English & other languages: click here!
Jesaja 57 - Geestelijk overspel
Dit hoofdstuk is een vervolg op Jesaja 56, waar de misstanden van de leiders aan de orde kwamen. De HEERE verwijt de Israëlieten hun goddeloosheid. Men schenkt geen aandacht aan de dood van een rechtvaardige. Zij bespotten de profeten, bedrijven afgoderij en vertrouwen op menselijke hulp. Daarom zal God hen straffen. Hij belooft genade aan hen die hun zonden belijden. Maar de goddelozen zullen niet Gods vrede beërven.
Veel critici denken dat dit deel van Jesaja door een ander onder de naam Jesaja geschreven is, omdat er zoveel profetieën zijn die precies uitkwamen na de ballingschap. Maar het is des te meer een bewijs dat Yahweh de toekomst openbaarde aan zijn profeet. Bovendien komen hier vrijwel alle zonden ter sprake die we kunnen herleiden naar de tijd van de regering van de goddeloze koning Manasse (zoon van koning Hizkia) (2 Koningen 21; 2 Kronieken 33:1-11). Jeremia heeft nog enige tijd onder het bewind van deze koning geleefd. Dat was dus vóór de ballingschap. Het hoofdstuk eindigt met het aanbod van verlossing en troost voor degenen die treuren over hun zonden.
Jesaja 57:1-2 De rechtvaardige komt om, en er is niemand die het ter harte neemt. De goedertieren mensen worden weggenomen, zonder dat er iemand op let dat de rechtvaardige weggenomen wordt vóór het onheil. 2. Hij zal ingaan in de vrede; zij zullen rusten op hun slaapplaatsen, eenieder die in zijn oprechtheid wandelt.
De rechtvaardige komt om, en er is niemand die het ter harte neemt....... als de bevolking van God is afgedwaald, zoals het vorige hoofdstuk eindigde, is er geen aandacht voor hen die rechtvaardig leven. Die houden zich afzijdig van hun drankzuchtige leiders en wereldsgezinde activiteiten. Hun leven en hun spreken iriteert hen alleen maar. Ze merken het ook niet als zo'n rechtvaardige lijdt onder verdrukking of anderszins. Het raakt ze niet, ze gaan hun eigen weg wel. Dan horen ze dat zo iemand is overleden, maar het gaat hun niet ter harte.
Het is goed mogelijk dat degenen die stierven gedood waren door Koning Manasse. Al de zonden die in dit hoofdstuk beschreven zijn werden gepropageerd door deze koning. We lezen hierover:
2 Koningen 21:16 Bovendien vergoot Manasse heel veel onschuldig bloed, totdat hij Jeruzalem daarmee vervuld had, van het ene einde tot het andere einde, afgezien van zijn andere zonde, waarmee hij Juda deed zondigen, door te doen wat slecht was in de ogen van de HEERE.
dat de rechtvaardige weggenomen wordt vóór het onheil....... de onverschillige en goddeloze mensen beseffen niet dat deze rechtvaardigen door God weggenomen voordat het oordeel over de zonde uitbreekt. Een oordeel dat zij wel ondergaan.
Hij zal ingaan in de vrede; zij zullen rusten op hun slaapplaatsen........ de rechtvaardige hoeft niet bang te zijn om te sterven, want hij zal ingaan in vrede. Ze zullen vrede ervaren in de rust op hun slaapplaatsen. Wat die slaapplaatsen precies zijn is niet helemaal duidelijk. Het graf kan ermee bedoeld zijn, maar het is in ieder geval een vredige plek die God voor hem bereid heeft. Hier is nog geen sprake van de opstanding van Yeshua en de slaapplaatsen zijn ook nog niet de woningen in het Huis van de Vader. Het is het wachten op de opstanding.
Paulus verheugde zich erop om na het sterven met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste! (Filippenzen 1:13) Gods vrede is voor ieder die in oprechtheid zijn leven lijdt. De goddelozen hebben geen vrede..... is het Woord van God in de laatste tekst van dit hoofdstuk. De psalmdichter Asaf dacht erover na hoe het dan met de goddelozen afliep: totdat ik Gods heiligdom binnenging en op hun einde lette ( Psalm 73:17).
Jesaja 57:3-5 Maar u, kom naderbij, kinderen van een waarzegster, gebroed van een overspeler en van iemand die hoererij bedrijft! 4. Over wie verlustigt u zich, tegen wie spert u uw mond wijd open, steekt u uw tong uit? Bent ú geen kinderen van overtreding, gebroed van bedrog? 5. U die gloeit van lust bij de eiken, onder elke bladerrijke boom; u die de kinderen slacht in de beekdalen, onder in de kloven van de rotsen.
kom naderbij, kinderen van een waarzegster, gebroed van een overspeler...... deze zin doet denken aan een rechtszitting waar God de rechter is. Dat komen we vaker tegen in het boek Jesaja. De aanduiding 'kinderen van een waarzegster' duidt op het Kanaänitische verleden van Israël en de omringende Kanaänitische volken. Israël was met hun occulte afgodendienst besmet. Zij waren bestemd om de 'vrouw' van God te zijn. Het verbond, de 'ketoeba' (huwelijksakte) was met hen gesloten. Maar ze wendden zich tot andere goden, die geen goden zijn, maar uitingen van boze geesten uit het rijk van satan. Daarom worden ze overspelers en hoererijbedrijvers genoemd.
Over wie verlustigt u zich, tegen wie spert u uw mond wijd open, steekt u uw tong uit......? Verlustigen wordt hier bedoeld als 'ergens lol over hebben', d.w.z. 'bespotten'. Ze maken degenen die rechtvaardig willen leven belachelijk. De tong uitsteken doen ze om rechtvaardigen hun minachting te laten blijken. |
Bent ú geen kinderen van overtreding, gebroed van bedrog .....? Wie denken ze wel dat ze zijn? De zondige mens is helemaal niet bereid om kritisch naar zichzelf te kijken en al helemaal niet om zich te spiegelen aan Gods geboden.
U die gloeit van lust bij de eiken, onder elke bladerrijke boom...... wellust, seksuele losbandigheid gaat altijd samen met afgodendienst. De eiken, soms als terebinten vertaald, de bladerrijke bomen, de hoogten, het zijn de plekken in de natuur waar deze zondige praktijken plaatsvinden. (Lev. 18:21-22; Deut. 12:2; Jer. 17:2; Hosea 4:13). Hiermee pleegt Sion overspel/hoererij (זָנָה zanah) ten aanzien van YAHWEH, haar echtgenoot (Jesja 50:1; Jesaja 54:1).
u die de kinderen slacht in de beekdalen, onder in de kloven van de rotsen.......... het brengen van kinderoffers is een dieptepunt in Israëls historie. We weten van de Joodse koningen Achaz (2 Kon. 16:3; 2 Kron.28:3) en Manasse (2 Kron. 33:6) dat zij hun kinderen ten offer gaven aan de Moloch, vaak om daarmee de toorn van bepaalde goden af te wenden. Als koningen daarin voor gaan, dan gaat het volk daarin mee. Het dal Hinnom is de plek die in verband hiermee meermalen, in de Bijbel genoemd wordt (2 Kon. 23:10; Jeremia 7:32; Jeremia 32:35) Een dal ten zuiden en ten wensten van Jeruzalem.De offerplek zelf werd Tofeth genoemd, later werd die plaats als mesthoop gebruikt. In het Grieks wordt dit dal 'Gehenna' genoemd. Moloch (hetzelfde als Melech - koning) is de antichrist. Ook in onze tijd vinden er kinderoffers plaats waar zeer hooggeplaatste personen bij zijn betrokken. Het oordeel van God komt zeker hierover!!
Jesaja 57:6 -8 Bij de gladde stenen van de dalen ligt uw deel, die, die zijn uw lot. Voor hen ook vergiet u een plengoffer, hun brengt u een graanoffer. Zou Ik Mij daarmee laten troosten? 7. Op een hoge en verheven berg spreidt u uw bed uit; ook daarheen klimt u op om een slachtoffer te brengen. 8. Achter de deur en de deurposten zet u uw gedenkteken neer. Want van Mij wendt u zich af, u ontbloot zich en klimt naar boven. U slaat uw bed wijd open en met enkelen van hen sluit u voor u een verbintenis. U hebt hun bed lief, op elke plaats die u ziet.
Bij de gladde stenen van de dalen ligt uw deel, die, die zijn uw lot....... Mogelijk dienden de 'gladde stenen' een rol in hun toverpraktijken. De profeet lijkt hier te zeggen dat dit gebied van het Hinnom dal met zijn gladde stenen het (erf)deel zal zijn van de bedrijvers van ongerechtigheid. Bij deze afgoderij vinden afschuwelijke rituelen plaats. Het Hinnom dal roept een beeld op dat ontleend is aan de vuilnisbelt bij Jeruzalem, waar volgens latere tradities een voortdurend vuur smeulde. Het is het gebied van de dalem rondom Jeruzalem, waar de oordelen zullen plaatsvinden (Jesaja 7:19; Jesaja 22:7; Ezechiël 6;3b; Ezechiël 32:5;}
Voor hen ook vergiet u een plengoffer, hun brengt u een graanoffer. Zou Ik Mij daarmee laten troosten.......? Daar in die dalen worden pleng- en graanoffers gebracht aan Kanaänitische goden. Dat maakt God alleen maar boos. Hoe kan God zich dan nog ontfermen over de gedode kinderen?
Op een hoge en verheven berg spreidt u uw bed uit...... de Kanaänitische natuurgodsdienst werd dikwijls op hoge punten gepraktiseerd (Jeremia 3:6). Dat bed was bedoeld voor 'gewijd' overspel, waarover we in vers 3 ook hebben gelezen. De prostituee geeft zich over aan vreemde mannen, die vreemde goden betekenen. Dat ze zich daarbij overleveren aan demonische machten, komt niet bij hen op.
ook daarheen klimt u op om een slachtoffer te brengen....... op deze hoge plaatsen, zo dicht mogelijk bij de hemel, gieten ze de bloedige slachtoffers uit over hun goden en rituelen.
Achter de deur en de deurposten zet u uw gedenkteken neer....... het Hebreeuwse woord voor deurpost is mezoeza מְּזוּזָה. Het woord betekende toen nog gewoon 'deurpost'. Maar als het gedenkteken wat ze thuis achter (?) de deur ophingen 'zikron' זִכְרוֹנֵ inderdaad een mezoeza zou zijn geweest, zoals we dat tegenwoordig kennen, dan staan de praktijken van vers 8 hiermee in schril contrast. In de Mezoeza zit een opgerold stukje perkament met de volgende Bijbelteksten: Deuteronomium 6:4-9 en Deuteronomium 11:13-21. Het gaat in dit verband over de volgende woorden daaruit:
Deuteronomium 11:16-17 Wees op uw hoede dat uw hart niet verleid wordt, zodat u afwijkt, andere goden dient en u voor hen neerbuigt. 17. Anders zal de toorn van de HEERE tegen u ontbranden en zal Hij de hemel sluiten, zodat er geen regen meer zal zijn, de aardbodem zijn opbrengst niet meer zal geven en u spoedig verdwenen zult zijn uit het goede land dat de HEERE u geeft.
Want van Mij wendt u zich af, u ontbloot zich en klimt naar boven....... in wat ze daar allemaal op dat bed doen kunnen we lezen, maar we hoeven ons hierin niet te verdiepen. Het allerergste is, dat Gods geliefde volk, Zijn bruid, alles doet waarmee ze haar Bruidegom krenkt. YAHWEH constateert zelf dat ze zich totaal van Hem afwenden. Wat een verdrietige zaak.
met enkelen van hen sluit u voor u een verbintenis...... zo langzamerhand lijkt dit goddeloos verslag zich te ontpoppen in een profetische toepassing die wel eens op de eindtijd betrekking kan hebben, waarin Israël deelneemt aan de Abraham akkoorden met verschillende oliestaten. Daarmee worden inderdaad verbintenissen/akkoorden gesloten.
U hebt hun bed lief, op elke plaats die u ziet...... het woordje 'plaats' is in het Hebreeuws 'hand' יָד 'jad' waamee volgens de studiebijbel in deze situatie het 'mannelijk lid' zou worden bedoeld. Maar het vervolg van dit hoofdstuk lijkt meer profetie voor de eindtijd te worden en dan zou het de uitgestoken hand kunnen zijn van degenen waarmee ze een verbintenis sluiten.
Jesaja 57:9-11 U reist met olie naar de koning en u vermeerdert uw welriekende zalven. U zendt uw gezanten ver weg en vernedert u tot de hel toe. 10. Door uw grote reis bent u afgemat, maar u zegt niet: Er is geen hoop meer. U hebt nieuwe levenskracht gevonden, daarom bent u niet verzwakt. 11. Maar voor wie bent u beducht of bevreesd geweest? U hebt immers gelogen en hebt aan Mij niet gedacht, Ik ben u niet ter harte gegaan. Is het niet omdat Ik heb gezwegen, en dat van oude tijden af, dat u Mij niet vreest?
reist met olie naar de koning en u vermeerdert uw welriekende zalven...... deze 'u' zullen niet de vrouwen zijn die zich prostitueren. Het lijkt me dat hier Israël bedoeld wordt. Men neemt olie mee naar de koning. Wat moet een koning met olie van ontuchtige vrouwen? De gedachte komt op dat het hier gaat om de enorme olievoorraden die in onze tijd in het zeegebied voor de kust van Israël zijn aangeboord. Israël is wat betreft haar gas en olie behoefte voorheen altijd afhankelijk geweest van leveranties uit het buitenland.
Niet alleen in de zee, ook in het land: Ongeveer 50 km ten zuidwesten van Jeruzalem, in de Elahvallei (waar David Goliath verslagen heeft) - vlak bij Gaza - ontdekte men een enorm veld van olie en schaliegas. Een groot deel ervan ligt onder Gaza. Ook dit heeft meegespeeld in het gebeuren van 7 oktober 2023. Gaza beschuldigt Israël ervan olie van hen te stelen.
naar de koning........ De koning in de tijd van Jesaja was een goddeloze koning, dus het zou Achaz of Manasse moeten zijn. Maar het zou ook de koning kunnen zijn die in Daniël 11:21 wordt genoemd:
Daniël 11:21 In zijn plaats zal er een verachtelijk man opstaan. Men zal hem de koninklijke waardigheid niet geven. Maar hij zal komen in zorgeloze rust en het koningschap zal hij grijpen door vleierijen.
Dit is de antichrist die met vleierijen aan de macht komt. "Zodra men een verbintenis met hem is aangegaan, zal hij bedrog plegen." Daniël 11:23. Het aangaan van een verbintenis zien we ook staan in vers 8 van dit hoofdstuk.
u vermeerdert uw welriekende zalven....... dit kan ook het reukwerk zijn dat voor de afgoden gebruikt werd. Hier is het verhaal nog even terug in de afgodenverering. Wierook is reukwerk dat wordt gebruikt om te mediteren en offers te brengen aan de Boeddha. Denk aan het Supernova Bhoedda-feest op 7 oktober 2023, dat ook nog op een hoogtijsabbat plaatsvond. Er zijn duidelijke punten van overeenkomsten tussen dit schriftgedeelte en de ontwikkelingen in onze tijd. De Moloch kinderoffers van toen verwijzen naar de abortussen en rituele kinderoffers van onze tijd. Bij ons is het helaas niet beter.
U zendt uw gezanten ver weg en vernedert u tot de hel toe..........Om zich te versterken tegen de vijand zenden ze hun “gezanten ver weg”, om een verbond te sluiten met “de hel”. Dat doet denken aan de gesloten "Abraham Akkoorden" (Zie het betreffende artikel).
Ver weg...... deze akkoorden werden ondertekend op 15 september 2020 op het Witte Huis in Washington, DC.
u zegt niet: Er is geen hoop meer. U hebt nieuwe levenskracht gevonden, daarom bent u niet verzwakt....... Naarmate de tijd verstrijkt, blijkt het geestelijk overspel niet lonend. De omringende landen willen meeprofiteren van de olie en het gas. De opbrengst is hard nodig voor de defensie. De druk maakt hen moe. Maar nog vatten ze moed en willen ze zich niet bekeren.
Maar voor wie bent u beducht of bevreesd geweest........? YAHWEH confronteert Zijn volk dat ze Hem niet hebben vertrouwd en hun hulp bij heidense volken hebben gezocht. Wisten ze dan niet dat God meer is dan alle vijandigheid? Maar wie in de afgoderij vlucht kan niet meer onbevangen zijn vertrouwen op God stellen.
Ik ben u niet ter harte gegaan. Hun oppervlakkige dienst aan YAHWEH was een teken dat ze geen verwachting van God hadden en dat het hen aan eerbied voor Hem ontbrak. Laten die volken met wie je een verbond hebt gesloten je nu ook maar helpen. Kijk maar of ze te vertrouwen zijn.
Is het niet omdat Ik heb gezwegen, en dat van oude tijden af, dat u Mij niet vreest.......? YAHWEH had zich een tijdje stil gehouden. Het volk vergat Hem, vreesde Hem niet meer. Maar er waren wel profeten die namens Hem spraken. Hij spreekt spottend alsof die afgoden bestaan en dichtbij zijn om te redden.
Jesaja 57:12-13 Ík zal uw gerechtigheid bekendmaken, en uw daden: ze zullen u niets baten. 13. Wanneer u roept, laten zij u dan redden die door u verzameld zijn. Maar de wind zal hen allemaal wegvoeren, een zucht zal hen wegnemen. Maar wie tot Mij de toevlucht neemt, zal de aarde in erfelijk bezit krijgen en Mijn heilige berg in bezit nemen.
Ík zal uw gerechtigheid bekendmaken, en uw daden: ze zullen u niets baten....... Gerechtigheid…..? Het is schijnheiligheid, huichelarij, doen alsof je goede werken doet. Je wilde vroom lijken, maar God ziet wat er werkelijk gaande is. Hij is de Enige die hen mettterdaad had kunnen helpen en zegenen, maar als ze nu om hulp roepen, zal Hij er niet zijn.
Wanneer u roept, laten zij u dan redden die door u verzameld zijn........ laten die afgoden die jullie verzameld hebben jullie maar redden. Laten die volken waarop je je vertrouwen hebt gesteld maar te hulp komen. Maar de wind zal hen allemaal wegvoeren, een zucht zal hen wegnemen.
Maar wie tot Mij de toevlucht neemt, zal de aarde in erfelijk bezit krijgen en Mijn heilige berg in bezit nemen........ wie tot YAHWEH de toevlucht neemt.... dat betekent: wie zich helemaal aan Hem toevertrouwt, voor hem is toekomst! En wat voor een toekomst! Voor hem is de aarde als eeuwigdurende woonplaats en hij mag komen op Gods Heilige Berg: Sion. Dit is een Messiaanse belofte, die in vervulling gaat in het komende Vrederijk, waar Yeshua koning is.
Jesaja 57:14-15 Men zal zeggen: Verhoog de weg, verhoog de weg, bereid de weg, neem elk struikelblok voor Mijn volk van de weg! 15. Want zo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilige, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederigen, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden.
Verhoog de weg, verhoog de weg, bereid de weg, neem elk struikelblok voor Mijn volk van de weg..........! Er gaapt een grote kloof tussen de grote, heilige, almachtige God en de kleine, zondige en zwakke mens. Die kloof is overbrugbaar, maar niet van de kant van de mens. Ook al vraagt God van ons om persoonlijk onze voeten op de weg van het recht te zetten, dan nog zullen wij niet in staat zijn de weg tot Gods hart te kunnen banen. We herkennen hier de boodschap van Johannes de Doper, die hier ook dit woord van Jesaja citeert:
Lukas 3:4-5 zoals geschreven staat in het boek van de woorden van de profeet Jesaja: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht. 5. Elk dal zal gevuld worden en elke berg en heuvel zal geslecht worden; de kromme wegen zullen recht worden en de oneffen tot effen wegen;
YAHWEH roept dan ook via Zijn profeet Jesaja de heidenen op om alle struikelblokken voor Zijn volk uit de weg te ruimen. Maak ruim baan voor het volk om geestelijjk en fyziek terug te keren naar Gods Heilige Berg: Sion.
de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is........ die grote heilige en verheven God woont in de hemel, en in het heilige der Heiligen van tabernakel of tempel, maar Hij woont ook bij de mens die bijna bezwijkt onder de lasten die hem worden opgelegd en opgedrongen.
om levend te maken de geest van de nederigen, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden........ we proeven hier het bewogen hart van God met hen die door strijd en moeite gebukt door het leven gaan. Ze zijn als het ware murw geslagen, maar God ziet het en doet hen opleven in het tijdperk van vrede dat komende is. Wat zal hun hart vol van dankbaarheid zijn naar deze heilige, liefhebbende God.
Jesaja 57:16-17 Want Ik zal niet voor eeuwig ter verantwoording roepen en Ik zal niet voor altijd zeer toornig zijn. Want de geest zou van voor Mijn aangezicht bezwijken, de zielen die Ík gemaakt heb. 17. Ik was zeer toornig over de ongerechtigheid van hun winstbejag, Ik sloeg het volk, Ik verborg Mij en was zeer toornig. Maar het ging afkerig verder op de weg van zijn hart. 18. Ik heb zijn wegen gezien, Ik zal hem genezen, Ik zal hem leiden en hem vertroosting bieden, namelijk zijn treurenden.
Ik zal niet voor eeuwig ter verantwoording roepen en Ik zal niet voor altijd zeer toornig zijn....... dezelfde zinsnede zien we van David in Psalm 103:9. Wie heilig en volmaakt is, ziet zoveel zonden bij de mensenkinderen die beïnvloed worden door satan, dat Hij altijd wel kan toornen. Wie van ons kan vrijuit gaan voor het aangezicht van Yahweh (Psalm 130:3-4). Maar God ziet ook de pogingen van de mens die zich wil onttrekken aan de zonde. Hij ziet degenen waarvan het hart in verlangen naar Hem uitgaaat, Daarom kan Hij niet voor altijd zo toornig zijn. Hij verlangt ernaar Zijn liefde aan ons te tonen.
Want de geest zou van voor Mijn aangezicht bezwijken, de zielen die Ík gemaakt heb...... God openbaart zich hier als de Schepper van de zielen. Hij is ook de Gever van Zijn geest en adem aan de mens. De geest van de mens zou kunnen bezwijken als hij alleen maar hoort wat zijn zonden zijn, terwijl hij het verlangen heeft om voor God te leven. Hij zou afhaken omdat het toch niets wordt. Daarom laat God na bestraffingen ook altijd weer Zijn liefde en zorg zien. Dat zien we ook duidelijk in dit hoofdstuk.
Ik was zeer toornig over de ongerechtigheid van hun winstbejag, Ik sloeg het volk, Ik verborg Mij en was zeer toornig....... als we met alles alleen maar denken aan geld, wat onder ons heel vaak voorkomt, dan kan God daar erg boos om worden. Dat uit zich in de kleine huishoudens, maar ook in de grote wereldpolitiek. Men koppelt er dikwijls een nobele reden aan vast, maar in feite gaat het om de poen. Geld besteden moet verantwoord gebeuren, men moet 'de tering naar de nering zetten', dan kom je niet in de schulden. De liefde tot God en tot de naaste moet uitkomen in het omgaan met geld. Geld op zichzelf hebben we nodig om te leven, maar de geldzucht (het verlangen naar geld) is de wortel van alle kwaad (1 Timotheüs 6:10).
Ik sloeg het volk, Ik verborg Mij en was zeer toornig. Maar het ging afkerig verder op de weg van zijn hart. ....Geldzuchtige mensen verliezen hun geloof, hun gedachten cirkelen om verdienste, rijk worden, macht hebben. Een goed betaalde baan in het systeem Babel zorgt voor afkerigheid van het hart. Eenvoudig, eerlijk werk houdt een mens dichter bij God.
Ik heb zijn wegen gezien, Ik zal hem genezen, Ik zal hem leiden en hem vertroosting bieden, namelijk zijn treurenden....... de HEERE ziet de levensweg van Zijn schepselen, Hij geneest hen van wonden die ze daarbij hebben opgedaan, zowel geestelijk als lichamelijk, Hij leidt de zondaars op de goede weg en troost hen die hun kwade weg betreuren en Yeshua willen volgen. Dat zijn de mensen voor wie het heilzaam uitpakt. Voor de treurenden heeft God vrede in gedachten
Jesaja 57:19-21 Ik schep de vrucht van de lippen, vrede, vrede voor wie ver weg is en voor wie dichtbij is, zegt de HEERE, en Ik zal hem genezen. 20. Maar de goddelozen zijn als een opgezweepte zee, want die kan niet tot rust komen, en zijn water woelt modder en slijk op. 21. De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede!
Ik schep de vrucht van de lippen, vrede, vrede voor wie ver weg is en voor wie dichtbij is..... de vrucht van de lippen is datgene wat we door Gods Geest gedreven uitspreken. Dat kan lofprijzing zijn of onderwijzing. Het kunnen troostwoorden zijn, maar ook vermaning. Hier ligt de nadruk op het verkondigen van vrede voor wie ver weg is en voor wie dichtbij is. Dit slaat in het algemeen op de Joden en de gelovigen uit de heidenen. Paulus citeert dit vers in Efeze 2:17. Dit geeft aan dat de verhoudingen van de éne gemeente hetzelfde is, zowel in het eerste als in het nieuwe verbond.
Maar de goddelozen zijn als een opgezweepte zee, want die kan niet tot rust komen....... met goddelozen bedoelen we niet per definitie hen die niet naar de kerk gaan. Goddeloos ben je als je tegen Gods geboden in zonde bedrijft. Iets wat juist best vaak onder kerkgangers voorkomt. We zagen er in dit hoofdstuk ook sterke voorbeelden van. Wie tegen Gods geboden ingaat, kan misschien wel lol hebben, maar hij ervaart niet de innerlijke vrede waarover God door middel van Jesaja spreekt. Het bewerkt innerlijke onrust.
zijn water woelt modder en slijk op...... mensen die zich op een zondige weg begeven zijn in hun denken en handelen ook niet zuiver. Zoals de zee steeds op en neer gaat en nooit tot rust komt, zo werpen de goddelozen steeds weer vuil op uit hun verdorven hart (Zie Judas 1:12-13). Zij vallen, als ze zich niet bekeren, onder het oordeel.
De goddelozen hebben geen vrede.
Ida