English & other languages: click here!

Job 26 - Job antwoordt Bildad

Nog eenmaal amtwoordt Job op de woorden van Bildad. Het is bovendien de laatste keer dat Job reageert op de betogen van zijn vrienden. Het antwoord van Job is langer dan de toespraak waarop hij antwoordt. 

Bildad had in verheven taal over Gods grootheid gesproken, maar Job toont aan dat die gezwollen taal geen kracht had. Bildad stelde zich niet naast, maar boven Job. Hij sprak als een leermeester tegenover een looser, maar gaf hem geen raad of steun waaraan Job iets had.  Job miste de bewogenheid en het meeleven, dat hij van een vriend kon verwachten.

Job 26:1-4
1. Maar Job antwoordde en zei:
2. Hoe heb jij hem geholpen die geen kracht heeft, en de arm verlost die geen macht heeft?
3. Hoe heb jij hem raad gegeven die geen wijsheid had, en hoe heb jij hem wijsheid in overvloed bekendgemaakt?
4. Aan wie heb jij zulke woorden bekendgemaakt? En wiens geest is van jou uitgegaan?

Hoe heb jij hem geholpen die geen kracht heeft........Job beantwoordt de redevoering van Bildad op een spottende wijze en ongetwijfeld betrekt hij ook de beide andere vrienden daarbij. Wat heb je eigenlijk aan zogenaamde hulp die geen zoden aan de dijk zet? En de betekenis van "de arm verlost die geen macht heeft" ontgaat me. Het betekent ongetwijfeld zoiets als wat Job in vers 3 bedoelt.

Hoe heb jij hem raad gegeven die geen wijsheid had...... Tjonge Bildad, wat had jij toch een wijsheid voor een arme sloeber die ik ben. Het sarcasme druipt er vanaf. Wat een overvloed aan wijsheid..... ! ik ben te dom om dat allemaal te bevatten.

Aan wie heb jij zulke woorden bekendgemaakt.......? wat een eer dat jij me in mijn nederige staat in zulke hoge wijsheid laat delen.....

En wiens geest is van jou uitgegaan......?  je snapt wel dat ik nu jouw verheven geest bewonder..... van wie heb je die wijsheid toch?

Bildad is iemand die zich vasthoudt aan tradities (Job 8:8),. hij baseert zich voornamelijk op wat hem is overgeleverd uit vroeger tijden, dat wat hem is verteld.

Job 26:5-13
5. De gestorvenen zullen opnieuw geboren worden van onder de wateren, en de bewoners daarvan.
6. Het graf is naakt voor Hem, en er is geen bedekking voor het verderf.
7. Hij strekt het noorden uit over het ledige; Hij hangt de aarde op aan het niets.
8. Hij bindt het water in Zijn wolken; toch scheurt de wolk daaronder niet.
9. Hij bedekt de aanblik van Zijn troon; Hij spreidt Zijn wolk erover uit.
10. Hij heeft een begrenzing afgetekend over het wateroppervlak, tot aan de grens tussen licht en duisternis.
11. De pilaren van de hemel sidderen en zijn verbijsterd vanwege Zijn bestraffing.
12. Door Zijn kracht heeft Hij de zee opgezweept, en door Zijn inzicht heeft Hij Rahab neergeslagen.
13. Door Zijn Geest kreeg de hemel schoonheid; Zijn hand heeft de snelle slang doorboord.

Nadat Job zijn ergernis over de leerredes van Bildad heeft geuit, neemt hij zelf het woord over de grootheid van God.  Omdat zijn vrienden Job ervan beschuldigden dat hij God niet kent, wijst Job erop dat zij degenen zijn die God verkeerd hadden voorgesteld. We merken aan alles dat Job geestelijk sterker wordt. Hij laat zich niet intimideren door de zogenaamde hulp van zijn vrienden maar zoekt zijn sterkte bij de Allerhoogste.

De gestorvenen zullen opnieuw geboren worden van onder de wateren...... het is de vraag of hier 'wedergeboorte' wordt bedoeld. De werkwoordvorm יְחוֹלָלוּ is een verbuiging van het werkwoord 'gool חווּל' dat volgens Strong 2342 draaien, wervelen, dansen, kronkelen, zwoegen, in angst zijn, pijn lijden betekent. Dit woord wordt ook wel gebruikt voor het kronkelen van pijn bij een bevalling. De Nieuwe Bijbel vertaling luidt:

"De schimmen worden aan het sidderen gebracht". Dat lijkt me beter. Hier wordt de kronkelende slang bedoeld die in vers 13 genoemd wordt en verslagen werd door Yeshua in Openbaring 20:2-3. 

Openbaring 20:1-3
En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand.
2. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar,
3. en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.

Sommige teksten in het oude boek Job zijn niet altijd duidelijk.  Maar de strekking ervan is wel duidelijk: er is geen plek verborgen voor God; ook niet de zeemansgraven en de  graven op de dodenakkers, niets is bedekt voor Hem (Psalm 139:8). .....er is geen bedekking voor het verderf. Voor het ' verderf'' wordt hier het woord  'abadon' אֲבַדּוֹן gebruikt. Datzelfde woord noemt Johannes in Openbaring 9:11 voor de duivel. 
Hij strekt het noorden uit over het ledige;.......
voor 'het noorden' gebruikt de Bijbel het woord "tzafon' צָפוֹן . Nu is het opmerkelijk dat het woord “tzafon” inderdaad het Noorden betekent, maar dat die naam ook verbonden is aan “de berg Tzafon” waarbij Tzafon een godennaam is.  Volgens studie 135 van Werner Stauder is Tzafon de woonplaats van Baäl. “Evenals de Eeuwige op Zijn heilige berg woont - de Tziyon - zo woont ook de Baäl op zijn heilige berg - de Tzafon!” Deze hoge (1780 meter) godenberg ligt ten noorden van Israël. Deze berg wordt bovendien genoemd in Jesaja 23:14 als de berg waar de goden samenkomen en waar satan zich zetelde.

uitstrekken over het ledige.... het lijkt hier alsof Job kennis heeft van de goddelijke en duiverse machten in de tijd van de schepping.. Het uitstrekken van die noorderhemel doet denken aan het uitrollen van het uitspansel. En het zogenaamde 'ledige' is in feite de vormloze chaos. (tohoe תֹּהוּ;) die in Genesis 1:2 wordt genoemd en in de SV als 'baaierd' wordt vertaald.  

Hij hangt de aarde op aan het niets....... dat doen de mensen nog niet met een papieren tissue, hoogstens met tijdelijke kunstgrepen.Wat een wonder dat onze aardbol precies op de plaats blijft hangen die God ervoor bestemd heeft. De platte-aarde-fantasten geloven dat de aarde op pilaren rust. Dat zongen we vroeger in de berijmde psalm 90:1. Maar Mozes, de schrijver van deze psalm, noemt dat niet.

Degene die deze berijming maakte heeft waarschijnlijk aan geestelijke pilaren gedacht, zijnde de wetmatigheden die God ontworpen heeft en waarover Hij de beschikking heeft. Als we goed over deze dingen nadenken beseffen we de grootheid van onze Schepper. 

Hij bindt het water in Zijn wolken; toch scheurt de wolk daaronder niet....... Heb je er wel eens over nagedacht hoe het kan dat hoog in de lucht de wolken tonnen water kunnen vasthouden? (Job 38:37) Een vliegtuig kan er zomaar doorheen vliegen en de wolk ploft niet uit elkaar. Ze scheuren ook niet vanwege het gewicht. 

God spreekt vaak door tekenen in de natuur. Bijvoorbeeld: als straf op ongehoorzaamheid c.q. afgoderij geen regen, of... bij gehoorzaamheid juist wel en daarbij vruchtbaarheid (Deut. 11:10-17 - 1 Koningen 17:1 - Zacharia 14:17-18).

YAHW|EH maakt ook in de eindtijd door tekenen in de natuur duidelijk, dat Hij niet met Zich laat spotten. De plagen in het laatste Bijbelboek (Openb. 6, Openb. 8 en 9, Openb. 16) laten zien dat de HEERE een oordeel velt over de ongerechtigheid waarvan de wereld vlak voor Zijn komst zo vol zal zijn. God probeert zo, een wereld die steeds ongevoeliger wordt voor Zijn Stem in de Bijbel,  alsnog wakker te schudden. Het is een laatste appèl om tot Hem terug te keren en tot Hem de toevlucht te nemen. God kan dus ook vandaag nog indringend tot ons spreken door regen en andere tekenen in de natuur! 

Hij bedekt de aanblik van Zijn troon; Hij spreidt Zijn wolk erover uit...... Als God verscheen was dat meestal omhuld door Zijn heerlijkheid, die in een wolk werd uitgedrukt. (In Israël, niet in de Bijbel, Shechina genoemd). Op de Sinaï verborg God zich achter wolken, vuur en bliksem en donkerheid. De wolken zijn ook een bedekking voor Gods troon en voor Zijn aanwezigheid (Psalm 97:2). Toen Hij Zijn troon bij de mensen had, in de tabernakel en de tempel, dan mocht de Hogepriester daar alleen naar binnengaan als de ruimte gevuld was met rook van het reukofferaltaar.

Hij heeft een begrenzing afgetekend over het wateroppervlak...... als we bij de zee verblijven merken we de getijden van eb en vloed. De vloedlijn verandert met een vaste regelmaat. Op elk punt van de oceaan treedt per dag tweemaal een vloed op en ook tweemaal een eb. De tijd tussen twee momenten met de hoogste waterstand bedraagt gemiddeld 12 uur en 24 minuten. De tijdsduur van 12 uur wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde om zijn as, de tijd van 24 minuten komt door de baan van de maan ten opzichte van de draaiende aarde. Hoe kunstig heeft de Schepper zon, maan, aarde en zee op elkaar ingesteld. Het zijn de wonderen die ons met ontzag voor Hem vervullen. 

tot aan de grens tussen licht en duisternis........ nog steeds bij de zee staande zien we de grens tussen de lichte hemel en de donkere zee, de grens tussen het water in de wolkenhemel en het water in de zee. 

De pilaren van de hemel sidderen en zijn verbijsterd vanwege Zijn bestraffing....... sommigen denken bij de pilaren van de hemel aan de bergen. Maar wie de top van het majestieuze Himalaya-gebergte zou bereiken was nog niet in de hemel. Ook de toren van Babel bereikte Gods woonplaats niet. Anderen denken dat, omdat Job nog geen Bijbel kon hebben in die tijd, dat God hem door middel van de sterrenbeelden dingen duidelijk maakte. De meeste informatie verzamelde Job door zijn omgang met God. Maar God heeft wel gezegd:

“En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren!” (Genesis 1:14).

Dit was nog in de tijd dat er zich nog geen bijgelovige en afgodische astrologie had ontwikkeld. Uiteindelijk had God gezegd dat zon, maan, planeten en sterren werden gegeven als tekenen (Genesis 1:14). In Job 9 beantwoordt Job Bildad ook met zijn kennis van de sterren en sterrenbeelden, zelfs met het mythologisch wezen Rahab, die ook in dit hoofdstuk ter sprake komt. Van die laatste kan ik begrijpen dat deze verbijsterd is vanwege Gods bestraffing. Bij de sterren en sterrenbeelden begrijp ik dat eigenlijk niet. Wel dat degenen die daar kennis van nemen verbijsterd kunnen zijn. 

Door Zijn kracht heeft Hij de zee opgezweept....... YAHWEH zweept de storm op en toont daarmee Zijn kracht in de wind ( Psalm 107:25; Jesaja 51:15; Jeremia 31:35).  Met hetzelfde gezag beteugelt Hij ook de wind en “brengt de storm tot stilte” (Ps 107:29). In het Nieuwe testament is het Gods Zoon Yeshua die dezelfde werken doet als Zijn Vader, want Hij is God (Mattheus 8:23-27; Markus 4:39).

door Zijn inzicht heeft Hij Rahab neergeslagen...... Rahab is de naam van een mythologisch monster: een slang of een draak. Het is ook het Hebreeuwse woord voor trots of storm.

De naam Rahab wordt soms gebruikt als titel voor Egypte (Psalm 87:4). Ook in Jesaja 30:7 is er sprake van Rahab (niet te verwarren met Rachab de hoer uit Jozua 2). Het doet mij denken aan de beschrijving van de Leviathan, een monster uit de hemelse gewesten, waarmee Yeshua de zware eindstrijd zal aangaan. Het monster openbaart zich in verschillende verschijningen.  In Genesis 3:1-5 verscheen satan als een slang. Openbaring gebruikt deze beelden bij het beschrijven van de opkomst van de antichrist (Openbaring 13:1-4). 

Job 26:14 Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord! Wie zou dan de donder van Zijn kracht kunnen begrijpen?

door Zijn inzicht heeft Hij Rahab neergeslagen........ wat hier in de verleden tijd gezegd is, blijkt zoals vaker, juist in de toekomst te gebeuren. De HEERE  zal het monster dat in de zee is, doden. Dat gebeurt profetisch in Jesaja 27:1. Omdat het hier een geestelijk wezen betreft, wordt het geestelijk gedood, d.w.z. de macht ontnomen. Dit wezen is dood, zoals een ongelovige ook geestelijk dood is (Efeze 2:1). Job beschrijft hier de grootheid van God in beelden ontleend aan oude babylonische mythologische verhalen. die hij dus heeft gekend, net zoals Jesaja en Ethan de Ezrahiet, de dichter van psalm 89 die hem als Rahab beschrijft .

Zijn hand heeft de snelle slang doorboord......... dit lijkt ook een verschijning van Rahab te zijn. In Jesaja 27 is dit de Leviathan. de kronkelende slang. Hij was er al in de Hof van Eden. Hij was er toen en ook nu.  In Openbaring 20:1-2 komen we deze ook weer tegen, als hij gevangen wordt genomen en tijdens het Vrederijk in de put moet verblijven tot het laatste oordeel, waarbij hij in de hel wordt geworpen met allen die hem hebben gevolgd. Zie Openbaring 20:10. In de volgende tekst worden verschillende benamingen voor dit mythologische wezen gegeven:

Jesaja 27:1 Op die dag zal de HEERE vergelding doen met Zijn hard, groot en sterk zwaard aan de Leviathan (לִוְיָתָן) , de snelle slang (nagash נְחַשׁ) , ja, de Leviathan (לִוְיָתָן) , de kronkelende slang (nagash נְחַשׁ); Hij zal het monster (“tannin תַנִּין”) dat in de zee is, doden.

Door Zijn Geest kreeg de hemel schoonheid........ Door de Geest van YAHWEH, die bij de schepping over de wateren zweefde, heeft Hij het uitspansel versierd. Hij maakte het niet alleen, Hij versierde het prachtig met sterrren die Hij bij hun naam noemt. Wat kan de hemel prachtig zijn als de lucht helder is in de nacht. De maan prijkt als een bondgenoot van de zon, die het licht van de zon weerkaatst. Zo mogen ook wij, als wedergeboren gelovigen, het Licht van Gods eeuwige Woord weerkaatsen in een donkere wereld.

Job 26:14 Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord! Wie zou dan de donder van Zijn kracht kunnen begrijpen?

Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen....... Job besluit met vast te stellen dat wat hij heeft begrepen van Gods handelen op aarde, maar een klein onderdeel is van een gigantisch groot geheel. Het zijn alleen de dingen die geopenbaard zijn, maar er is voor de mens nog zoveel verborgen. 

wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord.......! Dat wat de mens ter ore komt is te vergelijken met een fluistering van een immens, onpeilbare roep van wijsheid, die niet begrepen wordt en alleen maar ontzag en eerbied voor de Schepper in de menselijke geest oproept. Job benoemt hoe weinig hij nog eigenlijk weet en dat hij de donder van Gods kracht niet kan begrijpen. 

Als we beseffen hoe geweldig groot God is, beseffen we ook hoe enorm klein wij zijn.

Ida