English & other languages: click here!

Romeinen 12 - Ons leven een offer


Paulus geeft praktisch onderwijs voor het dagelijkse leven, maar hij begint met de oproep om ons leven als een offer aan God aan te bieden. Dat uit zich ook in de houding tot de naaste. Hij wijst op de verantwoordelijkheid die blijkt uit dienstbaarheid voor medegelovigen en ongelovigen binnen de onderlinge relaties. Menselijke verhoudingen binnen de kring van gelovigen worden dan een geschenk van de HEERE.

Romeinen 12:1 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.

Ik roep u er dan toe op, broeders..... Paulus legt een sterke nadruk op deze oproep aan zijn broeders. Hij doet dat wel vaker, een brief beginnen met een belangrijke geloofsuitspraak, die de basis vormt voor wat er volgt. Er zijn vertalingen met 'ik vermaan u', 'ik smeek u'. Hij maakt daarmee aanspraak op onze wil, om een bewuste keuze daarvoor te maken. Want wat houdt die oproep in.....

uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk........ dit leven van dienstbaarheid maakt dat we soms van onszelf moeten afzien om een ander in zijn nood tegemoet te komen. Dat kunnen we alleen volbrengen als we ons bewust zijn van Gods ontfermingen die we hebben ervaren. In feite is dat genade, barmhartigheid die we zelf onverdiend in ontvangst mochten nemen en die we ook weer mogen uitdelen. Offers waren meestal bedoeld om genade te krijgen, maar offers zijn nu bedoeld om genade uit te delen om God daarmee te verheerlijken. 
Het wijden van ons lichaam aan God kan ook betekenen dat we onrecht, gevangenisstraf of zelfs de dood moeten ondergaan omdat we gehoorzaam zijn aan God. Deze offers zijn God welgevallig, ze zijn voor Hem een geurig reukwerk voor Zijn aangezicht

Paulus heeft het ook over een 'levend offer'. Offer uzelf (letterlijk "uw lichaam") als offer — een treffende metafoor toen er nog tweemaal per dag dieren werden geofferd in de eredienst in de Tempel van Jeruzalem. In Rom. 6:1-14 en Rom. 8:13 legde Paulus uit wat hij met 'dood' bedoelt. De gelovige moet niet leven volgens zijn oude natuur, die moet hij beschouwen als met Christus gestorven. Hij moet leven uit Gods Geest: dan zal hij leven met het leven van Christus (Rom. 8:10-11) en daardoor apart gezet worden voor God. Zijn oude natuur zal afsterven. 

dat is uw redelijke godsdienst...... het Griekse woord latreia dat hier gebruikt wordt verwijst volgens de vertaler David Stern naar de tempeldienst. Onze geestelijke offers moeten, net als bij de dierenoffers, aan Gods heilige maatstaven voldoen, opdat ze Hem welbehagelijk zijn. Koning David wist dat een geheel verbroken geest een offer is voor YAHWEH (Psalm 51:9).

Romeinen 12:2-3
2. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
3. Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld.

word niet aan deze wereld gelijkvormig...... Wij gelovigen zijn ballingen, die tot het hemels Koninkrijk behoren. Daar troont onze betrouwbare Koning aan wie we gehoorzaamheid verschuldigd zijn. Hier op aarde zijn we vreemdelingen. We kunnen en willen ons niet aanpassen aan het leefpatroon en gedachtegoed van Babel. Zij  schenken de wijn van de giftige druiventrossen van Sodom en Gomorra (Deut. 32:32 Het lied van Mozes). Zij zijn het, hoewel religieus, die God en zijn geboden niet kennen en niet willen kennen, en plukken van de boom van kennis.

word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid...... Laten we ons afkeren van de normen van de 'olam hazeh' (= deze wereld), geworteld, zoals ze zijn. in alles behalve God en zijn Woord; en leer wat God wil, door Zijn geboden te leren en je erin te verheugen, zoals David deed. Het is heilzaam om de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God te kennen.

zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken....... in vers 16 zegt Paulus iets dergelijks: voegt u in het eenvoudige (NBG). Paulus heeft het zelf ook moeten leren, geleerd en aanzienlijk als hij was. Maar hij ziet het als "genade die mij gegeven is"

laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld...... God geeft Zijn kinderen de mate van geloof die ieder nodig heeft om Zijn wil te doen. Dat geloof past niet bij andere dingen dan Zijn wil voor jou. Hij geeft genoeg geloof om de opdracht die Hij je gegeven heeft, te kunnen volbrengen.

Romeinen 12:4-5
4. Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben,
5. zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.

Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben....... Paulus werkt verder uit dat wat hij hiervoor in vers 3 introduceerde. Er zijn duidelijke raakvlakken met 1 Korintiërs 12 en 14. Gods volk is in Christus een éénheid, een lichaam. Elk lid van het lichaam krijgt gaven (verzen 6-8) die bedoeld zijn om op de juiste manier gebruikt te worden en niet misbruikt (verzen. 6-21). Het menselijk lichaam werkt ook op deze manier. Elk orgaan of lichaamsdeel heeft zijn eigen verschillende taak en dit werkt onnavolgbaar samen tot een harmonieus en gezond bestaan. Zo behoort het Lichaam van Christus ook te werken. Zo zijn we  ieder afzonderlijk leden van elkaar.

Romeinen 12:6-8
6. En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven:
7. hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen;
8. hetzij wie bemoedigt, in het bemoedigen; wie uitdeelt, in oprechtheid; wie leiding geeft, met inzet; wie zich over anderen ontfermt, met blijmoedigheid.

wij hebben genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven....... dat we zulke verschillende gaven hebben moet ons niet jaloers of verdrietig maken. Het is Gods genade die ze geeft voor datgene wat Hij in jou wil uitwerken. Daarvoor zijn die gaven geschikt en daarvoor mogen we blij en dankbaar zijn. 

hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon....... dit behoort allemaal tot de dienstbaarheid waarvoor we zijn klaargemaakt. In de context van vers 3 is het duidelijk dat opscheppen over iemands gaven totaal misplaatst is (vergelijk Rom. 3:27; Gal. 5:26-27). Opscheppen doodt de éénheid onder gelovigen. Het komt voort uit hoogmoed:

Spreuken 8:13 De HEERE vrezen is het kwaad haten; Ik haat trots en hoogmoed, slecht gedrag en verkeerd gepraat.
Spreuken 11:2 Als hoogmoed komt, komt er schande, maar met nederigheid komt wijsheid.
Spreuken 16:5 De HEERE verafschuwt allen die hoogmoedig van hart zijn.

met blijmoedigheid....... God wil dat we al die verschillende taken ten gunste van het Lichaam met blijmoedigheid vervullen.

Romeinen 12:9-13
9. Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.
10. Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.
11. Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere.
12. Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.
13. Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid.

9 Laat de liefde ongeveinsd zijn....... wie liefde veinst heeft geen liefde. Dat mag in Gods gezin niet voorkomen, maar we weten dat de praktijk vaak anders is. 

Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede...... ook dit zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Maar satan vindt altijd wegen om wat goed is te verontreinigen. Laten we in de Wijnstok van Gods wijngaard blijven. Want zonder Hem kunnen we niets doen (Joh. 15:5) en zijn we ontvankelijk voor satans verleidingen.

10 Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon...... In dit vers gebruikte Paulus het woord ‘phileo’ voor liefde. Dat drukt liefde uit die men voelt voor een vriend, of de liefde tussen man en vrouw of tussen ouders en kinderen; dat is een goede voorwaarde om als huisgezin van God te kunnen functioneren. In eerbetoon elkander ten voorbeeld…… dit is net zoiets als wat Paulus schrijft in Filippenzen 2:3 Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.

Alleen wanneer we geloven dat we worden zoals God ons ziet, wordt ons duidelijk dat Hij ons denken en beleven verandert. Het gevolg ervan is dat we met 1 Johannes 3:14 kunnen zeggen: ‘Wij weten dat wij overgegaan zijn uit de dood, omdat wij de broeders liefhebben’. In dit vers gebruikte Paulus het woord ‘phileo’ voor liefde. Dat drukt liefde uit die men voelt voor een vriend, of de liefde tussen man en vrouw of tussen ouders en kinderen; dat is een goede voorwaarde om als huisgezin van God te kunnen functioneren.
In eerbetoon elkander ten voorbeeld…… dit is net zoiets als wat Paulus schrijft in Filippenzen 2:3 Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Alleen wanneer we geloven dat God ons zo ziet, wordt ons duidelijk dat Hij ons denken vernieuwt. Het gevolg ervan is dat we met 1 Johannes 3:14 kunnen zeggen: ‘Wij weten dat wij overgegaan zijn uit de dood, omdat wij de broeders liefhebben’

11 Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere....... er staat er letterlijk ‘de Heer dienende’. Weer iets anders
dan het gebiedend klinkende ‘dien de Heere’. Hij ziet ons dus zo, en werkt in ons daar naartoe, we zijn dat al in Zijn ogen!

12 Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed........ De oproep tot hoop heeft meestal onze uiteindelijke beloning met Jezus in gedachten. Paulus zegt dat we God dienen door blij te zijn in hoop (= verwachting), niet door blij te zijn in resultaten .Dit laat zien hoe ons geboden is om al deze dingen te doen met het oog gericht op Gods Koninkrijk. Zo vervullen het gebod tot hoop. geduld en volharding in gebed.  

13 Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid....... Door biddend in relatie met God te blijven kan men de nood van
de heiligen (dat zijn dus medegelovigen, medegeheiligden) helpen dragen en zich toeleggen om gastvrijheid te verlenen. 

Het is duidelijk dat het vragen om Gods zegen of het goede spreken over vervolgers, in tegenspraak is met de aard van de natuurlijke mens. Het is dan ook vanzelfsprekend dat wat we hier lezen slechts mogelijk is als Gods Geest het in ons uitwerkt.

Romeinen 12:15-21
15. Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen.
16. Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog.
17. Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen.
18. Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.
19. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere.
20. Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen.
21. Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.

De bron van het hele leven onder gelovigen is liefde, daarom begon Paulus in Romeinen 12:9 met te spreken over ongeveinsde liefde, waar al het andere uit voortvloeit. De volgende teksten vormen geen stel regels die je moet volgen. We vinden de principes ervan al in de geboden van het eerste testament. Het zijn aanwijzingen over de manier waarop je de liefde die God in je hart heeft gelegd, kunt uitwerken. Laat de Heilige Geest je daarin leiden.

15 Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen......  Blij zijn met hen die blij zijn is soms voor een mens moeilijker dan te huilen  met hen die huilen. Blij zijn met een ander is niet alleen het deelnemen aan een feest of het sturen van een kaartje. Als er iemand in onze nabijheid is die zich verheugt over een meevaller of een zegen, bestaat het gevaar van jaloezie. Om van hart tot hart je blijdschap te laten merken is moeilijker. Maar het zijn wel gaven die God heeft gegeven. Ook in rouw en verdriet is het bijwonen van een rouwdienst of het zenden van een kaart, hoewel best belangrijk, nog niet het delen in het verdriet van hart tot hart. Ook hierin hebben we de leiding van de Heilige Geest nodig. 

16 Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog...... Paulus citeert  Spreuken 3:7a waar staat: ‘Wees niet wijs in eigen ogen’. Paulus was een wijs en geleerd man, maar in plaats van zich daarop te beroemen of zichzelf verheven te voelen boven andere mensen, vertelt hij in de Korinthebrief

1 Korinthe 2:3-6
3. En ik was bij u in zwakheid, met vrees en veel beven.
4. En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht,
5. opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God.
6. En wij spreken wijsheid onder de geestelijk volwassenen, maar een wijsheid niet van deze wereld, en ook niet van de leiders van deze wereld, die tenietgedaan worden.

In de brief aan de Filippenzen 3:8-9 zegt Paulus dat hij al die wereldse kennis als vuilnis en schade zag omdat de kennis van Yeshua hem alles te boven ging. 

17 Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen....... Ook in vers 17 citeert Paulus een  tekst uit het eerste testament;. Spreuken 20:22: Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op de HEERE, en Hij zal u verlossen.. Het 2e deel van dit 17e vers luidt in de Septuagintvertaling van Spreuken 3:4 in ‘t Grieks: ‘dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen’. Dat is de betekenis van het slot van vers 17 en maakt de twee delen van dit vers tot één geheel.

18 Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen........het herinnert ons eraan dat, hoewel we in contrast staan ​​met de wereld, we geen strijd zoeken. Als het mogelijk is, zullen we in vrede leven met alle mensen. Die uitdrukking 'als het mogelijk is' geeft al aan dat vrede beperkt mogelijk, of erger nog, onmogelijk kan zijn. De strijd begonnen in Genesis 3:15 komt in de eindtijd tot een climax. Deze aarde eindigt niet in vrede, gerechtigheid en rust. Het einde ervan zal afval, ontgoocheling zijn met vernietiging en ondergang ( Jesaja 63:1-3, Mattheus 24:1-29, Openbaring 16:1-11, 18: 1-9 en 19:11-21)

19 Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven......... Met het oog op het voorgaande is de mededeling dat God die wraak en die toorn Zelf zal toepassen geheel logisch. Ons gevoel van rechtvaardigheid en recht kan, in tijden van verdrukking, ons tot wraak prikkelen. Paulus zegt dat we dan ruimte moeten maken voor toorn. Eigenlijk zegt hij dat we God de ruimte moeten geven! Deze tekst komen we verder tegen in Hebreeën 10:30, maar ook in het Lied van Mozes: Deut. 32:35. Aan Mij komt de wraak en de vergelding toe, op het tijdstip dat hun voet wankelt. Voorzeker, de dag van hun ondergang is dichtbij, en spoedig komen de dingen die hen te wachten staan. Ook hier zien we hoe het 'Lied van Mozes' betrekking heeft op de eindtijd.

20 Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken........

Opnieuw citeert Paulus uit het eerste testament: Spreuken 25:21 en 22. Hier laat Paulus ons weten hoe krachtig de Heilige Geest in gelovige harten kan werken. ...door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen... Als we goed doen aan iemand die ons kwaad doet zal dat de vijand in verwarring brengen. Dit past niet in ons menselijk natuurlijk denken. De vijand zal beseffen dat dit iets van een andere orde is. Het werkt iets in hem uit, ten goede of ten kwade. De gloeiende kolen zullen hem vertellen dat de tegenpartij niet zijn vijand is.

21. Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede........ we kunnen dit niet als een algemene regel toepassen. We moeten ook niet de illusie hebben dat wij het kwade kunnen overwinnen. Vijanden die jou en je kinderen naar het leven staan zul je van repliek moeten dienen. Zakelijke contacten die je financieel willen uitbuiten moet je tegenstaan.. Denk bijvoorbeeld aan oologsituaties. Dat 'overwinnen van het kwade' geldt meer in de privésfeer, zoals iemand binnen je familie, je woonplaats, je kerk of club. Dit hoofdstuk is ook meer gericht op het leven van de gemeente van Christus. Ik heb eens een rede gehoord van de Israëlische Aviel Schneider,  hoofdredacteur van het tijdschrift 'Israël Today". De man sprak bij Christenen voor Israël over het onderwerp 'het liefhebben van je vijand'Er is fijngevoeligheid van de Heilige Geest voor nodig om te weten wanneer we het principe van deze tekst mogen toepassen. Blijf ervan overtuigd dat de Messias op Golgotha overwonnen heeft en laten we in al die moeilijke situaties het oog op Hem houden en vragen om Zijn leiding.

Ida