English & other languages: click here!

Hebreeën 6 - waarschuwing, hoop en belofte

Het onderwerp houdt vooral de groei in naar volwassenheid in het geloof. De lezers worden nadrukkelijk gewaarschuwd voor het grote gevaar van afval. Ze worden opgewekt om te volharden in geloof, geduld en hoop. Men moet niet steeds opnieuw het fundament leggen, maar het is juist nodig om verder te bouwen op dat fundament.                                            1-1-3. Jagen naar volkomen groei

4-8. Pas op voor afval, nuttig gewas i.p.v. dorens en distels 

9-12. De tegenstelling met volwassenheid in Christus

13-20. Aanmoediging tot rijpheid in Christus

13:30 Gods trouw jegens Abraham -. Gods trouw in Christus


Hebreeën 6:1a Laten wij daarom het eerste onderwijs met betrekking tot Christus laten rusten, en doorgaan tot de volmaaktheid....

Laten wij het eerste onderwijs met betrekking tot Christus laten rusten...... ‘Laten rusten’ betekent in deze passage vooruitgang – verder gaan dan de basiswaarheden betreffende Christus en je richten op het volgroeid zijn (volwassen in het geloof). De bekering tot Christus was een belangrijk en mooi gebeuren maar het is pas het begin. Het is niet goed om daar op te blijven teren. De HEERE heeft hen uit de duisternis overgezet in het Koninkrijk van Zijn liefde, maar ze moeten op Hem de hoop vestigen dat Hij hen ook verder verlossen zal (Kol. 1:13; 2 Kor. 1:10). Wie een fundament legt moet ook verder bouwen, anders heeft wat er tot stand is gekomen geen enkele zin.

Hebreeën 6:1b. zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, 2. van de leer van de dopen, van de handoplegging, van de opstanding van de doden en van het eeuwig oordeel.3. En dat zullen wij ook doen, als God het toestaat.

zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God...... Deze basisprincipes worden in drie combinaties weergegeven.Bekering en geloof gaan samen. Dopen en handoplegging horen bij elkaar; Opstanding van de doden en eeuwig oordeel worden in één adem genoemd. De zes vernieuwde basisprincipes die worden hier genoemd, betreffen oppervlakkig gezien het fundament, dat is Yeshua de Hogepriester. Maar het fundament was al gelegd en daarop kon men verder bouwen. Paulus zegt in Filippenzen 3:16 NBG "maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder!" De reden van het niet verder bouwen is het samengaan van Joden en gelovigen uit de heidenen en de invloed van hen die net los zijn van het Judaïsme. Bij de vernieuwde basisprincipes lijkt er niet zoveel verschil tussen beide groepen.

Je kon de situatie nog wel zo formuleren dat je 'samen door één deur' kon. Zoals bijvoorbeeld: "in onze gemeente wordt verwacht dat we berouw en bekering tonen van onze zonden , dat we geloof hebben en ceremoniële wassingen uitvoeren". Het hier gebruikte woord voor doop ('baptismosis' (i.p.v. 'baptizo' Strong 907) grijpt terug naar ceremoniële wassingen. Baptismosis betekent in Hebreeën 9:10, Markus 7:4 en Markus 7:8 ceremoniële wassingen! 

Maar een dergelijke subtiele formulering betekende in feite ontkenning van Yeshua. Zulke redeneringen zijn de basis van religie en niet van geloof!   

En dat zullen wij ook doen, als God het toestaat........ dit betekent dat het fundament vast moet staan en betrouwbaar moet zijn met Yeshua als hoeksteen.....  voordat God hen verder laat bouwen. Dat betrouwbare fundament was al gelegd, dat moesten ze vasthouden en daar mag niets van worden afgedaan. Maar er zijn altijd krachten die daar afbreuk aan willen doen door religieuze formuleringen, of anderszins. De zinsnede "als God het toestaat" drukt een totale afhankelijkheid van God uit.

Hebreeën 6:4-6
4. want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest,
5. en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld,
6. en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken.

Deze tekst heeft in het verleden een rol gespeeld in een enorme kerkstrijd, teweeg gebracht onder de Arminianen en volgelingen van Gomarus - contrademonstranten (plm. 1560-1609). Deze leergeschillen hebben toen geleid tot de Dordtse Leerregels,

het is onmogelijk....... dit is een duidelijk statement, in een controversiële passage. Er had ook kunnen staan "het is heel moeilijk" of "het is vrijwel onmogelijk". Maar nee, er staat nadrukkelijk "het kan niet....!. 

Maar wat kan dan niet en wat is onmogelijk? Iemand tot bekering brengen die het offer van Yeshua afwijst, door terug te vallen in het Judaïsme, om door middel van dierenbloed op vergeving van zonden te vertrouwen, in plaats van verzoening te ontvangen door het offer van Yeshua. En dat terwijl ze:

  • verlicht zijn geweest
  • de hemelse gave van de Heilige Geest hebben geproefd
  • deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest
  • die het goede Woord van God geproefd hebben (Ps.34:8-9)
  • kennis kregen van de krachten van de komende wereld

En toch...... zijn ze afvallig geworden......... woorden als 'geproefd' en 'verlicht' geven aan dat zulke gelovigen echte geestelijke ervaringen in het geloof hadden opgedaan. Ze kenden de werking van de Heilige Geest en vielen toch weer terug in het offersysteem zonder Yeshua. De bedoeling van dit vers is om de bezorgdheid van de  lezers af te leiden van dierenoffers en ze te bepalen bij de betekenis van Yeshua's offer aan het kruishout. Dit blijkt duidelijk uit de context van de volgende vier hoofdstukken, die precies over deze vraag gaan en die de kern van de Hebreeënbrief vormen. Tot bekering brengen......... dat kunnen we niet eens en we moeten het ook niet proberen. We moeten accepteren dat God zegt dat het niet mogelijk is. En wat God zegt is het einde van alle tegenspraak, ook al zouden wij het zo graag anders willen. Deze mensen kruisigen de Zoon van God opnieuw en maken Hem openlijk te schande. Dat is opzettelijke zonde tegen de Heilige Geest. 

Hebreeën 6:7-8
7. Want de aarde die de regen indrinkt, die er dikwijls op valt, en die nuttig gewas voortbrengt voor hen door wie hij ook bewerkt wordt, ontvangt zegen van God.
8. Maar de aarde die dorens en distels voortbrengt, is verwerpelijk en de vervloeking nabij, waarvan het einde tot verbranding leidt.

Want de aarde die de regen indrinkt.........die nuttig gewas voortbrengt..... ontvangt zegen van God....... zoals zo vaak in de Bijbel worden ons belangrijke principes duidelijk gemaakt, door beelden uit de natuur. Als wij Gods Woord indrinken, d.w.z. ter harte nemen, overdenken, dan ontstaat er 'nuttig gewas', en dat zijn de vruchten van de Heilige Geest, waarmee we de God van Israël eren en waardoor wij zegen ontvangen. Maar de aarde die dorens en distels voortbrengt......... dorens en distels verwijzen naar de vloek over de aarde (Genesis 3:17-18).

Dat oordeel treft uiteindelijk ook degene die blijvend geen vruchten voortbrengt. Er wordt zelfs gesproken van verbranding. Dit is  een verwijzing naar de hel. Het beeld van verbranding van 'onnut gewas' vinden we vaker in de evangeliën: Mstth 3:17; Matth. 17:30, 40; Lukas3:17; Joh. 15:6.

Hebreeën 6:9-12
9. Ook al spreken wij zo, geliefden, wat u betreft zijn wij echter overtuigd van betere dingen, die met de zaligheid samenhangen.
10. Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten en de liefdevolle inspanning die u Zijn Naam bewezen hebt, doordat u de heiligen gediend hebt en nog dient.
11. Maar wij verlangen ernaar dat ieder van u dezelfde inzet toont, tot volle zekerheid van de hoop, tot het einde toe,
12. opdat u niet traag wordt, maar navolgers bent van hen die door geloof en geduld de beloften beërven.

Ook al spreken wij zo, geliefden....... de vorige teksten waren vermanend, maar niettemin nodig om de ernst niet uit het oog te verliezen. Wie op het behoud van de ander gericht is kan deze dingen niet verzwijgen. Toch volgen hierop weer bemoedigende woorden, die de lezers ook mogen indrinken.  

wat u betreft zijn wij echter overtuigd van betere dingen....... de schrijver begreep dat deze gelovigen niet hieraan meegewerkt hadden vanuit rebellie tegen Yeshua, maar uit teleurstelling en moedeloosheid daaraan hadden toegegeven. Ze hadden het nodig deze waarschuwing onder ogen te zien. Van daaruit kon men ook weer bemoedigd worden. Ze moesten afstand nemen van diegenen die het oordeel van verbranding boven het hoofd hing. Deze brief is gericht aan hen die leefden uit de doop die spreekt van het één zijn met Yeshua en verlossing door het bloed  van Yeshua. Ze moeten nu vergeten wat achter hen ligt en jagen in de richting van het doel naar de prijs van de hemelse roeping van God in Christus Jezus (Filippenzen 3:14).

Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten......... God heeft wel gezien hoe hun leven op Hem gericht was wat ook bleek uit hun werken.

De liefdevolle inspanning die zij Zijn Naam bewezen hebben, en God herinnert zich dat. Hij laat het hen ook weten, zodat ze in hun verdriet en moedeloosheid weer troost en moed mogen ontvangen. 

doordat u de heiligen gediend hebt en nog dient....... dat wat God aan goede werken in hen had uitgewerkt had stand gehouden. God is een liefdevolle Vader voor Zijn kinderen, zelfs een waarschuwing zoals Hij die gaf, komt voort uit Zijn liefde, die hun eeuwig heil voor ogen heeft.

Maar wij verlangen ernaar dat ieder van u dezelfde inzet toont....... 

Deze gelovigen die zo trouw zijn in het dienen van andere gelovigen worden hier ten voorbeeld gesteld. Iedere gelovige zou iets moeten betekenen voor anderen die in hun strijd om in te gaan door moeite, vervolging en eenzaamheid gekweld worden. Zodat niemand achterop raakt in de genade (Hebreeën 12:15}.

wij verlangen ernaar dat ieder van u dezelfde inzet toont....... Het is Gods verlangen dat al Zijn kinderen zich zullen inzetten voor Gods Koninkrijk en voor hen die mede-erfgenamen zijn van dat Koninkrijk. Zo kunnen we elkaar bemoedigen om te groeien tot volle zekerheid van de hoop, tot het einde toe. Satan zit niet stil, hij gebruikt alle mogelijkheden om ons de zekerheid van de hoop te ontfutselen. Dan hebben we elkaars bemoediging nodig om vol te houden tot het einde.

opdat u niet traag wordt...... al deze bemoedigingen zijn nodig om gemotiveerd door te gaan in de dienst van God. Dat is de dynamiek, de gedrevenheid, van geestelijke vooruitgang. De gelovigen zullen zullen hun hoop zeker realiseren en ontvangen wat is beloofd. Zo zijn we navolgers van hen die door geloof en geduld de beloften beërven.
Daarom blijven we in het geloof op Yeshua onze Leidsman vertrouwen en staan Hem toe om in ons te werken (Fil. 3:14)

Hebreeën 6:13 -18
13. Want toen God Abraham de belofte deed, zwoer Hij bij Zichzelf, omdat Hij bij niemand die hoger was, kon zweren.
14. Hij zei: Voorzeker, rijk zal Ik u zegenen en overvloedig zal Ik u in aantal doen toenemen.
15. En zo heeft hij de belofte verkregen na daar geduldig op gewacht te hebben.
16. Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf, en de eed, die hun tot bevestiging dient, is het eind van alle tegenspraak.
17. Omdat Hij aan de erfgenamen van de belofte overvloediger de onveranderlijkheid van Zijn raadsbesluit wilde bewijzen, heeft God die bekrachtigd met een eed,
18. opdat wij door twee onveranderlijke dingen, waarin het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke troost zouden ontvangen, wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden.

Want toen God Abraham de belofte deed,....... Als voorbeeld wordt Abraham aangehaald.  

zwoer Hij bij Zichzelf, omdat Hij bij niemand die hoger was, kon zweren....... Dat God de belofte met een eed bekrachtigde, toont aan dat Gods beloften (net als Zijn karakter) onveranderlijk zijn. 

Voorzeker, rijk zal Ik u zegenen en overvloedig zal Ik u in aantal doen toenemen. Abrahams vertrouwen op Gods Woord hield de vervulling van de belofte in.

de belofte verkregen na daar geduldig op gewacht te hebben........ Wat moest hij een lange weg gaan! Hij moest heel veel geduld hebben. Dat vroeg heel wat oefening. Zijn geloof werd hierin beproefd. Maar omdat de HEERE hem had geroepen en hem een belofte had gegeven, bleef hij geloven dat God niet kàn liegen. De heilige Naam van YAHWEH stond daarvoor garant!
De HEERE had het hem immers onder ede beloofd. Elke belofte in de Bijbel is gegrond in God Zelf.

Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf, en de eed is het eind van alle tegenspraak........ ook in onze aardse communicatie voorziet de eed, als een plechtige verklaring, degene aan wie het beloofd wordt zekerheid. Hoeveel te meer is het waarheidsgehalte en de betrouwbaarheid van een eed die door God vrijwillig is afgelegd.

Omdat Hij aan de erfgenamen van de belofte overvloediger de onveranderlijkheid van Zijn raadsbesluit wilde bewijzen...... Hierin zien we dus dat God deze plechtige verklaring gaf om Abraham, maar ook zijn erfgenamen, volkomen zeker te doen zijn van de beloften die in vervulling zullen gaan.

wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden....... De HEERE was Abrahams toevlucht ook bij tegenslag en schijnbare onmogelijkheden. Zo moeten ook wij leren steeds weer onze toevlucht tot God te nemen. Dan zal onze hoop op Zijn toekomst telkens vernieuwd worden en levend en krachtig blijken te zijn. De HEERE is de onveranderlijke.

1 Thessalonicen 5:24 Hij die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.
Jakobus 1:17 Elke goede gave en elk volmaakt geschenk daalt van boven neer, van de Vader der lichten, bij Wie geen verandering is of schaduw van omkering. Hij volbrengt zijn eeuwig voornemen dat Hij Zich gesteld heeft in Christus.

Hebreeën 6:19-20
19.Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel.
20. Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, Die naar de ordening van Melchizedek Hogepriester geworden is tot in eeuwigheid.

Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel.......

Je hebt geen anker nodig voor kalme zeeën. Hoe ruwer het weer, hoe belangrijker je anker is.

Het anker graaft zich vast in de zeebodem. We hebben het anker nodig om het schip vast te houden en te voorkomen dat het schip afdrijft, dus geestelijk gezien om afval te voorkomen. Door gebruik van het het anker blijft het schip op zijn plaats. Geestelijk gezien moeten wij ook op onze positie blijven, d.w.z. standvastig zijn. Juist als alles rustig is bestaat het gevaar van afdrijven, geestelijk vertalen we dat onze ankerlijn naar het Heilige der Heiligen ons behoedt voor afdrijven d.w.z. afval van het geloof. De stuurman controleert door peiling of het anker goed houdt, zo controleren we ook onze geestelijke positie, om te voorkomen dat we afvallen van het geloof. Als het anker losraakt gaat het schip 'op drift' en kan geen koers meer houden. Het wordt meegevoerd door wind en stroming. Zo wordt een gelovige die niet verankerd is in Christus heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden (Efeze 4:15).

Daarom toetsen we alles aan de Bijbel. Alle ankerpeilingen worden gedaan met behulp van het kompas en de Bijbel is ons kompas.
Maar het anker waarover de Hebreeënbrief spreekt zit vast op een plaats waar alleen onze Hogepriester toegang heeft: achter het voorhangsel. Hij is de Hogepriester in de orde van Melchizedek. Hij is het 'hemelse Heilige der Heiligen' binnen gegaan met Zijn eigen smetteloze bloed en heeft ons vrijgekocht van zonde en dood! Als gelovige ben je Zijn eigendom en ben je onder Zijn hoede en zorg. Vóór ons ligt het herstel van de heerschappij van God over zijn hele schepping. Christus heeft, als de eerste van die nieuwe schepping, na midden in de oude schepping Zijn offer gebracht te hebben, Zijn plaats bij God al ingenomen. 

Hij is als eerste, als Voorloper, de nieuwe werkelijkheid van God binnengegaan. Voor ons uit! Wij mogen volgen. De grote afval en de antichrist gaan aan de komst van Christus vooraf. We worden voor de afval bewaard als we ons hechten aan Christus en vasthouden aan Gods beloften, die waar en zeker zijn.