Jesaja 54 - Herstel voor Sion
In dit hoofdstuk vinden we de beschrijving van de stralende vreugde van het herstelde Israël. Die blijdschap komt voort uit de zegeningen van een blijvend herstel. Het vredesverbond blijft van kracht en kan niet ongedaan gemaakt worden. De schoonheid van het volk wordt vergeleken met een prachtige stad. Het volk Israël dat nu nog veel leed moet doorstaan zal dan heerlijk stralen, het wordt vergeleken met de mooiste edelstenen. Het herstel van land, volk, stad, tempel en – herstel van de relatie van God met Zijn volk wordt een voorafbeelding van het definitieve herstel dat God eenmaal zal geven door de
lijdende Knecht des HEEREN, dat wil zeggen Yeshua HaMashiach, die onze gerechtigheid is! Alle dreiging die er is zal plaatsmaken voor vrede en veiligheid.
Jesaja 54:1-3 Zing vrolijk, onvruchtbare, u die niet gebaard hebt, breek uit in gejuich en jubel het uit, u die geen weeën gekend hebt, want de kinderen van de eenzame zijn talrijker dan de kinderen van de getrouwde, zegt de HEERE. 2. Vergroot de plaats voor uw tent, laat men uw tentkleden wijd uitspannen, wees niet terughoudend, verleng uw touwen, sla uw pinnen vast. 3. Want u zult zich rechts en links uitbreiden, uw nageslacht zal de heidenvolken in bezit nemen en de verlaten steden bevolken.
Zing vrolijk, onvruchtbare, u die niet gebaard hebt........ Het is een verdriet voor een vrouw als zij, om welke reden dan ook, geen kinderen ter wereld kan brengen. Het is een natuurlijk verlangen om moeder te worden. Het is tegennatuurlijk als een vrouw daar bewust vanaf ziet. Er zijn veel redenen en oorzaken die zwangerschap niet mogelijk of onwenselijk maken. Maar een schande, zoals dat in Israël was, is dat in onze situatie niet. Echter, voor vrouwen en mannen met dit verdriet (er zijn ook onvruchtbare mannen) is er een belofte: hun kinderen zullen talrijker zijn.
Deze droevige situatie wordt door God als voorbeeld gesteld voor de stad Jeruzalem. Het wordt ook als een grote schande ervaren als Jeruzalem zo'n honderd jaar later, in 586 v Chr. wordt ingenomen door koning Nebukadnezar van Babel. Jeruzalem/Sion staat symbool voor heel Israël.
de kinderen van de eenzame zijn talrijker dan de kinderen van de getrouwde, zegt de HEERE....... hier gaat het niet bepaald over een vrouw die geen kinderen kan krijgen, (Jeruzalem had vroeger kinderen), maar over een eenzame (2 Samuel 13:20), de door haar man verlatene. In het woord 'eenzame' klinkt ook 'verwoesting' mee. Bij de verwoesting lag Jeruzalem grotendeels in puin. In deze heilsprofetie horen we de echo's van de klaagliederen die de ballingen toen zongen (Klaagl. 1:1); de woorden daarvan worden hier opgenomen in een lofzang die heil aankondigt. Dit vers wordt aangehaald in Galaten 4:26. (Dit over "de eenzame" las ik in 'tekst voor tekst'.)
Vergroot de plaats voor uw tent, laat men uw tentkleden wijd uitspannen........ Zulke tentkleden waren in gebruik bij de aartsmoeders Sara, Rebekka en Rachel, die allemaal onvruchtbaar waren maar door het ingrijpen van YAHWEH toch nageslacht kregen, waaruit het volk Israël en zelfs de Messias werd geboren.
De satanische/antichristelijke geest van Amalek, heeft steeds weer geprobeerd het volk uit te roeien en Gods land (Genesis 28; Lev. 25:23) in bezit te nemen, zoals dat nu nog het hoofddoel is in het handvest van Hamas. De Holocaust in onze contreien was daar een sprekend voorbeeld van. In 1948 is het volk Israël weer teruggekeerd naar het land dat God voor hen bestemd heeft. Op allerlei manieren proberen de vijanden Israëls grondgebied weer af te pakken, met als gevolg dat het land te klein zou zijn als alle Israëlieten 'thuis' zouden komen.
De Aliya mag dan in deze tijd in volle gang zijn, en ze zullen ongetwijfeld proberen grond af te pakken, de plannen liggen klaar om het land te verdelen....... als het Vrederijk komt zal Israël alle ruimte krijgen! Dus ook de gebieden waar andere volken zijn gaan wonen, zullen ze weer in bezit krijgen (Jesaja 49:19 - Zacharia 2 :1-5). Maar de werkelijkheid is dat Israël eerst nog door de benauwdheid heen moet (Jeremia 30:7). Geboorte gaat nu eenmaal niet zonder weeën, dat is zo sinds de zondeval (Gen. 3:16). Dat gebeurt ook geestelijk door de zonden! We kunnen dat zowel fysiek als geestelijk toepassen.
Jesaja 54:4-6 Wees niet bevreesd, want u zult niet beschaamd worden; word niet rood van schaamte, want u zult niet te schande worden. Ja, u zult de schande van uw jeugd vergeten, en niet meer denken aan de smaad van uw weduwschap. 5. Want uw Maker is uw Man, HEERE van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël, de God van heel de aarde zal Hij genoemd worden. 6. Want als een verlaten vrouw, een bedroefde van geest, roept de HEERE u, de vrouw van de jeugd, die afgewezen was, zegt uw God.
Wees niet bevreesd,...... u zult niet meer denken aan de smaad van uw weduwschap...... reken maar dat degenen in Israël die werkelijk hun vertrouwen op God stellen in hun nood angstig worden en het uitroepen: God, we zijn toch uw kostbare schat, de סְגֻלָּה "sekhoelah" (Exodus 19: 5), Uw bruid..... waar bent U dan?
u zult de schande van uw jeugd vergeten, en niet meer denken aan de smaad van uw weduwschap..... in alles wat in Bijbelse tijden een vrouw vernederde: niet ten huwelijk gevraagd zijn; onvruchtbaarheid; verlaten zijn; weduwschap' tekende Jesaja de toekomstige schande van de verlatenheid en verwoesting van Jeruzalem. Maar de eenzaamheid wordt opgeheven en het verbond dat in Hosea 1 en 2 vergeleken wordt met een huwelijk, wordt hersteld.
Want uw Maker is uw Man, HEERE van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël..... Gods troost is dat het volkomen anders wordt (Jesaja 62:4-5). Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten (vers 7)
Hij heeft Zijn volk voor een korte tijd verlaten, maar zal hen weer tot zich nemen. Een voorbeeld van zo'n korte verlatenheid zagen we na de zonde met het gouden kalf. God trok zich terug uit de gemeenschap en wilde niet meer verder gaat met Zijn volk door de woestijn. Israël was de vrouw van de jeugd, die afgewezen was.
De tabernakel werd buiten de gemeenschap geplaatst. Maar nadat Mozes zich als beeld van Yeshua borg wilde stellen besloot God met Israël verder te gaan (Exodus 33:3; Exodus 34:9-10).
Jesaja 54:7-8 Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten, maar in grote barmhartigheid zal Ik u bijeenbrengen. 8. In een stortvloed van grote toorn heb Ik voor u Mijn aangezicht een ogenblik verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser.
maar in grote barmhartigheid zal Ik u bijeenbrengen....... in de NBV-vertaling staat: "met open armen zal ik je weer ontvangen!" Het Hebreeuwse woord dat vertaald wordt met 'barmhartigheid' is rachem רַחֲמִ en heeft een diepe gevoelswaarde, de oorspronkelijke betekenis ervan is 'baarmoeder'.
Het is de barmhartigheid die voortkomt uit de ontferming, nadat God in een stortvloed van grote toorn Zijn aangezicht voor korte tijd verborg vanwege de zonde. Er is liefde, herstel en troost. Dit zal tot op zekere hoogte bedoeld zijn voor de terugkomst uit ballingschap, maar de volle ontferming zal zich openbaren als de oordelen over de wereld zijn gegaan en Gods Koninkrijk in Sion gestalte krijgt.
met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser....... eerst heeft Juda zich verlaten gevoeld maar heeft daarna ook Gods grote liefde ervaren. Het woord dat voor 'Verlosser' is gebruikt is 'kho'el' גֹּאֲלֵ en dat is het woord voor 'losser'. Zoals Boaz een losser was voor Ruth, zo is Israël's Maker, hun Man (vers 5) de Losser voor Israël/Sion. Het verbond wordt vergeleken met een huwelijk, zoals dat ook op de Sinaï daarmee vergeleken werd.
Als we dit dan op Jeruzalem/Israël betrekken dan ziet deze beeldspraak op de herbouw van de verwoeste stad na de ballingschap, maar meer nog op de toekomstige heerlijkheid van de stad van God.
Jesaja 54:9-10 Want dit zal voor Mij zijn als bij de wateren van Noach, toen Ik zwoer dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen; zo heb Ik gezworen dat Ik niet meer op u toornen zal en u niet meer bestraffen zal. 10. Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.
Want dit zal voor Mij zijn als bij de wateren van Noach....... het echte Noachitische verbond was dat dat niet meer alle vlees door het water van een vloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen vloed meer zal zijn om de aarde te gronde te richten (Genesis 9:11). Dat is wat anders dan de geboden die de rabbi's de wereld willen opleggen. Nu geeft YAHWEH de belofte dat Hij niet meer boos zal zijn op Zijn volk en hen niet meer zal straffen.
Dat is bijzonder! Dat ziet al op de volmaaktheid in het Nieuwe Jeruzalem. God heeft steeds het einddoel voor ogen. De mens is zo geneigd om alleen op het hier en nu te letten. En we zijn er ook nog niet, want God heeft ons ook de verschrikkingen van de verdrukking, van de antichrist laten weten. Het volmaakte komt niet via onze politieke kanalen die zo onbetrouwbaar en kwaad zijn. Dit leidt alleen maar tot meerdere goddeloosheid, chaos en oorlog. De profeten grijpen vaker terug op indrukwekkende gebeurtenissen waaruit Gods almacht ons verwonderen doet. Zoals de Exodus uit Egypte, die wordt overtroffen door een nog grotere uittocht van Israël uit de wereld, aan het eind van deze bedeling. Dat is te lezen in Jeremia 23:7-8. En hier gaan de beloften uit boven hetgeen na de zondvloed werd gezegd. God zal Zijn volk genadig en barmhartig zijn! God zal nooit meer toornig zijn op Zijn volk!
Na de zondvloed zijn er ingrijpende geologische en klimatologische veranderingen op aarde gekomen. De leeftijden van de mensen werden korter. De profeet Jesaja toont ons in vers 9 dat God de verbinding aanbrengt tussen de situatie van vóór en na de zondvloed naar de situatie van vóór en na het laatste oordeel.
Want al zouden bergen wijken........
Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken
al zouden heuvels wankelen.......
het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen
Hoewel bergen en heuvels bij aardbevingen bewogen kunnen worden (Job 9:6; Psalm 46:3-4; Amos 1:1, Amos 8:8; Jes. 13:13) is dit dubbele voorbeeld van wijken en wankelen juist bedoeld om te onderstrepen hoe onwankelbaar vast Gods liefde en ontferming staan. Bergen en heuvel staan bekend als stabiel, evenals de aarde (Psalm 93:1; Psalm 96:10; Psalm 104:5).
het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen....... wat is nu precies het 'verbond van Vrede'? De Studiebijbel verwijst naar Jesaja 55:3, Andere bronnen noemen: Jesaja 42:6; Jesaja 57:1; Jesaja 63:7; Jesaja 48:18v; Jesaja 52:7-10. Wat mij betreft lijkt de laatstgenoemde tekst mij het meest toepasselijk. Deze tekst had ik bij de beschrijving van Jesaja 52 in verband gebracht met een tekst uit Nahum.
Jesaja 52:7-10 Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning. 8. Een stem, uw wachters verheffen hun stem, tezamen juichen zij, want zij zullen het zien, oog in oog, als de HEERE terugkeert naar Sion. 9. Breek uit in gejubel, juich tezamen, puinhopen van Jeruzalem, want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost. 10. De HEERE heeft Zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle heidenvolken; en alle einden der aarde zien het heil van onze God.
Nahum 1:15 Zie op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen! Vier uw feestdagen, Juda, kom uw geloften na, want de verderfelijke man zal voortaan niet meer door u heen trekken, hij is helemaal uitgeroeid.
Ezechiël 37:25-26 Zij zullen wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb, waarin uw vaderen gewoond hebben. Zij zullen daarin wonen, zij met hun kinderen en hun kleinkinderen, tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn. 26. Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid.
Bij nader inzien heb ik het verbond van vrede kunnen traceren in Ezechiël 37:26. Dit heeft ook duidelijk betrekking op het Vrederijk. Zie hierboven.
Als Gods Koninkrijk op aarde is aangebroken zal Israël gaan doen datgene waarvoor ze geroepen waren: een licht voor de volken te zijn (Mattheüs 5:14). Sion is nu die stad op de berg in het Vrederijk. Die berg zou de hoogste zijn in die regio. De hele aarde moet Koninkrijk van God worden. De verderfelijke man, die genoemd wordt door de profeet Nahum, is de antichrist. De Koning is gekomen en heeft hem gedood met de adem van Zijn mond (2 Thess. 2:8). Zijn plaats is de hel, waarin de antichrist (= het beest) samen met de valse profeet geworpen worden (Openbaring 20:10).
Jesaja 54:11-14 U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren, 12. uw torens maken van kristal, uw poorten van robijn, heel uw omwalling van edelsteen. 13. Al uw kinderen zullen door de HEERE onderwezen zijn, en de vrede van uw kinderen zal groot zijn. 14. U zult door gerechtigheid bevestigd worden. Houd u ver van onderdrukking, want u zult niet bevreesd zijn, en ver van verschrikking, want zij zal niet tot u naderen.
U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste....... we moeten zover komen om evenals Jeruzalem te erkennen dat we van onszelf door God verlaten zijn, dat we ellendig zijn, ons min of meer een speelbal van het lot voelen, omdat we onze eigen wegen kozen en niet Gods weg. Of dat we ons veilig wilden voelen bij een surrogaat religie, die ons niet de vrede geeft die we verwachtten. Pas als we dat erkennen zal God zich over ons ontfermen en zal Hij ons onderwijzen.
zie, Ik zal uw stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren......... het boek Openbaringen onthult dat het Nieuwe Jeruzalem gebouwd is met en op de meest kostbare metalen en juwelen. Hierover las ik een beschrijving van David Wilkerson: Dit is een geweldige profetie! De ‘stenen' genoemd in vers 12, zijn juwelen. Bijna iedereen weet dat een diamant ooit slechts een stuk steenkool was, waar jarenlang door de elementen aan werd gewerkt. Gods Woord zegt ons: "Je verdrukkingen zijn bedoeld om je te veranderen in iets moois - iets waardevols voor Mij." Jesaja spreekt in deze passage over de schoonheid van Christus' karakter. Met andere woorden: wanneer de verdrukking haar werk kan doen, brengt dat mensen voort die de schoonheid van Christus' karakter laten schijnen. Wij zijn gemaakt tot kostbare juwelen die Zijn heilige stad sieren, die uit de hemel neerdaalt.
Openbaring 21:18 En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. 19. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, 21. En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas.
YAHWEH bemoedigt Zijn ellendige ongetrooste bruid door over de toekomstige kinderen te spreken:
Al uw kinderen zullen door de HEERE onderwezen zijn, en de vrede van uw kinderen zal groot zijn........
Ook hier is weer sprake van de weerspiegeling van de edelstenen, die de heerlijkheid van Christus uitbeelden.
De hier genoemde kinderen van Jeruzalem zijn “zonen” die als leerlingen door YAHWEH zijn onderwezen. Die stenen worden in dit vers “zonen” genoemd. “Kinderen” is hier geen juiste vertaling; in het Hebreeuws is het verschil slechts één letter. Als leerlingen van YAHWEH zullen ze lijken op de ware Knecht des HEEREN, de Messias, Die ook de ware Leerling, of Discipel, is geweest (Jes 50:4; Jesaja 8:16). Zij zullen geen menselijk onderwijs nodig hebben om zich als zonen te gedragen. Gods Geest kan Zijn werk doen zonder belemmeringen.
U zult door gerechtigheid bevestigd worden....... Jesaja wil hiermee duidelijk maken dat deze edelstenen het bouwmateriaal voor gerechtigheid is. Hierop is de stad gegrondvest en het is de basis van haar bestaan. Daarom hoeft de stad geen aanvallen of onderdrukking meer te vrezen.
Jesaja 54:15-17 Zie, zij zullen zeker samenscholen – niet door Mijn toedoen – wie tegen u ten strijde trekt, die zal om u ten val komen. 16. Zie, Ík heb de smid geschapen, die het kolenvuur aanblaast en wapentuig vervaardigt, geschikt voor zijn doel; en Ík heb de verwoester geschapen om te gronde te richten. 17. Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE.
Zie, zij zullen zeker samenscholen – niet door Mijn toedoen – wie tegen u ten strijde trekt, die zal om u ten val komen....... Naast al die mooie beloften voor de toekomst, moeten we de realiteit van vandaag wel onder ogen zien. De strijd tussen satan en de vrouw, die begon in Genesis 3:15 is nog volop in gang. De wereldstrijd bestaat uit twee kampen: het zaad van de slang en het Zaad van de vrouw (de ellendige voortgedrevene). We hebben in de eindstrijd te maken met de antichrist en dientengevolge met een breed gedragen oorlog tegen Jeruzalem en het gelovige deel van Israël.
Vorige week ontvingen we nog een nieuwsbrief van Yair Strijker uit Na'ale - Israël. waarin hij hetzelfde vers noemde, maar in de vertaling van het NBG. Ik citeer:
Jesaja schrijft (54:15):'Valt men u (Israel) heftig aan, dan gaat dat van Mij niet uit; wie u aanvalt, zal over u vallen!' Ik moet hierbij denken aan Amalek die valselijk en onverwacht de achterhoede van Israel aanviel, destijds in de woestijn. Israel vocht daarna, circa 3400 jaar geleden, een strijd uit met Amalek en dreigde te verliezen wanneer Moshe zijn handen niet omhoog hield, als beeld van hulpgeroep naar Adonai.
Waarom zou het nu anders zijn dan toen? Hetzelfde volk, Dezelfde Adonai en de vaste belofte dat Hij Israel kan en zal beschermen, maar zij moeten wel onder Zijn vleugels schuilen. Het is een blijvend gebedspunt voor een ieder van ons. Vertrouwen we niet vaak op onze eigen inzichten, talenten en rijkdommen i.p.v. ootmoedig de handen naar Boven uit te strekken?
Over Amalek: er staat dat de Here een strijd heeft met Amalek van geslacht op geslacht, mi'dor dor (Exodus 17:16). Dat doet duidelijk vermoeden dat het niet alleen een geestelijk Amalek is, hen die van binnenuit het Godsvolk haten en ieder die met hen verbonden zijn, maar dat er zeer zeker nog fysieke afstammelingen rondlopen, van geslacht op geslacht!! Waarom ook niet? De tijdsspanne tussen de Amalekieten die o.a. met David vochten (circa 1000 voor Chr.) en de Agagiet haman uit de Estherrol, (circa zeshonderd jaar v.Chr.) en haman zal destijds niet de enige overgebleven Agagiet/Amalekiet zijn geweest. Hij had familie en wie weet al kleinzonen. Honderden, zo niet duizenden, neven en verre achterneven etc. zullen er destijds in de loop der eeuwen geleefd kunnen hebben en ook haman zal zelf ooms, broers, neven enz. gehad hebben die niet opgehangen zijn. Amalek is, meen ik, ook nog fysiek onder ons, herkenbaar aan een ongebreidelde haat tegen Israels God en Zijn volk. Ze kunnen zich overal op de wereld bevinden, zoals ook verborgen kinderen van Israel wereldwijd verspreid zijn, maar weer boven water zullen komen dwarrelen vanuit de volkerenzee en samen met Juda verenigd worden!
Ook nabije of verre familieleden van Meshiach Jehoshua, Jezus van Nazaret, zullen vast en zeker, ondanks alle vervolgingen, die het volk eeuwenlang heeft moeten doorstaan, op aarde leven, ondergedoken in het Joodse volk. Tja, het zijn enige gedachtenspinsels...
Tot zover Yair.
Zie, Ík heb de smid geschapen, die het kolenvuur aanblaast en wapentuig vervaardigt....... Ík heb de verwoester geschapen om te gronde te richten........ dit betekent niet dat God mensen met verkeerde bedoelingen schiep. Nee, God schiep wel die mens, maar die koos ervoor zijn eigen wil te doen en daardoor ontstond vijandschap. Aan de andere kant kan het ons gerust stellen dat dit schepsels zijn die nooit macht hebben om meer te zijn dan God. In Zijn ogen zijn ze nietig en zwak.
In Jesaja 14 worden we bepaald bij een scene uit het dodenrijk, waar de antichrist binnenkomt. En al die andere vroeger belangrijke mensen zien de man in al zijn ellende, zijn minderwaardigheid en ze zeggen "is dit nu de man die de aarde deed sidderen". In Psalm 73 zegt de psalmdichter 'let op hun einde'..... Maar..... God gebruikt zulke mensen wel om Zijn doel te bereiken, of ze willen of niet. Hij trekt ze met haken aan de kaken om te doen wat Hem behaagt. Hij gebruikt hun slechte plannen om oordelen uit te voeren, om plannen van boosdoeners te laten mislukken en zoveel meer. Maar het verheerlijkte Jeruzalem/Sion zullen ze niet kunnen verwoesten.
Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten....... Jeruzalem in Gods Koninkrijk is volkomen veilig. In Sion is ontkoming aan alle kwaad als God daar regeert en alles voor Zijn macht moet buigen. Geen vijand zal enig wapen kunnen maken om de stad te verwoesten.
elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren....... Komt er een juridische aanval (tong in het gericht), dan zal de tegenstander in het ongelijk worden gesteld. Deze belofte van God komt toe aan de ‘knechten des HEEREN’; dat is Zijn volk.
Dit is het erfelijk bezit van de dienaren/knechten van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE...... deze slotzin is de plechtige verklaring van Hem uit wie de gerechtigheid van Zijn volk voortkomt. Het is als het ware de uitgesproken handtekening van YAHWEH zelf.
Ida