To translate this page into different languages, click here!
1 Koningen 2: 1-12 David gaat sterven, taakoverdracht aan Salomo
In dit hoofdstuk neemt Koning David afscheid van zijn zoon Salomo, waarbij hij hem dan ook wat meegeeft. Net zo als bij het sterven van Jacob zijn de afscheidswoorden van David verre van zoete humanistische taal. Beide stervende mannen zijn nog volop betrokken bij Gods strijd op aarde: de vijandschap die God teweeg gebracht heeft tussen het Zaad van de vrouw en het zaad van de slang. (Genesis 3:15) Een strijd die ook in onze tijd woedt.
David heeft voor ons eveneens een belangrijke erfenis nagelaten. Dan denk ik aan de Psalmen die voor een groot deel door hem zijn geschreven.
David laat ons daarin delen in de strijd en moeite die hij heeft gekend. Ook zijn falen heeft hij niet voor ons verborgen. Zijn kracht en hoop ontleende Hij aan Yahweh die Hem als koning had aangesteld. Deze erfenis is juist voor onze tijd van enorm grote betekenis gebleken.
Natuurlijk had David ook bemoedigende, opbouwende woorden voor zijn zoon:
“Wees dan sterk en wees een man. Vervul je taak ten behoeve van de HEERE, je God, door in Zijn wegen te gaan, en door Zijn verordeningen, Zijn geboden, Zijn bepalingen en Zijn getuigenissen in acht te nemen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat je verstandig zult handelen bij alles wat je doet, bij alles waar je je op richt.” (1 Koningen 2b-3)
Salomo moet verstandig handelen en hierin is hij het beeld van Yeshua:
Jeremia 23: 5 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde.
Salomo zal alleen een goed koning zijn als hij de wijsheid zoekt in Gods Woord en wetten. Alle menselijke wijsheid zal hem een verkeerde richting doen inslaan.
David herhaalt wat God hem beloofd had:
2 Samuël 7:12 Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling (zaad) na u, die uit uw lichaam voortkomt, doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen.
Dat “bevestigen” in 2 Samuel 7, en “gestand doen” hier in 1 Koningen 2 (קוּם qoem Strong 6965) heeft volgens een noot van de vertalers van de HSV de volgende betekenis: “een mooie bijkomstigheid is dat ‘een woord gestand doen’ dicht op de Hebreeuwse tekstvorm zit. Heel letterlijk vertaald staat er iets als “een woord (of een zaak) doen (op)staan”.
Dit zie ik als een Bijbelse werkelijkheid: woorden die scheppingskracht hebben en “het Woord is vlees geworden”.
God belooft dus dat als ze in Zijn weg gaan er nooit een man zal ontbreken op de troon van David. Helaas heeft de praktijk uitgewezen dat veel koningen niet trouw aan God zijn gebleken, zelfs deze koning Salomo, die het beeld moest zijn van de komende Vredevorst, is aan het eind van zijn leven van God afgeweken. Maar het ultieme “zaad” uit het geslacht van David, Yeshua de Messias, zal deze belofte tot werkelijkheid doen komen. Alle beloften worden in Hem werkelijkheid.
Verder gaf David aan Salomo opdracht om vonnissen te voltrekken aan Joab en Simeï. Joab was een neef van David, maar ook legeraanvoerder. Joab had uit eigen beweging liquidaties uitgevoerd in vredestijd. Vooral de moord op Abner had David veel verdriet bezorgd. Joab had ook Amasa, die in Absaloms dienst was, vermoord. De gordel en schoenen van Joab waren op een onrechtvaardige manier verontreinigd met bloed (vers 5).
Verder moest Simeï worden gedood, die David, de gezalfde koning van God, had vervloekt op zijn vlucht voor zijn zoon Absalom. David zei toen, moe en uitgeput tegen Abisaï die Simeï om die reden wilde doden : “Ja, laat hem vervloeken, want de HEERE heeft tegen hem gezegd: Vervloek David, en wie zou dan zeggen: Waarom hebt u dat gedaan?” David had beloofd hem niet met het zwaard te zullen doden. Maar nu was David ervan overtuigd dat hij gedood had moeten worden, maar zijn belofte had hem weerhouden. Salomo moest doen, wat hij niet meer kon doen.
In deze opdracht van David zien we een heenwijzing naar wat Yeshua gaat doen als Hij bij zijn terugkomst gaat rechtspreken.
Mattheüs 23: 35 opdat over u al het rechtvaardige bloed zal komen dat vergoten is op de aarde, vanaf het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia, de zoon van Berechja, die u gedood hebt tussen de tempel en het altaar.
Het waren niet alleen oordelen die David uitsprak. Er was ook beloning en eerbewijs aan de zonen van Barzillaï. Toen David vluchtte voor zijn zoon Absalom werd hij verzorgd door deze oude man en zijn zonen.
En het gebeurde, toen David in Mahanaïm aangekomen was, dat Sobi, de zoon van Nahas, uit Rabba van de Ammonieten, en Machir, de zoon van Ammiël, uit Lodebar, en Barzillai uit Gilead, en wel uit Rogelim, bedden, schalen, aardewerk, tarwe, gerst, meel, geroosterd koren, bonen, linzen – ook geroosterd – honing, boter, kleinvee en kazen van koeienmelk bij David brachten, en bij het volk dat bij hem was, om te eten. Want zij zeiden: Dit volk is hongerig, moe en dorstig in de woestijn.
2 Samuel 17:27-29
Deze zonen mochten met de koning aan tafel eten om de liefde en hulp die ze bewezen hadden in Mahanaïm. Ook dit ziet op Yeshua die maaltijd wil houden met hen die Hem liefhebben en dat zal plaatsvinden op de bruiloft van het Lam.
(De plaats ‘Mahanaïm = twee kampen’ kwamen we onlangs in de studie tegen toen Jacob een ontmoeting met engelen had. Genesis. 32:2)
Tenslotte lezen we dat David 40 jaar koning is geweest, waarvan zeven jaar in Hebron. Zijn koningschap werd zeer bevestigd. Dat woord “bevestigd” (כּוּן qoen) tekent de vastberadenheid van David om God lief te hebben en te dienen.
Hij was een man naar Gods hart. 1 Samuel 13:14
De grote zoon van David is op aarde geweest om de satan en de dood te overwinnen. Om te redden die Hem liefhebben. David heeft van Hem geprofeteerd.
Toen zei Ik: Zie, Ik kom,
in de boekrol is over Mij geschreven.
Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen;
Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste.
Psalm 40:8,9
Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.
Openbaring 22:16
De morgenster
Als je (bijvoorbeeld op de oceaan) enkele uren voor zonsopgang naar het Oosten kijkt, is daar in de nachtelijke lucht een zeer helder schitterende ster: de morgenster. Meestal is dat Venus, soms is het een andere ster. Dat die ster zo fel schijnt komt omdat het nog niet zichtbare zonlicht al op die ster reflecteert. Daardoor wordt de morgenster de helderst schijnende ster. De Morgenster begint helder te lichten twee uur voor zonsopgang, dus vlak voor de donkerste uren van de nacht. Dat mag ons bemoedigen als de nacht over deze aarde komt.
Ida