Job 13 - Job blijft God vertrouwen
Het is opmerkelijk dat Job in dit hoofdstuk een positievere opstelling tegenover God heeft, dan in de eerdere toespraken. Bij het vorige hoofdstuk konden we al enig herstel bemerken. Het lijkt erop dat Job inderdaad strijdvaardig wordt. Hij laat zich niet meer teneerdrukken door zijn vrienden. Hij spreekt in vers 15a zelfs uit dat hij op God vertrouwt en hij besluit zijn wegen voor Zijn aangezicht te verdedigen en zonder bemiddeling een recthtsstrijd aan te gaan. Hij heeft vertrouwen in een confrontatie met God en spreekt uit dat Hij hem zal verlossen. In dit alles komen we Job tegen als een mens die door de diepten heen God blijft zoeken.
Job 13:1-3
1. Zie, mijn oog heeft alles gezien,
mijn oor heeft het gehoord en begrepen.
2. Zoals jullie het weten, weet ík het ook;
ik zwicht niet voor jullie.
3. Maar ík zal tot de Almachtige spreken,
en vind er behagen in mij voor God te verdedigen.
Zie, mijn oog heeft alles gezien, mijn oor heeft het gehoord en begrepen....... het us alsof Job, na alles van zijn vrienden gezien en gehoord heeft, dat hij tot een conclusie komt.
Zoals jullie het weten, weet ík het ook........ die algemene waarheden waarmee ze komen, kent iedereen en die zijn ook Job niet onbekend, maar die zijn niet op zijn situatie van toepassing.
ik zwicht niet voor jullie....... Job laat zich niet door hen gezeggen en de put inpraten, want ze zitten ernaast met hun zogenaamde wijsheden.
Maar ík zal tot de Almachtige spreken....... Job heeft besl0ten zijn moeiten uit te spreken tegen God, zoals hij altijd in zijn leven de dingen met God besprak. Job heeft er zelfs behagen in om zich voor God te verdedigen. En dat mag ook. Als je iets niet terecht lijkt moet je zelfs met God daarover praten, anders ontwikkel je een wrok tegen Hem. Als iemand een goede relatie met God heeft, dan zal God dat waarderen, want je bent eerlijk tegenover Hem. Mozes ging dan ook daarmee tot God (Exodus 5:22a-23). Ook Habakuk ging met zijn grieven naar God:
Habakuk 1:2-3
2. HEERE, hoelang roep ik om hulp en luistert U niet, roep ik tot U: Geweld! en verlost U niet?
3. Waarom doet U mij onrecht zien en aanschouwt U de moeite? Ja, verwoesting en geweld zijn tegenover mij, er ontstaat onenigheid, ruzie verheft zich.
ik vind er behagen in mij voor God te verdedigen........ Job verlangt ernaar zijn recht bij God te bepleiten. Kennelijk ziet hij God niet meer als zijn tegenstander, wat zijn eerdere reactie wel liet zien. Zijn vertrouwen op God blijkt zich te herstellen.
Hier komt naar voren wat ook in Psalm 42 wordt uitgesproken of gezongen:
Psalm 42:12 Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
Job 13:4-6
4. Maar werkelijk, jullie dekken alles toe met leugens;
jullie zijn allemaal heelmeesters van niets.
5. Och, zwegen jullie maar helemaal!
Dat zou jullie tot wijsheid zijn.
6. Luister toch naar mijn verdediging,
en sla acht op het verweer van mijn lippen.
Job 13:4-6
4. Maar werkelijk, jullie dekken alles toe met leugens; jullie zijn allemaal heelmeesters van niets.
5. Och, zwegen jullie maar helemaal! Dat zou jullie tot wijsheid zijn.
6. Luister toch naar mijn verdediging, en sla acht op het verweer van mijn lippen.