English & other languages, click here!
2 Samuel 22 - Danklied van David
2 Samuel 22 is een grote profetische psalm, het danklied van David. Je vindt het ook in Psalm 18. David bezingt de overwinningen die YHWH heeft gegeven. Hij is dankbaar dat hij gered is uit de hand van koning Saul, die hem wilde doden. Je herkent in dit lied de psalm 18 en psalm 116. Vinden we in het Lied van Mozes zeven keer de naam Rots waarmee de Zoon van God wordt aangeduid, in het lied dat David hier zingt wordt de Rots vijf maal genoemd. Dat zal dan ook de reden zijn waarom in de parasha Ha’azinu het lied van David aan dat van Mozes is gekoppeld. In vers 47 zegt David “de Rots van mijn heil” צוּר יִשְׁעִי en het woord heil is een verwijzing naar Yeshua. Hij noemt dat in vier variaties:
De hoorn van mijn heil (3)
Met schild van heil (36)
De Rots van mijn heil (47)
En de toren van Mijn heil (51)
Opmerkelijk is dat David in de volgende verzen nogal een positief beeld van zijn relatie met God schetst, alsof hij een volmaakt mens was. We weten uit de Bijbel dat hij ook wel zondigde. Blijkbaar leefde hij als wedergeboren gelovige vanuit de verzoening, vanuit het beeld dat God van hem vormde en was het tegelijk een grootse profetie over de komende Vredevorst:
Ik heb een uitgebreide chiastische structuur gezien, die ik te groot vond om hier te plaatsen. Daarin kwamen meerdere delen naar voren en één van de centrale assen was:
2 Samuel 22:23 Want al Zijn bepalingen hield ik voor ogen, van Zijn verordeningen week ik niet af.
In de verzen 4 tot met 7 bidt David tot God om verlossing van de vervolging van Saul en de beproevingen van zijn vijanden. God zag zijn doodsnood en hoorde hem.
In de chiastische structuur staan de verzen 44 – 46 daar tegenover en zien we dat de rollen zijn omgedraaid. Het zijn nu Davids vijanden die hem moeten gehoorzamen en zich aan hem moeten onderwerpen en ze zijn bang.
Dit hele lied blijkt een profetie te zijn die helemaal in vervulling gaat in het Vrederijk, als Yeshua plaats neemt op de troon van David.
De verzen 2-3 luiden:
2 Samuel 22:2 Hij zei: De HEERE is mijn ROTS en mijn BURCHT en mijn BEVRIJDER, 3 mijn God, mijn ROTS, tot Wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van MIJN HEIL, mijn VEILIGE VESTING; mijn toevlucht, MIJN VERLOSSER; van GEWELD hebt U mij VERLOST.
Deze verzen corresponderen chiastisch met de verzen 47-51:
Misschien is vers 51 moeilijk te vertalen, maar in het Hebreeuws is hier sprake van “een toren van redding”, dat niet uitkomt in HSV en NBG. Wel in de statenvertaling:
51 [Hij] is een Toren der verlossingen מגדיל (מִגְדּוֹל), יְשׁוּעוֹת מַלְכּוֹ Zijns konings, en Hij doet goedertierenheid aan Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad, tot in eeuwigheid.
Ook de King James vertaalt “[He is] the tower of salvation for his king:”
In mijn ogen is de gangbare vertaling een verarming van Gods Woord, want juist dat woord redding of salvation is verwant aan de naam van Yeshua. Ook het begrip toren is verwant aan een sterke schuilplaats, aan een ROTS en is volgens 1 Korinthe 10:4 CHRISTUS!
Het is een prachtig lied, waarin we de moeiten van het leven herkennen, maar ook de overwinning die God geeft. Een lied dat een profetisch beeld geeft van de GEZALFDE, DE ROTS, DE KONING VAN HET KONINKRIJK! Een lied dat moed geeft, om ons als David, te omgorden met kracht voor de strijd. (vers 40).
ida