English or other languages: click here!
2 Timotheüs 1 - opwekking tot standvastigheid
De tweede brief van Paulus werd geschreven om aan te geven hoe een ware dienstkecht van Yeshua HaMashiach zich in een tijd van leerstellig verval moet gedragen. Volgens vers 15 van dit eerste hoofdstuk waren de gemeenten in Azië afgeweken van het evangelie van genade dat Paulus gepredikt had en waren vervallen in wetticisme. Vanuit de gevangenis schrijft Paulus bemoedigende woorden aan zijn geestelijke zoon Timotheüs en spoort hem aan om de gezonde woorden van het Evangelie, zoals Paulus hem overgeleverd had, te bewaren. Paulus schrijft heel positief over Onesiforus, die hem vaak bemoedigd heeft en speciaal naar Rome is gegaan om Paulus in zijn gevangenschap te bezoeken.
Het was de tweede keer dat Paulus in de gevangenis in Rome was, ten tijde van de wrede keizer Nero. Hij had nu geen gehuurd huis, zoals de eerste keer, waar hij onbelemmerd bezoek kon ontvangen en een zekere mate van vrijheid had.
2 Timotheüs 1:1 Paulus, door de wil van God een apostel van Jezus Christus met het oog op de belofte van het leven dat in Christus Jezus is, 2. aan Timotheüs, mijn geliefde zoon: genade, barmhartigheid en vrede zij u van God de Vader en van Christus Jezus, onze Heere.
Paulus, door de wil van God een apostel van Jezus Christus...... in de intro van deze tweede brief benadrukt Paulus dat zijn apostelschap door God aan hem is toegewezen en wel met een doel. Zijn opdracht is om te getuigen van de belofte van het LEVEN dat er in Yeshua HaMashiach is. In 1 Timotheüs 4:8 sprak Paulus ook over deze belofte en voegde daaraan toe dat de belofte geldt voor het tegenwoordige en het toekomende LEVEN. Timotheüs aan wie de brief gericht is werkte samen met Paulus aan dit doel.
aan Timotheüs, mijn geliefde zoon..... uit deze aanhef blijkt opnieuw de diepe geestelijke vaderliefde die bij Paulus ontstaan is voor Timotheüs. Hij wenst hem ook alle geestelijke zegeningen toe van God de Vader
2 Timotheüs 1:3-5 Ik dank God, Die ik van mijn voorouders aan dien met een rein geweten, terwijl ik zonder ophouden aan u denk in mijn gebeden, nacht en dag. 4. Wanneer ik aan uw tranen denk, verlang ik er vurig naar u te zien, om met blijdschap vervuld te worden. 5. Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof dat in u is en dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en in uw moeder Eunike. En ik ben ervan overtuigd dat het ook in u woont.
Ik dank God, Die ik van mijn voorouders aan dien met een rein geweten..... Paulus betrekt ook zijn voorouders in de dienst van God. ....terwijl ik zonder ophouden aan u denk in mijn gebeden, nacht en dag...... Timotheüs is voortdurend in Paulus gebeden. Hij weet dat zijn geliefd geesteskind, als een jonge man die veel moet leren en ervaren, doorlopend blootgesteld is aan demonische aanvallen die het werk van God proberen te saboteren. Paulus herinnert zich de tranen van Timotheüs en dat raakt hem.
ik verlang er vurig naar u te zien, om met blijdschap vervuld te worden....... waarschijnlijk heeft Timotheüs bij het afscheid van Paulus gehuild toen Paulus in gevangenschap naar Rome werd gebracht. Paulus verlangt ernaar dat een volgende ontmoeting blijdschap zal brengen.
Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof....... het geloof van Timotheüs is ongeveinsd, (in het Grieks staat er letterlijk: niet hypocriet). Het is oprecht en zuiver.
dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en in uw moeder Eunike...... datzelfde geloof had Paulus ook opgemerkt bij Timotheüs' moeder en oma. Hij herkende die geloofshouding bij Timotheüs. Nu is geloof niet iets wat je erft, maar deze levenshouding werd als kostbaar opgemerkt en doorgegeven in de lijn van de geslachten, al zijn de vaders wat dit betreft buiten beeld. Zijn Griekse vader was in ieder geval geen gelovige. Maar nu had Timotheüs een geestelijke vader die een grote liefde voor hem had. Toen Paulus tijdens zijn tweede zendingsreis Lystra verliet, nam hij Timotheüs met hem mee (Handelingen 16:3-4). Toen ontstond er een vaderlijke relatie waarin Timotheüs veel leerde. Zo waren zij belangrijke instrumenten in Gods hand om het evangelie verder de wereld in te dragen.
2 Timotheüs 1:6-7 Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren. 7. Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.
Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God........ Hier herhaalt Paulus de belangrijke gebeurtenis die hij ook beschreef in 1 Timotheüs 4:14.
die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren........ Paulus herinnert Timotheüs aan de gave van de Geest, de genade die God in Timotheüs heeft gelegd. Hij heeft die gave ontvangen door handoplegging van Paulus (volgens 1 Tim. 4:14 met de gezamenlijke oudsten). Maar.... die gave moet hij aanwakkeren!
Paulus zag wel de schroom die er in Timotheüs was; Timotheüs kende, zoals veel mensen dat hebben, onzekerheid, grenzend aan angst. Timotheüs moest daar niet aan toegeven.
Integendeel hij moest de gave die hij had ontvangen aanwakkeren, zoals je een smeulend vuurtje oprakelt. Zoals de psalmist dat deed en zijn eigen ziel toesprak en bemoedigde:
Psalm 42:6 Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.
Het viel voor Timotheüs niet mee om zonder Paulus zijn houding te bepalen tussen die eigenwijze dwaalgeesten in Efeze. Soms kan het gevoel je bekruipen dat men zich niets van je aantrekt en dat men maar doorgaat met het vermengen van Gods Woord met eigen inzichten. Dan kun je tegen jezelf zeggen: 'Hoop op God, Hij is er ook nog! Hij zorgt voor oplossingen en Hij verlost van aanvallen van de satan. Je hebt de gave van de Geest ontvangen die je zal sterken'.
Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid...... een geest van angst is geen vrucht van de Heilige Geest, maar kracht en liefde en bezonnenheid zijn dat wel.
2 Timotheüs 1:8-10 Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere, en ook niet voor mij, Zijn gevangene, maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie, overeenkomstig de kracht van God. 9. Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, 10. maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie,
Een kruis was een strafwerktuig voor een misdadiger en moest je dan op een misdadiger je vertrouwen stellen? En dan is er nog zo'n misdadiger:
en schaam je ook niet voor mij, Zijn gevangene....... Paulus die op dit moment ook gevangen was.
Jezus ging zitten en riep de twaalf leerlingen bij zich. Hij zei: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet zichzelf op de laatste plaats zetten. En hij moet alle anderen dienen.’ Marcus 9:35
Want ook Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om over mensen te heersen. Ik ben er juist om mensen te dienen. Ik zal mijn leven geven om veel mensen te redden. Marcus 10:45
Paulus wist dat het plan van God, uitgewerkt in Yeshua, in de ogen van velen dwaas was; maar hij wist ook dat het de levende, actieve kracht van God was om zielen te redden en levens te veranderen. Paulus zou zich er niet voor schamen, en Timotheüs ook niet – en wij vandaag toch ook niet?
Zijn gevangene...... met "Zijn Gevangene" maakt Paulus duidelijk, dat hij omwille van de verkondiging van het Evangelie van Yeshua HaMashiach gevangen zit (2 Tim. 1:12; Filippenzen 1:13; Filippenzen 1:29; Filémon 1). "Zijn gevangene" kan ook duidelijk maken dat hij deze gevangenschap onderging naar Gods wil.
maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie....... overeenkomstig de kracht van God........ Lijden kun je alleen in de kracht van God, want anders zul je dat nooit kunnen volbrengen. Deze oproep is niet bedoeld om het lijden op te zoeken als een soort zelfkastijding.
Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping....... (Hij heeft ons gered en ons geroepen NBV).
Dit vers is het Evangelie in een notendop (Rom. 8:28-30). Het is uit God Die roept en in Yeshua ons redt uit genade. Het plan om mensen zalig te maken (te redden) is al heel oud, van voordat de wereld er was (Efeze 1:4). God roept om heilig voor Hem te leven.
niet overeenkomstig onze werken....... wie nog denkt dat hij van zichzelf iets bijzonders is of gedaan heeft waarom God hem geroepen heeft, zal door dit woord teleurgesteld worden. Het was niet iets groots dat we waren, of iets groots dat we hadden gedaan, maar omdat het paste in Gods vooropgezet plan – omdat Hij het wilde. Overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade!
de genade die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen...... Paulus voert onze gedachten heel ver terug, voordat Gods heilsplan in werking trad. Toen waren er nog geen tijdperken, nog geen geschiedenis, nog geen wereldhistorie. Er was zelfs nog geen tijd. Tijd is iets dat God heeft geschapen om orde en ordening te geven aan onze huidige wereld; tijd is niet essentieel voor het bestaan van God. Toen maakte God Zijn wonderlijke plan met ons mensen. Het stond al vast dat de genade tot ons zou komen
maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus........
Paulus schrijft in Titus 2:11 dat de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen. Genade is het wezen van God. Door de komst van Yeshua is het aanbod van genade voor alle mensen in de hele wereld openbaar gemaakt. En als we Yeshua kennen, weten we wie God werkelijk is.
Die de dood tenietgedaan heeft,...... wat een doorbraak in het menselijk bestaan! Yeshua ontnam de macht aan de satan. Zo kon Hij alle mensen bevrijden die hun leven lang slaven van het kwaad waren door hun angst voor de dood (Heb. 2:15). De angst voor de dood zit diep geworteld in de mens. De mens wordt op allerlei terreinen gemanipuleerd door in te spelen op die angst. Door de verschijning van Yeshua is de dood geen dood meer. Met betrekking tot gelovigen spreken we dan ook over 'ontslapen' - niet omdat we dan onbewust zijn, maar omdat het met Christus aangenaam en vredig is.
het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie..... bij de wederkomst en de opstanding zal ook de onvergankelijkheid van het lichaam werkelijkheid worden. (1 Kor. 15:52; Kolossenzen 3:4; Romeinen 8:18 vv) Dit leven en de onvergankelijkheid worden in het licht gesteld door de verkondiging van het Evangelie van Yeshua HaMashiach. Het lijkt erop dat Paulus het nodig vond dit te benadrukken om aan te geven dat deze kennis niet wordt verkregen door de zogenaamde innerlijke 'verlichting', d.w.z. de 'gnostiek', de dwaalleer waartegen Timotheüs zo'n zware strijd had te voeren.
2 Timotheüs 1:11-12 waarvoor ik aangesteld ben als prediker, apostel en leraar van de heidenen. 12. Daarom onderga ik ook deze dingen. Maar ik schaam mij niet, want ik weet Wie ik geloofd heb, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot die dag.
waarvoor ik aangesteld ben als prediker, apostel en leraar van de heidenen....... Paulus verwijst, zoals gewoonlijk, naar zijn autoriteit als boodschapper aan de heidenen ( 1 Tim. 2:7; Gal. 1:1). Het is altijd goed om na te gaan of een prediker werkelijk door God is aangesteld. We hebben daarvoor het inzicht van Gods Geest nodig. Zie dit artikel.
Daarom onderga ik ook deze dingen...... Paulus beschouwde het als een voorrecht om te lijden voor zo'n groot Evangelie - hij schaamde zich helemaal niet, integendeel, hij voelde zich vereerd. Van Petrus, die ook stokslagen en gevangenschap verdragen heeft, leren we dat het lijden voor Yeshua een roeping is:
1 Petrus 2:20-21 Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God. WANT HIERTOE BENT U GEROEPEN, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen;
Maar ik schaam mij niet, want ik weet Wie ik geloofd heb..... Paulus die een rechtstreekse ontmoeting met Yeshua had ervaren op de weg van Damascus, wist Wie Hij is: de verheerlijkte Heer, die de Naam boven alle naam ontvangen had (Filippenzen 2:9). Voor Hem zou hij zich nooit en te nimmer schamen. Maar ook zonder zo'n bovennatuurlijke ontmoeting is het mogelijk om diep van binnen te weten in Wie we geloven.
Hij is bij machte mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot die dag......... 'mijn pand' is de verzegeling met de Heilige Geest, die het onderpand is van onze hemelse erfenis (Efeze 1:13-14 zie ook 1 Petrus 1:4).
te bewaren tot die dag....... 'die dag' is steeds het begrip van het aanbreken van Gods Koninkrijk, als de overwinning op deze aarde een feit is en satan met zijn rijk is verslagen. Dan gaan de graven open, ook het graf van Paulus en ....voorts ligt voor Paulus gereed de krans der rechtvaardigheid, welke op die dag de Here, de Rechtvaardige rechter, Paulus zal geven (2 Tim. 4:8).
2 Timotheüs 1:13-14 Houd u aan het voorbeeld van de gezonde woorden, die u van mij gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus Jezus zijn. 14. Bewaar door de Heilige Geest, Die in ons woont, het goede pand, dat u toevertrouwd is.
Houd u aan het voorbeeld van de gezonde woorden........ Paulus heeft het wel vaker over de 'gezonde leer' of de 'gezonde woorden' (1 Tim. 1:10; 1 Tim. 6:3; 2 Tim. 4:3; Titus 1:9; Titus 2:8). Deze 'gezonde woorden' staan tegenover de dwaalleer, de 'onheilige inhoudsloze praat' (2 Tim. 2:16).
in geloof en liefde, die in Christus Jezus zijn...... Timotheüs moet de opdracht van Paulus uitvoeren in de kracht van de Heilige Geest die volgens vers 7 in 'ons' woont. Met het woordje 'ons' laat Paulus de verbondenheid zien die hij en Timotheüs samen hebben in het geloof en in de liefde van Yeshua HaMashiach.
Bewaar door de Heilige Geest, Die in ons woont, het goede pand, dat u toevertrouwd is....... Timotheüs moet de goede erfenis bewaren, terwijl bij de erfenis (pand) van Paulus in vers 12 wordt gezegd dat Yeshua dat voor hem bewaart. Het één sluit het ander niet uit. Als God iets bewaart kun je het uiteindelijk niet kwijtraken. Maar als jij in je geloof verflauwt dan kun je die eeuwige bestemming wel mislopen. Je kunt de Heilige Geest die je wil helpen bedroeven, je kunt je verzegeling kwijt raken. Aan God zal het niet liggen. Daarom is het altijd goed elkaar te bemoedigen en aan te wakkeren in het geloof.
2 Timotheüs 1:15-18 Dit weet u dat allen die in Asia zijn, zich van mij afgekeerd hebben. Tot hen behoren Fygellus en Hermogenes. 16. Moge de Heere aan het huis van Onesiforus barmhartigheid bewijzen, want hij heeft mij vaak bemoedigd en heeft zich voor mijn boeien niet geschaamd. 17. Integendeel, toen hij in Rome aangekomen was, heeft hij mij ijverig gezocht, en hij heeft mij gevonden. 18. Moge de Heere hem geven dat hij barmhartigheid vindt bij de Heere op die dag. En hoezeer hij in Efeze gediend heeft, weet u zelf het beste.
allen die in Asia zijn, hebben zich van mij afgekeerd ........... verdrietig nieuws. De namen Fygellus en Hermogenes zijn verder onbekend. Het is mogelijk dat een aantal leden van de gemeente met Fygellus en Hermogenes zich van de leer van Paulus hebben afgewend en het oor geleend hebben aan de 'onheilige, zinloze praat' van de gnostische dwaalleraren, die, zoals beschreven in Openbaring 2:6, 15, 20 en 24 ingang vonden in de gemeenten van Asia (zie 2 Tim. 2:17). Ook is het mogelijk dat mensen zich afkeerden vanwege vervolging. We lezen hierover in de brief aan de Korinthiërs: {zie ook Handelingen 16:6}
2 Korinthe 1:8 Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten.
Moge de Heere aan het huis van Onesiforus barmhartigheid bewijzen...... Onesiforus woonde in Efeze waar ook Timotheüs zich op dit moment bevond (2 Tim. 4:19). Het gaat hier om het gezin van Onesiforus, die blijkbaar al gestorven is.
want hij heeft mij vaak bemoedigd en heeft zich voor mijn boeien niet geschaamd....... Onesiforus heeft de moeite en druk die Paulus ondervond opgemerkt en heeft hem vervolgens bemoedigd. Ook schaamde hij zich er niet voor om zich om een gevangene te bekommeren. Hij ging ervoor, toen zijn broeder om Christus in de moeite zat. Niets hield hem tegen. De liefde van Christus drong hem {2 Kor. 5:14a}.
Mamertijnse gevangenis Rome, dit deel is waarschijnlijk in de 3e eeuw voor Christus gebouwd en er zijn nog 2 cellen van over. Men zegt dat Paulus hier gevangen heeft gezeten, maar bewijs ontbreekt. De eerste keer werd hij vastgehouden in een huurhuis, maar de tweede gevangenschap was ondergronds en beduidend minder comfortabel.
toen hij in Rome aangekomen was, heeft hij mij ijverig gezocht, en hij heeft mij gevonden...... Onesiforus had zelfs de moeite genomen om Paulus in Rome te vinden. Paulus zat niet meer in een gehuurd huis waar hij bij zijn eerdere gevangenschap gasten kon ontvangen en waar hij een goede gelegenheid had om zijn brieven te schrijven. Hij zat nu in een ondergrondse cel. Maar Onesiforus vond hem en bemoedigde hem! Vanwege de vervolgingen onder keizer Nero was dat niet zonder gevaar.
Moge de Heere hem geven dat hij barmhartigheid vindt bij de Heere op die dag........ Paulus spreekt hier een wens uit, of een soort gebed, dat Onesiforus genade zal ontvangen op 'die dag', waarmee de oordeelsdag bedoeld wordt en het Koninkrijk van God aanbreekt. Het lijkt er sterk op dat Onesiforus inmiddels was overleden, ook al omdat Paulus het over zijn gezin had in vers 16.
En hoezeer hij in Efeze gediend heeft, weet u zelf het beste....... Timotheüs zal zich ongetwijfeld de geloofstoewijding van deze man herinneren. Paulus geeft een geweldig getuigenis van deze man, wiens naam betekent: 'hij die hulp brengt'.
Ida