English & other languages: click here!
1 Koningen 8 Inwijding tempel van Salomo
1. De Ark van het Verbond wordt naar de tempel gebracht.
(1-2) Heel Israël komt samen in Jeruzalem.
1 Koningen 8:1-2 Toen riep Salomo de oudsten van Israël bijeen en alle hoofden van de stammen, de leiders van de families onder de Israëlieten, bij koning Salomo in Jeruzalem, om de ark van het verbond van de HEERE over te brengen uit de stad van David, dat is Sion. Alle mannen van Israël kwamen bij koning Salomo bijeen voor het feest in de maand Ethanim, dat is de zevende maand.
Dat al die mannen bijeengeroepen werden maakt duidelijk dat Salomo van plan was een groots inwijdingsfeest voor te bereiden. Het eerste wat moest gebeuren was het plaatsen van de Ark van het Verbond. Dat was ook bij het inrichten van de tabernakel het eerste en belangrijkste wat moest plaatsvinden. (Exodus 40:3)
De tempel was al in de achtste maand klaar( 1 Koningen 6:38 ), maar Salomo koos de zevende maand voor de inwijding, dus elf maanden later. Salomo wilde dit blijkbaar laten samenvallen met het 8 dagen durende Loofhuttenfeest. Er is ook verondersteld dat het ermee te maken had dat het jaar daarop het jubeljaar zou zijn. We mogen er echter van uitgaan dat deze timing door God geleid werd.
2. (3-9) De Ark van het Verbond staat in het Heilige der Heiligen.
1 Koningen 8:3-9 Alle oudsten van Israël kwamen, en de priesters namen de ark op 4. en zij brachten de ark van de HEERE en de tent van ontmoeting over met alle heilige voorwerpen die in de tent waren. De priesters en de Levieten brachten ze over. 5. Koning Salomo nu en de hele gemeenschap van Israël, die zich bij hem had verzameld, stonden gezamenlijk vóór de ark. Zij offerden schapen en runderen, die vanwege hun grote hoeveelheid niet geschat of geteld konden worden. 6. Zo brachten de priesters de ark van het verbond van de HEERE op zijn plaats, tot in het binnenste heiligdom van het huis, tot in het heilige der heiligen, tot onder de vleugels van de cherubs. 7. Want de cherubs spreidden beide vleugels uit over de plaats van de ark: de cherubs bedekten de ark en zijn draagbomen vanboven. 8. Daarna schoven zij de draagbomen verder uit, zodat de uiteinden van de draagbomen wel zichtbaar waren vanuit het heiligdom vóór het binnenste heiligdom, maar buiten niet zichtbaar waren. Zij zijn daar tot op deze dag. 9. Er was niets in de ark dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij de Horeb daarin gelegd had, toen de HEERE een verbond gesloten had met de Israëlieten, toen zij uit het land Egypte waren vertrokken.
De priesters namen de ark op: Salomo wist wat er fout was gegaan bij het vervoer van de ark onder leiding van zijn vader David. (2 Samuël 6:1-8) Hij hield zich derhalve aan wat God gebood over het vervoeren van de Ark van het Verbond. Deze mocht alleen door priesters gedragen worden. (Numeri 7:9; 1 Kronieken 15:15)
met alle heilige voorwerpen die in de tent waren: De ark van het verbond was het belangrijkste en heiligste voorwerp in de tempel, maar er moest nog meer overgebracht worden. Ze brachten ook de kandelaar, de tafel met toonbroden en het reukofferaltaar en wat er verder nodig was om de offerdienst te kunnen uitvoeren. Dit alles kreeg een plaats in de nieuwe tempel.
schapen en runderen, die vanwege hun grote hoeveelheid niet geteld konden worden.
Dit doet me denken aan de feestvreugde die bezongen wordt in Psalm 118:
Psalm 118:26 Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. 27. De HEERE is God, Hij heeft ons licht gegeven. Bind het feestoffer vast met touwen tot aan de hoorns van het altaar.
Er zijn talrijke feestoffers die uitzien naar Hem die komt in de Naam van YAHWEH.
Er was niets in de ark behalve de twee stenen tafelen die Mozes bij de Horeb daarin gelegd had..
Tijdens de woestijnreis van Israël waren er drie voorwerpen in de Ark van het Verbond.
- de gouden kruik met het manna ( Exodus 16:33 ),
- Aärons staf die bloeide ( Numeri 17:6-11 )
- de tafelen van het verbond ( Exodus 25:16 ).
We weten niet wat er met de gouden kruik met manna en de staf van Aäron gebeurde, maar ze waren niet in de ark toen Salomo hem in het Heilige der Heiligen zette.
toen de HEERE een verbond gesloten had met de Israëlieten, toen zij uit het land Egypte waren vertrokken.
De herinnering aan de verlossing uit Egypte is veelbetekenend, want in zekere zin was deze tempel - zo'n 500 jaar na de Exodus – het hoogtepunt van de verlossing uit Egypte. Het is een heenwijzing naar de tempel in het toekomstige Vrederijk, waar Salomo nu als beeld van de Vredevorst de tempelbouwer is. Het huwelijksverbond wordt herdacht waarin Israël in de wet en de profeten wordt voorgesteld als de vrouw van God.
3. (10-13) De heerlijkheid van God vult de tempel.
1 Koningen 8:10-13 En het gebeurde, toen de priesters uit het heiligdom gingen, dat de wolk het huis van de HEERE vervulde. 11. Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld. 12. Toen zei Salomo: De HEERE heeft gezegd in een donkere wolk te zullen wonen. 13. Ik heb immers een huis gebouwd als woning voor U, een vaste woonplaats voor U, in alle eeuwigheid.
De wolk vulde het huis van YAHWEH : Dit was de wolk van heerlijkheid, vaak gezien in het Eerste en Nieuwe Testament. Deze wolk wordt ook wel Shechina genoemd, hoewel die benaming niet in de Bijbel voorkomt. Het is moeilijk om de heerlijkheid van God onder woorden te brengen; we zouden het de zichtbare uitstraling van Zijn Heiligheid en aanwezigheid kunnen noemen.
DIT IS DE WOLK......
- die bij Israël stond in de woestijn (Exodus 13:21-22).
- van heerlijkheid van waaruit God tot Israël sprak (Exodus 16:10).
- van waaruit God Mozes en anderen ontmoette (Exodus 19:9 , Exodus 24:15-18 , Numeri 11:25, Num. 12:5, Num. 16:42).
- die bij de deur van de Tabernakel stond (Exodus 33:9-10).
- van waaruit God verscheen aan de Hogepriester in het Heilige der Heiligen bij het Verzoendeksel (Leviticus 16:2).
- van Ezechiëls visioen, die de tempel van God vult met de glans van Zijn heerlijkheid (Ezechiël 10:4).
- van heerlijkheid die Maria overschaduwde toen ze Jezus ontving door de kracht van de Heilige Geest (Lucas 1:35).
- die aanwezig was bij de verheerlijking van Yeshua op de berg (Lucas 9:34-35).
- van heerlijkheid waarin Yeshua naar de hemel ging bij Zijn hemelvaart ( Handelingen 1:9 ).
- waarmee de heerlijkheid van Yeshua de Messias zal verschijnen wanneer Hij in triomf naar deze aarde terugkeert (Lucas 21:27, Openbaring 1:7).
Er is een parallel van deze gebeurtenis met Handelingen 2:1-4 , de uitstorting van de Heilige Geest. God markeert het begin van Zijn Koninkrijk in de gelovigen, die een geestelijke tempel vormen. Het is de inwijding ervan. Hij maakte Zijn aanwezigheid kenbaar door het geluid van een geweldige windvlaag die het huis vervulde. Het vuur zichtbaar op de hoofden van de apostelen was een hemels vuur. Hemels vuur was er bij Salomo's tempel (2 Kronieken 7:3) maar ook bij de inwijding van de tabernakel. Zie Leviticus 9:24.
Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen
Over de enorme impact die deze openbaring van God op de mensen had, lezen we ook in 2 Kronieken 5 en 2 Kronieken 7:3. Zelfs Mozes, die Elohiem ontmoet had op de Sinaï kon bij de inwijding de tent niet binnengaan omdat de wolk daarop bleef en de heerlijkheid van YAHWEH de tabernakel vervulde. Ex. 40:35. Het was een vergelijkbare reactie met die van Petrus:
Toen Simon Petrus het zag, viel hij op de knieën voor Jezus neer en zei: "Ga weg van mij, want ik ben een zondig mens, o Heer!" Lukas 5:8
Men werd overweldigd door Gods heiligheid in wiens nabijheid de zonde niet kan bestaan. Zo konden de priesters ook het volk het onderscheid leren tussen heilig en onheilig en tussen rein en onrein. Ezechiël 44:23. Zij beseften uit ervaring hoe immens groot de kloof is tussen Gods heiligheid en de tot zonden geneigde natuur van de mens.
Deze heerlijkheid bleef in de tempel totdat Israël God volkomen verwierp in de dagen dat de tempel een aanbiddingsplaats van demonen was geworden, iets wat God “hoererij” noemt. De profeet Ezechiël zag in een visioen de heerlijkheid de tempel verlaten (Ezechiël 10:18). Maar hij heeft Gods aanwezigheid ook terug zien komen in een visioen waarbij hij zich in het toekomstige Vrederijk bevond. Ezechiël 43:2-5.
Ik heb immers een huis gebouwd als woning voor U, een vaste woonplaats voor U, in alle eeuwigheid.
Het was altijd Gods wens om te wonen bij Zijn volk. Maar dat “in eeuwigheid” bleek steeds weer te mislukken in dit zondige bestaan. Niet omdat God zich wilde terugtrekken, maar de zondige mens maakte Zijn verblijf onmogelijk. Ezechiël heeft Zijn heerlijkheid in Gods Koninkrijk zien terugkeren. Toen verklaarde God zelf dat Hij daar eeuwig zou wonen en noemde ook de reden van Zijn vertrek:
Ezechiël 43:7 en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. Zij die van het huis van Israël zijn, zullen Mijn heilige Naam niet meer verontreinigen, zij en hun koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen van hun koningen op hun offerhoogten.
4. (14-21) Salomo's toespraak bij de inwijding van de tempel.
1 Koningen 8:14-21 Daarna keerde de koning zich om en zegende heel de gemeente van Israël, terwijl heel de gemeente van Israël stond. 15. Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van Israël, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en dat met Zijn hand heeft vervuld, toen Hij zei: 16. Vanaf de dag dat Ik Mijn volk Israël uit Egypte heb geleid, heb Ik uit alle stammen van Israël geen stad verkozen om er een huis te bouwen, zodat Mijn Naam daar zou zijn, maar Ik heb David verkozen om koning te zijn over Mijn volk Israël. 17. Het was in het hart van mijn vader David om een huis te bouwen voor de Naam van de HEERE, de God van Israël. 18. Maar de HEERE zei tegen mijn vader David: Dat het in uw hart was om voor Mijn Naam een huis te bouwen, daar hebt u goed aan gedaan, dat dit in uw hart was. 19. U echter zult dat huis niet bouwen, maar uw zoon, die uit uw lichaam zal voortkomen, die zal voor Mijn Naam dat huis bouwen.
20. Zo heeft de HEERE Zijn woord dat Hij gesproken had, gestand gedaan, want ik ben in de plaats van mijn vader David opgestaan, en ik heb op de troon van Israël plaatsgenomen, zoals de HEERE gesproken heeft, en ik heb voor de Naam van de HEERE, de God van Israël, dit huis gebouwd. 21. Ik heb daar een plaats toegewezen voor de ark, waarin het verbond van de HEERE ligt dat Hij met onze vaderen sloot, toen Hij hen uit het land Egypte leidde.
Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en dat met Zijn hand heeft vervuld.
Salomo erkent hiermee, dat, hoewel het plan bij zijn vader David ontstond en hij de bouw ter hand had genomen, dat God het was die het willen en werken (Filippenzen 2:13) in hen had uitgewerkt en het daarom helemaal Zijn werk was. David en Salomo waren de instrumenten in Gods hand. In vers 21 staat dat "het verbond van de Here in de ark ligt". De geboden zijn het verbond. Het vernieuwde verbond legt de geboden niet terzijde, maar in het nieuwe verbond worden de geboden op de tafelen van het hart geschreven, in plaats van alleen op de stenen tafelen (Jer. 31:31-33).
maar uw Zoon, die uit uw lichaam zal voortkomen, die zal voor Mijn Naam dat huis bouwen.
De verzen 19 en 20 zijn zo profetisch, je kunt ze letterlijk toepassen op Yeshua. Ze vormen ook de centrale as in een chiastische structuur. Daarom heb ik in dit kopje het woord “Zoon” met een hoofdletter geschreven. Yeshua is de Zoon van David. Hij zal de tempel bouwen voor de Naam van YAHWEH. Yeshua leerde ons dat als de 2e Tempel zou worden vernietigd, Hij de Tempel in drie dagen zou bouwen (Joh. 2:19-21). Hij heeft de tempel van Zijn lichaam gebouwd, uit levende stenen (1 Petrus 2:5), de woonplaats voor de Naam YHWH (zie de hand met de spijker!). Zie de grote barmhartigheid van YAHWEH, door de dood van Yeshua aan het kruis!
toen Hij hen uit het land Egypte leidde.
De uitredding uit Egypte blijft een hoogtepunt waarnaar altijd weer wordt teruggegrepen. Toen, al wel 500 jaar eerder, ontstond Israël als natie en werd het de ondertrouwde vrouw van God. Het uitverkoren volk, door wie een zegen uitging naar de wereld. De belofte aan Abraham werd gestalte gegeven. Een belofte die ook een keerpunt heeft voor degenen die zich bewust van God afkeren.
Genesis 12:3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.
Ida