English & other languages: click here!
Hosea 6 - Laat ons terugkeren
De eerste drie verzen sluiten aan op hoofdstuk 5. Een hoopvol gedeelte over terugkeer en zegen. Een verscheurd en door God geslagen volk dat verlangt naar Gods verschijning als de late regen. Toch luistert het volk niet naar de profeten. Het zo hoopvolle berouw lijkt niet meer dan een ochtendwolk, die als de dauw optrekt. Israël gaat door met zondigen. De Israëlieten dienen de Heere niet met hun hart. God gruwt daarvan. Hij verlangt oprechte liefde. Ondanks al die duistere ervaringen zal God uit het geslacht van Jakob Zijn volk formeren. Hij alleen laat Zijn uitverkorenen terugkeren om Hem te dienen. Het is het werk van Zijn handen.
Hosea 6:1-2 Kom, laten wij terugkeren naar de HEERE, want Hij heeft verscheurd, maar Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, maar Hij zal ons verbinden. 2. Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan en zullen wij voor Zijn aangezicht leven.
Kom, laten wij terugkeren naar YAHWEH, want Hij heeft verscheurd, maar Hij zal ons genezen....... dit is een verwachtingsvol moment in de verderfelijke toestand van het tienstammenrijk. Het volk is door God geslagen en verscheurd en heeft ondervonden wat de uitwerking is van zegen en vloek, zoals verwoord in Deut. 28; Lev. 26.
Hij zal ons genezen, Hij zal ons verbinden....... ze beseffen dan ook dat Hij die geslagen en verscheurd heeft, ook de ENIGE is die genezing, verzorging en herstel kan geven. Het is Hosea die namens het volk deze berouwvolle belijdenis tot God uitspreekt.
Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan..... Hosea's gebed bevat ook een profetie die zowel voor Israël, toen, in de tijd dat Yeshua op aarde was, maar ook voor de gelovigen in onze tijd, heel belangrijk is. Het gaat om een enigszins versluierde profetie van Yeshua's opstanding op de derde dag. De context ondersteunt dit prachtig; aan het kruis werd Yeshua verscheurd en geslagen ter wille van ons, maar Hij werd bovendien overwinnend opgewekt op de derde dag. Deze profetie heeft niet alleen betrekking op de opstanding van Christus zelf, maar ook op allen die gehoorzamen aan de oproep in het voorafgaande vers: om in berouw en geloof tot God terug te keren.
Dat deze tekst ook de dood en opstanding van Yeshua profeteert, wordt bevestigd in 1 Korintiërs 15:4. Daar staat: "overeenkomstig de schriften" en is dus een verwijzing naar het eerste testament en o.m. deze profetie.
Maar zoals Yeshua, die ook de naam Israël draagt (Jes. 49:3) uit het graf kwam, na twee dagen: op de derde dag, zo zal ook Israël aan het eind van deze bedeling der heidenen, die twee dagen duurt, opstaan. Hosea spreekt deze profetie uit over Israël, die we pas kunnen begrijpen als we in gedachten houden dat voor God één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag (Psalm 90:4 "Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht", en 2 Petrus 3:8 "Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag").
De profetie leert dat Israël twee dagen door de HEERE wordt:
- verscheurd;
- geslagen;
Op de derde dag zal YHWH Israël weer doen opstaan om voor Gods aangezicht te leven.
Dat Israël twee millennia door YAHWEH is verscheurd en geslagen hebben we werkelijkheid zien worden. Door hun ongehoorzaamheid en weigering Yeshua als Messias te erkennen moest God dit doen. Juist om hen tot bekering te doen komen. God straft uit liefde, hoewel de vijandige heidenvolken, die vrij spel krijgen, dikwijls meehielpen ten kwade (Zach. 1:15).
Hierin komt duidelijk naar voren de uitwerking van 'de vloek en de zegen' (Deut. 28; Lev. 26). In deze tijd is het dikwijls de vloek, de benauwdheid van Jakob (Jer. 30:6), d.w.z. voor Israël en allen die op hun olijfboom geënt zijn. Maar in het Vrederijk zal de zegen van de HEERE de overhand hebben.
Hosea 6:3 Dan zullen wij kennen, wij zullen ernaar jagen de HEERE te kennen! Zijn verschijning staat vast als de dageraad. Ja, Hij komt naar ons toe als de regen, als late regen, die het land natmaakt.
Dan zullen wij kennen, wij zullen ernaar jagen de HEERE te kennen.....! Israël spreekt met Hosea uit dat ze YAHWEH weer zullen kennen en herkennen. Ze zullen zich daarvoor inspannen. Zijn verschijning staat vast als de dageraad.....
De dageraad komt na de nacht van verdrukking. Hij zal komen als hun Beschermer en Leidsman, zo zeker als de zon weer opkomt na de nacht. Hij komt naar hen als late regen, die het land natmaakt...... die late regen is profetie die ziet op de laatste dagen, als Yeshua terugkomt om de wereld te oordelen en Zijn volk te herstellen.
Die belofte hebben we ook gelezen in Hosea 3:4-5 Want de Israëlieten moeten veel dagen zonder koning en zonder vorst blijven, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod en afgodsbeelden.
5. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HEERE, hun God, zoeken en David, hun koning. Zij zullen zich in diep ontzag tot de HEERE en Zijn goedheid wenden, in later tijd = b'agarit hajamim! בְּאַחֲרִית הַיָּמִים In de laatste dagen!
Hosea 6:4-6 Wat zal Ik u doen, Efraïm? Wat zal Ik u doen, Juda? Uw goedertierenheid is als een morgenwolk, als dauw die vroeg optrekt en weggaat. 5. Daarom heb Ik op hen ingehakt door de profeten, Ik heb hen gedood met de woorden van Mijn mond; en de oordelen over u zullen voor de dag komen als het licht. 6. Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffers!
Wat zal Ik u doen, Efraïm? Wat zal Ik u doen, Juda.......? Het is alsof God zegt: "Efraïm, wat moet ik toch met jullie aan....!" De éne keer zeg je onder berouw dat je je zult inspannen om Mij te kennen, en even later lijkt het alweer vergeten. Net zo als een nevel over de velden die in de loop van de ochtend verdwijnt. Trouwens ook Juda word op die manier aangesproken.
Daarom heb Ik op hen ingehakt door de profeten..... God heeft hen ernstig vermaand door de mond van de profeten, maar het mocht niet baten. Hier wordt blijkbaar de hele geschiedenis van Israël, vanaf de woestijntocht bedoeld, waarbij YAHWEH hen doodde met de woorden van Zijn mond (Ex. 32:25-29; Numeri 14:26-38).
de oordelen over u zullen voor de dag komen als het licht...... hier wordt niet het licht van de dageraad (vers 3) bedoeld, maar het licht dat zichtbaar werd bij de oordelen in de woestijn.
Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer....... In die tijd was Gods volk nog steeds druk met het brengen van offers (Hosea 5:6). Maar hun hart was bedacht op eigen voordeel en zij lieten trouw, waarheid en goedertierenheid varen omdat zij geen kennis van God en Zijn waarheid bezaten (Hosea 4:1). God heeft liever een toegewijd hart, vol van waarheid en barmhartigheid, dan offers. Yeshua citeerde deze tekst uit Hosea tweemaal voor de religieuze leiders van Zijn tijd (Mattheüs 9:13, Mattheüs 12:7). Ook zij hadden geen hart dat God was toegewijd.
in kennis van God meer dan in brandoffers.......! David zong er al van in Psalm 51 en Paulus gaf aan wat een offer in feite moet zijn:
Psalm 51:18-19 Want U vindt geen vreugde in offers, anders zou ik ze brengen; in brandoffers schept U geen behagen. 19. De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.
Romeinen 12:1 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
Een verbroken geest, zoals David dat beschrijft, heeft alles te maken met het je schuldig weten tot God met wie je een liefdesband hebt. Je weet dat dit niet had mogen gebeuren. Zonder berouw is er iets kapot tussen God en de gelovige. Maar God heeft behagen in hem die daarover verdriet heeft. God veracht een berouwvolle zondaar niet. We zien dat Paulus hier nog een stap verder lijkt te gaan. Niet alleen het hart, maar ook het lichaam, het verstand, de geest, de kracht. Bij hem gaat het erom heel je leven in Gods dienst te stellen. Maar als het met het hart goed is gesteld zal dat ook zijn uitwerking hebben op alle terreinen van het leven.
Hosea 6:7-11 Zíj hebben echter als Adam het verbond overtreden. Daar hebben zij trouweloos gehandeld tegenover Mij. 8. Gilead is een oord van bedrijvers van onrecht, het is vol bloedsporen. 9. Zoals roversbenden op iemand wachten, zo is het gezelschap van priesters. Zij moorden op de weg naar Sichem. Werkelijk, zij gedragen zich schandelijk. 10. In het huis van Israël zie Ik afschuwelijke dingen: daar is de hoererij van Efraïm, Israël heeft zich verontreinigd. 11. Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik een omkeer breng in de gevangenschap van Mijn volk.
Zíj hebben echter als Adam het verbond overtreden...... met Israël werd het verbond op de Sinaï gesloten. Maar weldra openbaarde zich de verbondsontrouw. De gevallen mens was ook in hen aanwezig. Bij de intocht in het Beloofde Land volgde al gauw de ontrouw door zich in te laten met de Kanaänitische afgodendienst en was Israël daarin trouweloos tegenover God.
Gilead is een oord van bedrijvers van onrecht, het is vol bloedsporen....... het is niet helemaal duidelijk wat het onrecht is in Gilead. Eén van de vier koningsmoorden heeft hier in het overjordaanse Gilead plaatsgevonden (Pekahia - 2 Kon. 15:25). Mogelijk hebben daar Moloch offers plaatsgevonden.
Zoals roversbenden op iemand wachten, zo is het gezelschap van priesters...... we hebben al wel gelezen dat de priesters het wel mooi vonden als mensen zondoffers kwamen brengen, omdat zij hun deel daarvan kregen. Wat dat betreft zijn ze rovers te noemen (Hosea 4:8). Maar het blijkt dat er in Sichem ook andere gewelddadige feiten plaatsvonden.
In het huis van Israël zie Ik afschuwelijke dingen:....... God ziet afschuwelijke, schandelijke dingen en met name de hoererij. Als Israël zo is verontreinigd, hoe kan ze dan eenmaal een rein volk voor God zijn? Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God (Lukas 18:27)!
Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik een omkeer breng in de gevangenschap van Mijn volk......
De terugkomst van Gods volk uit alle 12 stammen is ook tot zegen van Juda. Alleen als Gods volk compleet is kan hun Koning in Sion Zijn intrek nemen. Dat stond Yehsua voor ogen bij het aanvaarden van zijn vonnis. Het werd zelfs door de hogepriester van die tijd geprofeteerd.
'Dit zei hij echter niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij dat Jezus sterven zou voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen. ' Johannes 11:51-52
Het zal het volk Juda ten goede komen als het weer verenigd is met zijn broeders uit het gezin van Jakob. Als zij, na oprecht berouw, allen Yeshua hebben aangenomen als hun Messias-Koning en dat kan alleen gebeuren als ze door Gods genade weer verenigd zijn. Het zal niet meer hooghartig neerkijken op het tienstammenrijk, maar het verwelkomen bij zijn terugkeer...
Jeremia 3:18 In die dagen zal het huis van Juda naar het huis van Israël gaan. Tezamen zullen zij komen uit het land in het noorden naar het land dat Ik uw vaderen in erfelijk bezit heb gegeven.
Jesaja 29:22-24 Daarom, zo zegt de HEERE tegen het huis van Jakob, Hij Die Abraham heeft verlost: Nu zal Jakob niet beschaamd hoeven te worden, en nu zal zijn gezicht niet wit wegtrekken, 23. want als hij zijn kinderen ziet, het werk van Mijn handen in zijn midden, dan zullen zij Mijn Naam als heilig erkennen, zij zullen de Heilige van Jakob als heilig erkennen, zij zullen bevreesd zijn voor de God van Israël. 24. Wie dwalen in hun geest, zullen tot inzicht komen, wie morren, zullen onderwijzing aanvaarden.
Ida