To translate this page into different languages, click here!
Hebreeën 9 - het bloed van het Verbond
Links op het plaatje zien we de hogepriester op Yom Kippur zijn werk doen in het Heilige der Heiligen, voor Gods aangezicht. Hij draagt hier niet zijn mooie outfit. Hier verschijnt hij nederig voor God in een linnen gewaad, zoals ook door God geboden was. (Leviticus 16:4) Voor God vertegenwoordigde hij het volk dat gezondigd had en bracht het bloed op de troon om vergeving te vragen. Als hij daarna naar buiten ging, waar het volk in spanning stond te wachten, vertoonde hij zich in vol ornaat. Nu vertegenwoordigde hij God tegenover het volk.
In de eerste zes verzen van dit hoofdstuk geeft de schrijver een overzicht van wat er in de tabernakel aanwezig was.
Het Heilige: de gouden kandelaar en de tafel met toonbroden
Het Heilige der Heiligen: achter het tweede voorhangsel: het wierookvat, de ark van het verbond, de gouden kruik waarin het manna, de staf van Aäron die gebloeid had en de stenen tafelen van het verbond.
Paulus (of wie de schrijver ook is) wil door de Geest hiermee duidelijk maken: "kijk mensen, deze weg naar God lag nog niet open, want Hij die de WEG ìs, namelijk Yeshua de Messias, was er nog niet."
De schrijver van deze brief plaatst hier opnieuw de aardse priesterdienst tegenover de Priesterdienst van Yeshua. Het aardse heiligdom bestond uit twee vertrekken: het ‘heilige’ en het ‘heilige der heiligen’.
Hebreeën 9:1-5
1. Nu had ook het eerste verbond verordeningen voor de eredienst en het aardse heiligdom.
2. Er was immers een tabernakel ingericht en in het eerste gedeelte daarvan was de kandelaar en de tafel met de toonbroden. Dat werd het heilige genoemd.
3. Maar achter het tweede voorhangsel was het gedeelte van de tabernakel dat het heilige der heiligen werd genoemd,
4. met een gouden wierookvat en de ark van het verbond, die geheel met goud overtrokken was. In deze ark lagen de gouden kruik met het manna en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de stenen tafelen van het verbond.
5. En boven op deze ark waren de cherubs van Gods heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwden. Over deze dingen zullen wij nu niet stuk voor stuk spreken.
Het aardse heiligdom, gemaakt volgens Gods ontwerp, was de ingerichte tabernakel....... dit was een tent van 15 meter lang, 5 meter breed en 5 meter hoog, verdeeld in twee vertrekken. Het grotere vertrek ( het eerste deel achter het eerste voorhangsel ) was 10 bij 5 meter: "het heilige". Achter het tweede voorhangsel was het kleinere vertrek van 5 meter hoog, breed en lang (een kubus dus): het Heilige der heiligen genoemd.
Een gouden wierookvat en de ark van het verbond, die geheel met goud overtrokken was....... het lijkt erop dat de schrijver het wierookvat in het Heilige der heiligen plaatst, terwijl dit vat in werkelijkheid in het Heilige, maar vlak voor het voorhangsel staat. Waarschijnlijk is dit het bovenste deel van het reukofferaltaar, waar de gebeden van de gelovigen via de wierook aan YAHWEH werden opgedragen, vlak voor Zijn troon, maar van achter het voorhangsel. Dat wordt zo mooi verwoord in Psalm 141:1-2.
Het reukofferaltaar/wierookvat had alles te maken met de omgang met God. We kunnen nu in de Naam van Yeshua van deze heerlijke omgang genieten. Onze gebeden worden in de hemel ontvangen en bewaard.
Het is de wierook die door het gordijn het Heilige der heiligen binnentrekt, zodat de hogepriester op de Grote Verzoendag. beschermd de aanwezige YAHWEH bij Zijn troon met cherubs kan naderen. Er staat ook niet dat het vat daar staat, de schrijver associeerde echter het wierookaltaar met de Heiligste Plaats, want daar had het alles mee te maken. We lezen ook Openbaringen over het wierookvat in de hemel:
Psalm 141:1-2
2. O YHWH, ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep. Laat mijn gebed als reukoffer voor uw aangezicht staan, het opheffen van mijn handen als avondoffer.
Openbaring 8:3-4
3. En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen.
4. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.
De ark was een kist van acaciahout, bedekt met bladgoud. De afmetingen waren bij benadering 1,25 x 0,75 x 0,75 meter. De ark had ringen als pennen aan de zijkant om deze te kunnen dragen zonder de ark zelf aan te raken (Exodus 25:10-22). We kennen het beeld van de ark met de cherubs boven op het verzoendeksel (Exodus 25:17-22).
Net zo als de schrijver hier vermeldt gaan we nu niet alles stuk voor stuk uitdiepen. Dat hebben we ook bij de behandeling van Exodus gedaan. Het is belangrijk genoeg. We moeten niet in de val trappen door te denken dat de fysieke dingen voor Israël waren en de geestelijke dingen voor de kerk zijn, want dan ontgaat ons het wezenlijke karakter van Yeshua in relatie tot onze verlossing.
Hebreeën 9:6-8
6. Dit alles was dus zo ingericht. In het eerste deel van de tabernakel gingen de priesters voortdurend binnen om de diensten te volbrengen.
7. In het tweede deel echter ging alleen de hogepriester eenmaal per jaar binnen, niet zonder bloed, dat hij voor zichzelf offerde en voor de afdwalingen van het volk.
8. Daarmee maakte de Heilige Geest dit duidelijk dat de weg naar het heiligdom nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog in gebruik was.
In het eerste deel van de tabernakel gingen de priesters voortdurend binnen...... de priesters gingen tweemaal per dag het heilige binnen, 's morgens om de lonten van de lampen in orde te maken en 's avonds om de lampen van de menora aan te steken. Bij die gelegenheden werden er ook reukoffers gebracht. Dan brandden zij wierook op het altaar, welke de gebeden zijn van de heiligen (Openbaring 5:8). Hieruit zijn de gebedstijden ontstaan die nog plaatsvinden in de synagoges. Het woord 'voortdurend' betekent niet dat de priesters dag en nacht zonder onderbreking in het heilige waren, maar wel iedere dag tweemaal, zonder een dag verstek te laten gaan.
In het tweede deel echter ging alleen de hogepriester eenmaal per jaar binnen...... in tegenstelling tot het volle dienstprogramma van de priesters, mag de hogepriester maar éénmaal pet jaar, op Grote Verzoendag (Yom Kippoeriem), het Heilige der heiligen binnengaan. Hij bracht bloed mee om dat te sprenkelen op het verzoendeksel. Het is een zondoffer en dat herinnert ons eraan dat de dood een gevolg van de zonde is. De hogepriester moet eerst voor zichzelf en zijn gezin offeren, omdat hij ook een zondaar is; en zijn offer voor het volk is alleen voor hun zonden begaan in onwetendheid (Leviticus 16).
Daarmee maakte de Heilige Geest dit duidelijk dat de weg naar het heiligdom nog niet openbaar gemaakt was,..... zolang de 'eerste tent, d.w.z. : het heilige' in gebruik was kon men niet naar het Heiige der heiligen binnengaan. Toen bij het sterven van Yeshua het eerste voorhangsel scheurde werden degenen die Yeshua aangenomen hadden, allen priesters (Exodus 19:6; 1 Petrus 2:9). Maar het heiligdom is nog steeds alleen voor Yeshua toegankelijk. Ook in de hemel is er sprake van een voorhangsel, waar ons anker in en bij Yeshua vastligt (Hebreeën 6:19).
Hebreeën 9:9-10
9. Deze was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd. In overeenstemming daarmee werden er gaven en slachtoffers geofferd die niet in staat waren om hem die de dienst verrichtte, wat zijn geweten betreft, tot volmaaktheid te brengen.
10. Het betrof hier alleen voedsel en dranken en verscheidene wassingen, vleselijke verordeningen, die opgelegd waren tot op de tijd van de betere orde.
Deze was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd....... 'Het heilige' symboliseert het geestelijke lichaam van de gemeente. In Christus is men tot priesters verheven en is het Heilige het geestelijk terrein met het brood, het licht en de gebeden der gelovigen. Yeshua is de Hoeksteen en Hogepriester in de tegenwoordigen tijd, die afgescheiden is van 'het hemelse Heilige der heiligen. Het is uitsluitend het domein van de Hogepriester. Dit is nog steeds afgezonderd door het voorhangsel, waardoor wel ons anker bij Yeshua vastligt.
er werden voorheen offers gebracht die hen niet, wat hun geweten betreft, tot volmaaktheid konden brengen........ in de tijden van het eerste testament was er weliswaar een belofte van vergeving en verzoening, maar in feite werden de zonde alleen bedekt. Het geweten kon daarom nog steeds worden aangeklaagd. Het dierenbloed bedekte de zonde onder Gods verdraagzaamheid, maar de reiniging en verzoening kwam "met terugwerkende kracht" tot stand door het bloed van Yeshua.Zie Romeinen 3:25.
Het betrof hier alleen voedsel en dranken en verscheidene wassingen, vleselijke verordeningen,..... De werkzaamheden van de priesters hebben allemaal te maken met het fysieke levensonderhoud. Maar geestelijk gezien bracht het geen groei.
Verbond is in het Hebreeuws ‘b’rit’ en het betekent: aaneensluiten, verbond, compleet, verdrag, contract, akte. Verbond is in het Grieks ‘diatheke’ en het betekent: testament, contract, verdrag, akte. ‘Diatheke’ wordt zowel met verbond als met ‘testament’ vertaald.
Bij een VERBOND is er sprake van twee partijen die in leven zijn.
Bij een TESTAMENT gaat het om een erfenis die in werking treedt als de maker van het testament is overleden.
De context (vv. 15, 18-22) is die van verbonden zoals uiteengezet in de Tenach, waar het Hebreeuwse woord " b'rit " vertaald moet worden met "verbond" en niet kan worden weergegeven als "testament".
Ook de benamingen 'Oude en Nieuwe Testament' zijn niet juist. Beter zou zijn: "Eerste Verbond en Vernieuwd Verbond'. De redding die in het 'Oude Testament' al is aangekondigd en in het 'Nieuwe Testament' door Yeshua tot stand is gebracht, geldt voor mensen van het oude en nieuwe Verbond. Bij het Nieuwe Verbond dat door Yeshua werd ingesteld (Mattheüs 26:28) veranderde het BLOED. Het dierenbloed werd vervangen door het kostbare bloed van het Lam Yeshua. De priesterdienst veranderde, maar de overige principes uit het eerste Verbond blijven geldig. Daarom horen het Oude en het Nieuwe Testament bij elkaar. Er is dus geen sprake van twee afzonderlijke Bijbels, maar van één Bijbel. Het woord van God begint bij Genesis 1 en eindigt in Openbaring 22
Hoewel in het Grieks iedere keer hetzelfde woord 'diatheke' wordt gebruikt, leidt het - gezien de context - geen twijfel dat het woord in vers 15 ‘verbond’ betekent, en in vers 16 en 17 ‘testament’, en dan in vers 18 weer ‘verbond’.
Hebreeën 9:11 Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is.
Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen...... MAAR TOEN..... !!!! Het grote moment in de heilsgeschiedenis brak aan! Verzoening en vergeving werden werkelijkheid, zelfs voor alle zonden onder het Oude Verbond.
de meerdere en meer volmaakte tabernakel, niet met handen gemaakt, niet van deze schepping........ Yeshua, onze Hogepriester, dient in een prachtig en rein heiligdom – niet meer de verzoendeksel, maar de troonzaal van God. Dit is duidelijk een plek die heerlijker is dan alles wat mensenhanden zouden kunnen maken. Het is een andere schepping.
Hebreeën 9:12-15
12. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.
13. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees,
14. hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!
15. En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.
Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed het heiligdom binnengegaan....... ik neem aan dat dit ieder die dit bestudeert geheel duidelijk is. Het zorgt voor eeuwige verlossing. Maar door dit vast te stellen wordt de basis voor het volgende gelegd.
het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, werd op de verontreinigden gesprenkeld...... Besprenkelen heeft te maken met reinigen. Zie ook vs. 14, 19-22. Het mensen besprenkelen met bloed gebeurde niet tijdens de normale offerdiensten. In vers 19 komt dit ook aan de orde en daar wordt verwezen naar Exodus 24:8, waar door Mozes, nog voorafgaand aan de instelling van de offerdienst, bloed op het volk en Gods Woord werd gesprenkeld, als een verzegeling van het gesloten verbond. Het is het bloed waardoor de Israëlieten gereinigd en geheiligd werden. De as van de jonge koe was het overblijfsel van een brandoffer dat buiten het tempelcomplex was gebracht (de jonge rode koe die geslacht was). Die as werd met water vermengd en gebruikt als reiniging voor degenen die onrein geworden waren, door het aanraken van een lijk. Dit reinigde hen dus tot reinheid van het vlees, d.w.z. het fysieke lichaam.
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, uw geweten reinigen van dode werken....... met 'dode werken' worden niet direct ernstige zonden bedoeld. De woorden ‘dode werken’ slaan op alle daden en activiteiten van alle mensen die niet vanuit Christus gedaan zijn. Voor de mensen lijken het wel heel goede daden. Christus is ons fundament (1 Korinthe 3:10-15) waarop we moeten bouwen. Zelfs onze religieuze daden en activiteiten - al gebeuren die door belijdende christenen - als die niet op dit Fundament berusten, dan zijn ze waardeloos in Gods ogen. In dit verband zegt Jesaja: 'Al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed.' (Jesaja 64:6).
Als we gaan beseffen dat al onze goede doelen niet bij Christus begonnen zijn, dan kunnen we dat belijden. Dan nemen we ons voor het anders te gaan doen. Dan is er de vergeving uit genade. In dit hoofdstuk wil de schrijver laten zien dat er in het vernieuwde verbond werkelijk vergeving en verzoening is, in plaats van de bedekking met het dierenbloed in het eerste testament. Daarom hoeft het geweten je niet meer aan te klagen. Satan klaagt je wel aan om je onstandvastig en twijfelachtig in het geloof te maken, maar je kunt satan weerstaan door te zeggen: "ga weg, al mijn zonden zijn door het bloed van Yeshua afgewassen en vergeven". Dan ben je heerlijk vrij en kun je God dienen met een gerust geweten.
de Middelaar van het nieuwe testament, belooft, nu de verzoening heeft plaatsgevonden, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis......... dit is goed nieuws voor de geloven uit het eerste verbond. De verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, zijn nu ook vergeven door het bloed van Christus. Zij delen, net als de gelovigen van nu, die hun zonden beleden hebben, in dezelfde beloften van eeuwig leven.
Hebreeën 9:16-22
16. Immers, waar een testament is, daar is het noodzakelijk dat de dood van de maker van het testament vastgesteld wordt.
17. Want een testament is bindend na iemands dood. Het wordt immers nooit van kracht zolang de maker van het testament nog leeft.
18. Daarom is ook het eerste niet zonder bloed ingewijd.
19. Want nadat elk gebod overeenkomstig de wet aan heel het volk door Mozes meegedeeld was, nam hij het bloed van de kalveren en van de bokken met water en scharlakenrode wol en hysop, en besprenkelde het boek zelf en heel het volk,
20. terwijl hij zei: Dit is het bloed van het verbond dat God u bevolen heeft te houden.
21. Ook de tabernakel en ook al de voorwerpen voor de eredienst besprenkelde hij op dezelfde manier met het bloed.
22. En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats.
waar een testament is, daar is het noodzakelijk dat de dood van de maker van het testament vastgesteld wordt......... een levenstestament kan pas in werking treden als de maker ervan overleden is. Zolang hij leeft kan niemand aanspraak op de erfenis maken. Daarom moest de Mens Yeshua sterven om het testament – het verbond – in werking te laten treden. Er was maar één Mens die satan kon weerstaan! Eén mens Wiens bloed zuiver, smetteloos was. Daarom moest God mens worden om Israël te redden. En God was blij met Zijn offer, Yeshua heeft Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God (Efeze 5:2). Omdat God Zijn volk wilde redden, sloot Hij een Verbond met Israël, waarbij het volk met bloed besprenkeld werd.
Daarom is ook het eerste (verbond) niet zonder bloed ingewijd........ Hier wordt verwezen naar Exodus 24:6 waar Mozes bloed sprenkelde over het volk, nadat de woorden van het verbond waren voorgelezen. Ook voor hen was het bloed van het verbond de heenwijzing naar het enige redmiddel, al kenden zij de Redder, die het ware bloed zou toerekenen, nog niet.
In Heb.9:16-17 staat niet “maker van het testament”, maar “Maker van een Verbond” (diathemenos). Yeshua is niet Iemand die ons een erfenis nalaat, maar Hij is de Erfgenaam Zelf:
Die Hij ERFGENAAM gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft. Hebreeën 1: 2
Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. Mattheüs 21: 38
Wij mogen ons mede-erfgenamen noemen. (Rom.8:32) We erven de heilsgoederen samen met Yeshua en Israël, als we de zonden laten afwassen met het bloed van Yeshua. Degene die het initiatief voor het testament/verbond neemt is YHWH zelf. Hij is de Gever, en Degene die Zichzelf geeft in Zijn Zoon , maar Hij is ook de Ontvanger, de Erfgenaam. Het is alles uit Hem:
“ Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid”. Romeinen 11: 36
Hebreeën 9:19 Want nadat elk gebod overeenkomstig de wet aan heel het volk door Mozes meegedeeld was, nam hij het bloed van de kalveren en van de bokken met water en scharlakenrode wol en hysop, en besprenkelde het boek zelf EN HEEL HET VOLK.
Het is duidelijk dat Heb.9:19-20 refereert aan de verbondssluiting waarover we lezen in Exodus 24:8. Het twintigste vers is in de chiastische structuur onderaan dit artikel, bovendien de centrale as. De tekstopbouw, door de Heilige Geest geïnspireerd, laat zien dat dit een bijzonder belangrijke boodschap is. De structuur van dit hoofdstuk loopt uit op het houden van het Verbond. Dus zelfs in het vernieuwde verbond (NT) ligt de nadruk hierop. Het bloed heeft dan ook alles met de wet van God te maken. Het uitspreken daarvan werd met bloed bekrachtigd en verzegeld. Wet en bloed zijn tezamen onderdelen van het verbond.
Tegelijk wordt van ons verwacht dat wij het verbond houden, waarvan de bepalingen staan vermeld in het boek van de wet, dat met bloed besprenkeld werd. Als dat boek zou hebben afgedaan, zoals ons in het verleden geleerd werd en waaraan velen nog halsstarrig vasthouden, dan zou dit niet zo in de Hebreeënbrief benadrukt worden. Yeshua noemt mensen die wel profeteren maar de wet niet houden "wettelozen". Matth. 7:22-23.
Dat wat in de wet met bloed werd besprenkeld zijn geen rituelen en inzettingen die we uitsluitend plichtmatig uitvoeren. Onze houding moet zijn als die van David in Psalm 119:47-48.
“Ik verblijd mij in Uw geboden, die ik liefheb. Ik hef mijn handen op naar Uw geboden, die ik liefheb, en overdenk Uw verordeningen.”
Weliswaar hebben sommige zaken uit dat wetboek een geestelijke toepassing gekregen en dienen dan ook bewust geestelijk toegepast te worden. Dat geldt met name voor alles wat met de offerdienst te maken heeft. In Hebreeën 9:23 is dan ook sprake van “betere offers” waarmee alles wordt gereinigd, omdat er nu het zuivere bloed van de zondeloze Mens Yeshua beschikbaar kwam. Dat maakt opnieuw duidelijk waarom God mens moest worden, zodat er bloed was dat de mens kon redden.
Bij het sluiten van een verbond, zoals we dat bij Abram zagen, werd een dier geslacht en de stukken werden in twee rijen neergelegd. De betrokken partijen gingen tussen de twee rijen door. (vgl. Genesis 15:10, Gen.15:17) Abram haalde al deze dieren en sneed ze middendoor, behalve de vogels. De verschillende stukken legde hij tegenover elkaar. (Genesis 15:17) Toen de zon was ondergegaan en het helemaal donker was, zag Abram plotseling een rokende oven en een fakkel die tussen de doormidden gedeelde stukken doorging.
Degene die het Verbond sloot was YHWH zelf. Degenen die het verbond verbraken, waren de mensen met wie het gesloten was. Zij moesten gedood worden, net zo als die stieren die door midden waren gesneden. Dat oordeel heeft Yeshua voor ons op zich genomen! Zo kon na Zijn dood het verbond vernieuwd worden en van kracht zijn.
Dit is het bloed van het verbond dat God u bevolen heeft te houden....... het houden van het verbond hield ook de geboden in die Mozes zojuist aan het volk had uitgesproken. Niet om daardoor gered te worden zoals vele christenen in onze tijd denken, maar om Gods wil te leren kennen, om rein te zijn en in de tabernakel te kunnen komen en zoals de Bijbel dat zo vaak zegt: 'opdat het u goed zal gaan'. (zie de studie 'Opdat het goed met u gaat')
Hebreeën 9:22 En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en ZONDER HET VERGIETEN VAN BLOED VINDT ER GEEN VERGEVING PLAATS!
Er was rein bloed nodig om ons vrij te kopen van zonde en dood. Satan had recht op ons om ons vast te houden in de dood. Ik begreep ineens dat dit de reden was dat Michaël de aartsengel een woordenstrijd had met de duivel om het lichaam van Mozes. (Judas 1:9) De duivel kwam op voor zijn recht op de dood van de mens, maar God had Mozes op Zijn manier begraven. En dat recht op de mens is door het bloed van Yeshua ongedaan gemaakt.
Hebreeën 9:23-28
23. Het was dus noodzakelijk dat de afbeeldingen van de dingen die in de hemelen zijn, hierdoor gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelf door betere offers dan deze.
24. Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons,
25. en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met bloed dat niet van hemzelf is.
26. Want dan had Hij vanaf de grondlegging van de wereld dikwijls moeten lijden. Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door het offer van Zichzelf.
27. En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt,
28. zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid.
Het was noodzakelijk dat de afbeeldingen van de hemelse dingen hierdoor gereinigd werden........ alles in de tabernakel (en tempel) werd gereinigd met bloed. Bij de reiniging van de onvolmaakte afbeelding van de hemelse werkelijkheid kon men volstaan met het dierenbloed, water, wol en hysop. Maar in de volmaaktheid kan alleen het volmaakte bloed dienst doen. Zuivering houdt niet alleen 'schoonmaken' in, het is verder nodig voor de toewijding en de zondevergeving. Ook de zuivering van het geweten van de mens, waar men bij de doop om bidt (1 Petrus 3:21), gedaan door middel van de hemelse bemiddeling, heeft een beter offer nodig.
Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is ........ het bloedoffer van Yeshua werd op aarde gebracht. Daardoor is het mogelijk om voor ons als Middelaar voor ons op te treden bij de Vader. Hij is de Hogepriester en advocaat.
om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons....... dit is iets wat ons grote vreugde mag geven. Op aarde zijn er maar weinigen die zich echt voor een ander inzetten. Het is zo vaak eigenbelang of georganiseerde hulp.
Yeshua hoeft niet Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar met bloed dat niet van hemzelf is...... Zijn offer was éénmalig en voor altijd. Hij voert het pleidooi tegen de aanklager Openbaring 12:10).
nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door het offer van Zichzelf......Op aarde is er ieder jaar de Grote Verzoendag. Yeshua komt slechts éénmaal uit het heiligdom, aan het einde van deze bedeling, nadat de vijanden zijn verslagen, om het overblijfsel dat heeft volhard in de strijd, verzoening te verkondigen. Maar wie opnieuw geboren is weet nu al dat zijn zonden vergeven zijn. Zo was het nog niet vóór de eerste komst van Yeshua naar de aarde. Yeshua hoeft niet ieder jaar, vanaf de grondlegging der wereld, een offer te brengen. Zijn éne offer was zo volmaakt, dat zij die van Hem zijn, nooit hoeven te twijfelen.
zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt....... wat hier geschreven staat weten de gelovigen die Gods Woord lezen en tot zich nemen. Toch zijn er ook zogenaamde gelovigen die heilig in reïncarnatie geloven. Door in een ander leven terug te keren kun je je positie verbeteren (of verslechteren), er is geen oordeel, geen hel, geen hemel. Menigeen hoor je spreken over flashbacks uit een vorig leven. Dit gebeurt duidelijk onder invloed van demonen waardoor je in een spiritueel gedachtengoed terecht komt dat uit de duisternis komt, maar wat zich als licht voordoet. Hindoes en bhoeddisten hebben dit in de vorm een karma dat zich aan de ziel hecht. Men gelooft dat de onsterfelijke ziel van nature rein is en dat het lichamelijke minderwaardig is. Dat zie je ook veel in de gnostiek, waartegen Paulus en Timotheüs zo moesten strijden in de jonge gemeentes. Die geloofden niet in een lichamelijke opstanding. Wel geloofde men dat Yeshua was opgestaan, maar dat was niet hun bestemming. Ja, en als er geen opstanding is dan is er geen hoop voor de gelovige: 1 Korinthe 15:19 Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.
Maar het slot van dit hoofdstuk geeft ons moed en verwachting;zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid.
En wij verwachten met Paulus de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Yeshua HaMashiach! We wachten, uitkijkend naar Zijn terugkomst! Dan zegt Paulus:
2 Timotheüs 4:7-8
Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.