To translate this website in different languages click here

1 Koningen 3 vanaf vers 16 het oordeel van Salomo

Wat een moeilijke situatie. Twee vrouwen die onlangs bevallen waren, de bijbel noemt het “hoeren” zeggen allebei de moeder te zijn van een levende baby. De andere baby was gestorven omdat de moeder in haar slaap erop was gaan liggen. Een koning was in die tijd ook rechter. Een combinatie die heel Bijbels is. Als Yeshua koning is op Sion, zal Hij ook rechtspreken. (Zie Mattheüs 25:31 vv) Er moest recht gesproken worden, maar er waren geen getuigen, er was geen DNA onderzoek mogelijk, er waren totaal geen aanknopingspunten… of toch wel?

De rechtspraak in het eerste testament was door God geregeld. Die taak rustte op priesters, de richters en koningen. Het gezag was toegekend aan de priesters, op de plaats, die de Heere, uw God, verkiezen zal; (Deut. 17:8-13). Later heeft de Gemeente dit gezag gekregen van de Yeshua (Mattheüs 18:15-18). Gaan we naar een wereldse rechter, dan miskennen we dit Goddelijke
gezag. In 1 Korinthe 6 lezen we belangrijke inzichten over rechtsspraak onder broeders. 

Salomo bedenkt een voorstel waarbij aan het licht moet komen welke liefde er in het hart van deze vrouwen is, ervan uitgaande dat de echte moeder de grootste liefde voor het kind zelf heeft. Haar medelijden met het kind woog zwaarder dan haar positie als moeder. Daar gaat het om! Dat zien we dan ook naar voren komen in de centrale as van de chiastische structuur.

De andere vrouw misgunde de moeder het kind, omdat ze zelf geen kind meer had. Het ging haar niet om het kind, maar om haar eigen positie. Daar wilde ze het kind zelfs voor opofferen.

Toen Salomo het koningschap aanvaardde bad hij om wijsheid:

1 Koningen 2: 9 Geef dan Uw dienaar een opmerkzaam hart, om recht te kunnen spreken over Uw volk, om met inzicht onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad, want wie zou over dit machtige volk van U kunnen rechtspreken?

10 Het was goed in de ogen van de Heere, dat Salomo dit gevraagd had.

11 God zei tegen hem: Omdat u hierom gevraagd hebt, en niet gevraagd hebt om een een lang leven voor uzelf; omdat u niet om rijkdom voor uzelf hebt gevraagd en niet om de dood  van uw vijanden hebt gevraagd, maar om inzicht hebt gevraagd voor uzelf om naar rechtszaken te kunnen luisteren,

12 zie, daarom doe Ik overeenkomstig uw woorden: zie, Ik geef u een wijs en verstandig hart, zodat uws gelijke er vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet zal opstaan.

13 En zelfs dat waar u niet om gevraagd hebt, geef Ik u: zowel rijkdom als eer, zodat niemand onder de koningen uws gelijke zal zijn, al uw dagen.

Dat gebed is door God rijkelijk verhoord. Een koning die zijn wijsheid van God heeft ontvangen zal respect afdwingen. Maar een leugenachtig hart zal onrustig worden, want al wat verborgen is komt aan het licht. Deze wijsheid zien we ook in het gedeelte over Jozef dat we deze week bestuderen. Daar ging het eveneens om het testen van de liefde in de harten van de broers. Wijsheid is een gave van God, waar we allemaal om mogen bidden. Ook al hoeven wij niet recht te spreken voor een rechtbank, we hebben wel Gods wijsheid nodig om onze weg te bepalen en in de omgang met anderen. Maar God wil ons graag Zijn wijsheid geven.

En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Jakobus 1: 5

In de psalmen staat een gebed voor Salomo:

O God, geef de koning Uw recht en Uw gerechtigheid aan de zoon van de koning.

Dan zal hij over Uw volk rechtspreken met gerechtigheid en over Uw ellendigen met recht. Psalm 72:1-2

De wijsheid die van God komt dwingt ontzag af. Het Bijbelgedeelte over de rechtspraak van Salomo eindigt dan ook met deze tekst:

En heel Israël hoorde het oordeel dat de koning geveld had, en men had ontzag voor de koning, want zij zagen dat de wijsheid van God in hem was om recht te doen. 1 Kon. 3:28

Ida