Daniël 11: vanaf vers 37 antichrist (6)
In het vorige artikel hebben we al geschreven over het breekpunt in de profetie. De eerdere verzen bevatten profetieën voor de eerste 300 jaar na Daniël, maar vanaf vers 36 loopt de profetie over in de gebeurtenissen van de eindtijd. Koning Antiochus verandert langzamerhand in een koning die nog vele malen wreder en machtiger is. Die zich niet zal laten gezeggen door een Romeinse heerser, zoals Antiochus, maar die de volstrekte macht over de wereld krijgt. Alleen zij die deze vorst erkennen en als een afgod vereren, zullen goud, zilver, edelgesteente en kostbaarheden van hem krijgen. De anderen kunnen niet kopen en verkopen.
Openbaring 13:11 En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee hoorns, als die van het Lam, maar het sprak als de draak. 12. En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was. 13. En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen. 14. En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd.
15. En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.
16. En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, 17. en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam. 18. Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.
De profetieën van Daniël krijgen een verdere invulling in bovenstaand gedeelte in Openbaring.
Daniël 11:37 En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, en ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken.
Dat die koning 'niet zal letten op de goden van zijn vaderen' is een verklaarbare uitdrukking; het betekent dat hij zich zal afkeren van de religie waarin hij is opgegroeid, of de religie van het gebied waar hij uit komt, maar 'het verlangen van de vrouwen' stelt veel mensen voor een raadsel. De Joodse Mevrouw Eberlé schrijft dat het zal gaan over de vruchtbaarheidsgod Tammes-Adonis en inderdaad staat er in het Hebreeuws het woordje "god" bij. Dus deze vorst rekent af met alle goden en is zichzelf tot god.
Met de "god van de vestingen" houdt hij blijkbaar wel rekening. Hiermee wordt het militaire wapenarsenaal bedoeld waaraan veel waarde wordt gehecht. Het is iets wat hemzelf sterk maakt en wie dat eert wordt beloond. Met zo'n militaire macht is hij eventuele vijanden de baas. Hij hoont de god die aard en hemel heeft geschapen. We moeten er rekening mee houden dat de profetie over Antiochus Epifanes en over de antichrist soms nog een beetje door elkaar heen lopen, maar wel in veel aspecten overeen komen. Het gaat om dezelfde geest die in hen werkt.
Daniël 11:40 Dan zal in de tijd van het einde de koning van het zuiden hem met de hoorns stoten. En de koning van het noorden zal op hem aanstormen met wagens en met ruiters en met vele schepen. Hij zal de landen binnentrekken, ze overspoelen en erdoorheen trekken.
De tronen van deze koningen werden achtereenvolgens door meerdere vorsten bezet. Hier in dit vers wordt duidelijk aangegeven dat het om de eindtijd gaat.
Blijkbaar zijn er ook in de eindtijd die twee partijen: de koning van het noorden en de koning van het zuiden. Wagens, ruiters en schepen wijzen op oorlogsvoering. De vijandige buurlanden uit Bijbelse tijden zijn ook in onze tijd nog Israël-vijandige landen. En de strijd gaat om Jeruzalem, die een schaal van bedwelming zal zijn, waaraan de volken zich zullen vertillen.
Zacharia 12:2,3 Zie, Ik ga Jeruzalem maken tot een bedwelmende beker voor alle volken rondom, ja, ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Op die dag zal het gebeuren dat Ik Jeruzalem zal maken tot een steen die moeilijk te tillen is voor al de volken. Allen die hem optillen, zullen zichzelf zeker diepe sneden toebrengen, en al de volken van de aarde zullen zich tegen haar verzamelen.
Daniël 11:41 Hij zal het Sieraadland binnentrekken, en vele landen zullen struikelen. Maar deze zijn het die aan zijn hand zullen ontkomen: Edom, Moab en de voornaamsten van de zonen van Ammon.
De antichrist wordt hier vereenzelvigd met de koning van het noorden, maar dat kan door de vergelijking met Antiochus komen die beiden uit dezelfde geest handelen. Hij trekt Israël (het Sieraanland) binnen en nog veel meer landen. Edom en Moab waren altijd al Israël vijandig gezind en die vormen dan ook blijkbaar geen bedreiging voor de antichrist. God zendt ook zijn oordelen door de hand van deze antichrist. Van Edom, het vroegere broedervolk van Israël lezen we in het boek Obadja dat God zelf hen zal oordelen.
Daniël 11:42,43 Hij zal zijn hand tegen de landen uitstrekken. Ook voor het land Egypte is er geen ontkomen aan.
Hij zal heersen over de verborgen schatten van goud en zilver en al de kostbaarheden van Egypte. De Libiërs en de Cusjieten zullen in zijn voetstappen treden.
Je ziet dat alle landen moeten buigen voor de overmacht van deze geweldige vorst.
Daniël 11:44 Maar de geruchten uit het oosten en uit het noorden zullen hem schrik aanjagen. Daarom zal hij in grote grimmigheid uittrekken om velen weg te vagen en met de ban te slaan.
Toch zien we hier een zwakke schakel in het geheel, want die verachtelijke koning die zo sterk naar voren komt, kan dus ook nog bang worden voor geruchten uit het oosten en noorden. Maar die angst maakt hem nog brutaler. Hij geeft niet om mensenlevens. Mogelijk slaat "het oosten" op wat er is geschreven in Openbaring 16
Openbaring 16:12 En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat.
We lezen zo af en toe berichten dat het waterpeil van de Eufraat veel te laag is. Het droogleggen van een deel van de Eufraat maakte het de Perzische koning Kores, ten tijde van koning Belsazar, mogelijk om Babel in te nemen.
Daniël 11:45 En hij zal de tenten van zijn paleis tussen de zeeën opzetten, bij de berg van het heilig Sieraad. Dan zal hij tot zijn einde komen, en geen helper hebben.
Op deze plek. het gebied tussen de Dode Zee en de Middellandse Zee, zal het paleis en de nederzetting van deze koning komen te staan. En... bij "de berg van het heilig sieraad” – dat is de tempelberg in Jeruzalem. Dat is de plaats waar hij aanbeden wil worden. Hier zal de antichrist zijn einde vinden, zonder dat er iemand is die een hand naar hem uitstrekt. Zijn einde is volkomen eerloos. Hier vindt plaats
2 Thessalonicenzen 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. DE HEERE ZAL HEM VERTEREN DOOR DE GEEST VAN ZIJN MOND EN HEM TENIETDOEN DOOR DE VERSCHIJNING BIJ ZIJN KOMST.
en dan kan Gods Koninkrijk aanbreken!
Ida