English & other languages: click here!
Hebreeën 10:19-39 - Volhardt tot behoud van de ziel
Eerst het deel Hebreeën 10:26-31:
Waarschuwing tegen terugval in het judaïsme....
Deze zonde waarmee de Hebreeuwse gelovigen aan wie deze brief is gericht te maken hadden, bestond uit een opzettelijke manier van handelen die indruiste tegen de volle kennis van de waarheid die ze ontvangen hadden, Ze worden in vers 26 en volgende verzen ervan beschuldigd dat zij de Zoon van God vertrappen. Dat zij zonder schroom het verbondsbloed van Christus, waardoor ze geheiligd waren, als onheilig verwerpen. Dat zij de Heilige Geest beledigen, die de genadige zegeningen van God uitdeelt, gelasterd en bespot hebben. Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God (vers 31).
Hebreeën 10:19-21
19. Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20. langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,
21. en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God.
Oproep tot een leven uit geloof:
19-22. De basis voor de oproep. De Hebreeuwse gelovigen worden aangemoedigd om vrijmoedig tot God te naderen, omdat het bloed van Yeshua die toegang mogelijk heeft gemaakt, omdat er in Yeshua een nieuwe weg is geopend tot God: ‘door het voorhangsel’.
wij vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom...... vrijmoedigheid hebben betekent, dat je dingen, taken die gevoelig liggen, zonder angst, zonder je anders voor te doen dan je bent, maar in het volste vertrouwen op God ter hand neemt. De basis van dit vertrouwen is volgens dit vers gelegen in het smetteloze bloed van Yeshua, dat kracht heeft om satan lam te leggen. Het gaat dan om zaken die God door Zijn Woord en Geest op je pad brengt. Hier wordt het beeld van de tabernakel (of tempel) gebruikt, waar de gelovige in de voorhof mocht komen en waar het 'heilige' alleen toegankelijk was voor de priesters. Toen, tijdens het offer van Yeshua op Golgotha, het 'voorhangsel tussen voorhof en het heilige' scheurde (Markus 15:38), betekende het dat de gelovigen in Christus nu ook priesters waren (Exodus 19:5-6 - 1 Petrus 2:9,10) en dus het 'heilige' mochten binnengaan.
een nieuwe en levende weg......... vergeleken met de offerdienst onder het eerste verbond is deze offerande nieuw en levend. De hogepriester ging binnen met het bloed van een dood dier, maar onze hemelse Hogepriester leeft en het bloed dat Hij geofferd was kent geen ontbinding (Psalm 16:10).
een weg ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees........ onze vleselijke natuur is het scheiding brengende voorhangsel, gekruisigd in het lichaam van Yeshua. Het is als het ware de besnijdenis van het Lichaam van Christus. Zo werd Yeshua de Weg tot de Vader.
omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God...... die weg naar de Vader, die we gaan mogen in de Naam van de Zoon, is bewerkt door het grote Hogepriesterschap van Yeshua. De enorme breuk tussen God en mens, door de zondeval ontstaan, werd door deze Hogepriester hersteld voor allen die in Hem hun vertrouwen stellen en die zo het Huis van God vormen.
Hebreeën 10:22-23
22. laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water.
23. Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw.
In het eerste testament moest een priester zich wassen als hij Gods heiligdom binnen zou gaan (Exodus 30:18-20). Nu moeten we door het bloed van Yeshua innerlijk gereinigd zijn voor we in Gods tegenwoordigheid komen. De doop is het uiterlijke teken hiervan.
Het komt erop aan dat we bewust de omgang met de HEERE zoeken in vertrouwen op Yeshua HaMashiach. We mogen ervan verzekerd zijn dat we, dank zij Hem, werkelijk bij God welkom zijn. De vrede en de vreugde die we in zijn nabijheid mogen ervaren, vormen een begin. Straks mogen we die ten volle genieten.
laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart...... naderen met een waarachtig hart betekent dat we Yeshua vertrouwen en niets voor Hem verbergen. Hij mag alles van ons weten en ons leiden op de weg die Hij bepaalt en dat in volle zekerheid van het geloof!
nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten ......... hoewel de belofte van vergeving er was, had dit tijdens het eerste verbond nog niet de definitieve uitwerking. De zonde die weliswaar bedekt was door het dierenbloed, was niet echt weg. Satan kon de mens daar steeds aan herinneren en hem schuldig verklaren. Zo werd menigeen aangeklaagd door zijn geweten. Maar dat is nu voorbij. Ons geweten hoeft ons niet meer aan te klagen voor wat beleden is en vergeven door het bloed van Yeshua. Weersta zulke gedachten van satan op grond van het bloed van het Lam, en hij zal van je wegvluchten (Jakobus 4:7). Door de besprenkeling met het bloed (Hebr. 12:24; 1 Petrus 1:2) is je hart en je geweten gereinigd om tot God te naderen.
ons lichaam gewassen is met rein water........ In 1 Johannes 5:6 staat dat Yeshua kwam door water en bloed. In deze tekst zien we dezelfde elementen terug: het bloed dat ons reinigt van een slecht geweten en het water dat ons lichaam wast. Dat water ziet op het speciale reinigingswater dat bereid werd uit de as van de 'rode koe' (Numeri 19:9). Dat was nodig voor hen die met de dood in aanraking waren geweest en daarom onrein waren geworden. Dit water verwijst in het vernieuwde verbond naar de doop door onderdompeling, die een bede is van een goed geweten (1 Petrus 3:21). Dagelijkse reiniging is ook noodzakelijk. De Bijbel noemt Gods Woord een waterbad, door daar dagelijks in te lezen en het gelezene in je op te nemen, vindt er eveneens reiniging plaats (Efeze 5:26).
Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden..... Wat houdt hoop in? Men zegt 'hoop doet leven' of 'je moet het beste er naar van hopen'. Het beste hopen is vaak synoniem voor 'het ergste vrezen'. Meestal klinkt er veel onzekerheid in door.
De Bijbelse hoop ontstaat door de omgang met God. Dat uit zich door het ontvankelijk lezen van Gods Woord en door het spreken met God. De Heilige Geest herinnert ons aan Gods beloften. We merken dat God op een haast onmerkbare wijze reageert op ons bidden. We leren God te vertrouwen en gaandeweg wordt hoop zekerheid. Het is een groeiproces. Laten we het vasthouden en ervan getuigen! Het is zo nodig in deze onzekere tijd, waar alle zekerheden op losse schroeven komen te staan. Wat is het erg als je geen hoop hebt.
want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw......... wat mensen en overheden beloven pakt zo vaak anders uit. Wie kun je nog vertrouwen...? Maar dit geldt niet voor God! Hij houdt zich aan Zijn Woord. Hij vraagt wel gehoorzaamheid en vertrouwen. Maar Hij zal ons uiteindelijk niet beschaamd doen uitkomen.
Hebreeën 10:24-25
24. En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.
25. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.
- standvastigheid in de hoop die Christus ons gegeven heeft (vers 23)
- aandacht voor elkaar (vers 24).
- regelmaat in het samenkomen met medegelovigen (vers 24)
laten wij op elkaar letten......... het is goed om als gelovigen aandacht aan elkaar te besteden. Het is vooral vruchtbaar om als broeders en zusters samen te komen rondom een geopende Bijbel, om elkaar aan te moedigen vanuit het Woord, om te bidden voor de noden van elkaar, om standvastigheid in een tijd van afval.
Om elkaar lief te hebben en de werken te doen die gebouwd zijn op het fundament van Yeshua HaMashiach (1 Korinthe 3:10-14). Het is een prachtige gelegenheid om van elkaar te leren, want zoals ijzer ijzer scherpt, zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste.
Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten....... onze kerkelijk zeer ver doorgevoerde organisaties zijn doorgaans meer ontaard in een cultuurgedrag, dan dat ze het levend geloof vanuit Gods Woord weerspiegelen. Er zullen ongetwijfeld goede uitzonderingen zijn, maar over het algemeen zien we daar de aanpassing aan de wereldse politiek, opvattingen en gebruiken. Kerken met de regenboogvlag en homohuwelijken. Het afwijzen van de Bijbelse sabbat, de Bijbelse feesten, het geprofeteerde Vrederijk, zijn allemaal tekenen dat we het daar niet moeten zoeken. We moeten ons daarvan afkeren, anders gaan we met de wereld ten onder.
temeer als u de grote dag ziet naderen........met 'de grote dag' wordt de periode van het oordeel bedoeld, waarover we in het vervolg van dit artikel ook zullen lezen. Het zal in deze eindtijd ook heel moeilijk worden om een gemeente te vinden. Maar kleinschalige ontmoetingen, mits in Christus, kunnen heel vruchtbaar zijn. Ook in de tijd van Paulus horen we over huisgemeentes, want waar twee of drie in de Naam van Yeshua vergaderd zijn, daar is Hij in hun midden (Mattheüs 18:20). Ook daarin mogen we elkaar aansporen, vooral nu we de roerige eindtijd binnen zijn gegaan in verbondenheid met het gelovig overblijfsel van Israël, dat zo in benauwdheid is.
Hebreeën 10:26-31
26. Want als wij willens en wetens zondigen, nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over,
27. maar slechts een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur, dat de tegenstanders zal verslinden.
28. Als iemand de wet van Mozes tenietgedaan heeft, moet hij sterven zonder barmhartigheid, op het woord van twee of drie getuigen.
29. Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft?
30. Wij kennen immers Hem Die gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En verder: De Heere zal Zijn volk oordelen.
31. Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God.
als wij willens en wetens zondigen......... het gaat hier om zondigen vanuit een houding van verzet tegen God. We kennen uit de Bijbel zulke duidelijke voorbeelden: Korach (Numeri 16), Herodes Agrippa I (Hand. 12:23) en Judas (Johannes 17:12). Er zijn ook minder duidelijke voorbeelden, waarbij iemand opzettelijk een zonde begaat, maar toch de Heer niet verloochent die hem kocht. Zoiets is af te keuren en gevaarlijk, maar het is niet hopeloos. God kent het hart van die mens en Hij oordeelt rechtvaardig. Voor de hartsgesteldheid van iemand die echt tegen God in opstand komt, is geen enkel offer van kracht. In de wereld hebben deze opstandige mensen vaak nog roem en eer en worden ze als het ware 'de hemel in geprezen'. Maar daaraan moeten we ons denken niet afmeten.
een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur.......... alle suikerzoete woorden, die los van de context van het Woord geschreven en gesproken worden, zullen blijken geen houvast te bieden als we daarnaast de Bijbelse geboden, dreigingen, straffen en oordelen verzwegen hebben. De 'vreze des HEEREN is juist het begin der Wijsheid' (Spreuken 9:10).
Oordeel en verzengend vuur........... Ja, het staat er echt. Oordeel en vuur..... als Yeshua komt. Sommige gelovigen in onze tijd zijn bang om over het oordeel te praten, alsof God enkel alleen liefde is. "Komt goed!" zeggen ze tegen elkaar. Het is een 'zoethoudertje', en daarom een leugen. Satan zei al in de Hof van Eden dat 'het goed zou komen', maar het ging helemaal fout. We lazen al 'de vrees voor God is het begin van Zijn wijsheid'. Het zal het begin van onze redding zijn,
Als iemand de wet van Mozes tenietgedaan heeft...... Yeshua noemt dat 'wetteloosheid'! Matth. 7:23} Deze wet mag je niet naast je neerleggen. Het gaat immers om je eeuwig LEVEN !
op het woord van twee of drie getuigen...... dat oordeel vindt ook plaats volgens de rechtspraak in de wet van Mozes ! (Num. 35:30; Deut. 17:6; Deut. 19:15). God houdt zich aan Zijn wet! Wat een verantwoordelijkheid voor voorgangers, predikanten enz. Hoeveel te zwaarder straf....... voor de wetteloosheid geldt een zware straf, maar er is een feit dat nog veel zwaarder gestraft wordt: die de Zoon van God vertrapt heeft.......
en het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft....... wie de grootste liefdesdaad in ons bestaan vertrapt, wie Degene die ons redt van de eeuwige dood veracht en smaadt, Hem bewust haat en afwijst, die moet zijn gerechte straf, hoe zwaar ook, ondergaan. Hij behoort tot de vijanden die aan Yeshua's voeten onderworpen moeten worden en die van Gods aarde verwijderd moeten worden. Pas als de aarde daarvan gezuiverd is kan het hemels Jeruzalem op aarde neerdalen. Dan is er de volmaakte éénheid tussen YAHWEH en de mensen, zoals het Hem voor ogen staat. We weten dat de antichrist het prototype is van deze categorie mensen. Er zijn vele antichristen opgestaan (1 Joh.2:18) maar één is de wrede leider van de laatste dagen.
Dan zal er veel verdrukking zijn voor Gods kinderen. We zullen mogelijk ons leven verliezen, maar onze ziel blijft in handen van God. En we zullen opstaan met een verheerlijkt lichaam! Op deze aarde! Uw Koninkrijk kome....!
Als Yeshua niet was gekomen en Zijn bloed niet had geofferd om ons vrij te kopen uit de macht van satan, de leider van deze figuren, dan waren we allemaal in het hellevuur terechtgekomen. Maar God heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden (Kolossenzen 1:13-14). Hoe dankbaar zullen we hierom zijn!
Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere..... het oordeel is onafwendbaar!
Hebreeën 10:31 →
↑ Kolossenzen 1:13-14
We moeten oppassen voor mensen die de woorden van God zo verdraaien, zodat het aanvaardbaar in de oren klinkt. Hun uitgangspunt is dat we een religie moeten zoeken 'die bij ons past'. Dan sluiten we de ogen voor de werkelijkheid: de waarheid van God (2 Tim. 4:3-4). Het is juist Gods grote liefde dat Hij ons hiervoor ernstig waarschuwt! Hij wil niet dat mensen verloren gaan, maar dat ze zich bekeren en leven (Ezech. 33:11).
Hebreeën 10:32-34
32. Maar herinner u de dagen van weleer, waarin u, nadat u verlicht was, veel strijd in het lijden hebt verdragen.
33. Nu eens werd u zelf door smaad en verdrukkingen tot een schouwspel gemaakt, dan weer deelde u het lot van hen die zo behandeld werden.
34. Want u hebt ook medelijden gehad met mij, in mijn boeien, en de beroving van uw eigendommen met blijdschap aanvaard, in de wetenschap dat u voor uzelf een beter en blijvend bezit in de hemelen hebt.
de dagen van weleer, waarin u, nadat u verlicht was, veel strijd in het lijden hebt verdragen.... hier lezen we een oproep tot geduldig geloof. De oproep om aan hun prille geloof terug te denken. Ze hadden geleden voor hun geloof in Yeshua. Ze werden afgewezen door hun Joodse gemeenschap. Afwijzing is een vorm van iemand als dood beschouwen. Dit kwam nadat ze op Yeshua vertrouwden (nadat u verlicht was).
u hebt ook medelijden gehad met mij, in mijn boeien....... er zijn ook vertalingen die het over boeien in het algemeen hebben. In de SV en HSV gaat het over 'mijn' boeien. Volgens mijn (beperkt) inzicht in the "interlinear scripture analyzer" wordt 'desmois mou' terecht met 'mijn boeien' vertaald. Het lijkt hier over boeien van Paulus te gaan. De Hebreeën hadden hierin met hem meegeleefd.
u werd zelf door smaad en verdrukkingen tot een schouwspel gemaakt...... ze hebben smaad en spot te verduren gehad en zo stonden ze te kijk (schouwspel) voor hun omgeving en familieleden. Zo konden ze medegelovigen bemoedigen die hetzelfde lot ondergingen. Mensen die nog nooit iets van geloofszekerheid hebben geproefd, zijn geneigd die te overschatten. Maar geloven wordt nóóit een onvervreemdbaar bezit. Geloven blijft altijd: in alles volkomen afhankelijk zijn van de HEERE.
de beroving van uw eigendommen met blijdschap aanvaard....... het is ongetwijfeld niet fijn geweest als je eigendommen moet missen, maar niettemin gaf het delen in het lijden van Christus hen blijdschap in de wetenschap dat zij voor zichzelf een beter en blijvend bezit in de hemelen hebben. De gemeente had de moed niet verloren. Het lijden om wille van het Evangelie was door Yeshua al voorzegd (Johannes 15:18-20).
Hebreeën 10:35-39
35. Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt.
36. Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen.
37. Want: Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven.
38. Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven, en als iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
39. Wij zijn echter geen mensen die zich onttrekken en daardoor naar het verderf gaan, maar mensen die geloven, tot behoud van hun ziel.
Werp uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt....... ik las hierover een mooie beschrijving van Derek Prince. En omdat ik het niet beter onder woorden kan brengen, neem ik het hier over:
"In deze waarschuwing zijn er slechts twee opties. We volharden, we blijven geloven, en behouden daarmee onze ziel, of we zijn nalatig ('deinzen terug') en gaan ten onder. Er zijn vandaag heel wat gelovigen, die - als het erop aankomt - terugdeinzen. Onder druk van dingen die hen afleiden (hun carrière, ambities, meningen van mensen) geven ze hun vrijmoedige geloof prijs. Dus ieder die gelooft, behoort tot één van deze twee categorieën: hetzij blijven geloven tot volledig behoud, of terugdeinzen wat de ondergang tot gevolg heeft.
Als je in het leven staat op basis van deze radikale, heldere inschatting, dan zul je de juiste beslissingen nemen. Als je het leven en de dingen beoordeelt op basis van geld, plezier, comfort, of de mening van de wereld, dan kom je bedrogen uit. Leer mensen, dingen en situaties in te schatten op Gods manier - geloven of niet geloven - en de koers van je leven is zeker." (Einde citaat)
u hebt volharding nodig, opdat u de vervulling van de belofte zult verkrijgen........ maar de vervulling van die belofte ligt nog zo ver weg..... in Gods denken echter zijn duizend jaar als één dag. Hij overziet de eeuwen, de millennia, de mega-annum en de giga- annum (even opgezocht 🌝). De God van Israël is van eeuwigheid! Abraham, die al meer dan 3800 jaar geleden is overleden wacht ook nog op de belofte: de stad die fundamenten heeft de stad, waarvan de Kunstenaar en Bouwmeester God is (Hebreeën 11:10). Maar ook de belofte: "Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven" (Genesis 13:14-15). Dit werd uitgesproken in de omgeving van Bethel. Het gaat om het land Israël. Het is, na al die millennia, nog steeds een uiterst betwistbaar gebied. Moeten we het dan maar vergeestelijken? Is de belofte onvervulbaar? Heeft Abraham tevergeefs daarop vertrouwd? Verwijst "het Land" nu naar de hemel en niet naar een stuk grond in het Midden-Oosten? Nee, want God gaf Abram de opdracht: "Sta op en wandel door de lengte en breedte van het Land, want Ik zal het u geven" (Gen. 13:17). Het is duidelijk dat God niet bedoelde dat hij door de hemel zou wandelen. God houdt zijn beloften, hij verbreekt ze niet door ze dan maar te vergeestelijken. (Matth. 5:5).
Abraham wist en weet (want hij leeft en ook de andere aartsvaders Izak en Jakob aan wie het verbond werd doorgegeven) die leven allen voor God (Matth.22:31-32 - Lukas 20:37). Wanneer hun zaad, het Joodse volk, in het volledige bezit komt van Eretz-Israel, zoals God hun heeft beloofd, zullen Abraham, Izak en Jakob in leven zijn om met hen te erven. Maar we begrijpen dat zij wisten wat volharding is. God had Abraham daarin zelfs beproefd, door hem een zoon te beloven, die de 90-jarige Sara hem baarde toen Abraham 100 jaar was. We kunnen van hen leren wat volharding is.
Worden we beproefd, dan is de verzoeking groot om God ontrouw te worden. Dan kan berouw ons hart vervullen en brengen we onze schuld bij onze Zaligmaker. Hij, Yeshua heeft ook daarvoor het kruis en de schande verdragen. Hij deed dat met het oog op onze komende heerlijkheid. Als alles - zoals het lijkt - tegen zit, zal Gods grootheid des te majesteitelijker zijn als Zijn beloften tot vervulling komen. Als gelovigen uit de heidenen mogen we delen in die beloften.
Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven....... nu we zo over de lange tijd van volharding hebben nagedacht, lijkt de terugkomst van de Messias hier al spoedig verwacht te worden. Nu kan het zijn dat Yeshua in de tijd van de apostelen terug had kunnen komen, als er een massale bekering zou plaatsvinden en ze zouden roepen: 'Baruch Haba, BeShem Adonai" "Gezegend is Hij die komt in de Naam van de Heer". Ik kwam op die gedachte door het lezen van Handelingen 3:19-20. Maar direct in het vervolg legt Petrus uit dat het nog niet gebeurt. Dat het nog uitblijft heeft te maken met de profetieën en het feit dat God niet wil dat sommigen verloren gaan (2 Petrus 3:9).
de rechtvaardige zal uit het geloof leven....... hier wordt Habakuk 2:4 geciteerd: Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. In Habakuk 2:4-5, evenals in Jesaja 14:4 wordt hiermee duidelijk de koning van Babel als een beeld van de antichrist naar voren gebracht. Wie door het geloof recht voor God staat door Yeshua in het geloof van Abraham, zal delen in de belofte (Romeinen 1:17).
als iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen...... de rechtvaardige ontvangt leven, maar degene die zich onttrekt aan Gods genade-aanbod is in feite - geestelijk gezien - al dood.
Wij zijn echter geen mensen die zich onttrekken en daardoor naar het verderf gaan....... wij gelovigen, die Gods genade-aanbod hebben aangepakt, zullen dit met Gods hulp vasthouden in dankbaarheid en toewijding. Wij vertrouwen dat God, onze Schepper en Vader in Yeshua de Messias, het beste met ons voor heeft. We moeten daarom niets van de Zoon van het verderf, de antichrist en zijn mooipraterij hebben. Het is een leugenaar en een moordenaar vanaf het begin (Joh. 8:44).
tot behoud van hun ziel......... God zal ons, op ons gebed, de gave van onderscheid geven en Hij zal ons leiden door Zijn heilige Geest. Het zou ons het leven kunnen kosten, maar niet onze ziel. Niemand kan ons uit Zijn hand roven (Joh. 10:28-29). En we krijgen een nieuw geestelijk lichaam (1 Kor. 15:44) om Hem te vereren en te verkeren in Zijn liefde.