English: click here!
Johannes 12 Yeshua volgen
Johannes 12: 23 Het uur is gekomen dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden.
De verheerlijking van de Zoon des Mensen.
In Johannes 12:23 zegt Yeshua dat Hij nu verheerlijkt zal
worden. Het uur is gekomen. Dat klinkt vreemd want Yeshua staat vlak voor het uur dat Hij veroordeeld en gekruisigd zal worden. Hij vergelijkt Zijn, maar ook ons leven met een tarwekorrel die gezaaid wordt. Zo'n tarwekorrel sterft in de aarde en brengt vervolgens veel vrucht voort.
Een tarwekorrel die niet gezaaid wordt, verdroogt, wordt hard. Die sterft uiteindelijk ook, maar zonder vrucht voortgebracht te
hebben. Yeshua zegt: "hij blijft alleen". Dat alleen blijven is ook te benoemen als "op zichzelf blijven". En dat is nu het probleem: een mens wil zichzelf van nature niet prijsgeven, maar zich handhaven.
Wie zichzelf wel prijsgeeft aan God geeft daarmee aan dat Hij God vertrouwt en verheerlijkt God daarmee. De noodzaak voor dat prijsgeven ga je ook inzien als je merkt dat je leven niet aan "Gods rechtvaardige eis" (Rom. 8:4) voldoet.
Maar spreken over "verheerlijkt worden" als de vijand zich voorbereidt om je een marteldood te laten sterven, dat moet te maken hebben met het doel waarom dat allemaal moest gebeuren. Yeshua keek verder dan de pijn en verachting die Hem te wachten stond. Zaad dat sterft brengt vrucht voort. Hij is het goddelijke Zaad, dat goddelijke vrucht voort zou brengen. Hij gaf Zichzelf niet alleen prijs omdat Hij aan "Gods rechtvaardige eis" voldeed. Hij was het onberispelijke Lam van God, dat de zonde van de wereld weg ging nemen en de wetmatigheid van de zonde die de dood tengevolge heeft te verbreken. Dat heeft
Hem verheerlijkt, dat heeft Zijn Vader in de hemel verheerlijkt.
Hebreeën 12, vers 2
terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.
Joh. 12:25 "Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven. "
Hier staat weer dat moeilijke woordje "haat", wat in andere talen ook iets betekent dat wij er niet mee bedoelen. Het betekent hier dat het behoud van dit leven niet de hoogste prioriteit is. Er zijn waarden die daar bovenuit gaan en dat is de liefde tot God en het verlangen om Zijn wil te doen. Dat staat haaks op deze wereld en en op ons natuurlijk verlangen. Daarom zal ieder die tot God komt aan zichzelf en deze wereld geestelijk, en misschien zelfs lichamelijk, moeten sterven. Dat is wedergeboorte en daarin wordt God verheerlijkt.
In Mattheüs 16:25 vind je ook een weergave van deze uitspraak van Yeshua:
"Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden."
Dan zegt Yeshua iets wat ook de centrale tekst is in dit gedeelte:
vers 26 "Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren."
Dat houdt het volgen van Yeshua in. De weg durven gaan die Hij gaat. Niet uit eigen kracht maar uit kracht van de Heilige Geest, hetgeen een vrucht is van Zijn sterven. Omdat Yeshua die weg kon gaan kunnen wij die weg gaan. Ook wij komen voor keuzes te staan waaruit zal blijken of we voor Hem of voor deze wereld kiezen. Dat kan alleen in nauwe verbondenheid met Yeshua.
Johannes 15:4 Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
Alleen in verbondenheid met het sterven van Yeshua kunnen ook wij, net zo als die tarwekorrel, vrucht dragen. Uit onszelf kunnen we dat niet. Die verbondenheid met Zijn leven en sterven is dikwijls een weg van lijden en vreemdelingschap in een vijandige wereld, zoals Yeshua dat ook ervaren heeft. Maar ook een weg waarin we de vrede mogen hebben in ons hart. De vrede die alle verstand te boven gaat en het vooruitzicht van de vreugde waardoor Yeshua eveneens de moeiten kon verdragen.
Yeshua had ondanks het uitzicht op de verheerlijking ook benauwdheid. Dat kwam ten volle tot uiting in de Hof van Getsemané. Hij zegt hier: "Mijn ziel is nu in beroering en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit dit uur. Maar hierom ben Ik in dit uur gekomen."
Yeshua stelt Zichzelf hier een retorische vraag: "moet ik de Vader vragen me te verlossen uit dit moment?" Maar Hij weet Zelf het antwoord: "Omdat ik U wil verheerlijken ben ik in dit uur, in deze situatie, gekomen" en dan bidt Hij 'Vader, verheerlijk Uw Naam'".
Vervolgens reageert de Vader met hoorbare stem vanuit de hemel: "IK HEB HEM VERHEERLIJKT EN IK ZAL HEM OPNIEUW VERHEERLIJKEN"!
Waaruit bestond dat "verheerlijken" waarover de Vader sprak? Het is de heerlijkheid waarover Yeshua sprak in het Hogepriesterlijk gebed:
Joh. 17: 5 En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was.
Toen Yeshua nog bij de Vader was, deelde Hij in Zijn heerlijkheid. Aan het begin van dit gebed kwam ter sprake wat hier in Johannes 12 ook aan de orde kwam:
Joh. 17: 1 Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt.
Die verheerlijking van de Vader bleek ook uit de hoorbare stem die uit de hemel kwam;
- bij de doop van Yeshua Mattheüs 3, vers 17: En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!
- bij de verheerlijking op de berg. Mattheüs 17:5 Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; LUISTER NAAR HEM!
- hier in het uur vlak voor zijn terechtstelling. Johannes 12: 26 Er kwam dan een stem uit de hemel: En Ik heb hem verheerlijkt en Ik zal hem opnieuw verheerlijken.
Niet iedereen hoorde die stem. Misschien wilde ook niet iedereen erkennen dat de stem van God had geklonken, want wie dat erkent zou ook Yeshua als zijn verlosser moeten erkennen. Er waren mensen die zeiden dat het donderde en anderen dachten dat een engel tot Hem had gesproken. Maar Yeshua verklaarde dat die stem er niet voor Hem was geweest, maar voor de mensen. Ze zouden nu moeten weten Wie Hij was en Wie ze zouden kruisigen.
Yeshua kondigt vervolgens het oordeel over deze wereld aan, "Nu zal de vorst van deze wereld buitengeworpen worden!"
Kol. 2: 15 Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.
Satan zal nu uit de hemel geworpen worden, zodat hij de mensen niet meer kan aanklagen. De aanklager eruit en de advokaat Yeshua, die voor ons zal pleiten, erin. De rollen worden omgekeerd.
Dan heeft Yeshua ook nog een belofte voor hen die in Hem geloven:
32 En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken. 33 En dit zei Hij om aan te duiden welke dood Hij zou sterven.
Hieruit begrepen de mensen dat Yeshua zou sterven. Maar dat klopte niet met wat ze uit de profeten wisten, bijv.
Daniël 7:27
Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.
Yeshua had een voorproef van dat eeuwige koninkrijk gegeven. Zoals Hij dat ook aan Johannes de Doper zei, toen deze zich in de gevangenis, wachtend op zijn doordvonnis, even afvroeg of het wel overeenkwam met de beloften:
Mattheüs 11:5-6 blinden worden ziende en kreupelen kunnen lopen; melaatsen worden gereinigd en doven kunnen horen; doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd; en zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.
In theorie had God Koninkrijk baan kunnen breken, als geheel Israël Hem had erkend en aangenomen. Maar zoals Yeshua zei: "Gij hebt niet gewild...."
Yeshua gaf een bemoediging voor hen die wel in Hem geloofden:
Hij beloofde allen naar Hem toe te trekken! Hij als het Hoofd van de gemeente zou vanuit de hemel degenen die God Hem had gegeven, naar zich toe trekken met koorden van liefde. Daarom zijn allen die aan Hem verbonden zijn nu al deel van een hemels Koninkrijk, d.w.z. een Koninkrijk naar hemelse maatstaven, o.l.v. een hemelse Koning.
Johannes 12:35-36 Jezus dan zei tegen hen: Nog een korte tijd is het licht bij u; wandel zolang u het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt. En wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heen gaat. Zolang u het licht hebt, geloof in het licht, opdat u kinderen van het licht mag zijn.
Deze dingen sprak Jezus, Hij die het Licht der wereld is. En Hij ging weg en verborg Zich voor hen. Ondanks alle tekenen die Hij in hun aanwezigheid gedaan had, geloofde men niet in Hem. Dat had Jesaja al geprofeteerd:
Heere, wie heeft onze prediking geloofd en aan wie is de arm van de Heere geopenbaard? Jesaja 53:1
Toch was er een overblijfsel in Israël, waarover Yeshua met Zijn Vader sprak in het Hogepriesterlijk gebed:
Joh. 17: 13 Maar nu kom Ik naar U toe en spreek dit in de wereld, opdat zij ten volle Mijn blijdschap in zichzelf hebben.
14 Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. 15 Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze.
26 En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen.
Ida