Daniël 10 - Strijd tegen de vorst van Perzië
Daniël is zijn leven lang een bestuurder en raadgever geweest onder meerdere regeringen in het gebied van Babel en Perzië, het huidige Irak en Iran. De vorsten onder wie hij diende kwamen ook steeds tot de erkenning dat YHWH de Allerhoogste is. Nu, op zijn oude dag (omstreeks 90 jaar) is deze profeet nog steeds strijdbaar in "de grote strijd", zoals hoofdstuk 10 vers 1 vermeldt. Hij was altijd betrokken in Gods zorg voor Zijn heilig volk. Hij had inzicht in de visioenen en in Gods Woord.
Het was in het derde regeringsjaar van Koning Kores, dat was het jaar 537 voor Christus. De eerste ballingen waren al naar Jeruzalem teruggekeerd, onder wie Zacharia, Haggaï, Jesua, de zoon van Jozadak en Zerubbabel, de zoon van Sealthiël. Daniël was daar niet bij.
Ze waren begonnen met het bouwen van een altaar voor de brandoffers. In het jaar 710 voor Christus profeteerde Jesaja al (Jesaja 45:1-8) dat Kores in het jaar 539 voor Christus de opdracht van God zou krijgen om de ballingen terug te laten keren naar hun land en de tempel te herbouwen. Dat was 171 jaar van tevoren. Kores was nog niet eens geboren en zijn naam was al genoemd. De tijd was voorbij dat de sabbatten die niet waren gehouden vergoed waren. Deze straf werd al geprofeteerd vóórdat Israël Kanaän was binnen getrokken.
Leviticus 26:34,35 Dan zal het land behagen scheppen in zijn sabbatsjaren, alle dagen dat het verwoest ligt en u in het land van uw vijanden bent. Dan zal het land rusten en zal het behagen scheppen in zijn sabbatsjaren.
Alle dagen dat het verwoest ligt, zal het rusten, omdat het niet rustte gedurende uw sabbatten, toen u het bewoonde.
De "Grote Strijd" waarin in Daniël 10:1 sprake is, heeft alles te maken met de strijd van Genesis 3:15. Die strijd is een harde strijd. We lezen dat Daniël het visioen begreep en dat dit hem zorgen baarde. Dat zal dan vooral te maken hebben gehad met wat hem bekend was gemaakt en vermeld is in vers 26 van Daniël 9:
Daniël 9:26 Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.
Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed en tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is.
Bovendien waren het maar enkele ballingen die gehoor gaven aan de oproep van Kores om terug te gaan en de tempel te bouwen. Ze moeten bij aankomst ontmoedigd zijn geweest bij het zien van de puinhopen en de aanwezigheid van vijandige bewoners. Het was maar een handjevol dat in geloof was vertrokken, want het merendeel had zich "genesteld in den vreemde", mogelijk onder demonische invloed bewerkt door de vorst van Perzië.
Daniël onderhield een rouw- en vastentijd van drie weken. Hij nuttigde sobere maaltijden, vermeed vlees en wijn en hij zalfde zichzelf niet, zoals hij gewoonlijk blijkbaar wel deed.
Op 24 Nisan ziet hij aan de oever van de rivier de Tigris een Man, gekleed in linnen, Zijn heupen omgord met het fijne goud uit Ufaz. Zijn lichaam was als turkoois, Zijn gezicht als het uiterlijk van de bliksem, Zijn ogen als vuurfakkels, Zijn armen en Zijn voeten als de glans van gepolijst koper en het geluid van Zijn woorden als het geluid van een menigte. (Daniël 10:5,6)
De mannen die bij Daniël waren zagen dit niet, maar ervoeren wel een zodanig geestelijke aanwezigheid, dat ze op de vlucht sloegen. Zo bleef Daniël alleen achter met de Man, waarschijnlijk Yeshua vóór Zijn vleeswording volgens veel uitleggingen. De beschrijving van zijn uiterlijk is te vergelijken met Openbaring 1:13-15. Toch lijkt het me niet uitgesloten dat het hier om de aartsengel Gabriël gaat, de boodschapper, die hulp kreeg van de strijdende aartsengel Michael.
We lezen hoe zwak Daniël zich bij die ontmoeting voelde, zo zelfs dat hij niet meer kon staan en in een diepe slaap viel. Totdat een hand hem aanraakte en hem de kracht gaf om op te staan. De Man zei dat hij op moest staan en opletten wat hem gezegd werd. Bevend ging Daniël staan. Opnieuw werd hij tot tweemaal toe "de zeer gewenste man" genoemd. Dat hij zo geliefd was bij God moet hem ongetwijfeld goed hebben gedaan. De Man was speciaal gekomen om Daniël te antwoorden op zijn aanhoudend gebed dat diep uit zijn hart kwam. Hij had eerder willen komen, want Daniël was drie weken aan het bidden en vasten, maar de Man was 21 dagen tegen gehouden en nu maakte Hij Daniël bekend wat de reden daarvan was:
Daniël 10:12-14 Toen zei hij tegen mij: Wees niet bevreesd, Daniël, want vanaf de eerste dag dat u zich er met heel uw hart op toelegde om inzicht te krijgen en om u te verootmoedigen voor het aangezicht van uw God, zijn uw woorden gehoord, en omwille van uw woorden ben ik gekomen. De vorst van het koninkrijk Perzië stond eenentwintig dagen tegenover mij, maar zie, Michaël, een van de voornaamste vorsten, kwam om mij te helpen toen ik daar achterbleef bij de koningen van Perzië. Ik ben gekomen om u inzicht te laten krijgen in wat uw volk in later tijd zal overkomen, want er is nog een visioen voor die dagen.
Er was een reden voor dat het antwoord uitbleef. We zien dat het soms nodig is dat er nog geen antwoord op het gebed komt. Maar God heeft het oprechte gebed wel gehoord!
In deze boodschap die Daniël hoort worden we bepaald bij de geestelijke machten die betrokken zijn in de strijd van Genesis 3:15. Het gaat hier over onzichtbare krachten die de naties beïnvloeden en zelfs regeren. De "vorst van Perzië" moet één van de voornaamste en machtigste vorsten in het demonenrijk zijn. Het demonenrijk kent allerlei vorstendommen, die in de Bijbel overheden worden genoemd. (Leidse vertaling: heerschappijen). (Efeze 6:12) Ook in de hemel, Gods woonplaats, zijn de overheden ingedeeld in de hiërarchie van hemelse wezens, zoals serafs, cherubs, aartsengelen, de hemelse legermachten en dienende engelen om de gelovigen te hulp te komen. Een duidelijk voorbeeld zien we in de geschiedenis van de belegering door Syrië, waarbij Eliza de hemelse machten zag in de strijd en bad of de ogen van zijn knecht daarvoor geopend mochten worden:
2 Koningen 6:17 En Elisa bad en zei: HEERE, open toch zijn ogen, zodat hij ziet. En de HEERE opende de ogen van de knecht, zodat hij zag; en zie, de berg was vol paarden en strijdwagens van vuur rondom Elisa.
De bekende aartsengel en voorname hemelse vorst Michaël is als beschermheer over Israël aangesteld.
De hier bedoelde vorst van Perzië is een zeer kwade engel die als afgevaardigde van satan de politiek van Perzië beïnvloedt op dezelfde manier als een demon Baphomet dat hier in Nederland doet. In vers 20 is ook sprake van een vorst van Griekenland. Zo zien we dat koninkrijken en machten niet zo zelfstandig beslissingen kunnen nemen, al denken ze dat misschien wel. Ze worden beïnvloed door kwade machten als ze niet verbonden zijn met Yeshua, die zei "zonder Mij kunt u niets doen!" (Johannes 15:5b) We weten dat de hele wereldpolitiek zich niets aantrekt van wat de Bijbel zegt. Men wil "neutraal" zijn, maar dat kan niet. Wie niet vóór Yeshua is, is tegen Hem. Zo groeit Babel, onder invloed van de demonische machten en krachten naar een climax, of liever gezegd een dieptepunt, van de zonde toe.
Het is alarmerend dat onze jongeren door middel van games gewend raken aan bestaande demonische machten, met wie ze zich in het spel vereenzelvigen. De "Prince of Persia" is een speelfiguur in zulke games. Alweer een tijd geleden op de markt gebracht, maar een heruitgave is in ontwikkeling. Men is van plan "een remake te leveren die fris aanvoelt maar trouw blijft aan het origineel", schreef het bedrijf op het Twitter-account van Prince of Persia.
En er zijn natuurlijk legio andere computergames met demonisch gehalte. De Bijbel waarschuwt ons toch voor de onzichtbare realiteit van de demonische vorst van Perzië.
De Engelse benaming 'Prince of Persia' (in het Nederlands: prins van Perzië) is idenitiek hetzelfde als de Nederlandse benaming vorst van Perzië. Een bevestiging vinden we in de Engelstalige Bijbel, de King James Version uit 1611:
"But the prince of the kingdom of Persia withstood me one and twenty days: but, Io, Michael, one of the chief princes, came to help me; and I remained the with the kings of Persia." Daniel 10:13
In dit hoofdstuk leren we dat de aarde het slagveld is van de strijd tussen God en satan. Er wordt om ons gevochten en we maken deel uit van die strijd. Daniël was zich daar heel goed van bewust. Christen zijn is geen leven waar alles op rolletjes moet lopen, waar je succes en aanzien behoort te hebben. Het gaat erom waar je voor staat. Ben je een dienstknecht van God, wat het ook kost? Volg je Yeshua na en getuig je van Zijn onvoorwaardelijke liefde en gehoorzaamheid? Neem je deel aan de geestelijk strijd zoals Daniël dat deed?
In de volgende hoofdstukken zullen we meer horen over Gods stappenplan voor de toekomst, van wat opgetekend is in "het boek der waarheid".
Ida