij verborgen.
22. Het verderf en de dood zeggen:
Met onze oren hebben wij slechts een gerucht over haar gehoord.
De wijsheid dus, waar komt zij vandaan, en waar is de plaats van het inzicht........? Deze regel is, net zoals vers 12, het refrein van dit lied op de wijsheid. Het is de grote vraag die het hele hoofdstuk behelst. Het antwoord laat nog even op zich wachten.
Zij is bedekt voor de ogen van alle levenden...... het gekke is dat mensen van zichzelf denken best wijs te zijn. Maar dat komt omdat ze vol zijn van de wereldse wijsheid. Job probeert duidelijk te maken dat er een wijsheid is die veel beter is dan alle scherpzinnigheid waarmee mensen edele metalen en mineralen uit de bodem halen. Die wijsheid gaat dieper dan een man in de mijnschacht kan afdalen. Maar ook hoger dan de vogels in de lucht vliegen.
De HEER is echter rijk aan wijsheid en kennis en wil het zo graag uitdelen aan hen die hongerig daarnaar zijn. Als wij Hem maar in nederig geloof verwachtingsvol benaderen. In Spreuken 3:5–6 lezen wij: 'Vertrouw op de Heer met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. 'Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken.'
Het verderf en de dood zeggen: Met onze oren hebben wij slechts een gerucht over haar gehoord...... Met het 'verderf' is de onderwereld bedoeld, het dodenrijk, een plaats van vernietiging. In het Hebreeuws staat er אֲבַדּוֹן 'abadon' - de sheol.

Met onze oren hebben wij slechts een gerucht over haar gehoord..... soms licht God een stukje van de sluier over de dood op door iets te laten zien van een leven na de dood, zoals Job dat zelf heeft ervaren toen hij getuigde: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft en Hij zal ten laatste over het stof opstaan (Job 19:25-27)." Maar of ze dat nu snappen in de onderwereld, dat is de vraag.
Job 28:23-28
23. God begrijpt haar weg,
en Híj kent haar plaats.
24. Want Híj ziet tot aan de einden der aarde,
Hij ziet onder heel de hemel,
25. terwijl Hij de kracht van de wind bepaalt,
en de wateren meet met een maat.
26. Toen Hij een verordening maakte voor de regen,
en een weg voor het weerlicht van de donder –
27. toen zag Hij haar, en peilde haar.
Hij stelde haar vast en ook onderzocht Hij haar.
28. Maar tegen de mens heeft Hij gezegd:
Zie, de vreze des Heeren, dat is wijsheid,
en zich afkeren van het kwade is inzicht.
God begrijpt haar weg, en Híj kent haar plaats....... aha, nu lijkt dichter Job tot zijn doel te komen. God weet de plaats waar die wijsheid te vinden is. Hij zag haar......
Spreuken 8:24-30
24. Toen er nog geen diepe wateren waren, was Ik geboren,
toen er nog geen bronnen waren, zwaar van water.
25. Voordat de bergen waren verzonken,
vóór de heuvels, werd Ik geboren.
26. Hij had de aarde en de velden nog niet gemaakt,
evenmin het begin van de stofjes van de wereld.
27. Toen Hij de hemel gereedmaakte, was Ik daar,
toen Hij een cirkel trok over het oppervlak van de watervloed,
28. toen Hij de wolken daarboven sterk maakte,
Hij de bronnen van de watervloed versterkte,
29. toen Hij voor de zee zijn plaats bepaalde,
zodat het water Zijn bevel niet zou overtreden,
toen Hij de fundamenten van de aarde verordende,
30. WAS IK BIJ HEM, ZIJN LIEVELINGSKIND,
IK WAS DAG AAN DAG ZIJN BRON VAN BLIJDSCHAP,
TE ALLEN TIJDE SPELEND VOOR ZIJN AANGEZICHT!
Want Híj ziet tot aan de einden der aarde....... alleen God kent de weg naar de wijsheid, alleen Hij weet waar de wijsheid woont. Hij overziet immers heel de aarde.
Hij ziet onder heel de hemel..... niets ontsnapt aan Zijn oog.
terwijl Hij de kracht van de wind bepaalt.... en de wateren meet met een maat, en de weg van de donderwolken bepaalde....... TOEN ZAG HIJ HAAR: DE WIJSHEID !
God is ook de enige die de ontmoeting met de Wijsheid kan waarderen en haar plaatsen in Zijn wereldbeleid. Hij stelde haar vast en onderzocht haar (vers 27). Hij begrijpt en doorziet haar. Anders dan welk schepsel ook kent de wijsheid voor God geen geheimen. En de mens dan? Moet hij het zonder de hoogste wijsheid klaarspelen? Zeker, God is de alleen wijze God. Romeinen 16:27 aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.
Hij laat de mensen niet hun eigenwijze gang gaan. Het antwoord en doel van dit hoofdstuk ligt in vers 28:
Maar tegen de mens heeft Hij gezegd: Zie, de vreze des Heeren, dat is wijsheid, en zich afkeren van het kwade is inzicht...... (zie ook Spreuken 1:7 en Spreuken 9:10). Door YAHWEH te vrezen zal de mens ook wijs zijn, zo als het voor hem als schepsel van God mogelijk is. Zie ook Prediker 12:13.
GOD VREZEN EN WIJKEN VAN HET KWADE ..... dat is precies wat Job gedaan heeft (Job 1:1). Zo is dit laatste vers een schakel tussen het hele hoofdstuk over de Wijsheid en met het hele boek Job.

Ida