English & other languages: click here.
Jesaja 20 Vertrouw niet op Egypte
Het vorige hoofdstuk eindigde met een blik in het duizendjarig Vrederijk, maar hier zijn we weer terug in de tijd van Jesaja.
Eén van de Filistijnse steden komt in opstand tegen Assyrië en vertrouwt daarbij op de steun van Egypte. Juda is ook geneigd op Egypte te vertrouwen. Jesaja laat door een teken zien dat God de Egyptenaren en de Cusjieten zal laten wegvoeren door de Assyriërs. Juda moet niet op Egypte, maar alleen op de HEERE vertrouwen.
Cusj wordt genoemd (ook wel Ethiopië, de Moren of Nubië genoemd) feitelijk de leiding heeft van de 25ste dynastie van Egypte van 715-668 v Chr. Ogenschijnlijk gaat het dus niet over Juda, maar over de zuid-westeijke buurlanden.
Deze geschiedenis uit het jaar 711 v.Chr. is ook in de algemene seculiere wereldgeschiedenis bekend waar men vaststelt dat
Koning Sargon II van Assyrië de opstand van de Filistijnse steden Asdod en Askelon onderdrukt .
Jesaja 20:1 In het jaar van de komst van de opperbevelhebber naar Asdod, toen Sargon, de koning van Assyrië, hem gezonden had en hij tegen Asdod streed en het innam –
In het jaar van de komst van de opperbevelhebber naar Asdod...... dat jaar was 711 v.Chr.. Het was het jaar dat de opperbevelhebbet Tartan de Filistijnse stad Asdod met de grond gelijk maakte. In sommige vertalingen staat 'Tartan'. Dit is een titel van een Assyrische generaal, die door koning Sargon II gezonden was. Dat was dezelfde koning die elf jaar eerder Samaria, de hoofdstad van het Noordrijk had ingenomen en de bevolking van Noord Israel in ballingschap had gevoerd. Niet alleen het noord Israël werd overwonnwn door het grote Assyrië, maar ook Moab, Ammon, en Edom, en Juda was er niet gerust op. Daarom probeerde men bondgenootsschappen te vormen om zich te verzetten.
Jesaja 20:2 in die tijd sprak de HEERE door de dienst van Jesaja, de zoon van Amoz: Ga, maak het rouwgewaad van om uw middel los en doe uw schoenen van uw voeten. En hij deed dat. Daar ging hij dan, naakt en barrevoets.
maak het rouwgewaad van om uw middel los en doe uw schoenen van uw voeten....... Jesaja droeg blijkbaar een rouwgewaad, d.w.z. een jute zak (שַׂק sak).
Yahweh wilde dat Jesaja dit uitdeed en dat hij ook zijn sandalen moest uitdoen. Van wie zijn bovenkleed uitdeed werd gezegd dat hij 'naakt' was. Je liep als het ware in je ondergoed, wat je ook wel zag bij de allerarmsten van het volk. Dat zien we ook bij David toen hij dansend de ark binnen Jeruzalem bracht. Zoals David het uitdrukte 'vernederde hij zichzelf' (2 Samuel 6:14 en 20-22).
Jesaja 20:3-4 Toen zei de HEERE: Zoals Mijn dienaar Jesaja drie jaar naakt en barrevoets rondloopt, als teken en wonder voor Egypte en Cusj, 4. zo zal de koning van Assyrië de gevangenen van Egypte en de ballingen uit Cusj wegvoeren, jong en oud, naakt en barrevoets, de billen bloot, tot schande van Egypte.
Zoals Mijn dienaar Jesaja drie jaar naakt en barrevoets rondloopt, als teken en wonder voor Egypte en Cusj...... op bevel van de HEER kleedde Jesaja zich drie jaar lang op deze arme en nederige manier. Jesaja kleedt zich als een krijgsgevangene (zie 2 Kronieken 28:15). Het was een heel aanschouwelijke boodschap aan het adres van Egypte en Cusj, een teken dat de koning van Assyrië de Egyptenaren en Cusjieten als gevangenen zou wegvoeren. Hierbij staat dan bovendien 'met de billen bloot', wat een schande!
Jesaja 20:5-6 Men zal ontsteld en beschaamd zijn vanwege Cusj, hun verwachting, en vanwege Egypte, hun eer. 6. En de bewoners van deze kuststreek zullen op die dag zeggen: Zie, zo is het gegaan met onze verwachting, waar wij naartoe vluchtten om hulp, om gered te worden van de koning van Assyrië! Hoe zullen wíj dan ontkomen?
Men zal ontsteld en beschaamd zijn vanwege Cusj, hun verwachting, en vanwege Egypte, hun eer...... Het woord ‘bloot’ betekent dat de strijders van Egypte en Cusj met een ontbloot onderlijf en blootvoets naar Assyrië worden meegenomen. Het Hebreeuwse woord ‘chasaf’ treffen we ook aan in Jeremia 13: “Daarom zal Ik ook de zomen van uw kleding omhoog tillen (SV: ontbloten) tot over uw gezicht, zodat uw schande gezien wordt…” (vs. 26). Om in die vernederende toetstand afgevoerd te moeten worden, ja, dan wordt men heel erg aangetast in zijn eer. Ze hadden hoge verwachtingen van die grootmacht Egypte, maar wat een ontnuchtering en schande.
Hoe zullen wíj dan ontkomen.......? De HEERE laat het soms zover komen om het volk te beproeven. Juda zat tussen die twee wereldmachten Assyrië en Egypte in. Hoe verleidelijk was het om hulp te zoeken in de wereld. De enige Die als een rots in de branding staat en Die voor Zijn volk belooft op te komen is YAHWEH, de God van Israël.
Uiteindelijk zal de HEERE, tot grote verbazing van de volken, de legers van Assyrië – die in 701 v Chr. voor de poorten van Jeruzalem liggen – verpletterend verslaan (zie 2 Koningen 18-19).
Het is tevergeefs om op deze machten te vertrouwen. Hoe verleidelijk is dat ook nog in onze tijd. De HEERE leert ons om op Hem te vertrouwen door schade en schande heen. Deze profetie van Jesaja, uitgebeeld in onderkleed en blote voeten, gaat wel over de Filistijnen, maar was bedoeld om Juda ervan te weerhouden om ook de hulp van Egypte en Cusj in te roepen. Niet angst moet bepalend zijn voor ons handelen, maar vertrouwen op God. Het is ook een waarschuwing voor nu, voor Israël en niet minder voor ons.
Ida