English & other languages: click here!
Jesaja 34 Oordeel Edom en vernietiging wereldmacht
Alle volken moeten worden samengebracht om te strijden. De HEERE wreekt zich op de legers van het satanische wereldsysteem, geconcentreerd in Edom (Openbaring 19:11-21; Jesaja 63:1-6). Edom wordt als bijzonder voorbeeld naar voren gehaald. Dat volk dient als voorbeeld van al Gods tegenstanders. In de context van het vorige hoofdstuk vervolgt Jesaja de gedachte aan het komende oordeel tegen de Assyriërs. In breder verband kunnen we deze passage zien als een aankondiging van het oordeel dat over de naties zal komen tijdens de Grote Verdrukking. We lezen in al deze hoofdstukken van Jesaja dat de goddelijke actie – tot bevrijding van Zijn benauwde volk in Jeruzalem in 701 v Chr. – model staat voor de wijze waar God in de eindtijd het samenspannen van de volken tegen God en de gelovigen zal beëindigen. Het gevolg is een angstaanjagende slachting. Wat overblijft na dit bloedbad is een mistroostig, verlaten gebied met allerlei sinistere aasetende woestijndieren. Uiteindelijk krijgt Juda de goddelijke verzekering dat Israël het land zal bezitten en bewonen.
Jesaja 34:1-4 Kom naar voren, heidenvolken, om te luisteren! Sla er acht op, natiën! Laat de aarde luisteren en al wat zij bevat, de wereld, en alles wat daarop uitspruit! 2. Want de grote toorn van de HEERE richt zich tegen alle heidenvolken, Zijn grimmigheid tegen heel hun legermacht. Hij heeft hen met de ban geslagen, hen overgegeven ter slachting. 3. Hun gesneuvelden zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opstijgen. De bergen zullen wegsmelten door hun bloed. 4. Heel het sterrenleger aan de hemel zal vergaan. De hemel zal opgerold worden als een boekrol, en heel zijn leger zal vallen, zoals bladeren vallen van een wijnstok, en zoals vijgen vallen van een vijgenboom.
Kom naar voren, heidenvolken, om te luisteren! Sla er acht op, natiën......! Hier blijkt dat de HEERE alle volken op de
aarde toespreekt. De godsspraak lijkt allerminst op een waarschuwing, Het lijkt meer op een kennisgeving van een onomkeerbaar beleidsbesluit waaraan niet te ontkomen valt. Niettemin zal er toch een waarschuwing van uitgaan naar de wereldbevolking. Eens bracht Jona een dergelijke boodschap aan Ninevé, de hoofdstad van Assyrië: Hij predikte en zei: "Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd" (Jona 3:4)! Toen heeft Ninevé zich bekeerd. Maar in Openbaring lezen we meerdere malen dat de oordelen in de eindtijd geen bekering teweeg brengen. Mogelijk hier en daar een enkeling die zich laat waarschuwen en gered wordt, maar het oordeel over de volken is vastbesloten.
Want de grote toorn van de HEERE richt zich tegen alle heidenvolken...... we zien hier dat het oordeel alleen komt over de heidenvolken. Israël valt daar buiten. De strijd gaat om Jeruzalem, de stad Gods! God komt tot Zijn doel met Zijn volk. Yeshua heeft zelf de komst van de antichrist aangekondigd en geprofeteerd dat de Joden hem zouden accepteren (Joh. 5:43-44).
Israël heeft de grote verdrukking moeten doorstaan, evenals dat het geval is met de gelovigen uit de heidenen. Het leven onder de geprofeteerde antichrist is verre van gemakkelijk en al helemaal niet voor wie van Christus zijn. Er zullen velen gedood worden. We mogen nu al ons voorbereiden en bidden om standvastig te mogen zijn, zodat we de Naam van Christus niet verloochenen.
Hij heeft hen met de ban geslagen, hen overgegeven ter slachting......... 'Met de ban slaan' betekent dat de veroordeelden gedood moeten worden. Gevangenschap is niet aan de orde. Het is geen plezierige boodschap en wordt daarom zo vaak verzwegen in de prediking. Net als in Jeremia's tijd, en die van de andere profeten, willen de mensen alleen het gemakkelijke humanistische evangelie horen. Ook Yeshua maakte het mee dat volgelingen zich van Hem afkeerden met als argument "Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren? (Joh. 6:60) Het is heerlijk dat er hoop en toekomst is. Maar er komt echt eerst nog een antichrist die korte tijd de wereld gaat regeren, de tijd van de grote verdrukking (2 Thess. 2:3-4). Voorafgaand daaraan is de afval gekomen. Wat God zegt gaat gebeuren en we moeten het ter harte nemen, zodat we de tekenen herkennen. Ons eeuwige leven hangt ervan af. Het is de geest van de antichrist die deze onvolledige en daarom valse prediking in leiders uitwerkt.
De gesneuvelden zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opstijgen....... het staat er echt. Onze God, die een God van liefde is, kan het kwaad niet toestaan, niet verdragen. De vernedering gaat heel ver als de lijken niet begraven worden, ze liggen te vergaan en vallen ten prooi aan roofdieren. Wie geen berouw heeft en geen zonden belijdt gaat verloren voor de eeuwigheid. Gods schepping, waaronder Zijn kinderen, moeten rein worden, willen ze van Gods gaven kunnen genieten.
De bergen zullen wegsmelten door hun bloed....... Het als vergelding opgeëiste bloed (Genesis 4:11-12; Matth. 23:35) zal voldoende zijn om de bergen bij wijze van spreken te laten smelten of op te lossen (Zefanja 1:17). Je zou ook nog kunnen zeggen: ze versmelten met het bloed, d.w.z. dat ze doordrenkt zijn met bloed. Bergen zijn in Openbaring 17:9 naties waarop de 'vrouw' zetelt. In de droom van het beeld van Nebukadnezar vielen de koninkrijken als stof uiteen (Daniël 2:35).
Heel het sterrenleger aan de hemel zal vergaan. De hemel zal opgerold worden als een boekrol.....De profetie van de sterren aan de hemel die zullen vergaan op de dag van eindafrekening, vermoedelijk na het duizendjarig rijk, komt later ook terug in Openbaring 6:13. Het kan ook nog zijn dat dit een afrekening is met de godenwereld die verbonden is aan de sterren. Een profetie omvat vaak meerdere tijdperken in één beeld.
Jesaja 34:5-7 Want Mijn zwaard is dronken geworden in de hemel. Zie, het zal neerdalen op Edom, op het volk dat Ik geslagen heb met de ban, als een oordeel. 6. Het zwaard van de HEERE zit vol bloed, het is verzadigd van vet, van het bloed van lammeren en bokken, van het niervet van rammen. Want de HEERE richt een offer aan in Bozra, een grote slachting in het land Edom. 7. Met hen zullen de wilde ossen neervallen, en de jonge stieren met de sterke stieren. Hun land zal doordrenkt zijn met bloed en hun stoffige grond verzadigd van vet.
Want Mijn zwaard is dronken geworden in de hemel...... de nieuwe Bijbelvertaling omschrijft het als 'Mijn zwaard verschijnt aan de hemel'. Dit zou verband houden met oudere handschriften die in de Qumran rollen zijn gevonden. Dit komt ook overeen met de Septuagint. Het betekent dat deze straf niet van mensen komt, maar van God zelf.
Zie, het zal neerdalen op Edom, op het volk dat Ik geslagen heb met de ban, als een oordeel...... De profeten hebben grimmige oordelen uitgesproken om het leedvermaak van Edom tijdens de ondergang van Jeruzalem. Edom gedroeg zich heel vaak als vijand van Israël. De broers Jakob en Ezau hadden ook heel verschillende karakters. Door de eeuwen heen was en is het eerstgeboorterecht, dat God aan Jakob toekende, het hete hangijzer dat aan de vijandschap ten grondslag ligt. We lezen deze oordeelsprofetieën in Jeremia 49; Jesaja 63; Ezechiël 25 en in het geschrift Obadja. Het noemen van Edom fungeert als model voor de machten die zich in de wereld tegen God keren.
het is verzadigd van vet, van het bloed van lammeren en bokken, van het niervet van rammen......Niet alleen de kleine dieren worden getroffen – de lammeren en bokken – (de gewone man) maar ook de grote wilde ossen en jonge stieren. Vermoedelijk moeten we met deze metafoor denken aan de hogere lagen van de bevolking.
Want de HEERE richt een offer aan in Bozra, een grote slachting in het land Edom...... Bozra was een stad in Edom, en, na de verwoesting van Sela, hoofdstad van dat rijk. Een tijd lang was zij in de macht van de Moabieten. Maar hier is het de plaats waar het grote oordeel over de volken wordt uitgevoerd. In Jesaja 63 lezen we de profetie waarin we zien dat Yeshua dit oordeel alleen heeft uitgevoerd:
Jesaja 63:1-6 Wie is Deze Die uit Edom komt, in helrode kleding uit Bozra, Die luisterrijk is in Zijn gewaad, Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die spreek in gerechtigheid, Die machtig ben om te verlossen. 2. Waarom is dat rood aan Uw gewaad, en is Uw kleding als die van iemand die de wijnpers treedt? 3. Ik heb de pers alleen getreden; er was niemand uit de volken met Mij. Ik heb hen vertreden in Mijn toorn, hen vertrapt in Mijn grimmigheid. Hun bloed is op Mijn kleding gespat, heel Mijn gewaad heb Ik besmet. 4. Want de dag van de wraak was in Mijn hart, het jaar van Mijn verlosten was gekomen. 5. Ik keek rond, maar er was niemand die hielp; Ik ontzette Mij, want er was niemand die ondersteunde. Daarom heeft Mijn arm Mij heil verschaft, en Mijn grimmigheid, die heeft Mij ondersteund. 6. Ik heb de volken vertrapt in Mijn toorn, Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid, Ik heb hun bloed ter aarde doen neerdalen.
Hun land zal doordrenkt zijn met bloed en hun stoffige grond verzadigd van vet..... hier is weinig aan toe te voegen. Het tekent de ernst van Gods verbolgenheid over de ongehoorzaamheid van zijn schepselen.
Jesaja 34:8-10 Want het zal zijn de dag van de wraak van de HEERE, het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion. 9. Zijn beken zullen veranderd worden in pek, en zijn stof in zwavel; ja, zijn land zal worden tot brandend pek. 10. 's Nachts en ook overdag zal het niet geblust worden, voor eeuwig zal zijn rook opstijgen. Van generatie op generatie zal het verwoest blijven, tot in alle eeuwigheden zal niemand erdoorheen trekken.
Want het zal zijn de dag van de wraak van de HEERE, het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion....
op de dag van de wraak van de HEER, bekend als de grote verdrukking, zal er een ongeëvenaarde ecologische ramp plaatsvinden. Voordat Yeshua terugkeert aan het einde van de grote verdrukking, zal een derde van de vegetatie op aarde, een derde van de oceanen en een derde van de zoete wateren vernietigd en onbruikbaar zijn (Openbaring 8, het zevende zegel). Het doet denken aan Sodom en Gomorra (Genesis 14:10; Deut. 29:23) in welke omgeving ook teerputten zijn gevonden. Niemand zal er meer wonen. Jesaja schetst een beeld van de hel (Openbaring 14:9-11).
De toestand van het gebied zal in de eeuwigheid nooit hersteld kunnen worden. Men zal het zien als een eeuwige verlatenheid. De bedoeling is dat dit aangeeft dat Edom en de wereldmachten daaraan gelijk, voorgoed uitgeroeid zijn. Hier is geen menselijk leven meer mogelijk.
Jesaja 34:11-15 Kauw en nachtuil zullen het in bezit nemen, ransuil en raaf zullen daar wonen. Hij zal er het meetlint van de woestheid over uitspannen en het paslood van de leegte. 12. Zijn edelen – maar zij zijn er niet – zal men tot het koningschap roepen: met al zijn vorsten is het gedaan. 13. In zijn paleizen zullen dorens opschieten, netels en distels in zijn vestingen. Het zal een woonplaats voor jakhalzen zijn, een rustplaats voor struisvogels. 14. Wilde woestijndieren zullen daar hyena's tegenkomen, de bok zal naar zijn metgezel roepen; ja, daar zal het nachtelijk ongedierte tot rust komen en voor zichzelf een rustplaats vinden. 15. Daar zal de pijlslang nestelen, eieren leggen, uitbroeden en haar jongen koesteren in haar schaduw; ja, daar verzamelen zich de wouwen, de ene bij de andere.
Kauw en nachtuil zullen het in bezit nemen, ransuil en raaf zullen daar wonen....... een groot deel van de aarde zal zo verwoest worden dat op veel plaatsen alleen nog wilde dieren zullen kunnen leven. Sommige vertalingen noemen het eerste dier een pelikaan, maar omdat die niet past in een woestijn is er een kauw van gemaakt.
Het gebied Edom is door God aan de wilde dieren prijsgegeven, op dezelfde manier waarop God met 'precisie van meetlint en paslood' de gebieden voor de stammen aanwees (Numeri 26:55-56; Jozua 18:4-6).
Zijn edelen – maar zij zijn er niet – zal men tot het koningschap roepen: met al zijn vorsten is het gedaan..... de opdracht uit Genesis 1:28 "heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!" is hier niet meer van toepassing. De paleizen zijn nu de woonplaats voor jakhalzen en struisvogels. Hyena's, bokken en slangen zullen dit gebied domineren. Het is een woonplaats van demonen. Gevaarlijke dieren vinden hun broedplaats in dit gebied van dood en verderf.
Jesaja 34:16-17 Zoek het na in het boek van de HEERE en lees: niet één van hen zal er ontbreken, zij zullen elkaar niet missen, want Mijn mond heeft het zelf geboden en Zijn Geest Zelf zal hen bijeenbrengen. 17. Want Hij, Hij heeft voor hen het lot geworpen, Zijn hand heeft hun het land toebedeeld met het meetlint. Tot in eeuwigheid zullen zij het bezitten, van generatie op generatie zullen zij er wonen.
Zoek het na in het boek van de HEERE en lees: niet één van hen zal er ontbreken..... Hier spoort God ons, door de pen van Jesaja, aan om het boek van de HEERE te lezen. Als we dat niet doen raken we achter in het geloof, maar als we dat wel doen gaan we ons steeds meer verwonderen over de nauwkeurigheid en de wijsheid waarmee God ons Zijn wil en Zijn plannen deelt. Alles wat Zijn mond heeft geboden, is ook precies zo gebeurd. Dat is al te zien bij de schepping: “Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er” (Psalm 33:9). Geen enkele belofte of profetie zal onvervuld blijken, er wordt niets gemist.
Hij bepaalde tevoren voor de mensen de hun van toegemeten tijden, en de grenzen van hun woongebied (Handelingen 17:26), Hij doet dat ook voor de dieren. Als Edom is weggevaagd zullen mensen de Bijbel grijpen en zoeken. Zij zien dat dit Godswoord is vervuld. Ook werd deze profetie van Jesaja opgeschreven vóórdat het vervuld werd.
Obadja 1:18b ……het huis van Ezau zal tot stoppels worden; zij zullen tegen hen ontbranden en hen verslinden, zodat er geen ontkomene zal zijn voor het huis van Ezau, want de HEERE heeft gesproken!
Zijn Geest Zelf zal hen bijeenbrengen....... hier gaat het duidelijk over Israël in de verstrooiing, dat door Gods Geest weer naar Israël wordt geleid en daar het hun toegemeten erfdeel in bezit zullen nemen, als Gods Koninkrijk daar gevestigd wordt. Dit gebeurt zodra de Koning van Israël daar orde op zaken gaat stellen.
Want Hij, Hij heeft voor hen het lot geworpen, Zijn hand heeft hun het land toebedeeld met het meetlint..... en zo ziet die indeling er volgens Ezechiël 48 uit:
1 Dit zijn de namen van de stammen:
Van het uiterste noorden, langs de weg van Hethlon, Lebo-Hamath en Hazar-Enon, de grens van Damascus, naar het noorden langs Hamath, dat zal Dan van de oostzijde tot de westzijde toebehoren:
Dan één gebied.
2 En grenzend aan het gebied van Dan, van de oostzijde tot de westzijde: Aser één gebied.
3 En grenzend aan het gebied van Aser, van de oostzijde tot de westzijde: Naftali één gebied.
4 En grenzend aan het gebied van Naftali, van de oostzijde tot de westzijde: Manasse één gebied.
5 En grenzend aan het gebied van Manasse, van de oostzijde tot de westzijde: Efraïm één gebied.
6 En grenzend aan het gebied van Efraïm, van de oostzijde tot de westzijde: Ruben één gebied.
7 En grenzend aan het gebied van Ruben, van de oostzijde tot de westzijde: Juda één gebied.
8 En grenzend aan het gebied van Juda, van de oostzijde tot de westzijde, moet het hefoffer liggen dat u moet brengen: vijfentwintigduizend el breed en even lang als een van de andere delen, van de oostzijde tot de westzijde.
Het heiligdom moet in het midden ervan liggen.
Want Hij, God Zelf heeft voor hen het lot geworpen, Zijn hand heeft hun het land toebedeeld met het meetlint....... en wee welke landen Israël nu nog gaan verdelen. Hun deel zal dat van Edom zijn. We hebben gelezen wat dat inhoudt!
Maar voor het overblijfsel van Israël geldt:
Ida