English & other languages: click here!

Naar hoofdstuk - inleiding - 1 - 2/3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 28/29 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48

Ezechiël 41 De Tempel in het Vrederijk (2)

In Ezechiël 40 hebben we samen met de Man en met Ezechiël naar het buitenste gedeelte van de tempel gekeken. Als we de buitenste voorhof oversteken, komen we bij de binnenste gebouwen waar de heiligheid van YAHWEH een nog grotere rol speelt.

Via de oostelijke toegangspoort brengt “de Man” Ezechiël rechtstreeks naar de hoofdzaal, waar Hij gaat meten. De toegangspoorten naar deze heilige vertrekken worden steeds nauwer.  De ingang van de hoofdzaal is 5 m breed (Eze 41:2) en de ingang naar het Heilige der Heiligen is 3 meter breed. (Eze 41:3) “De Man” ging het Heilige der Heiligen binnen, maar Ezechiël bleef achter in het Heilige. Hij was immers daar geen dienstdoende hogepriester. De ware hemelse Hogepriester was daar aan het meten en dat deed Hij voor het volk Israël en via Israël voor ons. Dit Heilige der Heiligen was een kubus van 10 x 10 x 10 meter.  Hiermee wil YAHWH zeggen: het is meetbaar, dus “het is echt!”. Gelovigen mogen meekijken in een stukje toekomst van Gods Koninkrijk op aarde.

Je kunt weer meewandelen door de tempel  op Bibliaprints, en nu klikken op de derde korte video “Ezekiel 41”.

Ezechiël 41:6 En de zijvertrekken lagen zijvertrek boven zijvertrek, driehoog, dertig keer. Er waren helemaal rondom nissen in de muur die bij het huis hoorde, bedoeld als draagvlakken, omdat er geen draagvlakken mogen zijn in de muur van het huis.

Hiernaast zie je een doorsnee van het hoofddeel van de tempel: het Heilige en het Heilige der Heiligen. De zijvertrekken zijn hier door paaltjes aangegeven. 

 

Op de Bibliaprint video zie je dan bij 1.06 min. het hele afgebouwde gebouw, zoals het er aan de buitenkant uitziet. Over het gebruik van deze zijvertrekken  wordt niets gezegd. Ze werden waarschijnlijk gebruikt als voorraadkamers, zoals dat gebeurde bij de tempel van Ezra/Nehemia. 

Men had  ruimte nodig voor de benodigdheden voor de offers. Zie Nehemia 13:4-9. Ook Maleachi 3:10 wijst in die richting. 

Ezechiël 41:7 geeft de indruk dat zich daar een trap bevond die ongetwijfeld nodig was om boven te komen.

 

De Ezechiël 41:9. De breedte van de muur die bij de zijvertrekken naar buiten toe hoorde, was vijf el, en er was een open ruimte tussen de zijvertrekken die bij het huis hoorden.

De muren van het tempelgebouw waren dik en stevig. Ezechiël zag een zorgvuldig ontworpen en sterk gebouwd bouwwerk. 

Zowel de binnen- als de buitenmuren zijn dikker dan de breedte van de zijvertrekken/voorraadruimten.  De vermoedelijke trap is op de video bij 1.44 min. beter te zien.

Hier zien we de achterzijde van het tempelcomplex: de westzijde. Tussen het hoofdgebouw van de tempel was een voor publiek ontoegankelijk gebied en daarachter een lager gebouw. Waarvoor het dient wordt er niet bij gezegd. De “Man” deelt alleen de maten mee. In het vervolg van dit hoofdstuk krijgen we echter enige informatie over gebruikte materialen in de meest heilige delen van de tempel.

 

De tempel van Salomo had ook zo’n gebouw aan de westkant. (1 Kron. 26:18). In 1 Kron. 26:16 lezen we dat zich daar de Schallechetpoort (betekent ‘poort van uitwerpen’  bevond.

Het is goed mogelijk dat dit gebouw gebruikt wordt voor het opslaan van afval, dat vanuit het heilige tempelgebied verwijderd wordt.

De lengte van het tempelgebouw was 50 m (men berekent ook wel  52,5 m). Van de raamkozijnen wordt vermeld dat ze afgeschuind waren. Een beetje moeilijk voor te stellen.

Ezechiël 41:16-17 de drempels, de vensters met traliewerk en de galerijen rondom die drie tegenover de drempel, hadden helemaal rondom een houten beschot. Van de grond tot aan de vensters – en de vensters waren bedekt – 17 tot boven de ingang en tot het binnenste en buitenste huis toe, en helemaal rondom tegen heel de muur bevonden zich panelen, vanbinnen en vanbuiten.

De ramen hebben geen glas, maar traliewerk. 

Er kan voldoende licht binnenkomen, maar er kunnen geen ongewenste voorwerpen doorheen.

Uit vers 17 kunnen we opmaken dat het interieur van het Heilige der Heiligen, het Heilige en de voorhal voorzien zijn van houten beschot/panelen. Die houten panelen waren  geschikt om daarin de afbeeldingen aan te brengen van cherubs en dadelpalmen.  Beide, de binnen- en buitenmuren zijn verfraaid met afbeeldingen van cherubs en dadelpalmen. (Ezechiël 41:18)

 

Van de cherubs hier afgebeeld wordt vermeld dat ze twee gezichten hebben. Het ene gezicht is “een mensengezicht”, het andere “de kop van een jonge leeuw”. Elk van de beide gezichten kijkt naar een kant, dat wil zeggen dat het ene gezicht naar links en het andere naar rechts kijkt. Omdat er tussen twee cherubs telkens een dadelpalm staat, kijkt zowel het mensengezicht als de kop van de jonge leeuw naar een dadelpalm.  (Ezechiël 41:19)

 

We weten dat cherubs altijd genoemd worden in de nabijheid van God en Zijn troon om Zijn heiligheid te bewaken. Daarom stond er ook een cherub met een vlammend zwaard bij de uitgang van de Tuin van Eden, om te voorkomen dat de heiligheid van God door de zonde schade zou worden  toegebracht.  

 

YAHWEH troont zelfs op cherubs (2 Koningen 19:15). Dat werd al in de tabernakel uitgebeeld. De verbondsark was daar Gods troon en die werd ‘bewaakt’ door gouden cherubs. In 2 Samuel 22:11 reed God op een cherub. Ook Ezechiël had in de eerdere visioenen God menigmaal in gezelschap van cherubs gezien. In de tempel van Salomo waren eveneens cherubs afgebeeld. (1Kon 6:29, 1 Kon.6:32-35; 1 Kon. 7:36)

In Ezechiël 1:10 en Eze 10:14 wordt beschreven dat Ezechiël in zijn visioenen wezens zag met 4 koppen: van rund, leeuw en arend. Zie ook Openbaring 4:6-8. Op deze muren worden twee van de vier gezichten afgebeeld.

DE TAFEL VOOR DE HEER

Ezechiël 41:21-22 De tempel had deurposten in het vierkant. Wat de voorkant van het heiligdom betreft, het uiterlijk ervan was zoals het andere eruitzag. 22. De hoogte van het houten altaar was drie el en de lengte ervan twee el. En de hoeken eraan, de lengte ervan en de zijwanden ervan, waren van hout. Toen sprak Hij tot mij: Dit is de tafel die voor het aangezicht van de HEERE zal zijn.

 

Met de tafel voor de Heer wordt het reukofferaltaar bedoeld. Het is van hout gemaakt en zoals wij het van de Tora (Exodus 30:1-6) kennen werd het van acaciahout gemaakt en met zuiver goud overtrokken. Maar dat lezen we hier niet. Dat die tafel staat “voor het aangezicht van de HEERE” is omdat deze vlak voor het Heilige der Heiligen staat, gescheiden door een vouwdeur van 4 delen. In het Heilige der Heiligen was helemaal geen verlichting, er waren ook geen ramen.

Ezechiël 41:24 Verder hadden de deuren twee deurvleugels, twee draaiende deurvleugels, twee aan de ene deur en twee deurvleugels aan de andere.

Dit is duidelijk te zien in de video. (2.54 min)  De deuren waren, evenals het hele heiigdom voorzien van afbeeldingen van cherubs en dadelpalmen.

Er is in deze profetie geen informatie over de Verbondsark, die in het verleden in het Heilige der Heiligen stond. Jeremia had al geprofeteerd over de tijd van Gods Koninkrijk, waarin deze tempel zal komen te staan:

Jeremia 3:16-17 En het zal gebeuren in die dagen, wanneer u zich vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land, spreekt de HEERE, dan zal men niet meer zeggen: de ark van het verbond van de HEERE. Zij zal niet meer in het hart opkomen. Men zal er niet meer aan denken en niet meer naar haar omzien. Zij zal niet opnieuw gemaakt worden. 17. In die tijd zal men Jeruzalem de Troon van de HEERE noemen. Alle heidenvolken zullen er samenstromen, tot de Naam van de HEERE, tot Jeruzalem. Zij zullen niet meer hun verharde, boosaardige hart achternagaan.

Dan is de profetie uitgekomen, zoals elk Woord van God: “Men zal er niet meer aan denken (aan de Verbondsark) en niet meer naar haar omzien. Zij zal niet opnieuw gemaakt worden.” Jeruzalem is de troon van YAHWEH!

Aan het eind van het hoofdstuk wordt nog even terloops vermeld dat er aan de voorkant van de voorhal, boven de deur, “een houten afdak”, een soort luifel bevindt. De ingang van het Godshuis wordt daardoor beschermd tegen regen en wind en wie voor de deur staat wordt ook beschermd tegen zon, wind en regen.

Ida