English & other languages: click here!
Jesaja 7 - Het teken van Immanuel
De koningen van Syrië en Israël trekken ten strijde tegen Juda. De HEERE laat koning Achaz door middel van Jesaja weten dat hij niet bang hoeft te zijn. Achaz krijgt ongevraagd een teken. Jesaja kondigt verder aan dat in de toekomst Assyrië, het land waar Achaz hulp zoekt, Juda zal verwoesten.
Jesaja 7:1-2 Het gebeurde in de dagen van Achaz, de zoon van Jotham, de zoon van Uzzia, de koning van Juda, dat Rezin, de koning van Syrië, met Pekah, de zoon van Remalia, de koning van Israël, optrok naar Jeruzalem om er oorlog tegen te voeren, maar hij was niet in staat er de overwinning op te behalen. 2. Toen het huis van David verteld werd: Syrië is neergestreken op Efraïm, beefde zijn hart en het hart van zijn volk, zoals de bomen in het woud beven voor de wind.
... in de dagen van Achaz, de zoon van Jotham... Achaz was een zeer slechte, goddeloze koning die de afgodendienst invoerde en er zelfs niet voor terugdeinsde om zijn eerstgeboren zoon te offeren aan de Moloch ((2 Kon 16:3-4; 2 Kron. 28:3-4), in de hoop dat het hem politiek voordeel zou brengen. In 2 Koningen 16 is nog meer over hem te lezen.
Rezin, de koning van Syrië, met Pekah, de koning van Israël, trokken op.... het was ongeveer 735 v.Chr. dat koning Achaz van Juda bedreigd werd door een coalitie van het Syrische leger van koning Rezin en het leger van het tienstammenrijk Israël onder leiding van koning Pekach. Beide koningen trokken ten strijde tegen koning Achaz omdat deze weigerde mee te werken in hun verzet tegen de groeiende macht van Assyrië. Wat waren de koning en het volk van Juda bang! Hoe herkenbaar voor onze tijd. Een volk overwinnen begint met het angstig maken van de mensen. De harten van de koning en het volk beefden, staat er. Dat is altijd al de tactiek van satan geweest.
optrok naar Jeruzalem om er oorlog tegen te voeren, maar hij was niet in staat te overwinnen....... Syrië dat heel het tienstammenrijk al overwonnen had, stond nu voor de poorten van Jeruzalem. Maar het leger zag geen kans om Jeruzalem te overwinnen. Dat is eigenlijk het tegendeel van wat je zou verwachten. Koning Achaz en zijn voorganger Uzzia hadden geestelijk gezien zoveel kapot gemaakt binnen Gods volk, dat een oordeel niet kon uitblijven. Maar Achaz had steun gezocht door een goddeloos verbond te sluiten met Tiglath-Pileser. En lees in het boek Koningen wat dat voor een gevolg had:
2 Koningen 16:7-9 Toen stuurde Achaz boden naar Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, om te zeggen: Ik ben uw dienaar en uw zoon. Kom en verlos mij uit de hand van de koning van Syrië en uit de hand van de koning van Israël, die mij aan willen vallen. 8. Achaz nam het zilver en het goud dat in het huis van de HEERE en in de schatkamers van het huis van de koning aangetroffen werd, en hij stuurde dat als geschenk naar de koning van Assyrië. 9. De koning van Assyrië luisterde naar hem: de koning van Assyrië trok op tegen Damascus, nam het in en voerde de inwoners weg naar Kir, en Rezin doodde hij.
Achaz nam het zilver en het goud dat in het huis van de HEERE aangetroffen werd....... Tiglath-Pileser, aan wie Achaz zich in feite had onderworpen, wilde voor zijn diensten betaald worden. Dus alles van goud en zilver uit de tempel en uit schatkamers van de koning werd bij elkaar gehaald.
De hogepriester Uria gehoorzaamde de koning en koning Achaz sneed zelf de sierlijsten van de onderstellen - van de koperen zee met de 12 koperen runderen - af. Achaz merkte dat de Syrische goden hem gunstig gezind waren.
Daarom ging hij aan die goden offeren. Hij wilde in Jeruzalem net zo'n altaar hebben als in de Syrische hoofstad: Damascus. En Achaz offerde erop (2 Kon. 16:12).
De afloop van de aanval wordt ons hier al verteld in Jesaja 7:1-2 (kon het niet overwinnen). Jesaja vertelt ons het eindresultaat voordat hij zijn profetie aan Achaz beschrijft: "hij was niet in staat er de overwinning op te behalen". De Bijbel beschrijft de feiten niet altijd chronologisch, maar dat is bekend uit de Hebreeuwse geschriften en heeft ook de bedoeling om onze aandacht op het geestelijke aspect te vestigen, dat mogelijk bij chronologische weergave verloren zou gaan.
Wat Achaz hier doet is in principe hetzelfde als hetgeen er in onze tijd plaatsvindt. Het mengen van godsdiensten, religie zoals het de mens bevalt maar buiten het Woord van God om. Politieke beslissingen worden genomen op grond van wat de natuurlijke mens ten voordeel lijkt te strekken, maar niet op grond van rechtvaardigheid en waarheid. Waar kan men het meest geld aan verdienen, dat vormt de maatstaf. "Geldzucht is een wortel van alle kwaad." (1 Timotheüs 6:10a) Dat de aarde te gronde zal gaan heeft de Bijbel voorzegd als een gevolg van de zonde. Een klimaatverordening verandert daar niets aan.
De CO2 uitstoot van vee houdt het natuurlijk evenwicht juist in stand. Het Bijbelse begrip eeuwigheid is veranderd in 'duurzaamheid'. En die dienst aan God wordt gemengd met het buigen voor "moeder aarde" Gaia, zoals Achaz zich ging buigen voor de Moloch en de Baäl. In het vervolg lezen we dat Jesaja naar Azach toe gaat, voordat de koning de hulp van Assyrië inriep.
Jesaja 7:3-6 En de HEERE zei tegen Jesaja: Ga nu op weg, Achaz tegemoet, u en uw zoon Sjear-Jasjub, naar het einde van de waterloop van de bovenvijver, bij de weg naar het Blekersveld. 4. Zeg dan tegen hem: Beheers uzelf, blijf rustig, wees niet bevreesd, laat uw hart niet week worden voor die twee rokende stukken brandhout, voor de brandende toorn van Rezin en Syrië, en van de zoon van Remalia. 5. Syrië heeft immers kwaad tegen u beraamd, samen met Efraïm en de zoon van Remalia, door te zeggen: 6. Laten wij oprukken tegen Juda, het in angst laten verkeren, het onder ons verdelen en de zoon van Tabeal er als koning over aanstellen in het midden van haar.
...u (Jesaja) en uw zoon Sjear-Jasjub, naar het einde van de waterloop van de bovenvijver, bij de weg naar het Blekersveld....... Jesaja moet naar Achaz gaan samen met zijn zoon “Shear Jashub” (betekent: een rest keert terug naar God). Alleen die naam al hield een boodschap in, die Achaz niet, zoals wij, eerst moest vertalen om het te begrijpen. Deze naam wil zeggen dat het overgrote deel van Juda ten onder zal gaan wegens afval van de HEERE. God rekent echter niet definitief af met Zijn volk, er blijft altijd een getrouw overblijfsel bewaard. Een rest keert terug uit de ballingschap en uit de verstrooiing. En terugkeer houdt ook bekering in. Zo gaat het met ieder oordeel van God. Ook het oordeel dat over de wereld van vandaag zal komen.
De gedetailleerde beschrijving van de locatie laat zien dat dit geen 'geestelijk' verhaal is, maar dat het gaat om een echte gebeurtenis, een echte boodschap aan echte mensen. Jesaja wordt naar Achaz gestuurd om hem op het hart te drukken dat hij op God moet vertrouwen en niet op Assyrië. Jesaja ontmoet Achaz op de plek die God had aangewezen, terwijl hij bezig was de watervoorziening van Jeruzalem te inspecteren. Dat was altijd een kritieke zaak in oorlogsituaties. De watertoevoer kon door de vijand worden afgesneden en er waren geen andere bronnen in Jeruzalem.
Beheers uzelf, blijf rustig, wees niet bevreesd....... God zag wel de angst die koning Achaz parten speelde. Zijn hart en het hart van zijn volk, zoals de bomen in het woud beven voor de wind...... (vers 2). Dat Achaz en het volk angst hebben is begrijpelijk. Maar de vraag is waar ga je met die angst naar toe? God komt hem zelfs tegemoet! Achaz krijgt door de mond van Jesaja een bemoedigende boodschap van God. Hij moet rustig blijven. God heeft de situatie in handen voor wie op Hem vertouwen. Dat waar Achaz bang voor is zijn slerchts twee rokende stukken bandhout in Gods ogen. Het verterende vuur is allang uitgedoofd.
Syrië heeft kwaad tegen u beraamd, samen met Efraïm........ het is beter op de HEERE te vertrouwen dan op sluwe machtsvorming.
Jesaja 7:7-9 Zo zegt de Heere HEERE: Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren! 8. Want het hoofd van Syrië is Damascus, en het hoofd van Damascus is Rezin. En binnen vijfenzestig jaar zal Efraïm verpletterd worden en niet meer als volk bestaan. 9. Ondertussen zal Samaria het hoofd van Efraïm zijn en de zoon van Remalia het hoofd van Samaria. Indien u niet gelooft, voorwaar, u zult geen stand houden.
Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren......! Als Achaz maar gehoorzaam zou zijn en op God zou vertrouwen, dan zou hij niet beschaamd uitkomen, Syrië gaat ten onder in het jaar 732 v,Chr. Israël voor een deel in 734 v.Chr. en definitief in 732 v.Chr.
Maar Achaz geloofde niet. Hij stelde zijn vertrouwen niet in de HEERE. Hij stelde zijn vertrouwen op diplomatie, op politieke machten zoals de koning van Assyrië. Jeruzalem werd gespaard en Achaz geloofde ongetwijfeld dat hij succesvol was en dat zijn plan had gewerkt. Maar als hij maar op de HEER had vertrouwd, zou Jeruzalem gespaard zijn gebleven en Achaz zou gezegend zijn. En waar zou in de politiek van onze wereld nog op de HEERE worden vertrouwd? Daarom zal ook onze wereld niet standhouden. De tekst die hierboven in het rood is aangegeven is een heel centrale tekst. Als je niet restloos op YHWH vertrouwt, als dat niet de basis van je bestaan is, dan stort je levenshuis in. Als het ergens aan die grondhouding van vertrouwen ontbreekt, heb je geen deel aan Gods Koninkrijk. Dan heb je geen vaste grond onder je voeten.
Jesaja 7:10-12 Opnieuw sprak de HEERE tegen Achaz: 11. Vraag voor uzelf een teken van de HEERE, uw God, vraag het beneden in de diepte of boven in de hoogte. 12. Maar Achaz zei: Ik zal het niet vragen en de HEERE niet op de proef stellen.
Om Zijn boodschap te bevestigen mag Achaz een willekeurig teken vragen van YHWH. Achaz doet heel hypocriet voorkomen alsof hij zonder teken ook wel gelooft wat God zegt. Als reden geeft hij dat hij de HEERE niet wil verzoeken (Deut. 6:16). Dat klinkt alsof hij heel erg gelovig is, maar ondertussen had hij zijn vertrouwen al op de koning van Assyrië gesteld. Die zal hem helpen tegen de rokende stukken brandhout: Israël en Syrië (2 Kon. 16:7 en 11). En dan kan je, ondanks je vrome woorden, niet meer terug.
Jesaja 7:13 Toen zei hij: Luister toch, huis van David, is het u niet genoeg mensen te vermoeien, dat u ook mijn God vermoeit? 14. Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. 15. Boter en honing zal Hij eten, totdat Hij in staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen. 16. Voorzeker, voordat de jongen in staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen, zal het land verlaten zijn, namelijk het land van de twee koningen voor wie u in angst verkeert.
Luister toch, huis van David, is het u niet genoeg mensen te vermoeien..... nu wordt Achaz aangesproken in de geslachtslijn van Koning David. In David zag YHWH een koning naar Zijn hart. David liet het wèl aan Gods beslissing over of hij al of niet ten strijde moest gaan (2 Samuel 5:19-23). Wat zijn de latere koningen afgeweken, op Hizkia en Josia na. Als Jesaja dan spreekt over 'mijn God' die vermoeid wordt, en niet 'onze God', dan stelt hij de zaak op scherp. Als je weigert op God te vertrouwen, is Hij je God niet meer. Dan ben je Hem kwijt. Maar toch zal het Huis van David de Grote Zoon van David voortbrengen, want:
Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven......... deze tekst roept verbinding op met de moederbelofte van Genesis 3:15 waar het gaat over het Zaad dat de kop van de slang zal vermorzelen.
Mogelijk gaat het hier over één van de vrouwen van Achaz, bijvoorbeeld Abia de moeder van Hizkia en dochter van de hogepriester Uria.
Degenen die de maagdelijke geboorte van Jezus ontkennen, wijzen er graag op dat het Hebreeuwse woord dat vertaald is met maagd (almah) ook vertaald kan worden als "jonge vrouw". Het idee is dat Jesaja eenvoudigweg zei dat een "jonge vrouw" zou bevallen, geen maagd. Terwijl de nabije vervulling kan verwijzen naar een jonge vrouw die bevalt, wijst de verre of ultieme vervulling duidelijk naar een vrouw die op wonderbaarlijke wijze zwanger wordt en bevalt. Dit is vooral duidelijk omdat het Oude Testament het woord nooit gebruikt in een andere context dan maagd en omdat de Septuaginta het categorisch als maagd (parthenos) vertaalt. (citaat David Guzik)
Maar de tekst heeft duidelijk een Messiaans karakter dat blijkt wel uit Mattheüs 1:23. Het eten van 'boter en honing' komt overeeen met 'melk en honing' en dat duidt in de Bijbel altijd op Gods zegen. En het klopt dat daarvóór het land van Rezin en Pekah, waarvoor Achaz zo bang is, ontvolkt zal zijn. Het is het bewijs van Gods verlossend ingrijpen. Het teken dat Jesaja hier aankondigt, correspondeert helemaal met de verzen 7-9. Ook de naam van het beloofde Kind spreekt boekdelen:
Jesaja 7:17-25 De HEERE zal over u, over uw volk en over het huis van uw vader dagen doen komen zoals er niet gekomen zijn vanaf de dag dat Efraïm zich van Juda afscheidde, namelijk de heerschappij van de koning van Assyrië! 18. Op die dag zal het gebeuren dat de HEERE de vliegen naar Zich toe zal fluiten die zich aan het einde van de rivieren van Egypte bevinden, en de bijen die in het land van Assyrië zijn. 19. Ze zullen komen en allemaal neerstrijken in de dalen tussen de steile rotswanden, in de kloven van de rotsen, op alle doornstruiken en op alle drinkplaatsen. 20. Op die dag zal de Heere met een scheermes, ingehuurd aan de overzijde van de rivier de Eufraat, namelijk de koning van Assyrië, het hoofd- en het schaamhaar afscheren; en het zal ook de baard wegnemen. 21. Op die dag zal het gebeuren dat een man een jonge koe van de runderen en twee schapen zal houden. 22. En het zal gebeuren dat hij van de veelheid aan melk die zij geven, boter zal eten; ja, boter en honing zal ieder eten die in het midden van het land is overgebleven. 23. Ook zal het op die dag gebeuren dat elke plaats die daar was met duizend wijnstokken, ter waarde van duizend zilverstukken, zal dienen voor dorens en distels. 24. Alleen met pijl en boog zal men daar kunnen komen, want heel het land zal vol dorens en distels zijn. 25. Ook al de wijnbergen, die met de schoffel geschoffeld worden, daar zal geen mens komen, uit vrees voor dorens en distels. Het zal echter alleen nog kunnen dienen om runderen in te drijven of om het door kleinvee te laten vertrappen.
De HEERE zal over u.....de heerschappij van de koning van Assyrië doen komen..... na het mooie intermezzo over de geboorte van de Zoon Immanuel lijkt de hele Messiaanse toekomst terzijde geschoven. Deze verzen spreken van ondergang, nood en verwildering. Pekah en Rezin zullen hun doel niet bereiken. Het lijkt erop dat YHWH tot Achaz zegt: “Je zult wel denken dat je vertrouwen op Assyrië een slimme zet is, want de legers van Syrië en Israël zullen inderdaad worden verslagen. Dat had de HEERE je al bekend gemaakt en die profetie bleef zijn geldigheid houden. Maar uiteindelijk zullen de Assyriërs jou ook verslaan.'
de HEERE zal ze als vliegen en bijen naar Zich toe fluiten ......... als enorme zwermen zullen ze op het land neerstrijken en het helemaal overdekken. Ook de Egyptenaren zijn daarbij. Juda kan geen kant meer op met een machtige vijand in het noorden en de andere in het zuiden.
de Heere zal met een scheermes het hoofd- en het schaamhaar en de baard wegscheren..... een uitdrukking om aan te geven hoezeer alles radicaal wordt weggenomen door de koning van Assyrië.
van de veelheid aan melk die de runderen geven, zullen die in het land zijn overgebleven boter en honing eten...... degenen die achterblijven in het land zullen een veel te grote veestapel hebben. Alles, vee en landbouw zal verwilderen en overdekt worden met dorens en distels. Uit Genesis 3:18 weten we dat dorens en distels een teken van Gods vloek zijn.
In één hoofdstuk de zegen van de belofte van Immanuel temidden van de vloek. Ook de zegen van boter en honing voor de armen die zijn achterbleven in het Beloofde, maar beroofde land.
We zien een patroon in dit hoofdstuk! We begrijpen nu waarom Jesaja zijn zoon moest meenemen. De naam van de zoon van Jesaja verwijst naar de rest die overblijft. Het is de rest die een overvloed van boter en honing heeft. God komt naar Achaz toe met een belofte. Omdat Achaz die belofte verwerpt laat God zien dat hij geen deel aan de zegen heeft. Alleen het overblijfsel kan zeggen: "Immanuel, God met ons!"
Als wijons restloos in vertrouwen aan God overgeven, hebben we deel aan Yeshua en aan al Zijn weldaden.
Romeinen 8:32 Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Maar als we God verwerpen blijft er niets anders dan het oordeel over. Dan zal Yeshua de Hoeksteen een steen worden waarover men struikelt en waardoor men verpletterd wordt, zoals Yeshua dat tegen de overpriesters en schriftgeleerden zei in Lukas 20:18-19, waarop men de Immanuel wilde doden. Waarom de religieuze wereldkerk ook Zijn volgelingen wil doden.
Horen we bij de rest waarvoor Immanuel is gekomen?
Ida