English & other languages: click here!
Jesaja 37:21-38 (B) Gods oordeel over de vijand
Koning Hizkia bracht de bedreigingen en de godslasteringen van de Assyrische sabrake in de tempel. Hij spreidde de documenten met de woorden van deze commandant voor zich uit om aan God te laten zien. Hizkia had enkele dienaren van zijn hofhouding naar de profeet Jesaja gezonden en via hem bericht van God gekregen. God noemt Zijn volk de 'dochter van Sion': maagd, Hij vergelijkt haar met een meisje dat de vijand die haar kwaad wil aandoen veracht. Hizkia ontving via Jesaja twee berichten waarin God de bevrijding van Jeruzalem aankondigde. Het tweede bericht kwam in de vorm van een spotlied.
In de nacht kwam er een doodsengel in opdracht van God en doodde al de soldaten die om Jeruzalem gelegerd waren. Sanherib, de koning van Assyrië vertrok naar Ninevé de hoofdstad van het rijk, waar hij met het zwaard gedood werd door zijn zonen. Maar Jeruzalem was bevrijd!
Jesaja 37:21 Toen stuurde Jesaja, de zoon van Amoz, deze boodschap naar Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Wat u tot Mij gebeden hebt met betrekking tot Sanherib, de koning van Assyrië, heb Ik gehoord.
Wat is dat mooi dat koning Hizkia oneerbiedig gezegd 'een ontvangstbevestiging' krijgt. Hij zal ongetwijfeld innerlijk ook geweten hebben dat God naar hem luisterde. Maar je zult er warm van worden als dit zo bevestigd en beantwoord wordt. Jesaja brengt Hizkia niet zelf het antwoord, maar laat het door boden overbrengen.
Wat geeft het dan een rust om de verdere ontwikkelingen, waarop je zelf helemaal geen greep hebt, af te wachten. God werkt eraan en Zijn timing is inderdaad perfect.
Toch is er in de mens soms een strijd om zelf maatregelen te nemen en niet af te wachten. Dat lezen we hier niet bij Hizkia, maar iedereen kent zulke voorbeelden. God zegt door middel van de psalmist: Psalm 46:11 Laat af en weet, dat Ik God ben; Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde.
Jesaja 37:22-25 Dit is het woord dat de HEERE over hem gesproken heeft: De maagd, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u. 23. Wie hebt u gehoond en gelasterd? Tegen Wie hebt u de stem verheven en uw ogen hoogmoedig opgeheven? Tegen de Heilige van Israël! 24. Door uw dienaren hebt u de Heere gehoond en gezegd: Met mijn talrijke strijdwagens heb ík de hoge bergen bestegen, de flanken van de Libanon. Ik hak zijn statige ceders, zijn mooiste cipressen om. Ik kom tot op zijn hoogste top, tot in zijn weelderig groeiend woud. 25. Ík heb gegraven en water gedronken, ik heb met mijn voetzolen alle rivieren van de belegerde plaatsen drooggelegd.
De maagd, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u........ het woord 'maagd' wil hier zeggen 'onaangetast'. Assyrië kwam om de dochter Sion aan te vallen, d.w.z. in beeldspraak 'verkrachten'. Maar zover is het niet gekomen. God heeft daar - op het gebed van Hizkia - een stokje voor gestoken.
Wie hebt u gehoond en gelasterd? Tegen Wie hebt u de stem verheven en uw ogen hoogmoedig opgeheven......? Degene die gehoond en gelasterd werd door de rabsake was de Heilige van Israël. Hoe durfde hij..... en dan maar opscheppen over Sanherib. Wat die niet allemaal gepresteerd had.....
Met mijn talrijke strijdwagens heb ík de hoge bergen bestegen, de flanken van de Libanon....... Hij had met zijn strijdwagens de hoogste bergen bestegen. Hij had de hoogste bomen omgehakt. Hij was iedereen de baas, wilde hij maar zeggen. Niemand was groter dan Sanherib.
Jesaja 37:26-29 Hebt u dan niet gehoord dat Ik, de Heere, dit lang tevoren gedaan heb, en dat Ik dit vanaf de dagen van weleer heb bewerkstelligd? Nu heb Ik het doen komen: u bent er om de versterkte steden tot puinhopen te verwoesten. 27. Daarom waren hun inwoners machteloos, waren zij ontsteld en beschaamd, werden zij als gras op het veld of groene grasscheutjes, als gras op de daken, of een veld koren voordat het overeind staat. 28. Maar uw zitten, uw uitgaan, uw thuiskomen ken Ik, en uw tekeergaan tegen Mij. 29. Omdat u tegen Mij tekeer bent gegaan, en uw hoogmoed is opgeklommen tot in Mijn oren – zal Ik Mijn haak in uw neus slaan en Mijn bit tussen uw lippen, en Ik zal u doen terugkeren langs de weg waarover u bent gekomen.
Hebt u dan niet gehoord dat Ik, de Heere, dit lang tevoren gedaan heb, en dat Ik dit vanaf de dagen van weleer heb bewerkstelligd.......? Heb je niet begrepen dat je hiermee Mijn plan aan het uitvoeren was, zegt God.
De hele tijd dachten ze dat het dankzij hun enorme macht was dat ze zoveel hadden bereikt. Hier maakt God duidelijk dat het Zijn macht was die dit deed.
u bent er om de versterkte steden tot puinhopen te verwoesten. Daarom waren hun inwoners machteloos, waren zij ontsteld en beschaamd..... Hier maakt God duidelijk dat het Zijn macht was die dit deed. Misschien heeft Sanherib zich wel eens afgevraagd hoe het toch kwam dat al die volken zo machteloos waren. In Jesaja 10 lezen we zijn hoogmoed, niet wetend dat hij het oordeel van God aan het uitvoeren was, wat hem zo succesvol maakte:
Jesaja 10:13-14 Want hij zegt: Door de kracht van mijn hand heb ik dit gedaan, en door mijn wijsheid, want ik ben verstandig. Ik heb de grenzen tussen de volken weggenomen, hun voorraden uitgeplunderd, en als een machtige de hooggezetenen neergehaald. 14. Mijn hand vond, als was het een vogelnest, het vermogen van de volken. En zoals men verlaten eieren bijeenraapt, raapte ík de hele wereld bijeen. Niemand was er die zijn vleugel verroerde, die zijn snavel opende of die ook maar piepte.
Maar uw zitten, uw uitgaan, uw thuiskomen ken Ik, en uw tekeergaan tegen Mij........ God kent het hart van Sanherib en de rabsake.
zij werden als gras op het veld of groene grasscheutjes, als gras op de daken....... zijn slachtoffers deden hem denken aan gras op het dak, dat even groen is als het regent maar al gauw geel wegtrekt.
De hoogmoedige uitspraken noemt God "het tekeer gaan tegen Hem". Het niet erkennen van Zijn bestuur en almacht en Hem dan nog bovendien lasteren, dat maakt de maat van de zonde vol.
zal Ik Mijn haak in uw neus slaan en Mijn bit tussen uw lippen, en Ik zal u doen terugkeren langs de weg waarover u bent gekomen....... als God Zijn haak in de neus van deze hoogmoedige heerser slaat en Zijn bit tussen zijn lippen plaatst, dan betekent het dat deze antichristelijke heerser onder Gods gericht ten val komt. Hij zal in de eerste plaats terug moeten gaan naar waar hij vandaan komt en daar zal hij met al zijn grootspraak vernederd en veracht worden.
Jesaja 37:30-32 En dit zal voor u het teken zijn: men zal dit jaar eten wat vanzelf gegroeid is, in het tweede jaar wat daarvan weer opkomt; in het derde jaar moet u zaaien en maaien, en wijngaarden planten en de vruchten daarvan eten, 31. want opnieuw zal wat ontkomen, wat overgebleven is van het huis van Juda, wortel schieten naar beneden toe en vrucht dragen de hoogte in, 32. want van Jeruzalem zal uitgaan wat overgebleven is, en wat ontkomen is, van de berg Sion. De na-ijver van de HEERE van de legermachten zal dit doen.
En dit zal voor u het teken zijn: men zal dit jaar eten wat vanzelf gegroeid is, in het tweede jaar wat daarvan weer opkomt; in het derde jaar moet u zaaien en maaien..........
Het lijkt enigszins op de bepalingen die gelden bij het jubeljaar, beschreven in Leviticus 25:11-12. Door de belegering heeft Juda niet kunnen oogsten en ook niet kunnen zaaien. Na de bevrijding zullen ze eten wat vanzelf is opgekomen uit de uitgevallen korrels van het voorgaande jaar. Dat betekent dat er voor de inwoners van Jeruzalem de komende twee jaar voldoende voedsel beschikbaar is. Daarna zullen ze weer kunnen zaaien en op de gestelde tijd van de vrucht kunnen eten.
want opnieuw zal wat ontkomen, wat overgebleven is van het huis van Juda, wortel schieten naar beneden toe en vrucht dragen........ hier komt weer het 'overblijfsel' ter sprake. Het overblijfsel van de oogst, wat opkomt, verwijst daar ook naar. Het is maar een klein deel, zoals ook de 'tienden' in het eerste testament steeds voor de HEERE bestemd waren. Toch vertegenwoordigde het de hele oogst, de hele veestapel enz. God zorgt steeds dat er van het volk een overblijfsel is, zodat Israël tot het eind der tijden een volk zal zijn dat met God de eeuwigheid zal doorbrengen, overeenkomstig het verbond met Abraham.
want van Jeruzalem zal uitgaan wat overgebleven is, en wat ontkomen is, van de berg Sion...... Gods Koninkrijk zal gebouwd worden uit het overblijfsel van Jeruzalem, en geheel Israël. Allen die ontkomen zijn aan de machten van de duisternis. God heeft hen afgezonderd, want de na-ijver van de HEERE van de legermachten zal dit doen.
Jesaja 37:33-35 Daarom, zo zegt de HEERE over de koning van Assyrië: Hij zal deze stad niet binnenkomen, daar geen pijl in schieten, haar met geen schild tegemoetkomen, en tegen haar geen belegeringsdam opwerpen. 34. Langs de weg waarover hij gekomen is, zal hij terugkeren, maar deze stad zal hij niet binnenkomen, spreekt de HEERE. 35. Want Ik zal deze stad beschermen door haar te verlossen, omwille van Mijzelf en omwille van David, Mijn dienaar.
de koning van Assyrië zal deze stad niet binnenkomen, daar geen pijl in schieten....... alle hoogmoedige retoriek ten spijt zal het de koning van Assyrië niet lukken om een pijl over de muur te schieten. Het zijn de vijanden van Israël die in alle tijden hun pijlen -nu vaak als raketten- op Gods volk richtten. Maar in deze geschiedenis even niet. Een schild en belegeringsdam is overbodig, want koning Sanherib wordt naar huis gestuurd. Enige tijd later werd de Assyrische koning door zijn eigen zonen Adramelech en Sarezer in de tempel van de afgod Nisroch te Nineve vermoord, 2 Kon. 19:37, 2 Kron. 32:21, Jes. 37:38.
Want Ik zal deze stad beschermen door haar te verlossen, omwille van Mijzelf en omwille van David, Mijn dienaar...... het gaat hier om de belofte aan David gedaan:
2 Samuel 7:12-13,16 Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling na u, die uit uw lichaam voortkomt, doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen. 13. Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal de troon van zijn koningschap voor eeuwig bevestigen. 16. Uw huis en uw koningschap zullen voor uw ogen voor eeuwig vaststaan, uw troon zal voor eeuwig zeker zijn.
Deze troon van David zal straks in het duizendjarig Vrederijk weerin glorie hersteld worden, nadat het eindtijdoordeel over Assyrië heeft plaatsgevonden, beschreven in Jesaja 10.
Jesaja 37:36 Toen trok de engel van de HEERE ten strijde en sloeg in het legerkamp van Assyrië honderdvijfentachtigduizend man neer. Toen men de volgende morgen vroeg opstond, zie, het waren allemaal dode lichamen.
Assyrische bronnen vermelden alleen dat Sanherib Hizkia opsluit 'als een vogel in een kooi' en hem dwingt weer belasting te gaan betalen (zie 2 Koningen 18:13-15). Het feit dat Jeruzalem belegerd werd beperkte de koning om de stad in of uit te gaan. Je zou dat een 'kooi' kunnen noemen.
Een video over deze geschiedenis.
De Assyrische bronnen geven veel informatie die overeen komt met de Bijbel. Zij vertellen echter niet waarom Koning Sanherib Jeruzalem niet veroverde. (אַשׁוּר = ashoer = Assyrië)
Jesaja 37:37-38 Daarop brak Sanherib, de koning van Assyrië, op. Hij trok weg en keerde naar zijn land terug; en hij bleef in Ninevé. 38. Het gebeurde nu, toen hij zich in het huis van Nisroch, zijn god, neerboog, dat Adrammelech en Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard doodden. Zij ontkwamen naar het land Ararat, en Esar-Haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.
Het rijk Assur (אַשׁוּר = ashoer = Assyrië) hield nog wel een poosje stand maar de kracht was er uit. Op het moment dat Assyrië in verval was, waren er twee kapers op de kust: Babel en Egypte begeerden de wereldmacht. Assyrië werd in 612
verslagen bij Nineve. Egypte werd door Babel verslagen in 605 v Chr. bij Karchemis. Het hele politieke wereldklimaat veranderde overeenkomstig het beeld aan Nebukadnezar in een droom vertoont (Daniël 2). Maar het uiteindelijke oordeel van God over Assyrië wordt uitgevoerd vanwege zijn minachting van de Allerhoogste, bij het oordeel in de eindtijd, als YHWH op de berg Sion heeft plaatsgenomen. Dan zal het gedaan zijn met de glans van zijn hooghartige oogopslag (Jesaja 10:12). Er zal van hen ook een gelovig overblijfsel zijn (Jesaja 19:23).
Ida