English & other languages: click here!
Lukas 1 - aankondiging geboorte Johannes en Yeshua
Volgens de Art Scroll Publications, Yoma Edition, Volume 9 zou de laatste dienstdoende hogepriester van het geslacht Zadok, zo ongeveer 160 v. Chr. ook Yochanan - Johannes hebben geheten.)
Nadat zo’n 160 jaar eerder de tempel verontreinigd werd door Antiochus Epifanes, was de priesterdienst totaal ontregeld. Er waren priesters uit de Makkabeeën die ten onrechte dienst deden in de tempel. Onder de Romeinse overheersing werd de hogepriester soms door de Romeinen aangewezen als zij zo iemand geschikt vonden voor de rust in het land.
Maar in de tijd dat deze geschiedenis speelt was er weer een rechtmatige priester uit het hogepriesterlijke geslacht, de Zadok tak, dienst doende in de tempel. We lezen in vers 5 dat Zacharia een priester van het geslacht van Abia was, hetgeen we ook weer terug kunnen vinden in 1 Kronieken 24:10.
De centrale as:
13 Maar de engel zei tegen hem: Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven.
14 En er zal blijdschap en vreugde voor u zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden,
15 want hij zal groot zijn voor de Heere. Geen wijn en geen sterkedrank zal hij drinken en hij zal al van de moederschoot af met de Heilige Geest vervuld worden,
16 en hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God.
17 En hij zal voor Hem uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.
Het gebeurt in de Bijbel vaker dat een onvruchtbare vrouw op bovennatuurlijke manier zwanger wordt van een kind dat een belangrijke rol in dienst van God zal vervullen. In de eerste plaats denken we aan Yeshua, God die als mens uit Maria geboren werd, wiens geboorte ook in dit hoofdstuk wordt aangekondigd door de engel. Omdat Maria geen omgang met een man had, was ze in feite ook onvruchtbaar.
We denken aan Sara, maar ook aan Rachel. In zekere zin werd haar zoon Jozef ook een nazireeër. Verder Hannah die Samuël als zoon kreeg. Samuël, die zijn leermeester Eli opvolgde als hogepriester. En hier Johannes! Als God leven geeft uit een onvruchtbare vrouw is dat LEVEN UIT DE DOOD! Het kenmerk van Yeshua.
We weten dat er een duidelijke overeenkomst is tussen het hogepriesterschap en het nazireeërschap. Johannes de Doper, waarvan Elizabeth op bovennatuurlijke wijze zwanger werd, werd geboren in de lijn van het hogepriesterlijk geslacht. Als Nazireeër moest hij volgens Numeri 6 voor God afgezonderd zijn. Hij moest zich onthouden van bepaalde vormen van vermaak en vreugde zoals andere mensen die kenden, onder andere van de vrucht van de wijnstok.
Toch ziet GOD dit ook graag bij de Zijnen. (vergelijk hiermee Jeremia 35:6 en verder)
Johannes zou als nazireeër geen wijn of sterkte drank drinken en dat, net zoals Simson, vanaf de moederschoot. (Richteren 13:4) De priesters in Israël mochten geen wijn of sterke drank drinken. Zelfs Yeshua, die vlak voordat Hij het hemelse hogepriesterschap zou aanvaarden, verklaarde:
Mattheüs 26:29 Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader.
De engel komt zes maanden later bij Maria om de geboorte van Yeshua aan te kondigen.
De profetie van de engel in de centrale as is zo’n geweldige toekomstvisie, die ons in deze tijd moed kan geven. Het koninkrijk dat Johannes aankondigde, maar afgewezen werd, zal binnenkort baanbreken: een eeuwig Koninkrijk, waar Yeshua zal regeren op de troon van David.
Jeremia haalt in zijn profetie over het herstel van Israël, de profetie van Nathan aan: ‘Nimmer zal het David ontbreken voor Mijn Aangezicht aan een man die op de troon van het huis van Israël gezeten is.’ 2 Samuel 7:16. Dat vinden we ook in de Psalmen 89 en 132.
Jeremia 33:17 Want zo zegt de HEERE: Aan David zal het niet aan een man ontbreken die op de troon van het huis van Israël zit.
Veel christenen zoeken vandaag in de Europese vorstenhuizen of daar misschien een nazaat van David op de troon zit, want anders kan die profetie toch niet kloppen? Die profetie klopt wel, want deze, zoals zoveel profetieën, heeft betrekking op het komende Koninkrijk. Daar zal het een eeuwig koningschap zijn. En voor de gelovigen hier op aarde is Yeshua de Koning en Hogepriester in de hemel.
Maria is bereid de weg te gaan die God voor haar bereid heeft. Ze is de begenadigde. De Heere is met haar. Ze is gezegend onder de vrouwen. Dat heeft de engel namens God tot haar uitgesproken. Maar het is geen gemakkelijke weg. In Lukas 2:35 profeteert Simeon dat “er een zwaard door haar ziel zal gaan”.
En als Maria later een prachtige lofzang zingt, dan heeft ze het niet over het lieve kindje dat komt, maar over
HAAR ZALIGMAKER!
Lukas 1:46, 47 En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker.
Lukas 1:46-55
46. En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot,
47. en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker,
48. omdat Hij heeft omgezien naar de nederige staat van Zijn dienares. Want zie, van nu aan zullen alle geslachten mij zalig spreken,
49. want Hij Die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan en heilig is Zijn Naam.
50. En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over hen die Hem vrezen.
51. Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm. Hij heeft hen die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun hart, uiteengedreven.
52. Hij heeft machtigen van de troon gestoten en nederigen heeft Hij verhoogd.
53. Hongerigen heeft Hij met goede gaven verzadigd en rijken heeft Hij met lege handen weggezonden.
54. Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken,
55. zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.
Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken, zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid. Lukas 1:54-55
Ida